Zoeken
Overzicht
Print linkerkant
Print rechterkant
Print beide zijden
TOEKOMSTBEWUST BETROKKEN INCLUSIEF TOEKOMSTBEWUST BETROKKEN INCLUSIEF FYSIOTHERAPIE ACADEMIE VOOR GEZONDHEIDSZORG ZELFEVALUATIE TOEKOMSTBEWUST BETROKKEN INCLUSIEF TOEKOMSTBEWUST BETROKKEN INCLUSIEF FYSIOTHERAPIE ACADEMIE VOOR GEZONDHEIDSZORG ZELFEVALUATIE | 3 | 5 | 6 | 7 | 10 | 14 | 14 | 17 | 18 | 21 | 26 | 30 | 33 | 33 | 34 | 39 INHOUDSOPGAVE Voorwoord Basisgegevens opleiding Afkortingen Inleiding Standaard 1 Beoogde leerresultaten Standaard 2 Onderwijsleeromgeving 2.1 Uitvoering: De inhoud en vormgeving van het programma 2.2 De kwaliteit van het personeel 2.3 De kwaliteit van de opleidingsspecifieke voorzieningen Standaard 3 Toetsing Standaard 4 Gerealiseerde leerresultaten Onze studenten aan het woord Bijlage 1 Bronnenoverzicht Bijlage 2 Kwantitatieve gegevens Bijlage 3 De opbouw van het curriculum Colofon 2 Zelfevaluatie opleiding Fysiotherapie Hierbij bieden we u de zelfevaluatie aan in het kader van de accreditatie van de opleiding Fysiotherapie van de Academie voor Gezondheidszorg van Avans Hogeschool. Het schrijven van deze zelfevaluatie heeft ons gestimuleerd om kernachtig en diepgaand te reflecteren op de opleiding. We hebben dit traject ervaren als een waardevol onderdeel van de kwaliteits- borging van de opleiding. Bij het streven om het onderwijs voor onze studenten iedere dag te verbeteren en actueel te houden hanteren wij vanuit AGZ een gezamenlijke ambitie. In onze Avans-ambitie 2020 staat verwoord: Wij dagen onze studenten uit en helpen ze om het maximale uit zichzelf te halen en zich te ontwikkelen tot personen die een duurzame bijdrage leveren aan de complexe samenleving waarin zij leven en werken. De ambitie van de Academie voor Gezondheidszorg, de invulling van het curriculum van de opleiding Fysiotherapie, alsmede de manier waarop docenten en medewerkers zich hiervoor inzetten, sluiten aan bij deze ambitie 2020 en de onderwijsvisie van Avans Hogeschool. Wij dagen onze studenten uit om een hogere ambitie na te streven en kritisch te blijven nadenken bij het afwegen van alternatieven, het maken van keuzes en hun latere handelen als zorgprofessional. Deze zelfevaluatie geeft u een beeld van de opleiding tot Fysiotherapeut die wij onze studenten op dit moment bieden. Daarnaast krijgt u inzicht in de ambities die de opleiding heeft. Tijdens de visitatie geven onze docenten, studenten, alumni, werkveldpartners en directie graag een toelichting op de afwegingen die aan deze zelfevaluatie en de bijbehorende documenten ten grondslag liggen. Wij zien er dan ook naar uit u op 16 november 2017 te ontvangen. Mede de namens het team en de curriculumcommissie van de opleiding Fysiotherapie, Hedzer Schotsman (directeur), Hanneke Ariëns (adjunct-directeur) en Anouk van Lange-Frunt (adjunct-directeur), Academie voor Gezondheidszorg, Avans Hogeschool VOORWOORD 3 Zelfevaluatie opleiding Fysiotherapie 4 Zelfevaluatie opleiding Fysiotherapie 4 BASISGEGEVENS VAN DE OPLEIDING Administratieve gegevens van de opleiding 1 Naam opleiding zoals in CROHO B Opleiding tot Fysiotherapeut 2 Oriëntatie en niveau opleiding Bachelor of Science 3 De te hanteren toevoeging aan de graad BSc 4 Aantal studiepunten 240 5 Afstudeerrichtingen n.v.t. 6 Locatie Breda 7 Variant voltijd 8 Joint programme n.v.t 9 Onderwijstaal Nederlands 10 Registratienummer in CROHO 34570 Administratieve gegevens van de instelling 1 Naam instelling Avans Hogeschool 2 Status instelling Stichting/ Bekostigd hoger onderwijs 3 Resultaat instellingstoets kwaliteitszorg Positief (behaald in 2013) Kwantitatieve gegevens over de opleiding 1 Kwantitatieve gegevens De in-, door- en uitstroomgegevens zijn opgenomen in bijlage 2 5 Zelfevaluatie opleiding Fysiotherapie AGZ Academie voor Gezondheidszorg ASB Academie voor Sociale Studies Breda ASH Academie voor Sociale Studies s-Hertogenbosch AWF Academische Werkplaats Fysiotherapie BDB De opleiding toetsing (BKE) en de opleiding didactiek BDB+ De BDB opleiding plus de opleiding Onderwijs & ICT en de opleiding Brein & leren BKE Basis Kwalificatie Examinering BoKS Body of Knowledge and Skills BOEF Begeleid Oefenen BRESS Bredase Studenten Sportvereniging CAO Collectieve Arbeidsovereenkomst DP&O Dienst Personeel & Organisatie ECS Expertisecentrum Caring Society EQF European Qualification Framework FTE Full Time Eenheid GET-LAB Gezondheid en Technologie Laboratorium ICT Informatie Communicatie Technologie IPS Interprofessioneel Samenwerken KNGF Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie LLIB Lectoraat Leven lang In Beweging NSE Nationale Studenten Enquête NVE Netwerk van Voorzitters examencommissies OER Onderwijs en Examenregeling PABO Academie voor Pedagogisch Onderwijs PDCA Plan-Do-Check-Act PMC Projectmatig Creëren REF Reflectievaardigheden SKE Senior Kwalificatie Examinering SLB Studieloopbaanbegeleiding SPSS Statistical Package for the Social Sciences, een statistisch computerprogramma SROF Studie RichtingsOverleg Fysiotherapie WAR Werkveld Adviesraad ZOEF Zelfstandig Oefenen AFKORTINGEN 6 Zelfevaluatie opleiding Fysiotherapie INLEIDING De opleiding Fysiotherapie van de Academie voor Gezondheidszorg van Avans Hogeschool is in 2011 gevisiteerd in het kader van de accreditatie door de NVAO. Bij het positieve advies van de visitatiecommissie zijn enkele aanbevelingen gedaan. De aanbevelingen hebben wij ter harte genomen en aangepakt. Daar is het echter niet bij gebleven. Maatschappelijke vraagstukken worden complexer en overstijgen in toenemende mate klassieke grenzen tussen organisaties. De zorgsector maakt turbulente tijden door. De veranderingen zijn groot en gaan snel, razendsnel. Deze ontwikkelingen en de paradigmashift van ziekte en zorg, naar gezondheid en gedrag vragen om anders denken en anders opleiden. Wij bereiden ons op die toekomst voor als academie. Met hart voor de mens, met oog voor de realiteit, met vakkennis en deskundigheid, met lef, maar vooral in verbinding met anderen. Ons ten volle bewust van die maatschappelijke opdracht. In ons Opleidingskader (2017-2018) staat geschreven: De afgestudeerde Fysiotherapie-student is een startbekwame zorgprofessional. Hij is toegerust om hulpverlener te zijn op het gebied van klachten aan het bewegingsapparaat van de mens. Dit kan in de reguliere zorg waarin hij in staat is om evidence based te werken en beleid te maken. Ook is hij ondernemend en creatief genoeg om in een vrije markt aanbod mee te ontwikkelen. Onze afgestudeerde fysiotherapeuten vallen op door hun vermogen om samen te werken, zijn communicatief sterk en kijken over de grenzen van de eigen discipline heen en zoeken naar nieuwe wegen om de kwaliteit van zorg te borgen en duurzaam te versterken. Zichtbaar is dat samenwerken en netwerken tot hun routine behoren. Onze fysiotherapeuten leveren zo een herkenbare bijdrage aan de continu veranderende samenleving waarin zij leven en werken. In 2014 is de academie zodoende een nieuwe koers ingeslagen met een nieuwe missie, visie, strategie en bijpassende organisatieinrichting. Als basis voor de vormgeving van het onderwijs heeft AGZ verschillende visies ontwikkeld 1 . Zoals de visie op: zorg en fysiotherapie, het onderwijs, de docent, de student, en de visie op onderzoek. Naast deze visies zijn zes kern- waarden leidend voor ons handelen. De drie meest prominente kernwaarden zet AGZ bewust in om de ambitie naar gezond samen leven verder gestalte te geven (zie afbeelding: Kern- waarden AGZ). Zo streven wij er naar bij te dragen aan duurzame ontwikkeling op het gebied van onderwijs, zorg en maatschappij. “ Onze afgestudeerde fysio- therapeuten vallen op door hun vermogen om samen te werken, zijn communi- catief sterk en kijken over de grenzen van de eigen discipline heen en zoeken naar nieuwe wegen om de kwaliteit van zorg te borgen en duurzaam te versterken. Hanneke Ariens (Adjunct directeur AGZ) 1 Opleidingskader AGZ Fysiotherapie 2017-2018 (paragraaf 1.2.2 en 1.2.3) 7 Zelfevaluatie opleiding Fysiotherapie De meest sturende kernwaarde is betrokken. Onderwijs en zorg zijn gericht op verbinding tussen mensen, oprechte interesse, grenzen en behoeften en het (op maat) helpen. De kernwaarde toekomstbewust is sturend voor de keuzes die wij als opleiding maken om de zorg realiseerbaar en breed toegankelijk te houden. AGZ leidt professionals op die op de toekomst zijn voorbereid. Een voorbeeld daarvan is dat het onderwijs sterker wordt gedigitaliseerd. AGZ ziet welzijn als relevante pijler voor toekomstbestendigheid op het niveau van onze studenten, docenten, het werkveld en de consumenten. De kernwaarde inclusief past bij de wijze waarop de opleiding dit wil realiseren. De opleiding hecht aan het construeren van een sterke community, een netwerk waarin mensen laagdrempelig contact met elkaar hebben en een sterke intentie hebben elkaar te helpen. De driehoek symboliseert daarbij onze sterke overtuiging dat opleiden alleen in partnerschap met student en werkveld, middels Samen Opleiden, vorm kan krijgen. In 2014 is gestart met een academiebrede onderwijsvernieuwing onder de titel Zorg- professional 2020 om aan voorgaande visies en kernwaarden, maar ook aan de ontwikkelingen in maatschappij en de zorg, de ambitie 2020, de onderwijsvisie van de hogeschool en het vernieuwde landelijke beroepsprofiel Fysiotherapie tegemoet te komen. In september 2016 startten de opleidingen Fysiotherapie en Verpleegkunde binnen de academie daarom met een vernieuwd curriculum, de opleiding Mens & Techniek is gestart in het collegejaar 2017-2018. De overtuiging dat toekomstige en toekomstbestendige zorg- professionals zich een aantal generieke competenties eigen moeten maken en co-creatie en samenwerken hierbij versterkend werken, heeft geleid tot de samenstelling van academiebrede ontwikkelteams en de volgende academiebrede leerlijnen: TOEKOMSBEWUST emotie functie streven BETROKKEN emotie functie streven INCLUSIEF emotie functie streven : open minded : veranderingsgericht : fit for life : in goede handen : beschikbaar : toegewijd : uitnodigend : verbindend : wederkerig Betrokken Toekomst- bewust Inclusief PEOPLE PLANET PROSPERITY AFBEELDING 1: KERNWAARDEN AGZ 8 Zelfevaluatie opleiding Fysiotherapie Onderzoekend handelen Interprofessionele Samenwerking Studieloopbaanbegeleiding Engels Wij hebben ons onderwijs op zon manier ingericht dat wij borgen dat bij ons goede en toekomstbestendige fysiotherapeuten afstuderen. In deze kritische zelfevaluatie leest u op welke wijze wij dat doen. Deze kritische zelfevaluatie is opgebouwd volgens de opzet van de vier accreditatiestandaarden. Per standaard van het beoordelingskader accreditatie hoger onderwijs van de NVAO wordt een beschrijving gegeven van: Doelen : welke doelen stelt de opleiding zich ten aanzien van de standaard. Wat zijn de ambities en de keuzes voor de toekomst? Uitvoering : hoe geeft de opleiding uitvoering aan de doelen en hoe borgt de opleiding dat de doelen worden bereikt? Reflectie : wat zijn de bereikte resultaten ten aanzien van de doelen, met daarbij eventueel relevante evaluatieresultaten en welke verbeter- of ontwikkelpunten de opleiding ziet voor de toekomst. In de tekst zijn verwijzingen in een voetnoot weergegeven. In deze kritische reflectie wordt regelmatig vanuit de wij-vorm gesproken. Hiermee bedoelen we het opleidingsteam Fysiotherapie. Omwille van de leesbaarheid en de duidelijkheid van deze zelfevaluatie is daar waar we spreken over de student steeds hij gebruikt in de tekst. Waar hij staat kan uiteraard ook zij worden gelezen. In standaard 1 gaan wij in op de beoogde eindkwalificaties. Daarin lichten wij toe dat wij professionals opleiden die breed inzetbaar zijn in het publieke domein. Onze afgestudeer- den zijn in staat om zich snel in te werken in diverse zorgmarkten en verschillende perspectieven te hanteren en verbinden. Zij zijn goed voorbereid, ook in moreel-ethisch opzicht, op de complexiteit van maatschappelijke vraagstukken en het veld waarin zij zich begeven. Ook zijn zij gewend verantwoordelijkheid te nemen voor hun werk en leerproces. Ze hebben een breed handelingsrepertoire aangeleerd. Ze zijn flexibel en stemmen af op datgene waar de omgeving op dat moment om vraagt. In standaard 2 beschrijven wij de opbouw van onze onderwijsleeromgeving. Ons curriculum kent een sterke samenhang tussen inhoud en vormgeving. Via verschillende leerlijnen, steeds aansluitend bij de echte beroepspraktijk, neemt de complexiteit toe. Studenten kunnen zich op verschillende momenten in het curriculum naar eigen inzicht en belangstelling thematisch verdiepen. In standaard 3 reflecteren wij op de toetsing binnen de opleiding. Wij hebben de afgelopen jaren fors ingezet op het thema toetsing en de doorontwikkeling van de toetscyclus. In lijn met landelijke ontwikkelingen is de positie van de examencommissie inclusief borgings- functie versterkt en is academiebreed een toetscommissie ingesteld. Toetsdeskundigheid en -kwaliteit zijn daarnaast verhoogd door de verplichte deelname van de docenten aan de Basis Kwalificatie Examinering (BKE). Onze toetsing is verder geprofessionaliseerd. Er is sprake van meer transparantie, meer voorspelbaarheid en betere feedback. In standaard 4 bespreken wij de gerealiseerde eindkwalificaties. Academiebreed is geïnves- teerd in een nieuwe wijze van afstuderen, waarbij naast de twee stages een belangrijk onderdeel van het afstudeerprogramma bestaat uit het uitvoeren van een maatschappelijk relevant praktijkgericht onderzoek. Met dit afstudeerprogramma sluiten onze studenten de opleiding individueel af en voldoen daarbij aan de eindkwalificaties. Tot slot zijn onze studenten aan het woord. Wij vinden dit hoofdstuk een meerwaarde voor onze zelfevaluatie. Voor de totstandkoming van dit hoofdstuk zijn wij in gesprek gegaan met de studenten, onder andere van de opleidingscommissie. In dit gesprek stonden de volgende vragen centraal: op welke wijze herkennen jullie onze kernwaarden betrokken, toekomst- bewust en inclusief in jullie opleiding? Wat vinden jullie van het curriculum? Wat zouden jullie anders willen zien en wat moet zeker behouden blijven? Wij zijn trots op onze studenten en waarderen hun mening en betrokkenheid bij de opleiding, wat zeker tot uiting komt in dit hoofdstuk. 9 Zelfevaluatie opleiding Fysiotherapie STANDAARD 1: BEOOGDE LEERRESULTATEN 2 KNGF Beroepsprofiel Fysiotherapeut (2014) 3 Taxonomieniveaus Fysiotherapie, Gezondheidstechnologie en Verpleegkunde (2014), zie ook bijlage 3 De opbouw van het curriculum. DOELEN De beoogde leerresultaten passen bij het niveau en de oriëntatie van de opleiding en zijn afgestemd op de verwachtingen van het beroepenveld en het vakgebied en op internationale eisen. Kenmerkend voor de opleiding Fysiotherapie is dat deze zich in de afgelopen jaren heeft ontwikkeld naar een opleiding die streeft om, zonder aan diepgang op de inhoud in te boeten, toekomstbestendige zorgprofessionals op te leiden. Zorgprofessionals die kunnen anticiperen in een snel veranderende zorgsector middels vaardigheden als kritisch denken, onderzoekend handelen, communicatie en creativiteit. Die zich goed staande kunnen houden in een interprofessionele context en een complexe moderne samenleving en zich hierin maatschappelijk betrokken tonen. Dit komt tot uiting in het vernieuwde curriculum. UITVOERING De opleiding Fysiotherapie leidt op tot fysiotherapeuten met de titel Bachelor of Science. De opleiding sluit aan op het in 2014 vernieuwde landelijke beroepsprofiel 2 met daarin het competentieprofiel van de fysiotherapeut dat is vastgesteld door het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF). Het profiel en de bijbehorende Body of Knowledge and Skills (BoKS) vormen een solide raamwerk voor het actueel en gedegen opleiden van Fysiotherapeuten op bachelorniveau. Bij het beschrijven van de competenties is uitgegaan van het European Qualification Framework (EQF). De competenties sluiten hiermee aan bij het internationaal niveau van de Dublindescriptoren. De competenties zijn uitgewerkt in drie taxonomieniveaus (A, B, C) en worden alle op het hoogste niveau getoetst 3 (zie afbeelding 2: CanMED competenties. Het CanMEDS-model is vertaald naar competenties van de opleiding Fysiotherapie.) De opleiding heeft bijgedragen aan de totstandkoming van het landelijke competentieprofiel doordat de voorzitter van de curriculumcommissie deel neemt aan het nationaal StudieRichtings- Overleg Fysiotherapie (SROF). Hier vindt afstemming plaats over de eindkwalificaties van de opleidingen over het opstellen van het landelijke opleidingsprofiel. Onze opleiding Fysiotherapie leidt op tot de landelijk vastgestelde competenties en kiest ervoor om onze studenten, naast de beroepsmatige en persoonlijke ontwikkeling, toekomstbestendig op te leiden middels expliciete aandacht voor onderzoekend handelen, interprofessioneel samenwerken (IPS) en het gebruik van de Engelse taal. Elkaar kennen, erkennen en herkennen zijn belangrijke elementen van onze cultuur die de positionering en ambitie van de gezamenlijke opleidingen van AGZ weergeeft (zie afbeelding 3: Missie en doelstellingen Academie voor Gezondheidszorg). Dit begint binnen de opleiding tussen docenten en studenten met het kennen van de naam van de student. Binnen onze vleugel van de locatie Hogeschoollaan zijn onze lokalen herkenbaar en dicht bij elkaar gepositioneerd. Hier hebben we een ontmoetingslokaal (HA301) ingericht waar onze studenten afspreken met elkaar, samen oefenen en waar ze docenten treffen. AFBEELDING 2: CANMED BEROEPSCOMPETENTIES 10 Zelfevaluatie opleiding Fysiotherapie Het elkaar kennen, erkennen en herkennen geldt ook voor het stage- en werkveld. Ons handelsmerk is dat we weten wie we zijn, wat onze expertise is en weten wie de ander is. Het is voor de opleiding een vanzelfsprekende attitude om elkaar te helpen en te voeden in het optimaal uitvoeren en ontwikkelen van het vak Fysiotherapie. Met het werkveld zoeken we naar mogelijkheden voor co-creatie. We komen samen om de actualiteit te bespreken en kennis te delen. Samenwerking en innovatie is daarvan een logisch vervolg. Een voorbeeld hiervan is dat onze opleiding nauw samenwerkt met Breda Actief, een organisatie die inwoners en bedrijven in Breda stimuleert, faciliteert en adviseert om deel te nemen aan sport en vrijwilligerswerk. De uitwisseling met Breda Actief heeft ertoe geleid dat onze studenten, binnen het ondernemerschapsonderwijs, Lets Practice, health checks en scholingen hebben ontwikkeld en aangeboden aan de werknemers en vrijwilligers van Breda Actief. Ook heeft ons lectoraat Leven lang in beweging (LLIB, onderdeel van het Expertise- centrum Caring Society (ECS)) met onze studenten en docenten en samen met Breda Actief, health checks opgezet voor bewoners (55+) in verschillende wijken van Breda. Werkveld, onderwijs en onderzoek komen hier samen en spelen in op de actualiteit binnen de maatschappij. Dit laatste komt ook tot uiting in ons internationaliserings- beleid. Onze opleiding is in EU verband verbonden met het European Netwerk Physiotherapy in Higher Education (ENPHE) en AGZ bouwt voortdurend aan strategische internationale netwerken en partnerschappen 4 . Gedurende de gehele opleiding dagen wij studenten uit om internationale en interculturele competenties te ontwikkelen, om vanuit diverse perspectieven hun professioneel handelen te beoordelen en vanuit verbinding met de ander professionele zorg te leveren. Dit gebeurt in het academiebrede programma IPS, maar ook tijdens een skype-project met buitenlandse studenten binnen de leerlijn Engels. Vanuit de minor Studeren Buitenland kunnen docenten en studenten internationale en interculturele ervaringen opdoen. Binnen het (door de EU gefinancierde) CASO-project (Caring Society) wordt internationaal en interdisciplinair samengewerkt en kennis gedeeld op het gebied van zorg en welzijn. 4 De internationale en interculturele context in het domein maatschappelijk (AGZ, ASH, AHB en PABO, 2017) AFBEELDING 3: MISSIE EN DOELSTELLINGEN ACADEMIE VOOR GEZONDHEIDSZORG 11 Zelfevaluatie opleiding Fysiotherapie Onze alumni zijn voor ons belangrijke contacten voor de relatie met het werkveld. Professionals uit het werkveld treden op als stagebegeleider, opdrachtgever en om samen te werken in het onderwijs. Tot 2016 kende onze opleiding een vaste Werkveldadviesraad (WAR) bestaande uit een groep werkveldpartners die op gezette tijden samen met de opleiding reflecteerde op de kwaliteit van de opleiding in relatie tot ontwikkelingen en noden van het beroepenveld. Samen werd echter geconcludeerd dat het meer effectief zou zijn om op zoek te gaan naar diverse andere vormen van onderlinge verbinding met (wisselende groepen van) werkveldpart- ners. Eén van deze vormen betreft zogenaamde werkveldbijeenkomsten, waarbij de opleiding gericht experts uit het veld uitnodigt om samen na te denken en te spreken over ontwikkelingen in het vak en mogelijke gevolgen voor het onderwijs. In 2017 hebben vier van dit soort bijeen- komsten plaatsgevonden waaraan gelegenheidsformaties van docenten, fysiotherapeuten, maar desgewenst ook andere (zorg)professionals, deelnamen. Hier werden verschillende thematieken besproken waarvan de resultaten input geven voor het inrichten van het curriculum en het bijstellen van opleidings- en stagebeleid. Een voorbeeld hiervan is het omzetten van het stage- werkplan naar een digitaal portfolio. Daarnaast zijn er in 2016 vijf kennisteams gestart met elk een eigen inhoudsgebied. Elke docent van de opleiding Fysiotherapie is deelnemer aan minstens één team. Het streven is dat docenten met elkaar en één of meerdere werkveldpartners en studenten actuele onderwerpen op fysiotherapeutisch vlak bespreken. Kennisteams komen tot inhoudelijke aanbeveling en advies inclusief suggesties voor toepassing in het curriculum. Daarnaast is het streven dat de kennis- teams bij toerbeurt per periode een studieochtend voor het docententeam organiseren. “ Elkaar kennen, erkennen en herkennen zijn belangrijke elementen van onze cultuur. Bert Mutsaers (Docent) 12 Zelfevaluatie opleiding Fysiotherapie REFLECTIE De evaluatieresultaten van de afgelopen drie jaar laten zien dat onze studenten zeer tevreden zijn over de opleiding. Onze studenten zouden de opleiding bij vrienden, familie of collegas aanraden (NSE 2017, 2016, 2015). Onze cultuur van elkaar kennen, erkennen en herkennen levert hieraan een belangrijke bijdrage en onze studenten herkennen deze cultuur ook. 80% van onze studenten zou voor dezelfde opleiding bij dezelfde hogeschool kiezen (HBO-monitor). De komende jaren willen wij onze alumni bij het onderwijs blijven betrekken en zetten wij specifieke acties uit om de band stevig houden. Hiervoor hebben wij bijvoorbeeld flitscolleges ingericht. Dit zijn gastcolleges of praktijklessen die in de praktijk van de alumni worden verzorgd. Naast het doorontwikkelen van de flitscolleges willen wij, naar aanleiding van evaluaties met onze studenten, alumni (HBO-monitor) en gesprekken met het werkveld, uitwisselingsbijeenkomsten gaan organiseren. Studenten willen al tijdens de opleiding beter geïnformeerd worden over de verschillende kansen en mogelijkheden op de arbeidsmarkt na het afronden van de opleiding. Het werkveld krijgt op deze wijze inzicht in ons onderwijsprogramma vanuit studentperspectief. Voorlichting over de mogelijkheden op het gebied van internationalisering en interculturele ervaringen opdoen, zal daarbij ook onze aandacht hebben (NSE 2017). Overigens zien we ten aanzien van deze thematiek nog de uitdaging om deze, behalve in specifiek onderwijsaanbod, ook nog meer integraal in ons onderwijs tot uitdrukking te laten komen. In 2017 is besloten om de WAR te vervangen door werkveldbijeenkomsten in gelegenheids- formaties. Deze bijeenkomsten zijn zowel door het werkveld als door de docenten positief ervaren. De wens voor de toekomst is om op academieniveau daarnaast een interprofessionele WAR op te richten, een regionaal netwerk waarin naast fysiotherapie ook andere disciplines vertegenwoordigd zijn. Het werken in de kennisteams is niet tot wasdom gekomen zoals gehoopt. Er is in 2017 bewust een pas op de plaats gemaakt om ruimte te geven aan certificering van docenten en curriculumontwikkeling. Op basis van de evaluatie van de organisatieontwikkeling wordt in het najaar van 2017-2018 de balans opgemaakt in hoeverre de kennisteams in het studiejaar 2018-2019 een doorstart maken. “ AGZ staat centraal in de samenleving tussen praktijk, onder- wijs en maatschappij. Onze visie? Gezond Samen Leven. Hedzer Schotsman (Directeur) 13 Zelfevaluatie opleiding Fysiotherapie DOELEN Het programma, het personeel en de opleidingsspecifieke voorzieningen maken het voor de instromende studenten mogelijk om de beoogde leerresultaten te realiseren. 2.1 UITVOERING: DE INHOUD EN VORMGEVING VAN HET PROGRAMMA Tijdens het opleidingstraject verwerft de student competenties die hem in staat moeten stellen om als startbekwaam beginnend beroepsbeoefenaar aan de slag te kunnen. De aan de competenties gekoppelde (gedrags-)indicatoren maken de eindresultaten meetbaar. De relatie tussen de beoogde eindkwalificaties en de inhoud van het programma Om onze studenten de opleiding succesvol te laten doorlopen, creëren we een onderwijs- leeromgeving waarin aandacht is voor de relatie tussen beoogde eindkwalificaties van de opleiding, de inhoud, de studeerbaarheid en de vormgeving van het programma. Dit alles gericht op de zorgprofessional van de toekomst (zie inleiding). De in de inleiding beschreven visie was de basis voor het herzien 5 van het onderwijs voor de drie opleidingen van AGZ. De kernwaarden vormen als het ware het DNA van de opleidingen. De opleiding hanteert een competentiegerichte werkwijze met een oplopende mate van complexiteit (concentrisch). Kennis en kunde In het vernieuwde curriculum onderscheiden wij een specifiek programma per opleiding en een programma dat in de basis binnen alle drie de AGZ opleidingen (Verpleegkunde, Mens & Techniek en Fysiotherapie) wordt aangeboden (zie bijlage 3: De opbouw van het curriculum). De generiek-georiënteerde programmas helpen onze studenten om over de schotten van de eigen opleiding heen te kijken. Het leggen van dwarsverbanden met andere opleidingen maakt het mogelijk om tot verbreding te komen 6 . Het opleidingsspecifiek georiënteerde programma focust juist op het eigen expertisegebied van de op te leiden beroepsbeoefenaar. STANDAARD 2: ONDERWIJSLEEROMGEVING 5 Opleidingskader AGZ Fysiotherapie (2017-2018, paragraaf 1.2 en 1.3) 6 Notitie Interprofessioneel Samenwerken AGZ (2017) AFBEELDING 4: OPBOUW ONDERWIJSPROGRAMMA OPLEIDING FYSIOTHERAPIE 14 Zelfevaluatie opleiding Fysiotherapie De vormgeving van het programma en de werkvormen De veranderende behoeften van de samenleving en onze visie op onderwijs en maatschappij zijn aanleiding geweest voor bijstelling van het curriculum. Inzichten uit het in de inleiding beschreven visietraject en evaluaties van het onderwijs hebben ertoe bijgedragen dat het vernieuwde curriculum Fysiotherapie globaal is opgesplitst in twee delen. De eerste twee jaar is een grondige en geconcentreerde investering in het aanleggen van een brede kennis- en kundebasis. In de loop van het tweede jaar en in het derde jaar maakt de begeleiding een wending en werken de docent, de studieloopbaanbegeleider en de werveldpartners samen met de student naar het functioneren op het niveau van aspirant collega in het vierde jaar (zie afbeelding 4: opbouw onderwijsprogramma opleiding fysiotherapie). Waar mogelijk ontwikkelen wij onderwijs samen met de beroepspraktijk. In verschillende projecten wordt samengewerkt met diverse partners uit ons netwerk. Een aantal projecten, zoals Lets Practice zal worden omgezet naar een keuzemodule voor het vernieuwde curriculum. Als onderdeel van het afstudeerprogramma verrichten onze studenten gedurende het hele afstudeerjaar praktijkgericht onderzoek in de beroepspraktijk. De resultaten van dit onderzoek dragen bij aan de professionalisering en innovatie van de beroepspraktijk. In standaard vier komen wij hierop terug. In lijn met het Avansbeleid wordt Engels op het B2-niveau aangeboden. Bij diverse onderdelen van het onderwijs wordt Engelstalige literatuur gebruikt. De minor Kinderfysiotherapie wordt in het Engels uitgevoerd. Het didactisch concept Bij de vormgeving van het onderwijs maken wij gebruik van een variatie aan didactische concepten en een variatie aan werkvormen. Deze werkwijze hebben wij geënt op een sociaal-constructivistische visie op leren. De reden hiervoor is dat afwisseling in methodiek de aandacht vasthoudt en daarmee het leerrendement ten goede komt. Onze studenten leren met en van elkaar, docenten en het werkveld. Hiermee verbindt de opleiding de kloof tussen het theoretische onderwijsprogramma en de beroepspraktijk. Een voorbeeld daarvan is onze peermentoring en -tutoring. Hierbij zijn tweede en derdejaars studenten zowel mentor als tutor voor eerstejaars studenten. De oudere jaars student is dan gekoppeld aan een groepje van 4 tot 6 studenten en begeleidt het oefenen (BOEF) van fysiotherapeutische vaardigheden 7 . BOEF is ook een mooi voorbeeld van de manier waarop we in onze didactische werkvormen en bij de begeleiding van onze studenten inzichten uit de onderwijsneurowetenschap toepassen. Alle docenten volgen hiertoe een verplichte scholing Brein & Leren binnen het BDB+ certificeringstraject 8 . Veel lessen worden in praktijklokalen verzorgd waarin de beroepspraktijk zo goed mogelijk wordt gesimuleerd. Bij de vormgeving van het onderwijs vinden we het belangrijk om aan te sluiten bij de ontwikkelingen in de zorg. Reden om bij het ontwikkelen van het curriculum waar mogelijk met het werkveld op te trekken. We vinden het belangrijk om duurzame ontwikkeling en multidisciplinair samenwerken geïntegreerd in het curriculum in te bedden 7 Studenten met Studenten: Peer mentoring en tutoring opleiding fysiotherapie (2012) 8 Opleidings- en ontwikkelplan AGZ (2017) 15 Zelfevaluatie opleiding Fysiotherapie net als het creëren van een internationale en interculturele context. Voorbeelden hiervan zijn IPS en de minor Active Ageing. Het Lectoraat Active Ageing verzorgt deze minor waarbij studenten van diverse opleidingen samenwerken aan een opdracht uit de beroeps- praktijk en studenten over de grenzen van hun eigen vakgebied heen kijken. Praktijkgericht onderzoek is voor ons een belangrijke rode draad in het curriculum, waarbij we werken vanuit het gedachtengoed van Projectmatig Creëren. Binnen een aantal leerpakketten slagen we erin te werken vanuit de visie van blended learning. Dit gebeurt bijvoorbeeld met kennisclips en digitale colleges onder andere in de leerlijn fysiologie en de minor wervelkolom. De begeleiding van onze studenten Voor het begeleiden van onze studenten hebben wij als academie studieloopbaanbeleid 9 opgesteld. Hierbij streven we naar kleinschaligheid, persoonlijke aandacht en binding met onze studenten. De docenten begeleiden onze studenten als studieloopbaanbegeleider (SLB-er), in hun rol als docent, coach en begeleider (zoals bij stage en afstuderen). Bij de start van de opleiding krijgt elke student een SLB-er toegewezen die de student gedurende de opleiding volgt en waar nodig ondersteunt. De SLB-ers kennen onze studenten goed. De begeleiding richt zich op de (studie)loopbaan van de student en bestaat uit individuele gesprekken met de SLB-er, colleges, groepsbijeenkomsten met 8-14 studenten, peergroep bijeenkomsten en individuele opdrachten 10 . Elke student houdt een portfolio bij met als doel de voortgang inzichtelijk te maken op het gebied van studievoortgang, leerproces en persoonlijk functioneren. Bij BOEF en ZOEF slagen we er in een directe koppeling te maken tussen studievaardigheden en de inhoud van het curriculum. De peermentoren spelen zo in de begeleiding en ontwikkeling van studenten ook een mooie rol. In de loop van de opleiding verschuift de begeleiding van onze studenten van intensief en meer gestructureerd naar minder intensief maar wel binnen gestelde kaders. Het spreekt voor zich dat in de loop van de opleiding het initiatief voor begeleiding ook meer bij de student komt te liggen. Voor advies over individuele en/of alternatieve studieroutes, kan de student terecht bij de studieadviseur. Onze studieadviseur stelt indien nodig een individuele alternatieve route vast en legt deze schriftelijk vast. Indien er sprake is van persoonlijke omstandigheden, kan de student gebruik maken van gespecialiseerde deskundigen die binnen Avans Hogeschool beschikbaar zijn, zoals de studentendecaan. REFLECTIE Uit de NSE blijkt dat onze studenten tevreden zijn over de inhoud, de opzet en het niveau van de opleiding. Over de samenhang tussen de verschillende onderdelen van zowel huidig als vernieuwd curriculum en over de gehanteerde werkvormen zijn onze studenten de afgelopen jaren tevredener geworden (NSE 2017, 2016, 2015). Hoewel geen significant verschil ten opzichte van het landelijke gemiddelde en nog steeds boven de 3.5 laten de NSE cijfers 2017 een afname zien van de scores op de studiebegeleiding. Hier lijkt de eerste opzet van de academiebrede leerlijn Studieloopbaanbegeleiding debet aan. Uit evaluatie onder docenten blijkt dat aan opleidingsspecifieke behoeften onvoldoende tegemoet is gekomen. De leerlijn SLB is voor het studiejaar 2017-2018 hierop aangepast. De tevredenheid van onze studenten over de kwaliteit van de stagebegeleiding en de mate van voorbereiding op de stage door de opleiding is gedaald. Hier is ogenschijnlijk geen aanwijsbare oorzaak voor. In 2017 is hier met het werkveld en in meerdere sessies door een kleine expertgroep op gereflecteerd. Dit heeft geleid tot een aanpassing van de vorm van de stagebegeleiderscursus, de stage- nota, het stagewerkplan, en de beoordelingsformulieren van de stage. De stage houdt onze aandacht en zal onderwerp van gesprek blijven in de opleidingscommissie, de panelgesprekken met studenten en het jaarlijkse studentendiner. Streven is nog onze visie op de op te leiden professional nog sterker in de stagedocumenten en -contacten tot uitdrukking te laten komen. 9 Algemene informatie Studieloopbaanbegeleiding Opleidingen: Fysiotherapie, Mens en Techniek en Verpleegkunde 2016-2017 10 Opleidingskader AGZ Fysiotherapie 2017-2018, paragraaf 3.4.1 16 Zelfevaluatie opleiding Fysiotherapie 2.2 DE KWALITEIT VAN HET PERSONEEL Er is een docententeam dat geschikt is voor het uitvoeren van het onderwijs dat wij in onze ambities verwoorden. UITVOERING Het onderwijs wordt verzorgd door docenten die kennis hebben van de beroepspraktijk, in verbinding staan met het werkveld en goed gekwalificeerd zijn voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het onderwijs. Het docententeam van de opleiding Fysiotherapie bestaat uit 44 docenten (26,81 fte). De samenstelling van het team is redelijk in evenwicht voor wat betreft leeftijdsopbouw en gender. Van de docenten beschikt 70% over een Masterdiploma 7% van de medewerkers over een PhD. 9% Van de medewerkers neemt deel aan een PhD traject en zes docenten zijn verbonden aan de lectoraten van het Expertisecentrum Caring Society (1,6 fte). Onderzoeksresultaten van de lectoraten vloeien weer terug naar het onderwijs. Een voorbeeld daarvan is dat vanuit de lectoraten opdrachten komen voor praktijkgericht onderzoek. Kenniskringleden van de lectoraten verzorgen onderwijs op het gebied van onderzoeksvaardigheden voor het praktijkgericht onderzoek. Sinds 2013 wordt binnen AGZ gewerkt in kernteams. Zo ook bij onze opleiding. Een team is zelfsturend en verantwoordelijk voor de voorbereiding, uitvoering, evaluatie en verbetering van het onderwijs van een bepaald jaar of variant. Het is mogelijk dat een docent lid is van een team en onderwijs uitvoert in een ander team of een andere opleidingsvariant. Het team wordt in haar werk, indien gewenst, ondersteund door een onderwijskundig adviseur van het Leer- en innovatiecentrum. “ BOEF is ook een mooi voorbeeld van de manier waarop we in onze didactische werkvormen en bij de begeleiding van onze studenten inzichten uit de onderwijsneuro- wetenschap toepassen. Suzanne van Etten - Hoogstadt (Docent) Deel A: Didactiek Deel B: Toetsing Deel C: Onderwijs & ITC Deel D: Brein en Leren Verplichte docenten professionalisering Avans BDB AFBEELDING 4: VIER MODULES AVANS DOCENTPROFESSIONALISERING BDB+ 17 Zelfevaluatie opleiding Fysiotherapie Alle docenten met een fysiotherapeutische achtergrond houden verbinding met de beroeps- praktijk. Vijftien van onze docenten zijn naast hun docentschap werkzaam in de beroeps- praktijk. Hiervan hebben vijf docenten een eigen Fysiotherapie praktijk 11 . Daarnaast houden docenten contact via stage- en/of afstudeerbezoek of via de bijeenkomsten die de opleiding samen met het werkveld organiseert. Het beleid is dat alle docenten tenminste eenmaal per drie jaar een robuuste praktijkervaring hebben met een omvang van 160 uur. Voor de docenten die niet in de praktijk werkzaam zijn realiseren we dit door middel van de docent- stages. De academie vindt het belangrijk om duurzaam te investeren in de ontwikkeling van de medewerkers 12 . Hiertoe heeft de academie onder meer het Opleidings- en Ontwikkelplan opgesteld waarin zowel academiebrede scholing, opleidingsgerichte scholing als individuele scholing is opgenomen. AGZ investeert voor professionalisering tenminste 3% loonkosten in tijd, conform de CAO, plus 3% loonkosten in geld. De komende jaren zet AGZ nog extra in op de professionele ontwikkeling van haar docenten. Naast de landelijk verplichte scholing op het gebied van didactiek (deel A) en toetsing (deel B, ofwel BKE) investeert Avans Hogeschool ook in onderwijs & ICT (deel C) en Brein & Leren (deel D) (zie afbeelding 5: de modules Avans docentprofessionalisering genaamd BDB+). Alle docenten krijgen dit BDB+ pakket aangeboden. Het behalen van deelcertificaten voor de modules BDB-Didactiek (deel A) en BDB-deel Toetsing (deel B/BKE), samen het BDB+ certificaat, is verplicht voor docenten met een aanstellingsomvang van 0.4 fte en hoger. Startende docenten dienen het BDB-certi- ficaat binnen 22 maanden te hebben behaald omdat dit certificaat één van de voorwaarden is voor het verkrijgen van een vast dienstverband. In december 2020 dienen alle docenten in het bezit te zijn van het BDB-certificaat. Deel C en D dienen uiterlijk op 31 december 2022 behaald te zijn. Docenten die zitting hebben in de curriculumcommissie, toetscommissie, examencommissie of de rol van borgingsfunctionaris op zich nemen, dienen na de BKE ook de Senior Kwalifica- tie Examinering (SKE) te behalen. Binnen AGZ gaat deze scholing academiebreed van start in februari 2018. Individuele opleidingstrajecten en docentstages worden afgesproken in het functioneringsgesprek dat deel uit maakt van de jaarlijkse functionerings- en beoordelings- cyclus. In deze gesprekken wordt ook getoetst of docenten de opleidingen daadwerkelijk hebben afgerond. Samen met de academies Sociale Studies (ASB en ASH) en met de PABO heeft AGZ de krachten gebundeld om in het Maatschappelijk Netwerk kennis te delen, elkaar te onder- steunen en daar waar het een meerwaarde is met elkaar op te trekken. Dit heeft bijvoor- beeld geresulteerd in een gezamenlijke visie op internationalisering 13 . Een ander voorbeeld van de realisatie van dit beleid is het project Wanderlust, een extra-curriculair programma voor hoog-gemotiveerde, sociale studenten die houden van een extra uitdaging, waarin deze interprofessionele samenwerking met docenten en studenten plaatsvindt. REFLECTIE De scholingen BDB+ en BKE geven een mooie impuls aan de deskundigheidsbevordering. Onze studenten zijn zeer tevreden over het docententeam. Ze vinden de docenten inhoudelijk deskundig, betrokken bij de studenten, en zijn zeer te spreken over de kennis van de docenten over de beroepspraktijk (NSE 2017, 2016, 2015). Uit het werkbelevings- onderzoek blijkt dat de medewerkers tevreden zijn over hun werk 14 . De medewerkers- score van 7.7 ligt hoger dan de gemiddelde Avans score van 7.4. Medewerkers geven aan ook tevreden te zijn over de kwaliteit van het onderwijsprogramma (8.3), het werk en perspectief (8.2) en de direct leidinggevende (8.3). Over samenwerken zijn de medewerkers het minst tevreden (6.8); zij geven aan dat de communicatie nog aan directheid en openheid kan winnen. In het najaar (2 en 3 november) vindt een evaluatie van de organisatie inrichting en -ontwikkeling plaats, waarbij dit thema onderwerp van gesprek zal zijn. Gezamenlijk zullen wij vervolgstappen ontwikkelen. Aan het einde van het collegejaar 2016-2017 hebben 9 docenten de BKE (BDB B) afgerond. 14 volgen op dit moment de BKE-scholing. De planning is dat in onderwijs- periode 3 en 4 van het collegejaar 2017-2018 de volgende groep docenten zal starten. De prognose is dat alle docenten van AGZ de opleiding volgens de Avansplanning (in 2020) afronden. Halverwege het volgend collegejaar starten de leden van de commissies (de curriculumcommissie, de toetscommissie, de examencommissie en de coördinatoren praktijkgericht onderzoek) met de SKE-opleiding. 11 De personeelsgegevens liggen bij de visitatie ter inzage 12 Opleidings- en ontwikkelplan AGZ (2017) 13 Het gezamenlijk visie en beleidsplan De internationale en interculturele context in het domein maatschappelijk AGZ, ASB, ASH, PABO (2017) 14 Werkbelevingsonderzoek van Avans Hogeschool uitgevoerd door Integron in 2016 18 Zelfevaluatie opleiding Fysiotherapie 2.3 DE KWALITEIT VAN DE OPLEIDINGSSPECIFIEKE VOORZIENINGEN UITVOERING Onze opleiding maakt gebruik van de huisvesting, voorzieningen en faciliteiten van Avans Hogeschool. Het gebouw en de voorzieningen zijn modern en up-to-date. De onderwijs en praktijkruimten zijn uitgerust met goede ICT-voorzieningen, moderne media en audiovisuele middelen en up-to-date materialen voor de praktijklessen. In de vrij toegankelijke praktijklokalen kunnen onze studenten altijd terecht om zelfstandig te oefenen en van elkaar te leren. De materialen voor de praktijklessen kunnen onze studenten verkrijgen via de medewerkers van het Skillslab. Eén lokaal hebben wij permanent ingericht als oefen- en ontmoetingslokaal (HA301). Het is een ontmoetingsplek voor onze studenten en docenten. Studenten gebruiken het lokaal intensief voor zelfstandig oefenen (ZOEF), lesvoorbereiding en om elkaar te ontmoeten. In het lokaal zijn docentwerkplekken gecreëerd. Dit zorgt voor een laagdrempelige samenwerking tussen onze studenten onderling en student en docenten. Er is ruimte voor vragen en het ontstaan van ideeën en het samen oplossen daarvan. Het kennen en erkennen van de student en zijn behoeften staan hier centraal. PRAKTIJKBUREAU Het praktijkbureau is de verbinding tussen de opleiding en de beroepspraktijk in alle vormen van samenwerking. De taken zijn ondergebracht in een academiebreed team externe relaties. Dit team onderzoekt aanvragen vanuit het werkveld, waarbij stageconsulenten de organisato- rische spil zijn tussen onze studenten, de stageadressen en het onderwijs. Accountmanagers leggen op strategisch niveau de verbinding tussen werkveld, de maatschappij en het onder- wijs. Deze samenwerking leidt tot diverse projecten en opdrachten voor minoren, de afstu- deerfase en het expertisecentrum Caring Society 3.0 (ECS). 19 Zelfevaluatie opleiding Fysiotherapie EXPERTISECENTRUM CARING SOCIETY 3.0 Het ECS doet onderzoek naar het verbeteren van de kwaliteit van leven van mensen in hun eigen omgeving. De verschillende lectoraten verbonden aan het ECS 16 kijken vanuit verschillende levensfasen naar de kwaliteit van leven. Het onderzoek is praktijkgericht en draagt bij aan het verbeteren en innoveren van de beroepspraktijk en onderwijsactiviteiten. Het ECS streeft naar samen redzaam door een integrale en multidisciplinaire benadering met aandacht voor leefstijl, preventie, sociale omgeving en de inzet van ICT en zorgtechnologie. GEZONDHEID EN TECHNOLOGIE LABORATORIUM (GET-LAB) Sinds 2015 heeft AGZ een Gezondheid en Technologie Laboratorium (GET-LAB) 17 . Het GET-LAB is ontstaan vanuit het lectoraat Active Ageing (onderdeel van ECS). Inmiddels is het GET-LAB voor alle opleidingen van AGZ beschikbaar. Het GET-LAB is een fysieke ruimte, waarin zorgtechnologieën beschikbaar zijn voor onderwijs en onderzoek door onze studenten en docenten van de opleidingen van AGZ. Enkele voorbeelden zijn: het ouderdomspak, de tovertafel, het Fietslabyrint, Zora de zorgrobot en Paro de robotzeehond. In het GET-LAB kunnen (aankomende) zorgprofessionals en docenten zien en ervaren welke technologische ontwikkelingen en toepassingen er zijn in het domein van zorg en welzijn. Met workshops worden onze studenten, docenten en vertegenwoordigers uit het werkveld geprikkeld om ervaringen te delen en een kritische houding te ontwikkelen richting de technologieën. Daarnaast worden materialen uit het GET LAB ingezet in de beroepspraktijk in het kader van het praktijkgericht onderzoek en voor het stimuleren van maatschappelijke betrokkenheid (bv.deelname aan nationale ouderendag door studenten van de minor Active Ageing met Zora en Paro). ACADEMISCHE WERKPLAATS FYSIOTHERAPIE (AWF) De opleiding beschikt over een Academische Werkplaats die is gevestigd in het gebouw van de BRESS (Bredase Studenten Sportvereniging), op loopafstand van de opleiding. De AWF functioneert als een leerwerkplek voor onze studenten. De zorg wordt er vorm- gegeven door samenwerking tussen gekwalificeerde fysiotherapeuten en onze studenten. Cliënten komen er terecht in een leerrijke omgeving waar niet de klok, maar zorg- en leerrendement de planning bepalen. De AWF heeft mogelijkheden om in samenwerking met het werkveld te werken aan zorg innoverende producten of bijvoorbeeld onderzoek te doen naar instrumenten voor de (fysiotherapeutische) zorg. Het doel is idealistisch en eenvoudig elkaar helpen en van elkaar leren. OVERIGE FACILITEITEN Onze studenten en docenten kunnen gebruik maken van de multifunctionele leeromgeving Xplora. Daar vinden ze de licenties die toegang geven tot biomedische databases. Ook kunnen zij daar deelnemen aan verschillende workshops en het afstudeerspreekuur. De opleiding gebruikt Blackboard als elektronische leeromgeving. Studieresultaten worden vastgelegd in Osiris 18 . Onze studenten kunnen deze resultaten altijd (24 uur per dag) raadplegen. Ook kunnen onze studenten gebruik maken van de overige voorzieningen die Avans Hogeschool biedt zoals studentwerkplekken door het gebouw heen, de tuin rondom het gebouw, een Grand Café, restaurant, de studenten-informatiebalie, het International Office en een winkel met reprofaciliteiten. In het stilteruimte kunnen onze studenten en docenten zich terug trekken voor bezinning en gebed. Avans Hogeschool beschikt over vertrouwens- personen voor het geval studenten of personeel met ongewenst gedrag te maken krijgen. De opleiding werkt samen met de BRESS; naast de samenwerking ten behoeve van het onderwijs kunnen onze studenten en docenten hier tegen gereduceerd tarief sporten. REFLECTIE Onze opleiding heeft de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in het uitbreiden van de opleidingsspecifieke voorzieningen. Het GET-LAB, HA301, de academische werkplaats en het praktijkbureau dragen bij aan een nog betere herkenbaarheid en praktijkgerichtheid van de opleiding. Onze studenten geven aan tevreden te zijn met de kwaliteit van het studiemateriaal (NSE 2017, 2016, 2015). Zij vinden dat zij goed voorbereid worden op de beroepsloopbaan (NSE 2017, 2016, 2015). Onze studenten zijn tevreden over de onderwijs- ruimten en de werkplekken (NSE 2017, 2016, 2015). Zij zijn minder tevreden over de beschikbaarheid van werkplekken (NSE 2017, 2016, 2015). De Hogeschool neemt deze feedback mee bij de verbouwingsplannen van de locatie voor 2018. Onze studenten zijn tevreden over Xplora, de ICT faciliteiten en de digitale leeromgeving (NSE 2017, 2016, 2015). AGZ heeft de intentie om het GET-LAB in de toekomst uit te breiden. Onderdeel daarvan is dat gestart wordt met een virtueel GET-LAB. De bezoeker krijgt een virtuele interactieve tour door het lab waarbij hij direct informatie over zorg technologieën, ervaringen hiermee en (lopende) onderzoeken kan raadplegen. Ook heeft in januari 2017 een evaluatie plaatsgevonden van de mate waarin zorgtechnologie is ingebed binnen de drie opleidingen van de academie. Dit heeft gevolg gekregen in een impuls die door de curriculumcommissies wordt ingezet: een hernieuwde bezinning op de opleidingsvisie op zorgtechnologie, te behalen studentcompetenties en de uitvoer van een aantal nieuwe ontwikkelopdrachten. Ook wordt er in 2017-2018 een scholing aangeboden voor fysiothe- rapeuten uit het werkveld over het gebruik van zorgtechnologie in de dagelijkse praktijk. 16 http://www.avans.nl/onderzoek/expertisecentra/caring-society-3.0 17 http://www.avans.nl/onderzoek/projecten/detail/get-lab/introductie/ 18 Osiris is het system dat Avans Hogeschool hanteert voor het vastleggen van studieresultaten 20 Zelfevaluatie opleiding Fysiotherapie DOELEN De opleiding beschikt over een adequaat systeem van toetsing. VISIE EN UITGANGSPUNTEN TOETSING Het toetsbeleid van de opleiding Fysiotherapie is academiebreed vastgesteld 19 en compliant aan het Avansbeleid op toetsing 20 . De opleidingsbrede informatie over toetsing en beoordeling zijn opgenomen in het Opleidingskader 21 en het toetsbeleid. In de OER is specifieke informatie over toetsing en het examenprogramma vastgelegd 22 . Binnen de opleiding Fysiotherapie wordt competentiegericht getoetst waarbij het competentieprofiel/ de eindcompetenties van de opleiding het uitgangspunt vormen. Toetsing heeft zowel een formatieve als een summatieve functie. In aansluiting op de visie op toetsing van AGZ hebben wij gekozen voor een palet aan toetsen waarbij de nadruk ligt op de bovenste lagen van de piramide van Miller, aangevuld met toetsen op het niveau van weten en toepassen om een brede kennisbasis te garanderen 23 . UITVOERING Toetsing heeft een certificerende rol in de opleiding. Toetsing is voor ons een belangrijk instrument is om te bepalen in hoeverre de student de leerdoelen heeft behaald en zich de competenties heeft eigen gemaakt. VERANTWOORDELIJKHEDEN OP HET GEBIED VAN TOETSING Docenten ontwikkelen zowel het onderwijs als de toetsen in opdracht van de curriculum- commissie. De curriculumcommissie zet hiervoor de grote lijnen uit, monitort deze ontwikkeling en ziet erop toe dat de leerdoelen en de inhoud van het curriculum overeenkomen met de competenties van de opleiding (zie afbeelding 6: Taakverdeling/ bevoegdheden curriculum- en examencommissie). De toetscommissie werkt ondersteunend aan de curriculumcommissie, geeft gevraagd en ongevraagd advies over het toetsbeleid van de opleiding. De toetscommissie en curriculumcommissie hebben een eigen PDCA- cyclus (opstellen beleid, begeleiden van de implementatie, evalueren en bijstellen van (toets)beleid). De examencommissie is een onafhankelijk orgaan binnen de opleiding. AGZ heeft één examencommissie voor de drie opleidingen (Fysiotherapie, Verpleegkunde en Mens & Techniek). In de examencommissie zitten afgevaardigden van elke opleiding en vanaf september 2017 één extern lid afkomstig vanuit de Juridische Hogeschool. Alle leden van de examencommissie hebben de Avans basistraining voor leden van examencommissies gevolgd en volgen jaarlijks de Avans deskundigheidsbevordering op dit terrein. In het studiejaar 2016-2017 hebben de leden van de examencommissie een training gevolgd over de borging van de kwaliteit van toetsing gericht op het maken van een quick-scan voor afstudeerwerken (NQA). De voorzitter neemt deel aan het overleg van het Netwerk van Voorzitters examencommissies (NVE) van Avans Hogeschool. Hier worden Avansbrede onderwerpen besproken, beleid afgestemd en casuïstiek besproken. Zo is er in het NVE een Avansbrede frauderegeling ontwikkeld die alle examencommissies in de OER hebben laten opnemen. STANDAARD 3: TOETSING 19 Toetsbeleid AGZ (2014) 20 De Avans onderwijsvisie (2014) is de basis voor het Avans toetskader Instaan voor de kwaliteit van toetsing (2015) 21 Opleidingskader AGZ Fysiotherapie (2017, hoofdstuk 4) 22 OER 2017-2018 (hoofdstuk 4 en bijlage 4) 23 Toetsbeleid AGZ (2014) en Toetsmatrix Fysiotherapie, 2016-2017 AFBEELDING 6: TAAKVERDELING/BEVOEGDHEDEN CURRICULUM- EN EXAMENCOMMISSIE Taakverdeling / bevoegdheden curriculum- en examencommissie College van bestuur Directie Curriculumcommissie Toetscommissie Onderwijs + toetsontwikkeling + borgen toetsbeleid Toezicht + verantwoorden dat kwaliteit van toetsing geborgd is Examencommissie Examencommissie Borgings functionaris 21 Zelfevaluatie opleiding Fysiotherapie Er bestaat een goede samenwerking tussen de examencommissie en de directie. Eén keer per zes weken is er structureel overleg. Indien nodig, is er tussentijds contact. De examen- commissie heeft eveneens een goed contact met de docenten. Een voorbeeld hiervan is dat de examencommissie startende docenten informeert over haar werkwijze tijdens de thema- bijeenkomsten die de academie zes keer per jaar voor beginnende docenten organiseert. De examencommissie heeft haar huishoudelijk reglement recent vernieuwd. Dit document is onder de docenten verspreid. Het komende studiejaar is het huishoudelijk reglement onderwerp van gesprek tijdens bijeenkomsten en/of studiedagen. Aan de hand van casuïstiek worden onderdelen van het reglement dan uitgelicht. DE BORGING VAN DE KWALITEIT VAN TOETSING De examencommissie dient te kunnen verantwoorden dat de kwaliteit van de toetsing goed is geborgd. Om hieraan uitvoering te geven voert zij steekproefsgewijs onderzoek uit. De examencommissie hanteert hierbij een planning van onderwerpen die onderzocht worden. In het jaarverslag worden onderzochte onderwerpen besproken. Voor de uitvoering van het onderzoek heeft de examencommissie één van haar leden als borgingsfunctionaris aangewezen (zie afbeelding 5: taakverdeling/ bevoegdheden curriculum- en examen- commissie). De borgingsfunctionaris kan onderzoek verrichten op alle vlakken van de kwaliteitspiramide van toetsing 24 (zie afbeelding 7: De kwaliteitspiramide van toetsing Avans Hogeschool). Het afgelopen collegejaar heeft de examencommissie de aanwijzing van de examinatoren als speerpunt gehad. Het resultaat hiervan is een actief aanwijsbeleid en een verhoogd bewustzijn bij docenten en directie voor de kwaliteit van examinatoren. Het komende jaar richt de examencommissie zich bij de opleiding Fysiotherapie op onderzoek naar de kwaliteit van de afstudeerwerken. UITVOERING TOETSING DOOR DOCENTEN Tot september 2016 werden jaarlijks alle docenten door de examencommissie als examinator aangewezen. De examencommissie hanteert hierbij de rolbeschrijving voor de examinator van Avans Hogeschool die is opgenomen in het functieboek van DP&O. In aanvulling hierop stelt de examencommissie de eis dat examinatoren op masterniveau geschoold moeten zijn om het afstudeeronderzoek onderdeel praktijkgericht onderzoek te kunnen beoordelen. Vanaf september 2016 heeft de examencommissie haar beleid rondom het aanwijzen van de examinatoren aangescherpt. Voor docenten die nieuw in dienst treden geldt dat zij alleen als examinator kunnen worden aangewezen als zij op BKE niveau geschoold zijn of anderszins kunnen aantonen dat zij als examinator zijn gekwalificeerd. De examencommissie heeft dit opgepakt door met elke nieuwe docent in een gesprek te onderzoeken in hoeverre deze nieuwe docent gekwalificeerd is voor de rol van examinator. Beleid is dat nieuwe docenten eerst een inwerkperiode doorlopen met een ervaren examinator. Zodra zij de BKE kwalificatie hebben behaald worden zij door de examencommissie als examinator aangewezen. In lijn met het Avans beleid rondom de BDB+ dienen alle examinatoren in 2020 de BKE scholing te hebben afgerond. 24 Instaan voor kwaliteit van toetsen: visie en beleid Avans Hogeschool (2015) AFBEELDING 7: DE KWALITEITSPIRAMIDE VAN TOETSING AVANS HOGESCHOOL TOETSBEKWAAMHEID KWALITEIT Toetsbeleid Toetsprogrammas Toetsen Toetsitems Toetsorganisatie 22 Zelfevaluatie opleiding Fysiotherapie DE TOETSCYCLUS Om te komen tot valide, betrouwbare, transparante en objectieve toetsing hanteren wij een toets- cyclus die uit zeven fasen bestaat 25 (zie afbeelding 8: Toetscyclus en de bijbehorende producten). 25 Verantwoord toetsen en beslissen in het hoger onderwijs (expertgroep BKE/SKE (2013)) 26 Toetsmatrix Fysiotherapie (2016-2017) 27 Toetsmatrix Fysiotherapie (2016-2017) AFBEELDING 8: TOETSCYCLUS EN DE BIJBEHORENDE PRODUCTEN Leeruitkomsten, toetsplan Toetsmatrijs De toets (schriftelijk, performance assessment, etc.) en beoordelingsmodel Afnameprotocol, surveillantenprotocol, fraudeprotocol Toetsanalyse (kwantatief, kwalitatief) Ingevulde beoordelings- formulieren Geregistreerde resultaten Verbeterplan Toetsproces Toetscommissie 1. Basis- ontwerp 7. Evalueren en ver- beteren 2. Construe- ren toets- matrijs 3. Construe- ren toets / normeren 5. Beoordelen, verwerken, analyseren 4. Afnemen 6. Registreren en commu- niceren Fase 1 Basisontwerp In de toetsmatrix 26 hebben we vastgelegd welk onderdeel van het curricu- lum op welke manier wordt getoetst. De gekozen toetsvorm sluit aan bij de vereiste competenties en de afgeleide leerdoelen 27 . We borgen hiermee dat alle competenties op alle niveaus worden getoetst. De mix van toetsvormen draagt bij aan het optimaliseren van de betrouw- baarheid van de toets en aan de aantrekkelijkheid en variatie in het pro- gramma. In hoofdlijnen hanteren we twee typen toetsen; schriftelijke toetsen en praktijktoetsen. Voorbeelden van schriftelijke toetsen zijn onze kennistoetsen waarin wordt bepaald wat het niveau van kennis/inzicht is van studenten. Daarnaast werken we met portfolios waarin studenten een bepaalde competentieontwikkeling aantonen. Voorbeelden van praktijk- toetsen zijn onze vaardigheidstoetsen waarin studenten aangeleerde vaardigheden demonstreren en onze performance assessments, waarin volledige fysiotherapeutische competenties worden getoetst. In de eerste twee jaar hebben toetsen vaker betrekking op deelcompetenties. De toetsen zijn beperkt van omvang en betreffen dan vaker losse aspecten van een competentie, zoals kennis, vaardigheden en/of attitude. In de tweede helft van de opleiding neemt de omvang van de assessments toe en toetsen we meer op competentieniveau. Fase 2 en 3 Construeren toetsmatrijs & construeren toetsnormeren Bij het ontwerpen of bijstellen van toetsen, inclusief toetsmatrijs, taxonomie en antwoordmodel, zijn altijd meerdere docenten betrokken. Wij vinden samenwerking en collegiale uitwisseling met de bij de onderwijseenheid betrokken docenten belangrijk in verband met de betrouwbaarheid en validiteit van de toets. Voorafgaand aan het toetsen van een onderwijseen- heid/leerpakket hebben onze docenten regelmatig een afstemmingsoverleg om het beoordelingsformulier te bespreken met als doel de interbeoordelaars- betrouwbaarheid te verhogen. Vragen die aan de orde kunnen komen zijn: Wat wordt verstaan onder de verschillende beoordelingscategorieën? Wat is het verschil tussen goed en minder goed presteren (in observeerbaar gedrag)? Wat doet een student die net op de grens presteert (en is het dan net wel, of net niet voldoende)? Docenten kunnen ook altijd de toets- commissie raadplegen. De toetsmatrijs voor een kennistoets wordt opgesteld door docenten die actief betrokken zijn bij de leerlijn waaraan deze kennis- 23 Zelfevaluatie opleiding Fysiotherapie toets verbonden is. Zij bepalen, in samenwerking met de curriculumcommissie, welke kennis- domeinen in welke verhouding getoetst dienen te worden. Ook stellen zij de cesuur vast. Sinds twee jaar maakt onze opleiding, als een van de eerste opleidingen binnen Avans Hogeschool, gebruik van het online toetsplatform Remindotoets voor het opslaan van vragen, het samenstellen van toetsen en het analyseren van toetsresultaten. Voordat toetsvragen binnen Remindotoets opgenomen kunnen worden in een kennistoets, zijn zij gecontroleerd (op zaken als juistheid, opmaak, passendheid en eenduidigheid) door iemand anders dan de constructeur zelf (vier ogen principe). Voorafgaand aan de afname kennis- en praktijktoetsen controleert de toetscommissie steekproefsgewijs de toets op de kwaliteitscriteria: validiteit, betrouwbaarheid, transparantie en organisatie. Fase 4 en fase 5 afnemen en beoordelen Onze studenten krijgen individuele beoordelingen en feedback. De specifieke informatie over de inhoud, vorm, criteria en uitvoering van toetsing van afzonderlijke onderwijseenheden vinden onze studenten bij de betreffende onderwijseenheid op Blackboard. Na afname van praktijk- en portfoliotoetsen worden deze toetsen door de examinator beoor- deeld. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een antwoordmodel of beoordelingsformulier. Voor de beoordeling hanteren wij een termijn van maximaal drie onderwijsweken. Waar mogelijk wordt gebruik gemaakt van het vier-ogen principe, waarbij het tweede paar ogen ook een video-opname kan zijn. Bij twijfelgevallen (bijvoorbeeld beoordelingen tussen 5 en 6) vindt collegiaal overleg plaats met één of meerdere mede-examinatoren of vragen wij een vakcollega een extra check te doen. Kennistoetsen worden na afname geanalyseerd met behulp van een toetsanalyse-programma. Fase 6 registreren en communiceren Vanaf de dag van de bekendmaking van de beoordeling hebben onze studenten gedurende 4 weken de mogelijkheid om de toets in te zien. De toetsinzage is bedoeld als leermoment. Bij schriftelijke toetsten hebben de studenten, conform de OER 2017-2018, inzage op vraag- niveau. Hiervoor wordt in het rooster een inzagemoment gepland. De inzage kan zowel plaatsvinden onder begeleiding van een docent als onder begeleiding van een surveillant. Bij praktijktoetsen is direct na het toetsmoment ruimte om feedback te geven aan de hand van het beoordelingsformulier. Bij stage, afstudeeronderzoek, project en portfolio wordt de feedback individueel of eventueel in een kleine groep gegeven. Een feedbackmoment wordt dan door de docent ingepland. Indien gewenst, kan de student voor extra feedback, de examinator benaderen. Tot slot worden de resultaten van de toets in Osiris vastgelegd. “ In de tweede helft van de opleiding neemt de omvang van de assessments toe en toetsen we meer op competentieniveau. Ellen Traas (Docent) 24 Zelfevaluatie opleiding Fysiotherapie Fase 7 evalueren en verbeteren Na afloop wordt de toets door het kernteam geëvalueerd. Deze evaluatie wordt besproken met de toetscommissie en de curriculumcommissie. Indien daar aanleiding toe is, wordt de toets en/of het beoordelingsformulier bijgesteld. De resultaten van de evaluatie vormen weer input voor het opstellen van de volgende toets en/of de leerlijn. Het afgelopen jaar is hierbij veel aandacht geschonken aan het praktijkgericht onderzoek. Naast de professionalisering van docenten (paragraaf 2.2) organiseren wij rondom toetsing studiebijeenkomsten over de verdere kwaliteitsverbetering van de toetsing. REFLECTIE De afgelopen jaren heeft het thema toetsing veel aandacht gekregen onder invloed van landelijke ontwikkelingen, onderwijsherziening en professionalisering van medewerkers. Toetsdeskundigheid en -kwaliteit zijn verhoogd door de verplichte deelname van de docenten aan de Basis Kwalificatie Examinering (BKE). Hoewel onze studenten tevreden zijn over de toetsing en beoordeling, de kwaliteit van de toetsing van de vaardigheden en de aansluiting van de toetsing bij de inhoud van het curriculum (NSE 2017, 2016, 2015), blijven wij ons hierop voortdurend bezinnen. Specifieke aandachtspunten en ontwikkelingen waarop wij ons momenteel richten zijn bijvoorbeeld: Voor de beoordeling van de stage hebben we onlangs het beleid opnieuw geëvalueerd. Dit heeft geleid tot aanpassing van het beoordelingsformulier. In het nieuwe formulier komt duidelijker naar voren dat de stagebegeleider de student begeleidt en dat de docentbegeleider in zijn rol als examinator de student beoordeelt. Het blijft belangrijk om de speciale positie die de stagebegeleider inneemt te waarderen, maar daarnaast de student nog meer verantwoordelijk te maken om diverse bewijslast voor competentieverwerving in te brengen. Daarmee kan de student het niveau van zijn functioneren nog beter inzichtelijk maken. De stagenota voor de juniorstage is in 2017-2018, in lijn met de onderwijs- vernieuwing, aangepast. Bij de seniorstage I is dit nu ten dele toegepast. Denk bijvoorbeeld hierbij aan: een ingevuld feedback formulier van enkele patiënten die de student heeft behandeld/begeleid. Bij seniorstage II zal dit, na evaluatie, volledig worden ingevoerd. De recente overgang naar Remindotoets voor het beheren van onze toetsvragen en het samenstellen van kennistoetsen heeft geleid tot een legio aan nieuwe mogelijkheden om de kwaliteit van onze schriftelijke toetsen te bevorderen. Binnen de opleiding zijn we nog zoekende naar de wijze waarop we optimaal gebruik kunnen maken van al deze mogelijkheden. Verschillende stappen zijn hierin al gezet, waaronder het digitaal af gaan nemen van onze voortgangstoets vanaf studiejaar 2017-2018. Voorbeelden van voordelen van het digitaal toetsen zijn dat het duurzamer en minder fraudegevoelig is dan analoog toetsen. Daarnaast wordt het voor studenten eenvoudiger om inhoudelijke vragen te stellen en feedback te geven tijdens het maken van een toets. Een ander groot voordeel van digitaal toetsen is dat we hierdoor als opleiding gebruik kunnen gaan maken van een grotere diversiteit aan vraagtypen voor kennistoetsen, zoals hotspotvragen en mix-and-match vragen. Bij het innesten van Remindotoets binnen onze opleiding worden we ondersteund door het LIC. Een selecte groep docenten is op dit moment verantwoordelijk voor toetsvragen binnen Remindo. De samenstelling van de examencommissie is recent vernieuwd. Met het aantreden van de nieuwe voorzitter is als eerste het beleid herzien rondom het aanwijzen van de examinatoren. Duidelijk is dat de examencommissie binnen de opleiding haar rol actief en voortvarend oppakt. De directie en de docenten waarderen deze trend. De komende jaren staan in het teken van een verdere professionalisering van het team op het gebied van toetsing. Het opleiden van de docenten (BDB+), de studiedagen met toetsing als onderwerp en de afstemmingsoverleggen helpen het team om deze professionalisering vorm te geven. We merken dat de professionalisering ook zijn weerslag heeft op de rol en positie van commissies en met name de toetscommissie binnen onze academie. Dit is een onderwerp van gesprek tijdens de evaluatie van de organisatie inrichting en -ontwikkeling. 25 Zelfevaluatie opleiding Fysiotherapie DOELEN De opleiding toont aan dat de beoogde leerresultaten zijn gerealiseerd. Met het afronden van het afstudeerprogramma laten onze studenten zien dat zij als beginnend fysiotherapeut werkzaam kunnen zijn in de beroepspraktijk. Het afstudeer- programma beslaat het gehele vierde leerjaar en bestaat uit: Senior stage I. Deze stage heeft als doel 28 te bewijzen dat de student in staat is om, in toenemende mate van zelfstandigheid, patiënten met een complex beeld ten aanzien van het bewegend functioneren zelfstandig te onderzoeken en behandelen en tevens onderzoeksdoelstellingen te formuleren, de fysiotherapeutische diagnose te stellen, een behandelplan op te stellen, de behandeling te evalueren en eventueel bij te stellen met behulp van de stagebegeleider. Senior stage II. Deze stage heeft als doel te bewijzen dat de student in staat is om te functioneren in verschillende praktijkgebieden en situaties waarin de beroepsuitoefening plaatsvindt, en de verworven competenties, conform het KNGF beroepsprofiel, zelfstandig als beginnend fysiotherapeutisch beroepsbeoefenaar te kunnen toepassen. Praktijkgericht onderzoek. Het praktijkgericht onderzoek heeft als doel te bewijzen dat de student met een kritische houding in de beroepspraktijk werkzaam is en kan bijdragen aan het oplossen van praktijkproblemen, beantwoorden van praktijkvragen en het ontwikkelen en/of vernieuwen van diezelfde beroepspraktijk. UITVOERING EN BORGING Aanleidingen om de inrichting van het afstuderen een aantal jaar geleden te vernieuwen waren de veranderende inzichten over toetsing van individuele afstudeerproducten en het, in de inleiding beschreven, missie en visietraject, alsmede onze kernwaarden. Naast de senior stages heeft de opleiding het praktijkgericht onderzoek aan de afstudeerfase toegevoegd. Hiermee realiseert de opleiding het beoogde doel van opleiden van toekomst- bestendige vakbekwame professionals die op verschillende wijzen blijvend kunnen bijdragen aan de verdere professionalisering van de beroepspraktijk. Het praktijkgericht onderzoek 29 is gedurende twee jaar als pilot opgenomen in het afstudeerprogramma. Op basis van de evaluaties zijn na het eerste jaar enkele aanpassingen doorgevoerd. Zoals bij de start beoogd heeft de opleiding, na evaluatie in juni 2017 30 , besloten het praktijkgericht onderzoek definitief in het afstudeerprogramma op te nemen. Het huidige afstuderen is hiermee optimaal afgestemd op het competentieprofiel van de KNGF, het beleid van de opleiding en de behoefte van de beroepspraktijk. In het afstuderen worden alle competenties van de opleiding Fysiotherapie op niveau C afgetoetst (zie standaard 1). In de OER en in de studiegids zijn drempels opgenomen waar onze studenten aan moeten voldoen om te mogen beginnen met afstuderen 31 . DE SENIORSTAGES I EN II De beide stages hebben een looptijd van 24 uur per week gedurende 20 weken. Deze stages richten zich op de brede praktijk van de beroepsuitoefening van de fysiotherapeut en worden gekenmerkt door een procesmatig leerkarakter 32 . De stageadressen worden door het praktijk- bureau bepaald. De student mag geen stage lopen bij familieleden/vrienden of een praktijk waarmee een werkrelatie is. Naast de stage is er een verplicht te volgen lesprogramma dat bestaat uit reflectievaardigheden (REF) en ondernemerschap. Ook is de casestudy, een interculturele uitwisseling van twee dagen, met de opleiding Revalidatiewetenschappen en Kinesitherapie van de Universiteit Antwerpen (UAntwerpen) een verplicht onderdeel van seniorstage I. Tijdens deze uitwisseling bespreken studenten casuïstiek en de diversiteit in perspectieven tussen de opleidingen. De opdrachten van het lesprogramma worden voor een deel bij de opleiding en voor een deel op het stageadres uitgevoerd. De student werkt in een stagewerkplan zijn stagedoelen voor de hele stage uit en kan extra bewijsstukken over zijn functioneren verzamelen in een portfolio. Op het stageadres werken onze studenten onder begeleiding van een fysiotherapeut, de stagebegeleider. De laatste stageperiode zal de student uiteindelijk zelfstandig aan het werk gaan. De begeleider blijft eindverantwoordelijk voor de activiteiten van de student. De stage- begeleider volgt de student van dichtbij en geeft waar nodig feedback. De student maakt inzichtelijk op welke manier hij aan zijn doelen heeft gewerkt en wat dit heeft opgeleverd. Halverwege en aan het eind van elke stageperiode evalueert de stagebegeleider schriftelijk door middel van het evaluatieformulier. Deze evaluaties zijn, naast de reflectie van de student zelf, onderwerp van gesprek tijdens de stagebezoeken van de docent aan het stageadres. STANDAARD 4: GEREALISEERDE LEERRESULTATEN 28 Algemene Stagenota opleiding Fysiotherapie (2017-2018), en Handleiding Seniorstage, 2017-2018 29 AGZ onderzoeksbeleid 2014-2017. 30 Eindverslag Pilotfase Praktijkgericht Onderzoek (juni 2017) 26 Zelfevaluatie opleiding Fysiotherapie De stagedocent onderhoudt het contact en is het aanspreekpunt voor de student en voor de stagebegeleider. De stagedocent bezoekt het stageadres minstens twee keer; halverwege de stage om de voortgang van de stage te evalueren en aan het eind om de stage te evalueren en te beoordelen. Het portfolio is de bron voor de beoordeling van de stage. Hierin zijn in ieder geval opgenomen: het stagewerkplan waarin de student de behaalde resultaten beschrijft, verschillende feedbackformulieren, het REF eindverslag behorende bij de reflectiebijeenkomsten op de opleiding en de tussen- en eindevaluatieformulieren ingevuld door de stagebegeleider. Ook patiëntbeoordelingen over het functioneren van de student kunnen onderdeel zijn van het portfolio. Voor het begeleiden van studenten biedt de opleiding de stagebegeleiders op meerdere momenten in een collegejaar inhoudelijke scholingen aan. Voorbeelden daarvan zijn de scholing stagebegeleiding, waarin de principes van Brein en leren aan bod komen, en de scholing Motorische controle en leren; een taakgeoriënteerde benadering. HET PRAKTIJKGERICHT ONDERZOEK 33 Het praktijkgericht onderzoek heeft een belasting van 1,5 dag per week gedurende 40 weken. Het doel van het praktijkgericht onderzoek is dat de student bewijst dat hij is staat is om op onderzoekende en verantwoorde wijze bij te dragen aan het oplossen van een praktijk- probleem, het beantwoorden van praktijkvragen en het ontwikkelen en innoveren van de beroepspraktijk. Resultaten van deze individuele afstudeerprojecten zijn bijvoorbeeld nieuwe kennis, inzichten, protocollen, interventies, meetinstrumenten en praktisch bruikbare, creatieve en innovatieve oplossingen. Ter voorbereiding op het praktijkgericht onderzoek organiseert de opleiding in het derde jaar een introductiecollege en hoor- en werkcolleges op het gebied van Projectmatig Creëren (PMC) in een voor Fysiotherapie aangepaste vorm. Daarnaast worden er in periode 1 van het vierde jaar workshops methodologie, een workshop literatuuronderzoek en een spreekuur SPSS aangeboden. Onze studenten kunnen een opdracht kiezen uit de onze database, of kunnen zelf een voorstel voor een opdracht aanleveren. Deze opdrachten worden door de coördinatoren vanuit kernteam jaar 3-4 beoordeeld en al dan niet goedgekeurd. Alle informatie die onze studenten nodig hebben om zich op het praktijkgericht onderzoek voor te bereiden is te vinden op Blackboard. Voor inhoudelijke vragen over de opdracht kunnen zij terecht bij de twee coördi- natoren of bij één van de begeleidende docenten. Voor organisatorische vragen is er een afstudeerconsulent bij het praktijkbureau. Het onderzoek wordt voornamelijk in de beroepspraktijk uitgevoerd. De praktijkhouder is opdrachtgever en bepaalt de afgebakende opdracht. De begeleiding kan gedelegeerd zijn aan een (HBO-opgeleide) medewerker van de praktijk. De begeleider schept binnen de praktijk de omstandigheden zodat de student het onderzoek kan uitvoeren. Hij communiceert binnen de praktijk, geeft de student de benodigde informatie, coacht de student op de werkplek en geeft feedback op de deelresultaten. In de loop van de eerste periode heeft de begeleidend docent (telefonisch) contact met de opdrachtgever over de start van het traject. Tijdens het onderzoek begeleidt de docentbegeleider de student en geeft waar nodig feedback. Door projectmatig te werken kan een student de verschillende werkzaamheden behorend bij de opdracht organiseren en een concreet resultaat tot stand brengen. Het onderzoek wordt beoordeeld op grond van drie kernopdrachten die onze studenten moeten uitvoeren. De kernopdrachten 1 en 2 vormen samen het onderzoeksverslag van het praktijkgerichte onderzoek. Daarnaast kan een student een extra eindproduct inleveren dat direct door de opdrachtgever gebruikt wordt (bijvoorbeeld digitaal beeldmateriaal, patiënt/ cliëntbrochure). Dit extra eindproduct wordt ook opgenomen in het digitale afstudeerdossier en wordt mede beoordeeld als onderdeel van het afstudeerproduct. Kernopdracht 3 is de presentatie van het onderzoek. DE BEOORDELING Beoordeling van de senior stage I en II Per stageperiode (Seniorstages I en II) zijn er minstens drie momenten waarop de vorderingen in het leerproces van de student besproken/geëvalueerd worden door de student samen met de begeleider en/of de stagedocent. 31 OER 2017-2018 (artikel 6.8) 32 Algemene Stagenota opleiding Fysiotherapie (2017-2018) 33 Handleiding praktijkgericht onderzoek Bacheloropleiding Fysiotherapie, AGZ Avans Hogeschool 2017-2018 27 Zelfevaluatie opleiding Fysiotherapie “ Praktijkgericht onderzoek stimuleert de persoonlijke ontwikkeling van de student op een andere manier dan de seniorstages. Yasmaine Karel (Docent) 1. Bij aanvang van de stage is er overleg tussen de student en stagedocent waarin de stagedoelen worden besproken. Het stagewerkplan wordt dan door stagedocent goed gekeurd. 2. Halverwege de stageperiode vindt er tussen student, stagebegeleider en stagedocent op het stageadres de tussentijdse evaluatie van het leerproces plaats. 3. Aan het einde van de stageperiode vindt er tussen student, stagebegeleider en stagedocent op het stage- adres de eindevaluatie van het leerproces plaats. Op basis van de evaluaties en het portfolio beoordeelt de stagedocent de stage. De stagedocent is als examinator verantwoordelijk voor het onderwijskundig oordeel. Beoordeling van het praktijkgericht onderzoek. De opdrachtgever adviseert de opleiding over het resultaat (kernopdracht 1 en 2) en het proces aan de hand van het door de opleiding vastgestelde evaluatieformulier. Indien er meerdere studenten aan een opdracht werken worden alle trajecten van de studenten afzonderlijk geëvalueerd. Deze evaluatie wordt als advies meegenomen door de afstudeer- docenten (examinatoren). Het onderzoeksverslag van het praktijkgericht onderzoek (kernopdracht 1 en 2) is tot en met 2016-2017 beoordeeld door de begeleidend docent en de tweede afstudeerdocent, ook wel eerste beoordelaar genoemd. De presentatie en verdediging van het onderzoek (kernopdracht 3) wordt beoordeeld door de tweede afstudeerdocent en deze vervult bij de presentatie de rol van voorzitter van het beoordelend panel. De begeleidend docent is dan medebeoordelaar Om de objectiviteit van de beoordeling nog verder te verbeteren wordt vanaf 2017-2018 de beoordeling uitgevoerd door twee beoordelaars die niet bij het onderzoek betrokken zijn geweest. Bij de presentatie is in de meeste gevallen een extern gecommitteerde aanwezig. Deze is aanwezig op uitnodiging van de examencommissie om een inschatting te maken van de presentatie en over het afstudeerproject in relatie tot de eisen die het werkveld stelt aan de beginnend beroepsbeoefenaar. De extern gecommitteerde adviseert de beoorde- lend en begeleidend docent en is geen examinator. De examencommissie checkt in Osiris of alle studenten die gaan afstuderen ook daadwerkelijk aan alle eisen hebben voldaan en alle studiepunten hebben behaald. Vervolgens stelt de commissie in een vaststellingsvergadering hoofde- lijk vast welke studenten voor een getuigschrift in aanmerking komen en of er studenten zijn die cum laude zijn geslaagd. De voorzitter van de examencommissie voert het judicium in en zet daarmee het aanmaken van het getuigschrift in gang. 34 Eindverslag Pilotfase Praktijkgericht Onderzoek (2017, paragraaf Verbeteracties studiejaar 2016-2017) 28 Zelfevaluatie opleiding Fysiotherapie REFLECTIE Senior stage I en II Evaluatie van senior stage I en II heeft ertoe geleid dat het beoordelingsformulier voor het afstuderen 2016-2017 is bijgesteld. Tot voor kort kon de stagebegeleider in het evaluatie- formulier een weging aangeven. Deze weging werd als advies meegenomen in de beoordeling. Om nog meer helderheid te scheppen over de rol van de stagebegeleider is het beoordelings- formulier aangepast. Om breder geinformeerd te worden over het functioneren en het leer- proces van de student tijdens de stage wordt momenteel gewerkt aan uitbreiding van de informatie. Op basis hiervan kan de docentbegeleider tot een beter oordeel komen. De student wordt zelf meer verantwoordelijk voor het aanleveren van materialen in een portfolio dat het niveau van zijn functioneren inzichtelijk maakt. In lijn met de onderwijsvernieuwing is dat nu bij de juniorstage ingevoerd. In februari 2018 wordt dit geëvalueerd. De planning is om in college- jaar 2018-2019 het portfolio ook in seniorstage I en II in te voeren. Op dit moment hebben studenten wel de mogelijkheid om extra informatie over hun leerproces in een portfolio te verzamelen. Sinds dit collegejaar bieden wij onze stagebegeleiders een vernieuwde scholing aan op het gebied van stagebegeleiding, waarin didactische werkvormen en de principes van Brein en Leren aan bod komen. De eerste reacties zijn positief. Deze scholing wordt de komende studiejaren op meerdere momenten aangeboden. Dit past binnen ons voornemen het scholings- beleid voor stagebegeleiders nader uit te werken. Praktijkgericht onderzoek Het eindverslag van de Pilotfase Praktijkgericht Onderzoek 34 laat zien dat de coördinatoren en docentbegeleiders trots zijn op de verschillende aspecten die het praktijkgericht onderzoek toevoegt aan de afstudeerfase. Praktijkgericht onderzoek stimuleert de persoonlijke ontwikke- ling van de student op een andere manier dan de seniorstages. De student moet de regie durven nemen en verschillende keuzes maken om tot een voldoende eindresultaat te komen. Daarnaast geeft een zelf gekozen onderzoeksonderwerp genoeg ruimte om, naast de aangegeven beroepscompetenties, zelfstandig eigen competenties en interesses te ontwikkelen en uit te diepen (profilering). Verder heeft de student naast de stage andere mogelijkheden om in contact te komen met het werkveld en vergroot daarmee de kans op een baan. Bovendien blijft een student door het uitvoeren van dit project, naast de stage, ook zichtbaar voor de opleiding. Gebaseerd op de eerste ervaringen van het werken met het praktijkgericht onderzoek zijn voor het collegejaar 2016-2017, naast aanpassingen van het beoordelingsformulier, een aantal organisatorische aanpassingen doorgevoerd om de uitvoering van het onderzoek efficiënter te laten verlopen en de studeerbaarheid voor de student te verhogen. Veranderingen die in het studiejaar 2017-2018 doorgevoerd worden, zijn: Het niveau van het eindverslag dient representatief te zijn voor het niveau van de taken die de beginnende fysiotherapeut moet kunnen uitvoeren. Dit uitgangspunt zal meer expliciet worden meegenomen bij het opstellen van het projectcontract door de begeleider en bij de go/no go van kernopdracht 1. Om consensus te bereiken over de vraag welke vraagstukken de vereiste mate van complexiteit bevatten, wordt aan het begin van het studiejaar met de betrokken docenten een afstemmingsoverleg georganiseerd. Aan de hand van deze sessie wordt een toelichting geschreven over de vereiste complexiteit bij de bepaling van de go/ no-go in het beoordelingsformulier van kernopdracht 1 en 2. Een verdere verbetering van het beoordelingsformulier zal dit collegejaar worden gedaan door de coordinatoren tijdens de BKE (Basis Kwalificatie Examinering) cursus. De beoordeling van de eindverslagen (Kernopdrachten 1 en 2) zal door twee onafhanke- lijke beoordelaars worden gedaan. De kalibreersessies zijn erg nuttig gebleken bij het zoeken naar consensus over het beoordelingsformulier. Deze zullen standaard voor elk beoordelingsmoment georganiseerd blijven worden. Voor de verdere netwerkontwikkeling van het werkveld en de opleiding en voor het verspreiden van de kennisinzichten die verkregen zijn, zal het praktijkgericht onderzoek afgesloten worden met een afstudeermarkt. Hierbij zal de student zijn praktijkgericht onderzoek presenteren voor het werkveld, andere studenten en docenten. Een verdere invulling hiervoor wordt in september 2017 uitgewerkt. De examencommissie zal de komende jaren de vernieuwing van het afstuderen bij de opleiding Fysiotherapie blijven monitoren. Het onderzoek zal vooral gericht zijn op de kwaliteit van het afstuderen. 29 Zelfevaluatie opleiding Fysiotherapie Dit hoofdstuk is tot stand gekomen via diverse stappen. Allereerst is een gesprek gevoerd met vijf studenten uit de opleidingscommissie; Kevin Buurmans, Jessica Oude Weernink, Rachel Raaijmakers, Joey Bakker en Gerben Meijers. Aan de hand van de kernwaarden van de academie en de opleiding is aan deze studenten gevraagd of zij deze kernwaarden herkenden. Het verloop van dit gesprek vormt de rode draad voor dit hoofdstuk. Studenten is vervolgens gevraagd om de themas die zij inbrachten ook schriftelijk uit te werken. Deze citaten zijn in dit hoofdstuk letterlijk verwerkt. Daarna is dit hoofdstuk aan hen voorgelegd met de vraag of de weergave zo recht doet aan het besprokene. Tot slot is het hoofdstuk nog ter aanvulling voorgelegd aan zes willekeurige studenten uit verschillende studiejaren: Pieter Stolk (jaar 3), Casper Martens (jaar 4), Robin Aersen (jaar 2), Jeroen Brands (jaar 3), Sanne Steerneman (jaar 4) en Cathelijn Versteegen (jaar 2). BEELD VAN DE OPLEIDING We herkennen de kernwaarden betrokken, inclusief en toekomstbewust. Op onze opleiding krijg je als student te maken met een zoektocht in je persoonlijke ontwikkeling. Wat kan ik straks doen als fysiotherapeut? Kan ik mijn beroep combineren met andere ambities? Studenten geven aan dat ze met veel vragen terecht kunnen bij de docenten. Die zijn betrokken bij de studieroute die studenten volgen. Kevin, tweedejaars student geeft aan: Ook zijn docenten erg toeganke- lijk, een prettig aanspreekpunt en een luisterend oor. Op mijn vragen over het hebben van de ambitie een revalidatiecentrum op te starten, twee studies te combineren en door te studeren aan de universiteit kreeg ik een breed scala aan antwoorden. Docenten gaven hun meningen en deelden hun ervaringen. Ook kennen de docenten studenten bij naam en weten ze wie het zijn. Sowieso kent (bijna) iedereen elkaar op de opleiding. Dit komt onder andere door ons oefen- en ontmoetingslokaal HA301. Hier komen veel studenten samen, uit meerdere jaren van de opleiding. In dit lokaal oefen en studeer je ook veel samen met andere studenten en docenten. Er zijn altijd docenten aanwezig die je bij elk probleem willen helpen, indien mogelijk. Zelfstandig oefenen, hulp vragen aan medestudenten en het weekend doornemen, het gebeurt er allemaal. Het is dus leerzaam, maar ook heel gezellig en heeft een groot sociaal aspect. ONZE STUDENTEN AAN HET WOORD “ Ook zijn docenten erg toegankelijk, een prettig aanspreekpunt en een luisterend oor. Op mijn vragen over het hebben van de ambitie een revalidatiecentrum op te starten, 2 studies te combineren en door te studeren aan de univer- siteit kreeg ik een breed scala aan antwoorden. Docenten gaven hun meningen en deelden hun ervaringen.. Kevin Buurmans, 2e jaar student 30 Zelfevaluatie opleiding Fysiotherapie Dit lokaal is gecreëerd nadat er, een aantal jaar geleden, regelmatig de vraag kwam of er in de schoolvakanties geoefend kon worden in de vaardigheidslokalen. Joey, vierdejaars student kijkt terug: De oplossing die de opleiding ons in eerste instantie aanbood, was het open stellen van een lokaal onder supervisie. Al snel bleek één lokaal niet voldoende, en werd het aantal open lokalen verhoogd. Onze opleiding reageerde hier op door te zoeken naar een bredere mogelijkheid om studenten zelfstandig te laten oefenen. De oplossing: het creëren van een permanente zelfstudieruimte, waarin leerlingen de mogelijkheid hebben aan een docent vragen te stellen of naar eigen inzicht te gaan oefenen, ook wel HA301. Het oefenen gebeurt wel, maar niet altijd genoeg (volgens de docenten). Om heel eerlijk te zijn vinden wij als studenten het niet altijd fijn om tussenuren te hebben in het rooster, zeker niet wanneer de reistijd lang is naar de opleiding toe, benoemt Rachel, tweedejaars student. Wel is het zo dat, wanneer we dan toch een tussenuur hebben, de meeste studenten wel gaan oefenen in HA301, gewoon omdat het lokaal constant open is. Onze mening is dat door de extra tussenuren er meer tijd is om alle informatie die je al in de lessen hebt gehad te verwerken en je dan ook gelijk kan controleren of je het begrijpt en het kan doen zonder begeleiding. Dus ook al wordt er veel geklaagd over de tussenuren, het is toch goed voor ons. In de lessen krijgen studenten vaak casuïstiek op papier en daar moet je het mee doen. Als je zon casus hebt zie je veel over het hoofd. Omdat het lastig is voor school om elke week een persoon te vinden die echt iets wil komen vertellen over zijn klacht en zijn leven, heeft onze opleiding wel projectweken waarin we in contact komen met echte patiënten (naast de stages). Rachel geeft een voorbeeld: In de projectweek je zal het maar hebben worden er mensen uitgenodigd om wat te vertellen over hun leven en hun klachten. Bijvoorbeeld mensen met die een CVA hebben gehad, slechtziend/blind of doof zijn. Wij zijn dan nieuwsgierig en stellen dan veel vragen. De patiënten waren soms verrast door de vragen die ze kregen van ons, maar reageerden enthousiast. Ze wilden ons echt laten ervaren wat zij ervaren. Het gaf ons nog beter inzicht over hoe je mensen moet benaderen/aanspreken. Een andere dag in de projectweek ga je zelf naar buiten, een rondje maken door de stad of een activiteit uitvoeren terwijl je een beperking hebt. Als fysiostudent leer je dan veel over hoe het is om te leven met een beperking in een wereld die gemaakt is voor de mensen zonder die beperkingen. Naast deze projectweken zijn er ook nog veel lessen waarin studenten theorie en vaardig- heden leren. De docenten hebben kennis van zaken, veel docenten werken ook nog in de praktijk. Soms ontstaat er een discussie in de klas, waarin een docent verschillende perspectieven vertelt. Ook ontstaat er wel eens een probleem, bijvoorbeeld door voor- bereiding die niet is gemaakt. Dit is dan lastig voor de docent, maar ook voor de studenten zelf. Gelukkig zijn er dan docenten die vragen wat de studenten willen doen en willen leren. Dit bespreekt de docent met de klas en er wordt samen naar een oplossing of aanpak gezocht. Vaak worden er dan casuïstiek geoefend of proeftoetsen gemaakt. De toetsen die worden afgenomen passen goed bij de lessen en het onderwijs. Vooral het aantal performance assessments past goed bij het uiteindelijke beroep. Ook het vele stage- lopen past hier goed bij. Studenten ondervinden dat fysiotherapie een vak is dat continu onderhevig is aan veranderingen. Zo vinden er bijvoorbeeld veel ontwikkelingen plaats op het gebied van nieuwe behandel- en onderzoeksmethoden. Daarom is het belangrijk dat ons tijdens de opleiding een kritische en onderzoekende houding is/wordt aangeleerd om deze ontwikkelingen op waarde in te kunnen schatten voor het werk in de praktijk, vindt Gerben, vierdejaars student. Zo wordt tijdens het eerste leerjaar al aangeleerd om wetenschappelijke onderzoeken te interpreteren en te beoordelen. In het tweede, derde en vierde jaar wordt de student zelfs uitgedaagd om dit soort onderzoeken zelf uit te voeren en de bijbehorende artikelen te schrijven. Deze leeractiviteiten zorgen er bijvoorbeeld voor dat de student zich in staat stelt om zelfstandig de meest efficiënte en passende behandelmethode te selecteren op basis van wetenschappelijke literatuur. Gerben vervolgt: Met behulp van deze kritische houding wordt er een vorm van duurzaam- heid gecreëerd, omdat je als student na het behalen van je diploma heel je carrière gebruik kan maken van deze kritische en onderzoekende houding. Zodat de toekomstige fysiothera- peut ook zelfstandig in staat is om de waarde van bepaalde behandelmethoden en onder- zoeksinstrumenten in te kunnen schalen, wanneer hij of zij niet meer terug kan vallen op 31 Zelfevaluatie opleiding Fysiotherapie aanbevelingen van docenten. Bovendien geeft de opleiding veel vrijheid aan de student wat betreft het bepalen van de studierichting. Zo kun je iets anders gelinkt aan het vak kiezen, wanneer je niet alleen interesse voor de klassieke fysiotherapie hebt, zoals deze in de particu- liere praktijk of tweedelijns instellingen wordt aangeboden. Een voorbeeld: ik vind de vormgeving van educatie binnen opleidingen m.b.t. gezondheidszorg bijvoorbeeld ook interessant. Ik heb tijdens mijn opleiding de ruimte gehad om deze interesse te voeden door tijdens mijn minor voor een half jaar naar Zuid-Afrika af te reizen. Tijdens dit verblijf heb ik met een studiegenoot een digitale leermethode ontwikkeld aan de Universiteit van Kaapstad voor lokale zorgverleners, en hebben wij onderzoek gedaan naar de verbeter- punten binnen de opleiding van deze zorgverleners. Daarnaast vind ik het ook interessant om mee te denken over de ontwikkeling van fysiotherapie en de ontwikkelingen achter de schermen. Dit heeft ervoor gezorgd dat ik mijn afstudeeronderzoek heb gedaan naar de privacyrisicos van gezondheid technologieën. Doordat ik deze onderdelen van de opleiding zelf naar eigen interesse in mocht vullen heb ik het gevoel dat ik tijdens mijn studie de ruimte heb gekregen om mijzelf te oriënteren op mogelijke vervolgstappen in mijn carrière. Dit heeft er voor gezorgd dat ik mijn toekomstperspectief in het werkveld beter voor ogen heb gekregen. Tot slot is de rol van verschillende commissies heel groot binnen Avans. Ik heb dit met eigen ogen mogen ervaren, aldus Jessica, tweedejaars student. Ik heb zowel in de Avans Medezeg- genschapsraad (AMR) als in de Academieraad (AR) gezeten en ben nu actief in de Opleidings- commissie (OC) van Fysiotherapie. In al deze organen worden beslissingen genomen die van invloed zijn op de wijze waarop de opleiding vormgegeven wordt. Vooral in de AR en de OC worden beslissingen genomen die grote invloed op de opleiding hebben. Wat de opleiding hierbij goed doet, is het verwerken van die beslissingen. Dit heb ik vanuit mijn rol in de AR mogen ervaren. Kevin gaat verder: Wat ik zelf erg sterk vind is de opleidingscommissie. Ook zelf ben ik lid van deze commissie en ik stel me op als meldpunt mochten studenten ergens tegen aan lopen. Zaken, zoals discrepanties, onenigheden en moeilijk gangbare discussies welke studenten niet opgelost krijgen, komen bij ons. Tijdens bijeenkomsten bespreken we dit en bekijken we wat mogelijke oplossingen zijn. IJzersterk dus! VERBETERPUNTEN De roostering is altijd een punt van aandacht. Studenten benoemen het zelf: we willen niet te veel tussenuren, maar die tussenuren zijn ook wel fijn om al op de opleiding te kunnen oefenen en studeren. Toch zou hier wel naar gekeken kunnen worden, zodat ook de studen- ten die veel moeten reizen, niet voor één college naar de opleiding zouden moeten komen. Verder mogen sommige docenten soms best wat strenger zijn, bijvoorbeeld door gewoon iemand naar voren te laten komen voor een demonstratie in de klas. Dat wil meestal niemand, maar toch vinden we het achteraf fijn om feedback te hebben gekregen. De afbakening voor wat betreft de voorbereiding van lessen is soms juist te streng. Niet altijd is een voorbereiding noodzakelijk om een les te kunnen volgen. Studenten vinden het fijn wanneer daar samen met de klas over wordt gesproken door een docent. Binnen het curriculum zouden studenten graag meer echte patiënten zien in de lessen. Het geeft hen een betere voorbereiding en het past ook beter bij de voorbereiding op de stages die ze moeten gaan lopen. Vooral op het gebied van neurologische problemen geeft het een beter beeld van de aandoening of context. Verder mag de opleiding nog meer laten zien en horen wat er gebeurt met de evaluaties van studenten over het onderwijs en welke besluiten er zijn genomen binnen verschillende commissies. Dit wordt binnen commissies wel besproken, maar is lang niet bekend bij alle studenten. Ook vinden de studenten dat de opleiding hen beter kan informeren over de mogelijkheden die zij hebben met het fysiotherapie diploma. Dat er andere opties zijn wordt door docenten wel eens benoemd, maar er wordt niet echt op ingegaan. Alleen over ondernemerschap wordt wat meer informatie gegeven. 32 Zelfevaluatie opleiding Fysiotherapie Opleidingkader AGZ Fysiotherapie (2017-2018) KNGF Beroepsprofiel (2014) Werkbelevingsonderzoek van Avans Hogeschool (Integron 2016) http://www.avans.nl/onderzoek/expertisecentra/caring-society-3.0 http://www.avans.nl/onderzoek/projecten/detail/get-lab/introductie/ Eindverslag pilotfase praktijkgericht onderzoek (juni 2017) Algemene Stagenota opleiding Fysiotherapie (2017-2018) De internationale en interculturele context in het domein maatschappelijk (AGZ, ASH, ASB en PABO) (2017) Handleiding Praktijkgericht Onderzoek. Bacheloropleiding Fysiotherapie (2017-2018) Handleiding Seniorstage (2017-2018) Interprofessioneel samenwerken Opleiding tot Fysiotherapeut. Onderwijs- en Examenregeling 17-18 Studenten met studenten: Peermentoring en -tutoring opleiding fysiotherapie (2012) Taxonomieniveaus Fysiotherapie, Gezondheidstechnologie en Verpleegkunde Opleidings- en ontwikkelingsplan AGZ (2017) Toetsbeleid AGZ (2014) Avans toetskader instaan voor kwaliteit en toetsing (2015) Van onderzoekend leren naar leren onderzoeken. Onderzoeksbeleid 2014-2017 (2014) Avans Hogeschool (2014). Onderwijsvisie Avans Hogeschool. Samen het maximale uit jezelf halen. Expertgroep BKE/SKE (2013). Verantwoord toetsen en beslissen in het hoger beroepsonderwijs; een voorstel voor een programma van eisen voor een basis en seniorkwalificatie examinering (BKE/SKE) BIJLAGE 1: BRONNENOVERZICHT Tabel 1: Uitval uit het eerste jaar in opleiding Cohort 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Uitval 18,12% 21,19% 28,19% 30,26% 34,42% 35,26% Tabel 2: Uitval na 1e jaar opleiding Cohort 2011 2012 2013 Uitval 13,9% 8.40% 9.35% Tabel 3: Rendement van de opleiding Cohort 2007 2008 2009 2010 2011 2012 Rendement 84,7% 91% 86,3% 85,4% 80,3% 80,7% Tabel 4: Docentkwaliteit Graad MA PhD Percentage 70% 7% Tabel 5: Student-docentratio Ratio 1 : 26,1 Tabel 6: Contacturen* Studiejaar 1 2 3** 4 Contacturen 517,1 277,8 225,6 89,6 * Gebaseerd op 42 weken onderwijs en omgerekend naar klokuren. ** Berekend op basis van de minor recruitment BIJLAGE 2: KWANTITATIEVE GEGEVENS In deze bijlage zijn de in-, door- en uitstroomgegevens opgenomen van de opleiding. 33 Zelfevaluatie opleiding Fysiotherapie BIJLAGE 3: DE OPBOUW VAN HET CURRICULUM JAAR 1 Taxonomie A Periode 1 14 ECs Periode 2 14,5 ECs Periode 3 16 ECs Periode 4 15,5 ECs Musculoskeletaal O.E & B.E. ‚gezond Cardiorespiratoir en neurologie ‚gezond Musculoskeletaal O.E. & B.E. ‚ongezond Neurologie ‚ongezond Opleidings- specifiek Leerpakket Diagnostiek 3 Leerpakket Diagnostiek 3 Leerpakket Diagnostiek 3 Leerpakket Diagnostiek 3 Leerpakket Behandelen 3 Leerpakket Behandelen 3 Leerpakket Behandelen 3 Leerpakket Behandelen 3 Leerlijn Anatomie 2 Leerlijn Anatomie 2 Leerlijn Anatomie 1 Leerlijn Anatomie 1 Leerlijn Fysiologie 3 Leerlijn Fysiologie 3 Leerlijn Fysiologie 2 Leerlijn Fysiologie 2 Pathologie 1 Pathologie 1 Communicatie 1 Communicatie 1 Communicatie Communicatie 2 Orienterende stage Orienterende stage Orienterende stage 2 Academiebreed SLB 1 SLB 1 SLB 1 SLB 1 Onderzoeken handelen 1 Onderzoeken handelen 1 Onderzoeken handelen 1 Onderzoeken handelen 1 Maatschappelijke betrokkenheid Maatschappelijke betrokkenheid Maatschappelijke betrokkenheid Maatschappelijke betrokkenheid 1 Engels 0,5 Engels 1 Engels 0,5 Project IPS 1 34 Zelfevaluatie opleiding Fysiotherapie JAAR 2 Taxonomie B Periode 1 13 ECs Periode 2 19,5 ECs Periode 3 13,5 ECs Periode 4 14 ECs CR & Neuro bij complexe problematiek MS bij complexe problematiek MS wervelkolom/screening MS wervelkolom/DAM technieken perifeer Opleidings- specifiek Leerpakket Diagnostiek 2 Leerpakket Diagnostiek 3 Leerpakket Diagnostiek A - WK 4 Leerpakket Diagnostiek 2 Leerpakket Diagnostiek B - Screening 3 Leerpakket Behandelen 3 Leerpakket Behandelen 2,5 Leerpakket Behandelen A - WK 3 Leerpakket Behandelen B - DAM technieken perifeer 3 Leerlijn Anatomie Leerlijn Anatomie Leerlijn Anatomie Leerlijn Fysiologie Leerlijn Fysiologie Leerlijn Fysiologie Leerlijn Fysiologie Leerlijn Pathologie Leerlijn Pathologie Leerlijn Pathologie Leerlijn Pathologie Psychologie Psychologie 2 Communicatie 1 Communicatie 0,5 Communicatie 4 Junior Stage Junior Stage 8 Project 1 Project 0,5 Academiebreed SLB SLB 1 SLB SLB 1 Onderzoeken handelen 0,5 Onderzoeken handelen 1 Onderzoeken handelen 1 Onderzoeken handelen 2 Maatschappelijke betrokkenheid Maatschappelijke betrokkenheid Maatschappelijke betrokkenheid Maatschappelijke betrokkenheid 1 Engels 0,5 Engels 0,5 Engels 1 Project IPS 2 35 Zelfevaluatie opleiding Fysiotherapie JAAR 3 Taxonomie C VARIANT A Periode 1 4 ECs periode 2 24 ECs periode 3 ECs periode 4 32 ECs Opleidings- specifiek Minor Minor 30 Seniorstage 1 Seniorstage 1 20 Academiebreed IPS 4 SLB SLB SLB SLB 1 Maatschappelijke betrokkenheid Maatschappelijke betrokkenheid Maatschappelijke betrokkenheid Maatschappelijke betrokkenheid 1 VGT 4 OF VARIANT B Periode 1 4 ECs Periode 2 30 ECs Periode3 ECs Periode 4 26 ECs Opleidings- specifiek Minor Minor 30 Seniorstage 1 Seniorstage 1 20 Academiebreed IPS 4 SLB SLB SLB SLB 1 Maatschappelijke betrokkenheid Maatschappelijke betrokkenheid Maatschappelijke betrokkenheid Maatschappelijke betrokkenheid 1 VGT 4 36 Zelfevaluatie opleiding Fysiotherapie JAAR 4 Taxonomie C VARIANT A Periode 1 1 ECs periode 2 28 ECs periode 3 ECs periode 4 31 ECs Opleidings- specifiek Seniorstage 2 Seniorstage 2 20 Afstuderen Afstuderen 15 Afstuderen Afstuderen 4 Keuzemodule Keuzemodule 4 Keuzemodule Keuzemodule 4 Keuzemodule Keuzemodule 4 Keuzemodule Keuzemodule 4 Symposium Symposium 2 Academiebreed SLB SLB SLB SLB 1 Maatschappelijke betrokkenheid Maatschappelijke betrokkenheid Maatschappelijke betrokkenheid Maatschappelijke betrokkenheid 1 Engels 1 1 OF VARIANT B Periode 1 1 ECs periode 2 27 ECs periode 3 ECs periode 4 32 ECs Opleidings- specifiek Afstuderen Afstuderen 15 Seniorstage 2 Seniorstage 2 20 Keuzemodule Keuzemodule 4 Afstuderen Afstuderen 4 Keuzemodule Keuzemodule 4 Keuzemodule Keuzemodule 4 Keuzemodule Keuzemodule 4 Symposium Symposium 2 Academiebreed SLB SLB SLB SLB 1 Maatschappelijke betrokkenheid Maatschappelijke betrokkenheid Maatschappelijke betrokkenheid Maatschappelijke betrokkenheid 1 Engels 1 VGT=voortgangstoets Keuzemodule opties: fysiotherapie en onderwijs, kwalitatief onderzoek, bewegen en voeding, ondernemerschap, psychologie 37 Zelfevaluatie opleiding Fysiotherapie Jaar 3 (huidige curriculum) Jaar 4 (huidige curriculum) Periode 1 1 ECs Periode 2 22 ECs Periode 3 ECs Periode 4 37 ECs Seniorstage 1 Seniorstage 1 19 Seniorstage 2 Seniorstage 2 19 Praktijk gericht onderzoek Praktijk gericht onderzoek Praktijk gericht onderzoek Praktijk gericht onderzoek LP31 LP31 3 Case study Antwerpen 1 SLB LP40 SLB SLB SLB 1 Keuzepalet Keuzepalet Keuzepalet Keuzepalet 1 Periode 1 ECs Periode 2 28 ECs Periode 3 ECs Periode 4 32 ECs LP21 wervelkolom LP21 11 Minor Minor 30 LP22 gedrag, gezondheid en bewegen LP22 6 LP23 onderzoek/behandelen LP23 7 LP24 organisatie / kwaliteit zorg LP24 4 SLB LP30 SLB SLB SLB 1 Keuzepalet Keuzepalet Keuzepalet Keuzepalet 1 38 Zelfevaluatie opleiding Fysiotherapie CONTACT Hanneke Ariens jca.ariens@avans.nl COLOFON Tekst: Marianne Quekel (LIC) en team opleiding Fysiotherapie (AGZ) Samenwerking tussen opleiding Fysiotherapie Academie voor Gezondheidszorg en Diensteenheid Marketing, Communicatie en Studiezaken, Avans Hogeschool Vormgeving: Graphic Jam Dit is een uitgave van Avans Hogeschool Oktober 2017 Niets uit deze uitgave mag zonder toestemming van de uitgever worden overgenomen. avans.nl
i-Flipbook aan het laden