Voor u uitgelicht
pleegkinderen
19
Kindertelefoon.nl
19
Kinderrechtswinkel
19
Kinderrechten.nl
20
Pleegkinderen.nl
26
informatie pleegzorg
26
Boeken voor pleegkinderen
26
Kindertelefoon
26
Kinderrechtenwinkel
26
AKJ
26
AKJ
27
JongWijs
27
Kinderrechtswinkel
27
JiP
27
Pleegzorg.nl
27
Kindertelefoon.nl
27
Zoeken
Overzicht
Print linkerkant
Print rechterkant
Print beide zijden
Wat wij willen weten over pleegzorg Wat wij willen weten over pleegzorg 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Waarom ik? 4 Bij wie ga ik wonen? 6 Wat voor mensen zijn mijn pleegouders? 8 Hoe gaat het er in een pleeggezin aan toe? 10 Mag ik mijn ouders, familie en vrienden blijven zien? 12 Hoe moet het met school? 14 Wanneer mag ik weer naar huis? 16 De rechten van pleegkinderen 18 Pleegzorg-Woordenboek 24 Meer informatie 26 Ga jij naar een pleeggezin of woon je er al? Dan is dit boekje voor jou bestemd. Je vindt hier een antwoord op veel vragen over pleegzorg. Niet op alle vragen. Dat bestaat niet. Op sommige vragen weet je alleen zélf het antwoord. Maar veel vragen gelden voor ieder pleegkind. Over die vragen gaat dit boekje. Misschien staan jouw vragen in dit boekje en vind je antwoorden. Bedenk wel dat op een vraag verschillende antwoorden kunnen zijn. Ieder mens en elke situatie is vaak weer anders. En je weet vast wel: stomme vragen bestaan niet. Misschien staat jouw vraag niet in dit boekje. Blijf er niet mee zitten. Stel je vraag aan je ouders, je pleeg- ouders of aan je hulpverlener. In hoofdstuk 1 tot en met 7 staan allerlei vragen. Hoofdstuk 8 gaat over de rechten van pleegkinderen. Wil je de precieze betekenis weten van allerlei woorden die we in de pleegzorg gebruiken, kijk dan in het pleegzorg-woor- denboek in hoofdstuk 9. In hoofdstuk 10 tot slot, staat waar je meer informatie kunt vinden. Bij elk hoofdstuk staan uitspraken van pleegkinderen uit de WAT?! Krant. Misschien vind jij wel hetzelfde. Hallo, Wij zijn Pim en Paola. We wonen allebei bij pleegouders. Toen we naar onze pleegouders gingen, hadden we veel vragen! We heb- ben een tip: ga niet piekeren als je vragen hebt. Kijk in dit boekje en praat met mensen. Het gaat om jou: vraag maar raak! Groeten van Pim en Paola ➼ 1 Waarom moet ik thuis weg? Bij jou thuis zijn problemen waardoor je ouders niet goed voor je kunnen zorgen. En dat is niet goed voor jou. Je ouders moeten die problemen eerst oplossen. De problemen kunnen heel verschillend zijn. Bijvoorbeeld je ouders zijn in de war of verslaafd. Bedenk dat ondanks de problemen, je ouders wel heel veel van je houden. Vraag aan je ouders of je hulpverlener wat er precies aan de hand is. ➼ 2 Wat als ik niet weg wil? Mag ik dan thuisblijven? Als de kinderrechter heeft besloten dat je naar een pleeggezin gaat, dan moet je gaan. Dan mag je niet thuisblijven. Meestal gaat het dan om je gezondheid of veiligheid. Het kan zijn dat je ouders het eens zijn met het besluit van de rechter. Dan vinden zij het ook beter dat je bij pleegouders gaat wonen. Misschien zijn je ouders het niet eens met de rechter en willen zij dat je thuisblijft. Dan moet je toch gaan. De rechter heeft besloten dat dit het beste is voor jou. Je ouders kun- nen wel na een tijdje aan de rechter vragen of je weer naar huis mag. ➼ 3 Is een pleeggezin voor altijd? Soms wel, maar vaak niet. Veel pleegkinderen gaan weer terug naar hun ouder(s) als de problemen zijn opgelost. ➼ 4 Is een pleegkind raar? Nee. In Nederland zijn ruim18.500 pleegkinderen. Dat is veel. Op elke school en bij elke club zijn kinderen die te maken hebben met pleegzorg. ➼ 1 Waarom moet ik thuis weg? Bij jou thuis zijn problemen waardoor je ouders niet goed voor je kunnen zorgen. En dat is niet goed voor jou. Je ouders moeten die problemen eerst oplossen. De problemen kunnen heel verschillend zijn. Bijvoorbeeld je ouders zijn in de war of verslaafd. Bedenk dat ondanks de problemen, je ouders wel heel veel van je houden. Vraag aan je ouders of je hulpverlener wat er precies aan de hand is. ➼ 2 Wat als ik niet weg wil? Mag ik dan thuisblijven? Als de kinderrechter heeft besloten dat je naar een pleeggezin gaat, dan moet je gaan. Dan mag je niet thuisblijven. Meestal gaat het dan om je gezondheid of veiligheid. Het kan zijn dat je ouders het eens zijn met het besluit van de rechter. Dan vinden zij het ook beter dat je bij pleegouders gaat wonen. Misschien zijn je ouders het niet eens met de rechter en willen zij dat je thuisblijft. Dan moet je toch gaan. De rechter heeft besloten dat dit het beste is voor jou. Je ouders kun- nen wel na een tijdje aan de rechter vragen of je weer naar huis mag. ➼ 3 Is een pleeggezin voor altijd? Soms wel, maar vaak niet. Veel pleegkinderen gaan weer terug naar hun ouder(s) als de problemen zijn opgelost. ➼ 4 Is een pleegkind raar? Nee. In Nederland zijn ruim18.500 pleegkinderen. Dat is veel. Op elke school en bij elke club zijn kinderen die te maken hebben met pleegzorg. ➼ 5 Ik wil met iemand praten. Maar met wie? Kies iemand die naar je luistert en die je kunt vertrouwen. Ga voor jezelf na wie dat kan zijn. Misschien je ouders of pleegouders, een vriend of vriendin of iemand uit je familie. Of misschien je leerkracht, je begeleider van pleegzorg of je (gezins)voogd. En bij de Kindertelefoon kun je altijd je verhaal kwijt. Het telefoonnummer is 0800-0432. Je kunt gratis bellen. ➼ 6 Ik wil graag praten met een ander pleegkind. Kan dat? Ja. Je kunt schrijven, chatten of mailen met een ander pleegkind. Vraag je begeleider van pleegzorg of ze een pleegkind kennen die dat ook wil. Je kunt ook via internet contact maken met andere kinderen in pleeggezinnen. Kijk dan op www.pleegkinderen.nl. ➼ 7 Ik voel me verdrietig en boos. Blijft dat zo? Nee. Na een tijdje voelen veel pleegkinderen zich weer beter. Hopelijk jij ook. Je kunt er zelf wat aan doen. Ga samen met je ouders en/of je pleegouders op zoek naar dingen waar jij blij van wordt. Soms blijf je je anders voelen. Dat is OK. Verhuizen naar een pleeggezin kan heel moeilijk zijn. Praten over hoe jij je voelt, kan helpen. ➼ 8 Zijn mijn ouders slecht? Nee. Het lukt jouw ouders nu niet om voor jou te zorgen. Ze hebben problemen. Dat wil niet zeggen dat ze slecht zijn. Dwayne Ik ben van huis weggelopen omdat er erg veel ruzie was. Mijn ouders zijn gescheiden en ik kon het helemaal niet vinden met mijn stiefvader. Mijn moeder dronk ook nog erg veel waardoor de situatie thuis onhoudbaar was. T i m o H e t m o e t v a n d e k i n d e r r e c h t e r . M a m a i s e e n b e e t j e i n d e w a r . M a a r a l s i k g r o o t b e n , g a i k w e e r b i j p a p a w o n e n . Corien Er waren thuis problemen. Ik was 8 jaar toen mijn vader overleed. Mijn moeder kon het niet meer aan. Ik ben toen uit huis geplaatst en ben bij een vriendin gaan wonen. Samuël Mijn moeder is ziek en mijn vader kan niet voor mij zorgen. T h e n e r a M i j n m o e d e r k a n n i e t v o o r m i j z o r g e n o m d a t z i j v e r s l a a f d i s a a n d r u g s . Z e i s w e l a f g e k i c k t , m a a r z e i s n i e t s t e r k g e n o e g o m v o o r m i j t e z o r g e n . ➼ 1 Wie kiest mijn pleeggezin? Dat kunnen je ouders zelf doen, als ze iemand kennen die goed voor jou kan zorgen. Meestal wordt eerst gekeken of je bij familie of bekenden kan wonen. Als dat niet kan, zoekt de organisatie voor pleegzorg pleegouders voor je. Dat gaat als het kan in overleg met je ouders. ➼ 2 Wordt er geluisterd naar wat ik wil? Ja. Vertel aan je ouders en hulpverlener wat jij graag wilt en vindt. Er wordt rekening ge- houden met jouw wensen. Iedereen vindt het belangrijk dat je ergens komt te wonen waar jij je thuis voelt. ➼ 3 Blijf ik in mijn eigen stad of dorp? - tijd, bijvoorbeeld omdat er geen pleegouders in de buurt zijn waar je kunt wonen. Soms is het juist beter om in een andere buurt te wonen of naar school te gaan. ➼ 4 Kan ik eerst kennismaken? Meestal wel. Vaak zijn je ouders en een hulpverlener daarbij aanwezig. Vooraf kan je be- geleider van pleegzorg vaak al antwoord geven op vragen. Bijvoorbeeld: zijn er andere kinderen? Hebben mijn pleegouders huisdieren? Hoe oud zijn mijn pleegouders en hun kinderen? Soms kun je een keer logeren om elkaar te leren kennen. Maar als je snel thuis weg moet, is er geen tijd voor een kennismakingsbezoek. Dan leer je elkaar kennen als je daar al woont. ➼ 1 Wie kiest mijn pleeggezin? Dat kunnen je ouders zelf doen, als ze iemand kennen die goed voor jou kan zorgen. Meestal wordt eerst gekeken of je bij familie of bekenden kan wonen. Als dat niet kan, zoekt de organisatie voor pleegzorg pleegouders voor je. Dat gaat als het kan in overleg met je ouders. ➼ 2 Wordt er geluisterd naar wat ik wil? Ja. Vertel aan je ouders en hulpverlener wat jij graag wilt en vindt. Er wordt rekening ge- houden met jouw wensen. Iedereen vindt het belangrijk dat je ergens komt te wonen waar jij je thuis voelt. ➼ 3 Blijf ik in mijn eigen stad of dorp? - tijd, bijvoorbeeld omdat er geen pleegouders in de buurt zijn waar je kunt wonen. Soms is het juist beter om in een andere buurt te wonen of naar school te gaan. ➼ 4 Kan ik eerst kennismaken? Meestal wel. Vaak zijn je ouders en een hulpverlener daarbij aanwezig. Vooraf kan je be- geleider van pleegzorg vaak al antwoord geven op vragen. Bijvoorbeeld: zijn er andere kinderen? Hebben mijn pleegouders huisdieren? Hoe oud zijn mijn pleegouders en hun kinderen? Soms kun je een keer logeren om elkaar te leren kennen. Maar als je snel thuis weg moet, is er geen tijd voor een kennismakingsbezoek. Dan leer je elkaar kennen als je daar al woont. ➼ 5 Hoe leer ik mijn pleegouders snel kennen? Door samen dingen te doen en met elkaar te praten. Je begeleider van pleegzorg heeft vast wel goede tips of bijvoorbeeld een leuk spel wat je samen kunt spelen. Vaak kost het wel wat tijd om elkaar goed te leren kennen en je thuis te voelen. ➼ 6 Wat als ik mijn pleegouders niet leuk vind? Tja … Misschien moet je gewoon nog even wennen. Bij de een duurt dat langer dan bij de ander. Bespreek het eens met je begeleider van pleegzorg. Als het echt niet goed gaat tussen jou en je pleegouder kan het zijn dat een ander gezin wordt gezocht. ➼ 7 Wat mag ik meenemen? boeken, cd’s of dvd’s, je eigen kleren en andere dingen waar je aan gehecht bent. Be- spreek met je ouders en je pleegouders wat je precies meeneemt. Meestal hoef je geen meubels mee te verhuizen. Je pleegouders hebben een bed en een kast voor je. ➼ 8 Mijn broer gaat ook uit huis. Mogen we samen blijven? Als het kan wel. Maar dat lukt niet altijd. Als jullie veel steun aan elkaar hebben, probeert de organisatie voor pleegzorg een plek te vinden waar jullie samen kunnen wonen. Als dat niet lukt, worden er afspraken gemaakt hoe jullie contact kunnen houden met elkaar. ➼ 9 Kan ik mijn cavia meenemen? Misschien wel. Vraag het aan je pleegouders. Het kan ook zijn dat ze zelf dieren hebben waar jij ook voor mag zorgen. Alexander Als je bij familie woont, zie je je eigen familie gewoon. En je hoeft niet zo te wennen. Mijn oom kent mijn vader heel goed, want ze zijn broers. Dan kan hij me beter begrijpen, want hij kent mijn vader ook. Dat is gewoon een moeilijke man. Heel driftig. C y n t h i a G e l u k k i g h a d i k m i j n s p u l l e n b i j m e : m i j n k l e r e n . M i c h a e l B i j o n b e k e n d e n k a n j e w e e r h e l e m a a l o p n i e u w b e g i n n e n . S t e l d a t j e i n h e t v e r l e d e n i e t s h e b t g e d a a n o f z o . D a n k a n j e b i j e e n v r e e m d e o p n i e u w b e g i n n e n . Z e g m a a r m e t e e n s c h o n e l e i . B i j f a m i l i e d i e j e k e n t , d i e w e e t a l w a t v a n j e . D u s d i e z e g g e n v a n : ‘ N o u , i k k e n j o u d u s d a t d o e n w e n i e t . ’ Wendy A n d j e n a I k k w a m e e r s t o p b e z o e k , t o e n e e n w e e k e n d j e , e e n w e e k j e , e e n d a g j e u i t e n o p e e n g e g e v e n m o m e n t v o o r g o e d . G e - l e i d e l i j k w e n n e n . A n d e r s z i t j e e r o p e e n s e n d a t i s m o e i l i j k . ➼ 1 Vinden mijn pleegouders het leuk dat ik kom? Ja! Jouw pleegouders vinden het fijn dat je bij hen komt wonen. Ze willen je graag helpen. Ze hebben daar speciaal voor gekozen. Ze vinden dat elk kind een goed thuis verdient. Maar ze vinden het ook spannend. Jullie kennen elkaar immers nog niet. Als je komt, weten je pleegouders al wel dingen over jou en je ouders. Je begeleider van pleegzorg heeft al met ze gesproken en heeft ze voorbereid op jouw komst. Dat helpt bij het kennismaken met elkaar. ➼ 2 Vervangen ze mijn ouders? Nee. Je eigen ouders blijven altijd je ouders. Wat er ook gebeurt. Het kan wel zijn dat je pleegouders belangrijk voor je worden. Pleegkinderen die lang bij hun pleegouders wonen, houden vaak veel van hen. Maar het is altijd anders dan met je eigen ouders. Dat is ook wel logisch. ➼ 3 Moet ik kiezen tussen mijn ouders en mijn pleegouders? Nee. Je hoeft niet te kiezen. Je ouders en je pleegouders kunnen elk op hun eigen manier belangrijk zijn voor jou. Meestal duurt het even voordat je zelf weet hoe je dit gaat aan- pakken. Soms kun je ervan in de war raken. Praat er eens over met je begeleider van pleegzorg. ➼ 4 Hoe noem ik mijn pleegouders? Dat hangt ervan af wat jij wilt. Bespreek ook met je pleegouders wat zij fijn vinden. Som- mige pleegkinderen noemen hun pleegouders graag papa of mama. Andere kinderen noemen hun pleegouders bij hun voornaam. Een combinatie van mama of papa en hun voornaam kan ook. Zo lang je maar weet over welke mama of papa het gaat. ➼ 5 Mijn ouders zijn gelovig. Mijn pleegouders ook? Soms wel, soms niet. Als geloof belangrijk is voor jou en je ouders, dan wordt gezocht naar pleegouders met hetzelfde geloof. Maar het lukt niet altijd om deze te vinden. Als jij gelovig bent en je pleegouders niet, wordt besproken hoe je daarmee om kunt gaan. Het kan ook andersom zijn: je pleegouders geloven in God en jij niet. Bespreek dan met elkaar hoe jullie daarmee omgaan. ➼ 6 Betalen mijn pleegouders alles voor mij? Het meeste wel. Je pleegouders krijgen geld van pleegzorg om voor jou te zorgen. Dat geld is er voor wonen, eten, kleren, sport, ontspanning en kleine schoolkosten. Het is een vast bedrag. Sandra ‘Mijn knuffel is van mij. Die wil ik met niemand delen. Ik heb hem van mijn oma gehad toen ik nog klein was. Mijn oma leeft niet meer. Maar ik heb die knuffel wel. Lekker zacht. Als ik ergens anders ga wonen, neem ik mijn knuffel altijd mee.’ Renate ‘Ik deel eigenlijk alles met mijn pleegge- zin. Ik woon er al vanaf mijn 1e jaar. Dat is zo gewoon. We delen alles samen.’ Ricardo Als ik mijn vader vertelde dat ik straf had op school, kreeg ik gelijk op mijn donder. Klappen, dus. Ik vertelde niks meer. In mijn pleeggezin moest ik er het meest aan wennen om weer eerlijk te zijn. Mijn pleegouders hebben mij meteen verteld dat ze me niet zouden slaan. Dat luchtte op. En ze doen het ook echt niet. C l e o B i j f a m i l i e w e e t j e n i e t g e l i j k d e r e g e l s i n h u i s o f z o , m a a r j e w e e t w e l o f z e s t r e n g z i j n o f n i e t s t r e n g z i j n . B i j o n b e k e n d e n w e e t j e d a t n i e t . Z e g m a a r , a l s j e i e t s v e r k e e r d d o e t , d a n w e e t j e n i e t o f z i j d a t g o e d v i n d e n o f s l e c h t . ➼ 1 Vinden mijn pleegouders het leuk dat ik kom? Ja! Jouw pleegouders vinden het fijn dat je bij hen komt wonen. Ze willen je graag helpen. Ze hebben daar speciaal voor gekozen. Ze vinden dat elk kind een goed thuis verdient. Maar ze vinden het ook spannend. Jullie kennen elkaar immers nog niet. Als je komt, weten je pleegouders al wel dingen over jou en je ouders. Je begeleider van pleegzorg heeft al met ze gesproken en heeft ze voorbereid op jouw komst. Dat helpt bij het kennismaken met elkaar. ➼ 2 Vervangen ze mijn ouders? Nee. Je eigen ouders blijven altijd je ouders. Wat er ook gebeurt. Het kan wel zijn dat je pleegouders belangrijk voor je worden. Pleegkinderen die lang bij hun pleegouders wonen, houden vaak veel van hen. Maar het is altijd anders dan met je eigen ouders. Dat is ook wel logisch. ➼ 3 Moet ik kiezen tussen mijn ouders en mijn pleegouders? Nee. Je hoeft niet te kiezen. Je ouders en je pleegouders kunnen elk op hun eigen manier belangrijk zijn voor jou. Meestal duurt het even voordat je zelf weet hoe je dit gaat aan- pakken. Soms kun je ervan in de war raken. Praat er eens over met je begeleider van pleegzorg. ➼ 4 Hoe noem ik mijn pleegouders? Dat hangt ervan af wat jij wilt. Bespreek ook met je pleegouders wat zij fijn vinden. Som- mige pleegkinderen noemen hun pleegouders graag papa of mama. Andere kinderen noemen hun pleegouders bij hun voornaam. Een combinatie van mama of papa en hun voornaam kan ook. Zo lang je maar weet over welke mama of papa het gaat. ➼ 5 Mijn ouders zijn gelovig. Mijn pleegouders ook? Soms wel, soms niet. Als geloof belangrijk is voor jou en je ouders, dan wordt gezocht naar pleegouders met hetzelfde geloof. Maar het lukt niet altijd om deze te vinden. Als jij gelovig bent en je pleegouders niet, wordt besproken hoe je daarmee om kunt gaan. Het kan ook andersom zijn: je pleegouders geloven in God en jij niet. Bespreek dan met elkaar hoe jullie daarmee omgaan. ➼ 6 Betalen mijn pleegouders alles voor mij? Het meeste wel. Je pleegouders krijgen geld van pleegzorg om voor jou te zorgen. Dat geld is er voor wonen, eten, kleren, sport, ontspanning en kleine schoolkosten. Het is een vast bedrag. Sandra ‘Mijn knuffel is van mij. Die wil ik met niemand delen. Ik heb hem van mijn oma gehad toen ik nog klein was. Mijn oma leeft niet meer. Maar ik heb die knuffel wel. Lekker zacht. Als ik ergens anders ga wonen, neem ik mijn knuffel altijd mee.’ Renate ‘Ik deel eigenlijk alles met mijn pleegge- zin. Ik woon er al vanaf mijn 1e jaar. Dat is zo gewoon. We delen alles samen.’ Ricardo Als ik mijn vader vertelde dat ik straf had op school, kreeg ik gelijk op mijn donder. Klappen, dus. Ik vertelde niks meer. In mijn pleeggezin moest ik er het meest aan wennen om weer eerlijk te zijn. Mijn pleegouders hebben mij meteen verteld dat ze me niet zouden slaan. Dat luchtte op. En ze doen het ook echt niet. C l e o B i j f a m i l i e w e e t j e n i e t g e l i j k d e r e g e l s i n h u i s o f z o , m a a r j e w e e t w e l o f z e s t r e n g z i j n o f n i e t s t r e n g z i j n . B i j o n b e k e n d e n w e e t j e d a t n i e t . Z e g m a a r , a l s j e i e t s v e r k e e r d d o e t , d a n w e e t j e n i e t o f z i j d a t g o e d v i n d e n o f s l e c h t . ➼ 1 Krijg ik een eigen kamer? Als het kan wel. Soms deel je een kamer met een kind van de pleegouders. Omdat jullie dat gezellig vinden of omdat er geen ruimte is om iedereen een eigen kamer te geven. Als je een kamer deelt, krijg je wel een eigen kast waar jij je spulletjes in kwijt kan. ➼ 2 Gelden de regels in huis ook voor mij? De regels en afspraken in jouw pleeggezin gelden meestal ook voor jou. Misschien vind je je pleegouders streng, misschien ook niet. Het is maar net wat je gewend bent. Vind je bepaalde regels echt oneerlijk, praat er dan over met je pleegouders. ➼ 3 Hoe laat moet ik naar bed? Op de tijd die je pleegouders met jou afspreken. Dat hangt bijvoorbeeld af van hoe oud je bent of hoeveel slaap je nodig hebt. Als je samen vaste afspraken maakt, ook over lan- ger opblijven, dan weet je waar je aan toe bent. Lekker duidelijk. ➼ 4 Mag ik tv kijken en computeren? Vast wel. Vaak zijn hierover regels en afspraken. Bijvoorbeeld over hoe lang jullie tv kijken en over wat je wel en niet mag zien. Ook over computeren worden vaak afspraken ge- maakt. Vertel je pleegouders welke tv-programma’s je het liefste ziet en wat jij graag doet op de computer. Dan kunnen je pleegouders kijken wat wel of niet mag. ➼ 5 Krijg ik zakgeld? Soms wel, soms niet. Er zijn pleegkinderen die zakgeld krijgen vanaf een bepaalde leeftijd. Maar er zijn ook pleegkinderen die geld krijgen op het moment dat het nodig is, bijvoor- beeld als er een cadeautje gekocht moet worden. Pleegouders kunnen daar verschillend over denken. Vraag aan jouw pleegouders of zij zakgeld geven. ➼ 1 Krijg ik een eigen kamer? Als het kan wel. Soms deel je een kamer met een kind van de pleegouders. Omdat jullie dat gezellig vinden of omdat er geen ruimte is om iedereen een eigen kamer te geven. Als je een kamer deelt, krijg je wel een eigen kast waar jij je spulletjes in kwijt kan. ➼ 2 Gelden de regels in huis ook voor mij? De regels en afspraken in jouw pleeggezin gelden meestal ook voor jou. Misschien vind je je pleegouders streng, misschien ook niet. Het is maar net wat je gewend bent. Vind je bepaalde regels echt oneerlijk, praat er dan over met je pleegouders. ➼ 3 Hoe laat moet ik naar bed? Op de tijd die je pleegouders met jou afspreken. Dat hangt bijvoorbeeld af van hoe oud je bent of hoeveel slaap je nodig hebt. Als je samen vaste afspraken maakt, ook over lan- ger opblijven, dan weet je waar je aan toe bent. Lekker duidelijk. ➼ 4 Mag ik tv kijken en computeren? Vast wel. Vaak zijn hierover regels en afspraken. Bijvoorbeeld over hoe lang jullie tv kijken en over wat je wel en niet mag zien. Ook over computeren worden vaak afspraken ge- maakt. Vertel je pleegouders welke tv-programma’s je het liefste ziet en wat jij graag doet op de computer. Dan kunnen je pleegouders kijken wat wel of niet mag. ➼ 5 Krijg ik zakgeld? Soms wel, soms niet. Er zijn pleegkinderen die zakgeld krijgen vanaf een bepaalde leeftijd. Maar er zijn ook pleegkinderen die geld krijgen op het moment dat het nodig is, bijvoor- beeld als er een cadeautje gekocht moet worden. Pleegouders kunnen daar verschillend over denken. Vraag aan jouw pleegouders of zij zakgeld geven. ➼ 6 Heb ik veel vrijheid? Dat hangt af van de gewoonten in het pleeggezin, maar ook van jou. Als je pleegouders merken dat je je aan afspraken houdt, zul je waarschijnlijk wat meer vrijheid krijgen. Houd je je niet aan afspraken, dan krijg je vaak minder vrijheid. Zo werkt het bij de meeste ouders. Maak afspraken met je pleegouders over wat mag en niet mag. Dan weten jullie allebei waar je aan toe bent. ➼ 7 Mag ik buiten spelen? Meestal wel. Buiten spelen is gezond en goed voor je. Als je nog jong bent of je bent net bij je pleegouders, mag je misschien niet alleen buiten spelen. Je pleegouders willen goed op je passen. Ze weten nog niet of je veilig alleen buiten kunt spelen en goed op het verkeer kunt letten. ➼ 8 W at eten we? graag lust. Maar je kunt ook nieuwe dingen leren eten. Ben je vegetarisch of eet jij halal, dan kun je dat vertellen en houden je pleegouders daar vast wel rekening mee. Pascal De eerste avond gingen we meteen klaverjassen. En dat vond ik hartstikke gezellig. Ik zat er gewoon bij, gewoon op te letten en te kijken en we lachten met z’n allen samen. Het was echt gezellig. J a c k y A l s z e d e r e g e l s u i t l e g g e n , w e e t j e t e n - m i n s t e w a t j e m a g . A n d e r s b e n j e s t e e d s b a n g d a t j e i e t s f o u t d o e t . J o h a n M i j n k a m e r w i l i k n i e t d e l e n . A l s i k p l e e g - o u d e r w a s z o u i k z e a l l e m a a l e e n e i g e n k a m e r g e v e n . I k v i n d d a t i e d e r e e n r e c h t h e e f t o p z i j n p r i v é - p l e k j e . P l e e g k i n d e - r e n h e b b e n d a t w a a r s c h i j n l i j k h e e l e r g n o d i g e n e i g e n k i n d e r e n d e n k i k o o k . V o o r i e d e r e e n e e n e i g e n p l e k j e i n h u i s w a a r j e j e e i g e n m u z i e k k u n t d r a a i e n e n o p j e b e d k u n t l i g g e n . ➼ 1 Hoe vaak zie ik mijn ouders? Daarover maak je vaste afspraken met je ouders en je hulpverleners. Het kan ook zijn dat de rechter bepaalt hoe vaak jij je ouders kan zien. Iedereen moet zich aan die afspraken houden. Misschien ga je naar je ouders of komen je ouders naar jou in je pleeggezin. Soms zie je elkaar alleen bij de organisatie voor pleegzorg en mogen je ouders niet bij je pleegouders thuis komen. En af en toe komt het voor dat je geen contact hebt met je ouders omdat de rechter of de organisatie vindt dat het niet goed voor je is om contact met je ouders te hebben. ➼ 2 Wat kan ik doen als ik mijn ouders of broer of zus erg mis? Je kunt vragen of je met elkaar mag bellen. Misschien kun je ook een kaartje, een appje of een e-mail sturen. En heb je al een foto op je kamer? Wanneer en hoe vaak je ze precies kunt zien of bellen, spreek je af met je begeleider van pleegzorg en je pleegouders. Je kunt de kinderrechter ook een brief schrijven als je je familie wilt zien of vaker wilt zien (zie blz 22). ➼ 3 Zie ik mijn opa en oma nog wel? Ook daarover kun je afspraken maken. Misschien kun je af en toe bij hen logeren als ieder- een dat een goed idee vindt. Vraag aan je begeleider van pleegzorg of dit kan. ➼ 1 Hoe vaak zie ik mijn ouders? Daarover maak je vaste afspraken met je ouders en je hulpverleners. Het kan ook zijn dat de rechter bepaalt hoe vaak jij je ouders kan zien. Iedereen moet zich aan die afspraken houden. Misschien ga je naar je ouders of komen je ouders naar jou in je pleeggezin. Soms zie je elkaar alleen bij de organisatie voor pleegzorg en mogen je ouders niet bij je pleegouders thuis komen. En af en toe komt het voor dat je geen contact hebt met je ouders omdat de rechter of de organisatie vindt dat het niet goed voor je is om contact met je ouders te hebben. ➼ 2 Wat kan ik doen als ik mijn ouders of broer of zus erg mis? Je kunt vragen of je met elkaar mag bellen. Misschien kun je ook een kaartje, een appje of een e-mail sturen. En heb je al een foto op je kamer? Wanneer en hoe vaak je ze precies kunt zien of bellen, spreek je af met je begeleider van pleegzorg en je pleegouders. Je kunt de kinderrechter ook een brief schrijven als je je familie wilt zien of vaker wilt zien (zie blz 22). ➼ 3 Zie ik mijn opa en oma nog wel? Ook daarover kun je afspraken maken. Misschien kun je af en toe bij hen logeren als ieder- een dat een goed idee vindt. Vraag aan je begeleider van pleegzorg of dit kan. ➼ 4 Wat als ik mijn ouders niet wil zien? Misschien wil je jouw ouders niet meer zien omdat je bang voor ze bent of omdat je boos op ze bent. Bespreek dit met je begeleider van pleegzorg of je (gezins)voogd. Die beslui- ten samen met jou wat er gebeurt. ➼ 5 Mag ik mijn beste vriend of vriendin nog eens zien? Vraag dat aan je pleegouders. Zij begrijpen dat je vrienden belangrijk voor je zijn. Maar houd er rekening mee dat het contact minder kan worden. ➼ 6 Mag mijn moeder op mijn verjaardag komen? Dat ligt aan de afspraken die gemaakt zijn. Vaak kan het wel en komt je moeder op je verjaardagsfeest of op een andere dag. Soms kan het niet. Dat kan rot zijn voor jou. Be- spreek met je pleegouders wat jij wilt en wat er mogelijk is. S h a ï r a A l s i k r u z i e m e t m i j n s t i e f v a d e r h a d , g i n g i k v a a k b i j m i j n v r i e n d i n s l a p e n . A l s i k h e t n i e t m e e r u i t h i e l d , v e r z o n i k w e l e e n s m o e s e n d a n g i n g i k g e w o o n w e g . L a t e r i s d a t o o k m i j n p l e e g g e z i n g e w o r d e n . L a u r a I k h e b a l l e e n c o n t a c t m e t m i j n o u d e v r i e n d e n a l s i k b i j m i j n o m a b e n . D a n b e l i k z e o f g a l a n g s . D a t i s n i e t z o m o e i l i j k . I k w i l z e n o g w e l g r a a g z i e n , m a a r h i e r i s h e t o o k l e u k . I k h e b b e s t v e e l v r i e n d e n h i e r . J e k r i j g t n i e u w e v r i e n d e n d o o r j e z e l f t e z i j n . H e t w a s w e l m o e i l i j k o m n i e u w e v r i e n d e n t e k r i j g e n . H e t i s z o m o e i l i j k o m d a t j e n i e t w e e t h o e z e z i j n , h o e j e m e t z e o m m o e t g a a n . Vanity Als ik bij mama op bezoek ga, zie ik ook mijn beste vriendin vaak. Die woont bij mama om de hoek. ➼ 1 Moet ik naar een andere school? Ja, vaak wel. Je pleegouders wonen dan in een andere plaats of wijk dan jij en je oude school is te ver weg. Soms lukt het om pleegouders te vinden in je eigen buurt. Dan kun je op je oude school blijven. ➼ 2 Weet de school dat ik bij pleegouders woon? Ja. Jouw leerkracht weet dat je niet bij je ouders woont. Je pleegouders of je begeleider van pleegzorg vertellen dat bij je aanmelding op school. Je mag zelf weten of je het ook aan de klas vertelt. Als je erover wilt vertellen aan de klas, kun je misschien dit boekje gebruiken. Als je niks wilt vertellen, kun je vragen of je leerkracht kort iets zegt om je voor te stellen. ➼ 3 Wat zeg ik als kinderen vragen waarom ik niet thuis woon? Vertel alleen wat je kwijt wilt. Je hoeft nooit precies te vertellen wat er aan de hand is. Je kunt kort uitleggen dat je ouders door problemen niet goed voor je kunnen zorgen. Daar- om zorgen je pleegouders nu voor jou. Pas als je sommige kinderen echt goed kent, heb je misschien zin om meer te vertellen. ➼ 4 Kan ik een spreekbeurt houden over pleegzorg? Ja, dat is een goed idee. Je kunt bij je begeleider van pleegzorg informatie vragen. Hij kan zorgen dat je een pakket krijgt voor een spreekbeurt of een werkstuk. Kijk ook eens op www.pleegkinderen.nl ➼ 1 Moet ik naar een andere school? Ja, vaak wel. Je pleegouders wonen dan in een andere plaats of wijk dan jij en je oude school is te ver weg. Soms lukt het om pleegouders te vinden in je eigen buurt. Dan kun je op je oude school blijven. ➼ 2 Weet de school dat ik bij pleegouders woon? Ja. Jouw leerkracht weet dat je niet bij je ouders woont. Je pleegouders of je begeleider van pleegzorg vertellen dat bij je aanmelding op school. Je mag zelf weten of je het ook aan de klas vertelt. Als je erover wilt vertellen aan de klas, kun je misschien dit boekje gebruiken. Als je niks wilt vertellen, kun je vragen of je leerkracht kort iets zegt om je voor te stellen. ➼ 3 Wat zeg ik als kinderen vragen waarom ik niet thuis woon? Vertel alleen wat je kwijt wilt. Je hoeft nooit precies te vertellen wat er aan de hand is. Je kunt kort uitleggen dat je ouders door problemen niet goed voor je kunnen zorgen. Daar- om zorgen je pleegouders nu voor jou. Pas als je sommige kinderen echt goed kent, heb je misschien zin om meer te vertellen. ➼ 4 Kan ik een spreekbeurt houden over pleegzorg? Ja, dat is een goed idee. Je kunt bij je begeleider van pleegzorg informatie vragen. Hij kan zorgen dat je een pakket krijgt voor een spreekbeurt of een werkstuk. Kijk ook eens op www.pleegkinderen.nl K e v i n A l d i e v r a g e n . . . I k w o r d e r h e l e m a a l g e k v a n ! ! ! ! ! ! J a m i e O p s c h o o l v r a g e n z e h e e l v a a k h o e h e t o o k a l w e e r z i t . I k z i e m i j n p l e e g m o e d e r a l s m i j n e c h t e m o e d e r . S i n d s i k m e k a n h e r i n n e r e n , w o o n i k a l b i j h a a r . Z i j i s t o c h d e g e n e d i e v o o r m e z o r g t . E v a n Z e s n a p p e n n i e t d a t i k b r u i n b e n e n e e n w i t t e v a d e r e n m o e d e r h e b . I k v e r t e l s o m s o v e r m i j n e i g e n v a d e r e n m o e d e r . D e k i n d e r e n v i n d e n d a t z i e l i g v o o r m i j , i k n i e t . I k h e b m i j n v a d e r n o o i t g e k e n d . B i j m i j n m o e d e r h e b i k m a a r t w e e m a a n d e n g e w o o n d . I k b e n n u n e g e n k e e r v e r h u i s d e n b l i j f h i e r t o t m i j n s t u d i e t i j d . Johan Op school wordt gevraagd of mijn pleegzus geadopteerd is. Nee dus. Pleegzorg is iets heel anders. Ik moet het vaak uitleggen. En dan maak ik maar weer een werkstuk of houd ik een spreekbeurt over pleegzorg. ➼ 1 Wanneer mag ik weer naar huis? Die vraag is moeilijk te beantwoorden. Pleegzorg is vaak tijdelijk, maar hoe lang is tijde- lijk? Soms is het een paar weken of maanden, maar het kan ook een jaar of langer zijn, bijvoorbeeld tot je volwassen bent. Het idee van pleegzorg is wel dat als het beter gaat thuis en jouw ouders weer voor jou kunnen zorgen, jij weer bij je eigen ouders kan gaan wo- nen. De meeste pleegkinderen hopen dat zij weer terug naar huis kunnen. Vaak kan dit, maar soms kan het echt niet meer. Vraag aan je (gezins)voogd of begeleider van pleegzorg hoe het bij jou zit. Maar zij weten ook niet altijd of je ouders ooit weer voor je kunnen zorgen. ➼ 2 Wie bepaalt wanneer ik naar huis mag? Bij een ondertoezichtstelling (ots) of voogdij bepaalt de jeugdbescherming, de (gezins) voogd of de kinderrechter dat. In andere gevallen bepalen je ouders het. De hulpverleners bespreken met jou en je ouders of de problemen zijn opgelost en of je ouders weer goed voor je kunnen zorgen. Als je 12 jaar of ouder bent, kun je de kinderrechter vragen of je weer naar huis mag. ➼ 3 Waar ga ik naartoe als ik achttien jaar word? Als je 18 jaar wordt, ben je net als alle kinderen in Nederland volgens de wet volwassen. Pleegkinderen kunnen standaard tot 21 jaar in hun pleeggezin verblijven, tenzij je aangeeft geen gebruik meer te willen maken van pleegzorg. ➼ 4 Als ik terugga naar huis, zie ik mijn pleegouders dan nog wel eens? Ja, als jullie dat allebei willen, kan dat meestal wel. Veel pleegkinderen houden contact met hun pleegouders. Omdat ze veel om hun pleegouders geven of omdat ze nog steeds bij hun pleegouders terecht kunnen met hun verhalen en vragen. Je kunt vragen of je pleegouders een fotoboek of een levensboek (zie bladzijde 26) voor je bijhouden, wat je kunt meenemen als herinnering als je weggaat. Danny Afscheid nemen is wel moeilijk, maar het helpt als je weet dat je elkaar weer ziet. I n g r i d D a t i k m o e s t v e r t r e k k e n t o e n i k 1 8 j a a r w e r d , w a s n i e t a a n d e o r d e . H e t w a s e e n h e l e g e r u s t s t e l l i n g d a t i k n o g k o n b l i j v e n e n m i j n e x a m e n i n h e t p l e e g g e - z i n k o n d o e n . Aisha Binnenkort ga ik weer bij mijn ouders wonen. Nu ga ik elk weekend naar huis om weer aan elkaar te wennen. ➼ 1 Waarom zijn rechten belangrijk? Als het goed is, zorgen je pleegouders, de (gezins)voogd en je begeleider van pleegzorg goed voor jou en voel je je goed behandeld. Je krijgt een antwoord op je vragen en er wordt geluisterd naar jouw mening. Maar soms gaat het anders. Dan word je niet genoeg beschermd door volwassenen, wordt er niet geluisterd naar jouw mening en krijg je geen antwoorden. Dan heb je je rechten hard nodig. In Nederland zijn de kinderrechten en de bijzondere rechten van pleegkinderen in de wet vastgelegd. Iedereen moet zich daaraan houden. Dus: zorg dat jij je rechten kent. En laat je horen als er iets niet goed gaat! Het gaat om jou en jouw le- ven. ➼ 2 Móet ik mijn rechten altijd gebruiken? Nee. Er moet niets. Je hebt bijvoorbeeld het recht om te lezen wat er over je geschreven is, maar het is niet verplicht. Je mag contact met je familie onderhouden, maar het moet niet. Je hoeft geen gebruik te maken van je rechten. Misschien kies je ervoor om van som- mige rechten geen gebruik te maken. Denk daar wel goed over na en praat erover met mensen die je vertrouwt. ➼ 1 Waarom zijn rechten belangrijk? Als het goed is, zorgen je pleegouders, de (gezins)voogd en je begeleider van pleegzorg goed voor jou en voel je je goed behandeld. Je krijgt een antwoord op je vragen en er wordt geluisterd naar jouw mening. Maar soms gaat het anders. Dan word je niet genoeg beschermd door volwassenen, wordt er niet geluisterd naar jouw mening en krijg je geen antwoorden. Dan heb je je rechten hard nodig. In Nederland zijn de kinderrechten en de bijzondere rechten van pleegkinderen in de wet vastgelegd. Iedereen moet zich daaraan houden. Dus: zorg dat jij je rechten kent. En laat je horen als er iets niet goed gaat! Het gaat om jou en jouw le- ven. ➼ 2 Móet ik mijn rechten altijd gebruiken? Nee. Er moet niets. Je hebt bijvoorbeeld het recht om te lezen wat er over je geschreven is, maar het is niet verplicht. Je mag contact met je familie onderhouden, maar het moet niet. Je hoeft geen gebruik te maken van je rechten. Misschien kies je ervoor om van som- mige rechten geen gebruik te maken. Denk daar wel goed over na en praat erover met mensen die je vertrouwt. ➼ 3 Wat als ik het niet alleen kan? Wie kan helpen? Gebruik maken van je rechten is soms moeilijk. Misschien vind je het eng om je mening te zeggen. Of misschien ben je bang dat er niet geluisterd wordt. Je kunt hulp vragen, aan je pleegouders, iemand van je familie of andere volwassenen die je vertrouwt. Ook kun je terecht bij de kinderrechtswinkel of je kunt een gesprek vragen met de vertrouwensper- soon jeugdhulp. De vertrouwenspersoon vertelt niets door aan anderen als jij dat niet wilt. ➼ 4 Waar vind ik meer informatie over rechten? Als je vragen hebt die te maken hebben met wetten en rechten, kun je terecht bij een kinderrechtswinkel. Ze helpen je daar gratis. www.kinderrechtswinkel.nl Als je wilt praten met iemand die je niet kent, kun je gratis bellen met de Kindertelefoon: 0800-0432. Of chatten: www.kindertelefoon.nl Als je meer wilt weten over rechten van pleegkinderen, kun je ook op internet kijken bij: www.pleegkinderen.nl D a m i a n I k h e b n o g n o o i t e e n r a p p o r t o v e r m i j g e l e z e n . I k z o u w e l w i l l e n w e t e n w a t e r i n s t a a t , m a a r i k w e e t n i e t o f d a t m a g . Melissa Als ik niet tevreden zou zijn over mijn hulpverlener? Ik denk dat ik er dan met hem zelf over zou praten. En als hij er verder niets mee zou doen, zou ik er iemand van hogerop bij halen. K i m G e l u k k i g h e b i k e e n g o e d c o n t a c t m e t m i j n b e g e l e i d e r . A l s h e t h e l e m a a l n i e t g a a t t u s s e n m i j e n m i j n p l e e g o u d e r s , k a n i k b i j h a a r t e r e c h t . Alle kinderen hebben rechten Of je nou bij je ouders woont of bij iemand anders, er zijn rechten die gelden voor alle kinderen in Neder- land. Kinderrechten gaan over dingen die goed voor je zijn en die je nodig hebt. Bijvoorbeeld zorg en lief- de, school, tijd om te spelen en te ontspannen en de mogelijkheid om je mening te zeggen. Kinderrechten gaan ook over dingen die niet mogen gebeuren om- dat ze slecht zijn voor kinderen. Een kind mag bij- worden van seks. Lees alles over kinderrechten op www.kinderrechten.nl Als pleegkind heb je bijzondere rechten De rechten voor alle kinderen in Nederland gelden natuurlijk ook voor pleegkinderen. Maar als pleegkind heb je ook bijzondere rechten. Als pleegkind heb je te maken met hulpverleners zoals de mensen van de jeugdbescherming en de begeleider van pleegzorg. Sa- men zorgen zij ervoor dat het goed met jou gaat. Maar zij nemen ook besluiten over jou. Je hebt er recht op om te horen wat ze besluiten en waarom. Je hebt het recht om je eigen mening te geven. Het gaat tenslotte om jou. Rechten van pleegkinderen op een rij ✱ Recht op informatie Er zijn mensen die beslissingen over je nemen. Je hebt er recht op om te horen wat ze besluiten en waarom. Als je 12 jaar of ouder bent, moeten ze dit met jou be- spreken. Als er iets verandert, moet de (gezins)voogd daar met jou over praten. Als je al heel lang bij pleegouders woont, kan het zijn dat je je vader of moeder niet (meer) ziet. Ook dan heb je altijd recht op informatie over je ouders en je familie. ✱ Recht om je dossier te lezen Besluiten over jou en plannen voor je toekomst schrijft je (gezins)voogd of hulpverlener op in een plan van aanpak. Ook schrijft hij een paar keer per jaar rappor- ten over jou. Het plan van aanpak en die rapporten noemen we jouw dossier. Als je 12 jaar of ouder bent, heb je het recht om je eigen dossier te lezen. Je kunt er ook een kopie van krijgen. Als de (gezins)voogd of hulpverlener denkt dat stukken uit het dossier te moeilijk voor je zijn, kan het anders gaan. Dan vertelt je (gezins)voogd wat erin staat en geeft hij uitleg. Als je jonger bent dan 12, hebben je ouders of je (gezins)- voogd het recht om je dossier te lezen. Zij kunnen dit met je bespreken, maar dit hoeft niet. ✱ Recht om je eigen mening te zeggen Als pleegkind mag je altijd meepraten en je mening zeggen. Ook als je jonger bent dan 12 jaar. Je hoeft niet te wachten tot anderen je wat vragen. Je mag al- tijd zeggen wat jij ergens van vindt en wat er volgens jou moet gebeuren. Dat betekent niet dat altijd ge- beurt wat jij wilt. Het betekent wel dat er aandacht voor jouw mening moet zijn. Als je 12 jaar of ouder bent, heb je er recht op dat je (gezins)voogd in ieder geval een keer per jaar met je praat over het plan van aanpak. Als je in het plan van aanpak of in een rapport iets leest waar je het niet mee eens bent, mag je dat zeggen. Jouw mening komt dan ook in het rapport te staan. ✱ Recht op privacy Zonder jouw toestemming mag niemand jouw post of dagboek lezen. Als je jonger bent dan 16 jaar, mo- gen de hulpverleners informatie over jou aan je ou- ders geven. Als je 16 of ouder bent, mag dat alleen met jouw toestemming. Pleegouders en hulpverle- ners mogen niet zomaar van alles over jou aan ieder- een vertellen. Ze mogen wel zonder jouw toestem- ming informatie doorgeven aan andere hulpverle- ners. ✱ Recht op contact met je familie Al woon je niet bij je familie, je hebt wel recht op con- tact met je ouders, broers en zussen, opa's en oma's. Als je geen contact hebt met je familie, kun je je (gezins)voogd vragen om dit te regelen. Als je (gezins)voogd dat niet doet, kun je de kinderrechter een brief schrijven. In die brief vertel je dat je graag je familie wilt zien, of vaker wilt zien of wilt spreken. Als er andere mensen zijn die je graag wilt zien, kun je dat ook aangeven in je brief. Bijvoorbeeld de buren of an- dere pleegouders bij wie je hebt gewoond. De kinder- rechter kan vervolgens een besluit nemen over jouw brief. Je pleegouders kunnen je helpen met het schrij- ven van die brief. Je kunt ook hulp vragen bij de bege- leider van pleegzorg, de kinderrechtswinkel of de ver- trouwenspersoon in de jeugdhulp. ✱ Recht om te klagen Als je ergens ontevreden over bent, mag je dat vertel- len. Ook kun je een schriftelijke klacht indienen. Mis- schien ben je ontevreden over je (gezins)voogd of over je pleegouders. Dan kun je dat vertellen aan je begeleider van pleegzorg. Misschien ben je ontevre- den over je begeleider van pleegzorg. Dan kun je dat vertellen aan je (gezins)voogd. Als je niet met deze mensen wilt praten, kun je met de vertrouwensper- soon praten. De vertrouwenspersoon mag jouw ver- haal niet doorvertellen als jij dat niet wilt. Als jij dat nodig vindt, kun je een schriftelijke klacht indienen. Je hulpverlener kan je vertellen hoe dat moet en wie je daarbij kan helpen. ✱ Recht om te vragen om een bijzondere curator Als je het niet eens bent met een besluit van je (gezins)voogd of je ouders, dan kun je de rechter vra- gen om een bijzondere curator. Stel: je (gezins)voogd beslist dat je bij je ouders op bezoek moet, maar je wilt dat niet. Of: je (gezins)voogd wil dat je in een te- huis gaat wonen, maar jij wilt dat helemaal niet. Of: je ouders willen dat je weer thuis komt wonen, maar jij wilt dat helemaal niet. Je kunt dan de rechter een brief schrijven waarin je vraagt om een bijzondere curator. Dat is iemand die opkomt voor jouw belangen. Dat kan een advocaat zijn of iemand anders die een rap- port schrijft over wat jij wilt en wat het beste voor jou is. Als je het moeilijk vindt om een brief te schrijven, kun je vragen of je pleegouders je willen helpen. ✱ Recht om te praten met de kinderrechter Als je 12 jaar of ouder bent, heb je het recht om in de rechtbank je mening te geven bij de kinderrechter. Soms kan dat ook al als je 10 of 11 jaar bent en je goed snapt waar het over gaat. Als je nog geen 12 bent, kun je de rechter een brief sturen waarin staat wat jij vindt. Ook kun je schrijven dat je in de rechtbank je mening aan de rechter wilt vertellen. Als je onder toezicht bent gesteld, heb je nog andere rechten. Je kunt bijvoorbeeld op bepaalde momen- ten een gesprek met de kinderrechter vragen. De kin- derrechter moet jou om je mening vragen als je 12 jaar of ouder bent. Je kunt hier meer over te weten ko- men bij je begeleider van pleegzorg, je (gezins)voogd of bij de kinderrechtswinkel. B egeleider van pleegzorg Een medewerker die werkt bij een organisatie voor pleegzorg en die pleegkinderen en pleegouders helpt. B ijzondere curator Iemand, bijvoorbeeld een advocaat, die opkomt voor de belangen van een pleegkind. Een pleegkind kan vragen om een bijzondere curator als hij of zij het niet eens is met de besluiten die genomen worden door de ouders of de (gezins)voogd. C risisopvang Als een kind plotseling uit huis moet en bijvoorbeeld naar een pleeggezin gaat. D eeltijdpleegzorg Als een pleegkind een deel van een dag, een of meerdere dagen per week of bijvoorbeeld alleen in de weekenden en/of vakanties naar pleegouders gaat. - J eugdbescherming Deze organisatie onderzoekt of een kind wel of niet meer thuis kan wonen (uithuisplaatsing). Bijvoorbeeld omdat de ouders niet goed voor het kind kunnen zorgen. De kinderrechter of voogd moet toestemming geven voor de uithuisplaatsing. Er kan dan een on dertoezichtstelling (ots) of een voogdijmaatregel zijn. Bij de jeugdbescherming werken voogden (bij voogdijmaatregel) en gezinsvoogden (bij ondertoezichtstelling). Zij moeten ervoor zorgen dat het weer goed gaat met een kind. - - G ezinsvoogd Iemand die een deel van de beslissingen over een kind kan overnemen van de ouders. Gezinsvoogd en ouders nemen dan samen beslissingen over het kind. Maar een gezins voogd kan ook beslissingen nemen waar de ouders het niet mee eens zijn. De kinderrechter bepaalt of er een gezinsvoogd moet komen. Voor sommige beslissingen van de gezinsvoogd moet de kinderrechter toestemming geven. H ulpverleners Mensen die helpen als er problemen zijn. Pleegkinderen komen vaak verschil lende hulpverleners tegen. Bijvoorbeeld de hulpverlener van de jeugdbescherming, de voogd of de gezinsvoogd en de begeleider van pleegzorg. . K inderrechter De kinderrechter beslist of er een gezinsvoogd of voogd komt. De kinderrechter beoordeelt de besluiten van de gezinsvoogd en voogd. Bijvoorbeeld het besluit dat een kind uit huis gaat en hoe lang de ondertoezichtstelling gaat duren (dus hoe lang de gezinsvoogd blijft) K ortdurende pleegzorg Als een pleegkind korte tijd in een pleeggezin woont. Bijvoorbeeld een paar maanden. L angdurende pleegzorg Als een pleegkind voor langere tijd in een pleeggezin woont. Bijvoor- beeld langer dan een jaar of tot het kind meerderjarig is. N etwerkpleegzorg Een pleegkind woont dan bij familie of bekenden. Bijvoorbeeld bij opa en oma, tante of oom of bij de ouders van een vriend of vriendin. O ndertoezichtstelling (ots) Hierbij hebben ouders minder te zeggen over hun kind. Dan komt er een gezinsvoogd. Dat gebeurt alleen als de ouders niet goed voor hun kind kunnen zorgen. De kinderrechter neemt het besluit voor een ondertoezichtstelling. Als er een ondertoezicht- stelling is, woont een kind ook vaak niet meer thuis maar in een pleeggezin. De kinderrechter heeft dan aan de gezinsvoogd toestemming gegeven om een kind uit huis te plaatsen. O uders De eigen ouders blijven belangrijk voor elk kind, ook al woont het kind in een pleeg- gezin. Er worden afspraken gemaakt over het contact met ouders en familie. P leeggezin In een pleeggezin wonen pleegouders, een of meer pleegkinderen en vaak ook ei- gen kinderen van de pleegouders. Soms zijn er geen eigen kinderen of is er één pleegouder. P leegkind Een kind dat (tijdelijk) niet bij de eigen vader of moeder woont, maar bij iemand anders via pleegzorg. In Nederland zijn ruim 18.500 kinderen en jongeren die bij pleegouders wonen. P leegouders Mensen die (tijdelijk) voor het kind van een ander zorgen. Soms is dat voor korte tijd, soms voor lang. P leegzorg Als een kind voor korte of langere tijd niet bij de ouders woont, maar bij andere men- sen. Als dat met een pleegcontract via een organisatie voor pleegzorg is geregeld, noemen R echten Regels in een wet waarin staat wat je wel en niet mag doen. Iets wat is afgesproken wat mag en niet mag. U ithuisplaatsing Een besluit van de gemeente of de kinderrechter dat een kind (tijdelijk) niet thuis kan wonen. Een kind gaat dan meestal naar een pleeggezin. V oogd Iemand die alle beslissingen overneemt van de ouders voor hun kind. De voogd heeft daarvoor geen toestemming nodig van de rechter. V rijwillige pleegzorg Ouders zijn het er mee eens of besluiten zelf dat het beter is dat hun kind bij iemand anders gaat wonen. Er is geen voogd of gezinsvoogd. V ertrouwenspersoon Bij een vertrouwenspersoon kunnen pleegkinde- ren terecht met vragen of problemen waar ze samen met de pleegouders of hulpverleners niet uitkomen. Lees meer over de vertrouwenspersoon jeugdhulp en hoe je met hen in contact kan komen op: www.akj.nl. we het pleegzorg. O ndertoezichtstelling (ots) Hierbij hebben ouders minder te zeggen over hun kind. Dan komt er een gezinsvoogd. Dat gebeurt alleen als de ouders niet goed voor hun kind kunnen zorgen. De kinderrechter neemt het besluit voor een ondertoezichtstelling. Als er een ondertoezicht- stelling is, woont een kind ook vaak niet meer thuis maar in een pleeggezin. De kinderrechter heeft dan aan de gezinsvoogd toestemming gegeven om een kind uit huis te plaatsen. O uders De eigen ouders blijven belangrijk voor elk kind, ook al woont het kind in een pleeg- gezin. Er worden afspraken gemaakt over het contact met ouders en familie. P leeggezin In een pleeggezin wonen pleegouders, een of meer pleegkinderen en vaak ook ei- gen kinderen van de pleegouders. Soms zijn er geen eigen kinderen of is er één pleegouder. P leegkind Een kind dat (tijdelijk) niet bij de eigen vader of moeder woont, maar bij iemand anders via pleegzorg. In Nederland zijn ruim 18.500 kinderen en jongeren die bij pleegouders wonen. P leegouders Mensen die (tijdelijk) voor het kind van een ander zorgen. Soms is dat voor korte tijd, soms voor lang. P leegzorg Als een kind voor korte of langere tijd niet bij de ouders woont, maar bij andere men- sen. Als dat met een pleegcontract via een organisatie voor pleegzorg is geregeld, noemen R echten Regels in een wet waarin staat wat je wel en niet mag doen. Iets wat is afgesproken wat mag en niet mag. U ithuisplaatsing Een besluit van de gemeente of de kinderrechter dat een kind (tijdelijk) niet thuis kan wonen. Een kind gaat dan meestal naar een pleeggezin. V oogd Iemand die alle beslissingen overneemt van de ouders voor hun kind. De voogd heeft daarvoor geen toestemming nodig van de rechter. V rijwillige pleegzorg Ouders zijn het er mee eens of besluiten zelf dat het beter is dat hun kind bij iemand anders gaat wonen. Er is geen voogd of gezinsvoogd. V ertrouwenspersoon Bij een vertrouwenspersoon kunnen pleegkinde- ren terecht met vragen of problemen waar ze samen met de pleegouders of hulpverleners niet uitkomen. Lees meer over de vertrouwenspersoon jeugdhulp en hoe je met hen in contact kan komen op: www.akj.nl. we het pleegzorg. Wil je praten met andere pleegkinderen bijvoorbeeld via een forum op internet? Kijk dan eens op de websites : www.pleegzorg.nl/pleegkinderen Hier staan filmpjes van pleegkinderen. Op www.pleegzorg.nl/pleegkinderen/boeken-voor-pleegkinderen/ vind je boeken over pleegkinderen. nog meer websites www.kindertelefoon.nl (je kunt hier ook chatten) www.kinderrechtswinkel.nl www.akj.nl (advies- en klachtenbureau jeugdzorg): vertrouwenspersonen in de jeugdhulp Wil je een spreekbeurt of werkstuk over pleegzorg maken? Je begeleider van pleegzorg kan een informatiepakket voor je verzorgen of je kunt het aanvragen via www.pleegzorg.nl/pleegkinderen. Voor kinderen en jongeren in pleeggezinnen is er een levensboek . In dit boek kunnen jij en je pleegouders dingen schrijven en foto’s inplakken. Zo kun je later teruglezen wat je hebt meegemaakt. Dit boek is te koop bij de organisatie voor pleegzorg. Het JongWijs is een netwerk van jongeren en jongvolwassenen met ervaring in een pleeggezin, gezinshuis of jeugdzorgboerderij. www.jongwijs.org JIP (jongeren in pleeggezinnen) organiseert vakanties voor jongeren van 12-16 jaar die in pleeggezinnen wonen. www.stichtingjip.nl Als je vragen hebt die met wetten en rechten te maken hebben, kun je contact opnemen met een kinderrechtswinkel . Ze helpen je daar gratis. www.kinderrechtswinkel.nl Meer informatie over rechten staat ook op www.pleegzorg.nl Als je wilt praten met iemand die je niet kent, kun je de kindertelefoon bellen. Gratis bellen met de Kindertelefoon: 0800-0432, of chatten op: www.kindertelefoon.nl. Heb je vragen of problemen? Praat er dan over en zoek samen naar een oplossing. Je kunt het bespreken met: ● je ouders ● je pleegouders ● je begeleider van pleegzorg ● je (gezins)voogd ● je leerkracht ● je vrienden ● iemand uit je familie ● de kindertelefoon tel 0800-0432 (gratis) ● een vertrouwenspersoon in de jeugdhulp, kijk op www.akj.nl herziene druk, 2018 Colofon Dit is een uitgave van Pleegzorg Nederland. De tekst in hoofdstuk 9 over de rechten van pleegkinderen is een bewerking door Ma- riska Kramer van de tekst van de folder Rechten ….? Hebben pleegkinderen die dan? gemaakt door Fiet van Beek van bureau WESP. Tekst: Jeanet de Pee, Sterk Huis, Goirle Redactie: Van Ganzewinkel Van Dongen Communicatie, Tilburg Tekeningen: Wendy Wuzzel, Amsterdam Ontwerp: (vlnr) communicatievormgeving, Tilburg Drukwerk: Quantes Drukkerij, Rijswijk Met dank aan Fiet van Beek, Mariska Kramer, Jeugdzorg Nederland en de pleegouders, pleegkinderen en mede- werkers van organisaties voor pleegzorg die hebben meegewerkt aan dit boekje. Aan de tekst van deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend. Het JongWijs is een netwerk van jongeren en jongvolwassenen met ervaring in een pleeggezin, gezinshuis of jeugdzorgboerderij. www.jongwijs.org JIP (jongeren in pleeggezinnen) organiseert vakanties voor jongeren van 12-16 jaar die in pleeggezinnen wonen. www.stichtingjip.nl Als je vragen hebt die met wetten en rechten te maken hebben, kun je contact opnemen met een kinderrechtswinkel . Ze helpen je daar gratis. www.kinderrechtswinkel.nl Meer informatie over rechten staat ook op www.pleegzorg.nl Als je wilt praten met iemand die je niet kent, kun je de kindertelefoon bellen. Gratis bellen met de Kindertelefoon: 0800-0432, of chatten op: www.kindertelefoon.nl. Heb je vragen of problemen? Praat er dan over en zoek samen naar een oplossing. Je kunt het bespreken met: ● je ouders ● je pleegouders ● je begeleider van pleegzorg ● je (gezins)voogd ● je leerkracht ● je vrienden ● iemand uit je familie ● de kindertelefoon tel 0800-0432 (gratis) ● een vertrouwenspersoon in de jeugdhulp, kijk op www.akj.nl
i-Flipbook aan het laden