Zoeken
Overzicht
Print linkerkant
Print rechterkant
Print beide zijden
1 | Pagina VOORWOORD Beste alumnus van de Academie voor Bouw en Infra, Nu jij het bachelor getuigschrift op zak hebt, ben je niet langer een student, maar een alumnus van onze academie. Daarmee ben je dus niet van ons af: je blijft je leven lang alumnus van AB&I. Wij zijn trots op onze alumni en proberen contact met deze groep te houden. Hopelijk geldt dat omgekeerd ook voor jou en blijf je je opleiding en Avans Hogeschool nog lang een warm hart toedragen. Hopelijk zien we je regelmatig terug: in de media, als je een prijs hebt gewonnen, via social media als je iets bijzonders te vertellen hebt, of zelfs in ons gebouw, wanneer er een netwerkbijeenkomst of lezing is voor alumni. Wij zullen ons best doen om mooie activiteiten te organiseren waaraan je ook als alumnus graag wilt deelnemen, naast je baan, vervolgstudie of anderszins. Dit digitale jaarboek is een afscheidscadeau van de Academie aan jou. Maar ook een vitrinekast van de bij ons afgestudeerde talenten voor alle bouw- en infrabedrijven met wie we samenwerken. We laten ons van onze beste kant zien. Mede dankzij jou! In dit jaarboek laat je via je afstudeerwerk zien wat je in je mars hebt. Je hebt je ontwikkeld tot professional met de juiste houding open en communicatief en de juiste vaardigheden. Je kunt met je kennis snel inspelen op de problemen waarvoor de bouwwereld een oplossing moet vinden. Je hebt bovendien leren reflecteren op je eigen leerproces en hebt daarbij telkens belangrijke en weloverwogen keuzes moeten maken. Je kunt snel schakelen tussen ideeën en mogelijke oplossingsstrategieën en bent in staat samen te werken met anderen, met andere disciplines. Bij Avans heb je bovendien kennis kunnen maken met het toepassen van biobased bouwmaterialen en de keuze van duurzame bouwoplossingen en hergebruik van materialen of gebouwen. Je hebt leren werken en denken vanuit het besef dat een duurzame oplossing altijd beter is dan een oude bekende en in eerste instantie misschien goedkopere oplossing. De economie en de bouwsector zijn weer stevig hersteld; er is weer veel meer werk dan een paar jaar geleden. Maar het werk is wel veranderd: ook en misschien zelfs de bouwsector ziet in dat we de nieuwe economie alleen kunnen vlottrekken, als we dat doen met respect voor onze omgeving, dat wil zeggen: zuinig met energie, zuinig met grondstoffen, en met verstandig materiaalgebruik. Tijdens de opleiding ben je je zeer bewust geworden van deze duurzaamheidsopdracht en heb je een rijk arsenaal aan mogelijkheden voor duurzame oplossingen opgebouwd. Wij zijn ervan overtuigd dat je als fris afgestudeerde van de Academie voor Bouw & Infra van Avans Hogeschool het werkveld zult helpen om alle (duurzame) vernieuwingen ook daadwerkelijk toe te passen. Het nogal conservatieve imago van de bouw- en infrawereld kan door jou inzet omgevormd worden tot een innovatieve motor in de regio en ver daarbuiten! Wij wensen je namens alle medewerkers van de Academie voor Bouw & Infra van Avans Hogeschool heel veel succes in de zoektocht naar je eerste baan, of in je vervolgstudie. We vertrouwen erop dat er voor jou een prachtige loopbaan in het verschiet ligt! Juni 2018, Jan Reinhard en Hanneke van Bleek Directie Academie voor Bouw & Infra Avans Hogeschool AFSTUDEERWERK BOUW & INFRA 2017-2018 BOUWKUNDE - BOUWTECHNISCHE BEDRIJFSKUNDE - BOUWMANAGEMENT EN VASTGOED - CIVIELE TECHNIEK 1 | Pagina VOORWOORD Beste alumnus van de Academie voor Bouw en Infra, Nu jij het bachelor getuigschrift op zak hebt, ben je niet langer een student, maar een alumnus van onze academie. Daarmee ben je dus niet van ons af: je blijft je leven lang alumnus van AB&I. Wij zijn trots op onze alumni en proberen contact met deze groep te houden. Hopelijk geldt dat omgekeerd ook voor jou en blijf je je opleiding en Avans Hogeschool nog lang een warm hart toedragen. Hopelijk zien we je regelmatig terug: in de media, als je een prijs hebt gewonnen, via social media als je iets bijzonders te vertellen hebt, of zelfs in ons gebouw, wanneer er een netwerkbijeenkomst of lezing is voor alumni. Wij zullen ons best doen om mooie activiteiten te organiseren waaraan je ook als alumnus graag wilt deelnemen, naast je baan, vervolgstudie of anderszins. Dit digitale jaarboek is een afscheidscadeau van de Academie aan jou. Maar ook een vitrinekast van de bij ons afgestudeerde talenten voor alle bouw- en infrabedrijven met wie we samenwerken. We laten ons van onze beste kant zien. Mede dankzij jou! In dit jaarboek laat je via je afstudeerwerk zien wat je in je mars hebt. Je hebt je ontwikkeld tot professional met de juiste houding open en communicatief en de juiste vaardigheden. Je kunt met je kennis snel inspelen op de problemen waarvoor de bouwwereld een oplossing moet vinden. Je hebt bovendien leren reflecteren op je eigen leerproces en hebt daarbij telkens belangrijke en weloverwogen keuzes moeten maken. Je kunt snel schakelen tussen ideeën en mogelijke oplossingsstrategieën en bent in staat samen te werken met anderen, met andere disciplines. Bij Avans heb je bovendien kennis kunnen maken met het toepassen van biobased bouwmaterialen en de keuze van duurzame bouwoplossingen en hergebruik van materialen of gebouwen. Je hebt leren werken en denken vanuit het besef dat een duurzame oplossing altijd beter is dan een oude bekende en in eerste instantie misschien goedkopere oplossing. De economie en de bouwsector zijn weer stevig hersteld; er is weer veel meer werk dan een paar jaar geleden. Maar het werk is wel veranderd: ook en misschien zelfs de bouwsector ziet in dat we de nieuwe economie alleen kunnen vlottrekken, als we dat doen met respect voor onze omgeving, dat wil zeggen: zuinig met energie, zuinig met grondstoffen, en met verstandig materiaalgebruik. Tijdens de opleiding ben je je zeer bewust geworden van deze duurzaamheidsopdracht en heb je een rijk arsenaal aan mogelijkheden voor duurzame oplossingen opgebouwd. Wij zijn ervan overtuigd dat je als fris afgestudeerde van de Academie voor Bouw & Infra van Avans Hogeschool het werkveld zult helpen om alle (duurzame) vernieuwingen ook daadwerkelijk toe te passen. Het nogal conservatieve imago van de bouw- en infrawereld kan door jou inzet omgevormd worden tot een innovatieve motor in de regio en ver daarbuiten! Wij wensen je namens alle medewerkers van de Academie voor Bouw & Infra van Avans Hogeschool heel veel succes in de zoektocht naar je eerste baan, of in je vervolgstudie. We vertrouwen erop dat er voor jou een prachtige loopbaan in het verschiet ligt! Juni 2018, Jan Reinhard en Hanneke van Bleek Directie Academie voor Bouw & Infra Avans Hogeschool AFSTUDEERWERK BOUW & INFRA 2017-2018 BOUWKUNDE - BOUWTECHNISCHE BEDRIJFSKUNDE - BOUWMANAGEMENT EN VASTGOED - CIVIELE TECHNIEK 2 | Pagina INHOUD VOORWOORD. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . KENNISTEAMS. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . BOUWKUNDE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Afstudeeratelier BIM - LEAN:. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Glenn Voermans & Fer Zegers, Van 3D naar 5D. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Jeffrey Vos, Modeleren in Revit is nog maar het begin!. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Kelly de Laat & Hymke Schmetz, BIMkragt. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Paul Raaijmakers & Maik van Zutphen, Van Schijndel, de weg van A naar BIM. . . . . . . . . . . . . . . . . - Raoul Veerhoek, Kiezen voor BIM Calculeren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Rens de Greef, Hoe kan Hooijen Projecten in Revit LT Uitwerken zonder Kwaliteitsverlies ten Opzichte van AutoCad, waarbij het 3D-Model voldoet aan BIM-Eisen?. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Rick van Grinsven & Jos Ondersteijn, BOB: Bimmend Onderhoud en Beheer. . . . . . . . . . . . . . . - Tim van Geffen & Dirk Straatman, Taakgerichte Werkindustrie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Wouter van Dinther, BIM naar de Bouwplaats met TWI. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Jasper van Casteren, BIM Model voor Beheer en Onderhoud. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Marlou Kellenaers & Nikita Derks, Wanneer Gebruik je VR in de Planvoorbereiding?. . . . . . . . . - Roy Spee, BIM binnen Bots Bouwgroep. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Ruben Kant, Een Waterdicht Model voor Onderhoud. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Afstudeeratelier Borderless Engineering: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Hamid Soleimani, Animal Shelters/ Dog Training Centers & Medical Centers in Yazd. . . . . . . . . - Jasmijn de Groot & Suzy Kroot, Orkaan- en Aarbevingsbestendige Bouwproducten van Beton op Sint-Maarten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Ranon Caris, Knowledge Echange During Self-Recovery in Nepal. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Suad Aaden, Flood Resistent Housing in Beledweyne Somalia. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Afstudeeratelier Constructief Ontwerpen: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Daniël de Wit, Reductie Paalklassefactoren Funderingspalen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Max Aarts & Twan de Regter, Haarbocht Tribune TT Circuit Assen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Pieter Brouwers, Stuff to Make Houses. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Roel Meulendijks & Tim Thole, U-Bahn Vloer. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Marielle Scharff & Annelies Jayani, Reductie CO²-Footprint in Hoogbouw Door Toepassing Van Hout. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Timo Frielink & Monica Suijs, De Tweede Draagweg. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Quinten Laurijsse & Jens Leenders, Breedplaat Engineering. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Tim van Es & Jens Hulsman, De Snelbouw Vloer. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Afstudeeratelier Herbestemming 1: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Bas Roeloffs & Niek Nooijen, De Verplaatsbare Starterswoning. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Erik van de Westeringh & Tijn Linsen, Herbestemming Nijmeegse Tandtechnisch Laboratorium - Frits van Gestel, Hoe is het Proces van Herbestemmen?. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Jan Langerak & Rob den Dekker, Strategisch Verduurzamen Woningbezit van Woningcorporaties - Joost Claassen & Roel Maas, Herbestemming Onze-Lieve-Vrouwe-Van-Den Rozenkranskerk te Schijndel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Kaat van Doremalen, Storytelling Erfgoed & Herbestemming. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Ruud Baudoin & Marco Salmans, Transformatie Oude Philips Bedrijfsschool. . . . . . . . . . . . . . . . - Swen Broeken, Vrijkomende Agrarische Bestemmingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Bram Meijers, Woongebouw Honigcomplex Nijmegen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Joost Padberg & Jorn Huijbers, Pure City Matters. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Naomi de Bruijn & Jordy van Es, Monumenten van de Toekomst. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Stefan Verheij & Gerwin van den Boogaart, Transformatie van een Rijksmonument. . . . . . . . . - Tom de Wildt & Stan Tijsse Klasen, Circulariteit in de Bouw. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Afstudeeratelier LEAN: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Andzelika Jerzynska, Werkdrukverlichting door Digitalisering in de Uitvoering. . . . . . . . . . . . . . - Mitchell Neels, Tracimat De Nieuwe Standaard Voor Sloopwerkzaamheden. . . . . . . . . . . . . . . . . . - Stijn Sannen, Circulair Bouwen Standaard in Nederland?!. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Afstudeeratelier Mensgericht Ontwerpen: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Dean Pelkmans, Circulaire Woonwijk Broekakkers. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Joris Sauvé, Branveiligheid binnen Seniorencomplexen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Koen van Houtum & Huberto van de Wetering, Afval laat je Zien!. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Luck van Gils, Handleiding voor Bouwfysische & Energetisch Herbestemmen. . . . . . . . . . . . . . . - BElanna Vugts, Klimaatinstallaties Musea. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Dorien Anssems & Sanne Schevers, De Zalmhaven. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Luuk Simons, Steelframe Vloer- en Dakpakket. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Dion van Vlerken & Rick van den Biggelaar, Bouwsystemen van de Toekomst. . . . . . . . . . . . . . . - Marieke Schmittmann, Stilte Ruimte. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Afstudeeratelier Ruimtelijk ontwerpen 1 & 2: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Fido Melskens, Belevend Ontwerpen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Jeroen van de Sande & Thomas Hoeven, SEE-D. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Marciano Sangoer & Jim Vereijken, Amsterdam 2.0. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Merel van der Meijden, Het Nieuwe Ontwerp voor de Afgebrande Kerk van Hoek. . . . . . . . . . . - Xavier Pulles & Veerle van Stiphout, Biomimicry: Genetische Architectuur. . . . . . . . . . . . . . . . . - Koen Marcelissen & Danny Ketelaars, De Middenpier. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Remco van den Broek & Willem Evers, WIRE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Femke Eigeman, Ruimte voor de Toekomkst. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Vince Verhaegh & Mathijs de Wit, Toolkit Dementievriendelijk Ontwerpen. . . . . . . . . . . . . . . . . - Anke Thijssen & Tom Schoonwater, De Duurzame Woonoplossing. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Anouk van Strien & Lieke Vullers, Een Twist Met De Tijd Mee. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Amber dHaens & Maarten Heck, Geef Het Verleden Een Nieuwe Toekomst. . . . . . . . . . . . . . . . . - Charlotte Geerts, Winkelleegstand. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Priscilla de Hoogh & Sanne van Haasteren, Duurzaamheid in de Vorm van Natuurbehoud. . . . . . . . . - Ruben Smans & Evelien van Corven, Ecologisch Bouwen Zichtbaar Maken in een Recreatief Gebouw. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Tim van der Lee & Karel Ly, De Omgang met Architectonisch Erfgoed. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Dennis Pas & Jeremy Hakkel, Filmhotel Breda. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Derya Yilmaz, Circulair Schoolpaviljoen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Esmée Dieteren & David Steijger, De Botenloods Laat Je Groeien!. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Thijs Voulon, De Hoge Rug. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Fadia Baabduh & Sem Joosten, De Bijdrage van Architectuur Binnen de Optimale Basisschool DUAAL: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Bart Wilbers - Proces verbeteren begint met een stabiele basis. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Frank Thijssen - Next Level Communicatie met Augmented Reality op de Bouwplaats Binnen Bouwbedrijf Martensbouw. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Jeroen Sinke - Bouwen met BENG. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . BOUWMANAGEMENT & VASTGOED. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Afstudeeratelier Vastgoed 1 & 2 :. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Eugény van de Manakker, Sprong in de Richting van een Energieneutrale Woningvoorraad. . . - Jos Hebing, Big Data in Vastgoed. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Ben de Kok, De Invloed Van Energielabels Op De Waarde Van Kantoorvastgoed. . . . . . . . . . . . - Jolanda Kriellaars, Optimalisatie Van De Klanttevredenheid. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Mark Broers, Verhuisbeweging Binnen De Brabantse Kantorenmarkt. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Tim Broers & Emelie Melman, Met WELL Naar Meerwaarde. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Tim van den Buuse & Thomas Schram, Het Ontwikkelen van een Beoordelingsmodel voor het Zorgvastgoed binnen Stichting Prisma. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Anne de Winter & Zarah Ruijtenburg, Woonambities van Ouderen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Enzo van Bers, Omgaan Met Verouderd Hoogbouwbezit Van Woningbouwcorporaties Richting 2050. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Stijn Schipperen & Jasper Meijs, Richtlijnen Voor Herbestemmen Van Zware Fabriekslocaties - Levi Sarkol & Ilse van Oers, Passend Grondgebonden Woningaanbod voor Een- en Tweepersoonshuishoudens met een laag Inkomen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Lotte Harmeling & Ashly Mangold, Scheiden van Wonen & Zorg. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Bram Visser & Pim van Hulst, Conceptwoning: van tussendoortje tot doorontwikkeld product BOUWTECHNISCHE BEDRIJFSKUNDE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A fstudeeratelier BIM - Lean: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Jimmy van Eijndhoven & Aaron Kwinten, Bouwplaatsmanagement met Behulp van BIM. . . . . - Koen Roelands, Route naar Nul op de Meter. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Koen Smits & Luuk Heuvelmans, Het Reduceren van Knelpunten in de Uitvoeringsfase van CyBe - Maik van Herpen & Desley van Pinxteren, Aanpak voor een Succesvolle Verandering. . . . . . . . 1 4 5 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 107 108 109 110 111 3 | Pagina INHOUD - Roel van Erp & Jan van Hinthum, De Kwaliteit Zoals Beloofd. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Wesley van Herpen, De Ontwikkeling van de Ideale Corporatie Woning. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Loes van Gils & Arlette Dekkers, 4D-Planning Bij Van De Ven Bouw & Ontwikkeling BV. . . . . . A fstudeeratelier Herbestemmen 2: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Joris Derks & Danjella van der Putten, Circulair Meerjaren Onderhoudsplanning. . . . . . . . . . . . - Mark van Asseldonk & Tom Gulden, Het DC van de Toekomst. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Tim Kastelijns & Jan Verkuijlen, Wet Privaat Kwaliteitsborging. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A fstudeeratelier Lean :. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Bjorn Bosma & Stef Lammers, De Weg naar Tevredenheid. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Chiel van Hout & Joris Loeffen, Logistisch Bouwen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Dennis Duijvestijn, Verduurzamen van de Bestaande Vastgoedportefeuille met Prestatie-In dicatoren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Kees de Beer, LEGOliserend Bouwen met Euromac2. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Koen Claassen & Jasper Lodders, Bouwen aan Communicatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Luuk Goos, BENG Concepten voor Gestapelde Woningbouw. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Michiel Willemsz, Proces Inventarisatie en -Optimalisatie binnen de Nieuwbouwafdeling. . . . . - Pieter Cleef, BIM in de Aanbesteding binnen de Bedrijfsorganisatie bij Pellikaan. . . . . . . . . . . . - Rick Bosch, Ketensamenwerking bij een Ontwikkelende Aannemer. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Thijs Mennen & Jorg Luiten, Wijnen-Managementsysteem. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Constatijn Francke, ICB-Proces Onder De Loep. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Eric Rietveld, Een Toekomstbestendig Woningbouwconcept. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Jurgen Zoontjens, De Calculator van de Toekomst. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Noud Wilbers, De Toekomst van het Inkoopproces binnen Bouwbedrijven Jongen. . . . . . . . . . . - Cas Hegeraat, Familieovername met Opvolging binnen de Familie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Afstudeeratelier Mensgericht Ontwerpen: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Laurent Munnik, Geen Vooruitgang Zonder Terugkijken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Afstudeeratelier Vastgoed: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Giel Verberne & Sven van Lierop, Op Weg Naar 2050. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Max Theunissen, Vastgoedbeheer & Meer. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . DUAAL: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Stephan Lammers - Ambitieus of Onhaalbaar CO²-uitstoot voor 35% reduceren. . . . . . . . . . . . CIVIELE TECHNIEK. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Afstudeeratelier BIM - Lean: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Yannick Duijster, Reinforced Collaboration. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Afstudeeratelier Constructief Ontwerpen & Materialen: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Roel Joosten & Yoeri Quik, Mechanische Eigenschappen SMA. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Pjotr de Bode, Onderzoek Haalbaarheid Brugligger van Furaanhars en een Ecologisch Verantwoorde Vezel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Bram Fabrie & Arjan van Rijzingen, VVK als Constructiemateriaal in een Civiel Kunstwerk. . . - Jeroen Heijkoop & Rick Wijnbeek, Ontwerp een Open Tunnelbak in 10 Minuten. . . . . . . . . . . . . - Maarten Kooij, Onderzoek naar Verbeteringen in het HbR Standaard Ontwerp Diepzeekade. . - Dirk Broers & Sven van Es, SuDevo. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Afstudeeratelier Infra: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Bas Severijns & Tom Luites, Wateroverlast Dorst. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Kevin van Dijk & Rick Manders, Het Opstellen van Ontwerpspecificaties. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Remco van de Pas & Lars van den Bosch, Snelfietsroute Tilburg - Oosterhout. . . . . . . . . . . . . . - Tom Goethals & Melvin Geene, Het Creëren van een Draagvlak voor de Werkmethode BIM. . . Afstudeeratelier Management 1: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Jaro Boer & Thomas Kortekaas, Onderzoek Afvalweg. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Levi Niesten, De Groene Loper. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Patrick van Mook & Robin Muit, Inzet Personeel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Robbin van Soest & Tim Derks, Meer Meerwaarde met Beste PKV. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Roel van Mulken, Circulair Ontwerpen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Mark van der Loop & Stef Tiellemans, Leren van Kennis. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Bart de Leeuw & Michiel Burger, Onderzoeksinformatie bij UAV-GC. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Maikel van Balen & Tom Rockat, Reductie van Faalkosten, het Nieuwe Verdienen?. . . . . . . . . . . - Mylan van de Flier, Van Digitaal naar Digitaal 2.0. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Nick Dammers & Niels Hendriks, Stakeholdermanagement. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Job Verhaak & Thijs Swinkels, Optimalisatie Asfalttransport KWS Eindhoven Met Behulp van het ALIS-Systeem. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Afstudeeratelier Management 2: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Dick Elsman, Kostenramen Met Legoblokken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Ivo Schellekens & Michael van Beek, Managen van Projecten met Behulp van KPIs. . . . . . . . . . . . . . - Joyce van den Broek & Bart van de Burgt, Onderzoek naar “Gericht Meten van Faalkosten”. . . - Nick Kentie & Ruben van der Heijden, Afwegingskader bij het Uitbesteden van Beheer en Onderhoud. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Stijn van den Nouweland & Gijs Mutsaers, Van Ambitie Naar Strategische Ontwikkeling. . . . . Afstudeeratelier Waterbouw: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Bas van Schöll & Arko de Wolf, Afwegingsmodel Vitalisatieprojecten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Carlo Visser & Stefan Vervoort, Energie uit Waterkracht in Schutsluis Delden. . . . . . . . . . . . . . . - Luc Strikkleing & Roel van Haandel, Ontwerp Stuw 201C. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Nico Peltenburg & Done Kouwenberg, Advies tot Verbetering Rainproof Toolbox. . . . . . . . . . . . - Ruben van t Hoff & Marnix Cordromp, Transformatiegebied Sloterdijk 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Gijs Silvertant, Verkeersproblematiek in de Burgemeester Thijssenstraat. . . . . . . . . . . . . . . . . . - Koen Ormel & Vincent van Schijndel, Waterbergen op Zoom. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Laurens Visser & Pim van Gils, Onderzoek Naar De Modulaire Grondkering. . . . . . . . . . . . . . . . . - Mike van Heukelum & Sander Ottevanger, Primaire Veiligheid voor Regionale Waterkeringen - Dennis van der Heijden & Ruud van Wijlick, Watermeeneemmethode Waterleidingen. . . . . . . Colofon. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 112 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122 123 124 125 126 127 128 129 130 131 132 133 134 135 136 137 138 139 140 141 142 144 145 146 147 148 149 150 151 152 153 154 155 156 157 158 159 160 161 162 163 164 165 166 167 168 169 170 171 172 173 174 175 176 177 178 179 180 181 182 183 184 185 186 187 4 | Pagina 4 | Pagina KENNISTEAMS Het lectoraat Innovatie Bouwproces & Techniek van Avans Hogeschool richt zich op de veranderende bouwwereld. Professionals in de bouw moeten het basiskamp verlaten en starten met een bergexpeditie. Om tot betere, slimmere en betaalbare perspectieven en mogelijkheden te komen. Zij leveren daarmee een waardevolle bijdrage aan de maatschappelijke behoeften en vragen. In de veranderende bouwwereld is veel winst te behalen. Alternatieven moeten bijdragen aan de kwaliteit van onze toekomstige woon-, werk- en leefomgeving. Nieuwe kennis is nodig en wordt ontwikkeld binnen drie onderzoeksthemas: Green, BIM en Lean. Deze themas zijn met elkaar verbonden en richten zich op het vinden van betere, slimmere en betaalbare oplossingen. De centrale vraag is: “hoe kunnen vraaggerichte bouwprocessen integraal worden vormgegeven, zodat wordt bijgedragen aan het ontwikkelen, realiseren en beheren van een hoge kwaliteit van de leefomgeving (de stad en haar omgeving) duurzaam, weerbaar en leefbaar maken in de tijd?” GREEN: Hoe kunnen innovatieve bouwontwikkelingen op het snijvlak van natuur en techniek vraaggericht en adaptief in de leefomgeving worden toegepast en zorgen voor kwaliteitsverbetering in relatie tot de kernwaarden welbevinden, energie, materialen & water. Verbonden aan dit thema is ook het zelfstandig lectoraat BioBased Bouwen , waarbij duurzame, groene en innovatieve materialen centraal staan. BIM: Hoe kunnen kennisontwikkeling, - deling en -verspreiding bijdragen aan de verbetering van complexe dynamische samenwerkingsvormen en processen in de bouwketen? LEAN: Hoe kunnen bouwprocessen optimaal worden ingericht en continu verbeterd vanuit het toevoegen van klantwaarde en zonder verspillingen (mensen, grondstoffen, tijd, geld, middelen,...) in het proces (van initiatie tot hergebruik)? De beoogde doelstelling is om kennis te verspreiden van nieuwe ontwikkelingen, waar zowel studenten, docenten als het bedrijfsleven iets aan hebben. Ook tijdens het afstuderen is er dus de mogelijkheid voor studenten om gebruik te maken van deze expertisecentrums. Voor meer informatie en voorbeeld projecten: https://www.innovatiebouwprocesentechniek.avans.nl/ https://issuu.com/briljantnet/docs/de_verbinding_-_emile_quanjel 5 | Pagina 5 | Pagina BOUWKUNDE ARCHITECTUUR, BOUWTECHNISCH ONTWERPEN & CONSTRUCTIEF ONTWERPEN 6 | Pagina 6 | Pagina BOUWKUNDE De bouwwereld verandert flink. Dat vraagt om een nieuwe generatie bouwkundigen. Die klaar zijn voor de toekomst, multidisciplinair samenwerken, out-of-the-box denken en innovatief zijn. Daarom leren wij studenten anders om te gaan met energie, materialen en grondstoffen. We laten ze nadenken over de kwaliteit van de gebouwde omgeving, biobased materials en slim hergebruik van bestaande gebouwen. Zo geven wij hen met onze opleidingen in Tilburg en s-Hertogenbosch een goede basis voor een succesvolle toekomst in de bouw. Tijdens hun opleiding groeien studenten uit tot professionals op het gebied van Architectuur, Bouwtechnisch Ontwerpen of Constructief Ontwerpen. De opleiding Na het propedeusejaar zijn de studenten de bouwplaats opgegaan. Tijdens een oriënterende stage hebben zij ervaren wat daar dagelijks gebeurt. De huidige afstudeerders hebben zich in de hoofdfase van de opleiding gericht op één van de profielen Architectuur, Bouwtechnisch Ontwerpen of Constructief Ontwerpen. In het derde jaar lopen studenten een beroepsspecifieke stage, bijvoorbeeld bij een architectenbureau, een adviesbureau voor bouwtechnisch ontwerpen of constructies. In het vierde jaar kiezen zij een minor. Daarmee verdiepen zij zich verder in het vakgebied of verbreden juist hun blik. Bijvoorbeeld Architectuur, Bouwen met Zorg (Design For All), Bestaande Bouw of Internationaal Ondernemerschap. Het laatste halfjaar studeren zij af in de beroepspraktijk. Het afstuderen vindt plaats in duos in een afstudeeratelier, waarbij een aantal studenten rondom een thema is gegroepeerd. Het atelier biedt ruimte om kennis te delen en van elkaar te leren. Cursussen, trainingen en projecten De studieblokken zijn ingevuld geweest met cursussen, trainingen en projecten. Studenten hebben lessen gevolgd in bouwmethoden, binnenmilieu, architectuurgeschiedenis of construeren in staal. Met vaardigheidstrainingen bekwaamden zij zich onder meer in 3D visualisatie of communicatie. In projecten zijn ze aan de slag gegaan met een praktische casus. Ze deden onderzoek of voerden groepsopdrachten uit om een echt beroepsprobleem aan te pakken. Onze afstudeerders hebben in hun eerste jaar hun tanden gezet in vier projecten. Eerst een analyse van een wijk en een voorstel voor de ideale wijk in de toekomst - het project Nederland 2030. Daarna maakten zij een duurzaam en een technisch ontwerp voor een woning. Tot slot presenteerden zij een plan voor de uitvoering van woningbouw. In de hoofdfase werden de projecten toegespitst op de specialisatie. Bijvoorbeeld het ontwerpen en specificeren van een symbolische ruimte. Of het technisch ontwerp van een kantoorgebouw met hal en een herbestemmingsproject. In het project Integraal Ontwerp Woongebouw kwamen Architectuur, Bouwtechnisch Ontwerpen en Constructief Ontwerpen weer samen. Bouwkunde is een samenspel van ruimtelijk inzicht, technische kennis en gevoel voor vormgeving. Dat ziet u terug in de vaak mooie beroepsproducten die studenten opleveren. In deze bundel presenteren de studenten u hun afstudeerwerk. 7 | Pagina 7 | Pagina BIM - LEAN Het BIM atelier bestaat uit een groep solo en duo afstudeerders (CT, BOU en BTB) die vanuit een gezamenlijke interesse en raakvlakken in onderzoeksvragen hun afstudeerperiode gaan afronden. Op basis van hun eigen onderzoeksvraag gaan de studenten aan het werk, waarbij het atelier de mogelijkheid biedt om: kennis te delen, te sparren, samen te werken, te netwerken en daarnaast efficiënt en effectief te werken. Bovenstaande zorgt ervoor dat Avans maximaal faciliteert zodat de studenten het beste uit hun onderzoek kunnen halen. De studenten in het BIM atelier werken aan uiteenlopende vraagstukken. Er zijn bedrijfsbijeenkomsten georganiseerd, congressen bezocht en er is met elkaar gesproken en (positief) kritisch naar elkaars werk gekeken met het doel om van elkaar te leren en elkaar te ondersteunen in het afstudeertraject. De onderwerpen zijn erg uiteenlopend en wij zien dat het BIM atelier een kapstok is voor onderzoeken die te maken hebben technisch onderzoek doen naar softwareproblemen alsook veranderingen die BIM teweeg brengt binnen cultuur en structuur van bedrijfsorganisaties. 8 | Pagina 8 | Pagina BOUWKUNDE 9 | Pagina 9 | Pagina BOUWKUNDE Jeffrey vos E: jeffrey-013@live.nl Bouwkunde | BIM Afstudeerbedrijf/begeleider Casper Heine, Vogels Bouwmanagement E: info@vogels.nu Afstudeerbegeleiders Johan Vreede & Theo van Deursen Welke koppeling aan Revit draagt bij aan positieverbetering op korte termijn en wat is nodig voor de invoering daarvan ?” Aan de hand van deze onderzoeksvraag is het onderzoek gestart. Er zijn 4 soorten koppelingen onderzocht (Clash Detection, 4D plannen, 5D calculeren & visualiseren) die in verschillende fases van het bouwtraject voor Vogels Bouwmanagement van meerwaarde zouden kunnen zijn om een volgende stap te zetten bij het BIMMEN. (zie diagram) Nadat er uit die 4 koppelingen eentje is overgebleven is het visualisatieprogramma Lumion uiteindelijk als advies meegegeven om toe te passen binnen het bedrijf. Calculatie Modeleren in Revit is nog maar het begin! 10 | Pagina 10 | Pagina BOUWKUNDE Implementatie van BIM binnen Kragten BIMkragt is een samenvoeging van BIM en Kragten. Kragten wil bij haar projecten graag de kracht van BIM inzetten. Om deze reden is de vraag gesteld om onderzoek te doen naar de implementatie van BIM binnen Kragten. Bij Kragten wordt het merendeel van de projecten nog op een traditionele manier benaderd. Bij een aantal projecten wordt een poging gedaan tot werken met BIM, maar dit gaat nog niet optimaal. Hieruit blijkt dat Kragten het gebruik van BIM nog onvoldoende ontwikkeld heeft. Kragten wil BIM standaard gaan gebruiken in de toekomst. Daarom is de volgende doelstelling opgesteld: Het ontwikkelen van een goede methode voor de aanpak van projecten met BIM . Om die doelstelling te kunnen behalen is de volgende hoofdvraag opgesteld: Wat is de optimale manier om BIM te gebruiken bij Kragten door middel van een draaiboek? . Uit de interviews is gebleken dat de kartrekkers bij Kragten de enige zijn die iets van BIM af weten. Zij erkennen dat de kennis bij de overige medewerkers er niet of nauwelijks is. Dit komt ook naar voren bij de resultaten van de enquête. Iedereen denkt te weten wat BIM is en wat de mogelijkheden zijn, maar bij het doorvragen komt naar voren dat de kennis bij de geïnterviewde personen maar gering is. Dit wordt nogmaals bevestigd wanneer er wordt gekeken naar de resultaten van de BIM maturity test. Er wordt weinig tot niks met BIM gedaan. Daarnaast is een groot probleem dat BIM altijd ondergeschikt blijkt te zijn aan de lopende projecten. Kragten heeft geen medewerkers die zich voor het grootste gedeelte van de tijd bezig houden met de implementatie van BIM, wat ervoor zorgt dat de implementatie van BIM niet van de grond komt. Om BIM optimaal te gebruiken binnen Kragten moet een zestal stappen worden doorlopen. Deze implementatiestappen zorgen voor een meer gestructureerde aanpak voor het gebruik van BIM. Van deze zes stappen zijn de eerste twee het belangrijkst. Met deze twee stappen wordt namelijk een oplossing gecreëerd voor de twee grootste problemen binnen Kragten. Met de eerste stap wordt een BIM - werkgroep gecreëerd, die na het opstellen van de visie en doelstellingen, de gehele implementatie voor haar rekening gaat nemen. De tweede stap richt zich voornamelijk op het creëren van awareness binnen de organisatie. Het is hierbij vooral van belang dat men snapt waarom de verandering belangrijk is en wat de mogelijkheden zijn met BIM. Afstudeerders Opleiding Begeleiders BIM - atelier Bedrijfsbegeleiders Kelly de Laat Bouwkunde (COB) Ir. J.H.A. Vreede M.H.C. Feller Hymke Schmetz Civiele Techniek (CTO) T. van Deursen E. Winter 11 | Pagina 11 | Pagina BOUWKUNDE Bouwbedrijf van Schijndel: Jacco van den Broek Bedrijfsbegeleider Begeleiders Avans hogeschool: Theo van Deursen Johan Vreede Van Schijndel, de weg van A naar BIM Aanleiding: Binnen de bouwketen is er steeds meer aan- dacht voor het gebruik van BIM. BvS werkt mo- menteel nog met de tra- ditionele 2D manier van werken, maar staat open voor innovaties. Een van deze innovaties is het implementeren van BIM. Zelf denkt de directie en de BIM-werkgroep dat de eerste stap naar het werken met BIM bin- nen het bedrijf, bij de werkvoorbereiding ligt. Probleemsteling: Op dit moment loopt de implementatie van BIM op de werkvoor- bereiding binnen BvS niet naar behoren en is het niet inzichtelijk welke stappen er geno- men moeten worden. Doelstelling: Een advies uitbren- gen over hoe BIM het best geïmplementeerd kan worden op de af- deling werkvoorberei- ding, om in 2 jaar op een gewenst en realis- tisch niveau te komen. Welke stappen dienen er gezet te worden door de directie en de werkvoorbereiders om binnen twee jaar op een realistisch en gewenst BIM-niveau te zitten op de werkvoorbereiding? Studenten: Paul Raaijmakers Maik van Zutphen Opleiding: bouwkunde Profiel: bouwtechnisch ontwerpen Afstudeeratelier: BIM De implementatie van BIM op de afdeling werkvoorbereiding STAP 1 NOODZAAK CREËREN PILOT PROJECT Presentatie BIM-werkgroep Management ondersteuning GROEPSGESPREK PRESENTATIE BIM- WERKGROEP GEBREK AAN URGENTIE STAP 8 BORGEN VASTLEGGEN TERUGVALLEN in het oude gedrag BIM-EXPERT BIM PROTOCOL STAP 7 NIET VER- SLAPPEN DOORZETTEN ZOEKEN NAAR VERBETERSLAGEN GEVOEL VAN URGENTIE BEHOUDEN ONTWIKKELINGEN RONDMAILEN BIM- WERKGROEP URGENTIE VERDWIJNT STAP 6 DOELSTELLING VIEREN PDCA, DOELSTELLINGEN EVALUEREN & WAAR NODIG BIJSTELLEN FEEDBACK SESSIE Bedrijfsmagazine BIM-EXPERT TE LANG WACHTEN MET VIEREN DOELSTELLINGEN GEVIERDE DOELSTELLINGEN NIET COMMUNICEREN KORTE TERMIJN SUCCESSEN CREËREN EN VIEREN STAP 4 VISIE & DOELSTELLING PRESENTEREN BIM STIMULEREN PRESENTEREN BEDRIJFS- MAGAZINE DIRECTIE ONJUISTE COMMUNICATIE SLECHT VOORBEELD DOOR KARTREKKERS VISIE COMMUNICEREN EN ENTHOUSIASMEREN STAP 5 SOFTWARE BESCHIKBAAR STELLEN - CURSUSSEN PROCESSEN & TAKEN VASTLEGGEN TRAININGEN CURSUSSEN INTERVISIE DIRECTIE & BIM- EXPERT TE WEINIG MIDDELEN BESCHIKBAAR MEDEWERKERS IN STAAT BRENGEN TE VERANDEREN STAP 3 VISIE & STRATEGIE ONTWIKKELEN VISIE & DOELSTELLING FORMULEREN VASTLEGGEN IN DOCUMENT DIRECTIE & BIM- WERKGROEP VISIE TE VAAG VISIE TE GECOMPLICEERD DOELSTELLINGEN NIET SMART STAP 2 LEIDEND TEAM VORMEN TAKEN BIM-WERKGROEP VASTSTELLEN & BIM-EXPERT MEER TIJD GEVEN WERKOVERLEG NOTULEREN DIRECTIE & BIM- WERKGROEP STAPPEN VERANTWOORDELIJK ACTIE COMMUNICATIE BARRIÈRES TE WEINIG TIJD voor BIM-expert ONDUIDELIJKE TAAKVERDELING LEIDERSCHAPSKWALITEITEN 12 | Pagina 12 | Pagina BOUWKUNDE 13 | Pagina 13 | Pagina BOUWKUNDE Hoe kan Hooijen projecten in Revit LT uitwerken zonder kwaliteitsverlies ten opzichte van AutoCad, waarbij het 3D-model voldoet aan BIM-eisen? Van AutoCad naar BIM met Revit LT BIM Auteur: Rens de Greef Opleiding: Bouwkunde Uitstroomprofiel: Constructief ontwerpen Opdrachtgever: Hooijen Konstruktiebureau B.V. Afstudeer atelier BIM / LEAN 1 e Begeleider: Michiel Tiggeloven 2 e Begeleider: Martijn Arnoldussen 30% tijdswinst minder kans op bouwfouten sneller detailleren 14 | Pagina 14 | Pagina BOUWKUNDE BOB BIMMEND ONDERHOUD EN BEHEER Auteurs: Rick van Grinsven 2087509 Jos Ondersteijn 2082384 Bedrijfsbegeleider: ir. Joost W.J. van de Koppel Afstudeerbedrijf: Hendriks Bouw en Ontwikkeling Functie: BIM-manager Afstudeerbegeleider: ir. Martijn Arnoldussen Onderwijsinstelling: Avans hogeschool Functie: Docent Opleiding: Bouwkunde, Technisch Ontwerpen BIM/LEAN Het probleem is: dat een facility manager tussen de 10 en 30% van de tijd spendeert aan enkel het zoeken en managen van informatie (Kloet & Boeve, 2014). Het doel van dit onderzoek is: de tijd die een facility manager spendeert naar het zoeken van informatie te reduceren middels BIM. Casus 1 Casus 2 Casus 3 22 min en 31 sec 14 min en 34 sec 14 min en 54 sec Gemiddelde tijd per klacht: 17 minuten en 20 seconden Resultaten traditionele methode Casus 1 Casus 2 Casus 3 11 min en 46 sec 4 min en 30 sec 5 min en 06 sec Gemiddelde tijd per klacht: 7 minuten en 7 seconden Resultaten methode met Solibri Om een tijdsreductie aan te tonen is een casus opgesteld. Middels deze casus is de huidige methode naar het zoeken van informatie getoetst hiervoor is geklokt hoelang het duurt om bepaalde informatie te vinden. Deze methode naar het zoeken naar informatie in met een mappen structuur zoals iedereen hem kent. Daarnaast is de informatie die in deze mappen staat opgeslagen, verwerkt in een BIM-model en is opnieuw getest hoelang het duurt om deze informatie te vinden met gebruik van Solibri. Hieronder staan de resultaten van deze test weergeven. Daaruit is te concluderen dat een tijdwinst is te behalen door goed gevulde BIM-modellen 15 | Pagina 15 | Pagina BOUWKUNDE Onderwijsinstelling Avans Hogeschool s -Hertogenbosch Atelier BIM/LEAN Michiel Tiggeloven & Martijn Arnoldussen Gastbedrijf Van Wijnen Zuid, Rosmalen Carl Dolmans Richard van der Burgt, Berend Prinsen Afstudeeronderzoek Taakgerichte werkinstructies Hoe het proces moet veranderen Tim van Geffen & Dirk Straatman Opleiding HBO Bouwkunde Bouwtechnisch ontwerp Januari 2018 Onderzoekscasus TU/e Atlas © TEAM RSVP Taakgerichte werkinstructies Hoe het proces moet veranderen Probleem De huidige informatieoverdracht naar de bouwplaats kan beter. De huidige tekeningen voldoen niet meer aan de informatiebehoefte van het bouwplaatspersoneel. BIM komt niet tot zijn recht op de huidige werkinstructies. Hoofdvraag Wat is er voor nodig om efficiënt taakgerichte werkinstructies op te stellen, op basis van de informatiebehoefte van het bouwplaatspersoneel en wat kan BIM daarin betekenen? Resultaat Een nieuw proces, wat gezien kan worden als standaard werkmethodiek. Op basis van de informatiebehoefte van het bouwplaatspersoneel worden taakgerichte werkinstructies opgesteld. Op deze taakgerichte werkinstructies kan meer specifieke informatie getoond worden, waardoor het BIM-model beter tot zijn recht komt. Door het gebruik van een standaard database groeit de kennis, wat zorgt voor een steeds betere beantwoording van de informatiebehoefte. 16 | Pagina 16 | Pagina BOUWKUNDE Bedrijfsbegeleider: P. van Meijl 1e begeleidende docent: T. van Deursen 2e begeleidende docent: M. Rutten Afstudeerder: W. van Dinther Opleiding: Bouwkunde BTO Atelier: BIM/LEAN Aanleiding Vraag Mogelijke oplossing BIM is nauwelijks zichtbaar op de bouwplaats Past TWI binnen Heijmans Wonen? Taakgerichte werkinstructies BIM naar de Bouwplaats met TWI Onderzoek Taakgerichte werkinstructie op A3 Complexiteitsdenken BIM Systems Engineering TWI Huidige contractstukken Communicatie Software Mensen Mensen Overtuiging TWI opstellen in de praktijk Implementatieplan opstellen Deskresearch Deskresearch Deskresearch Deskresearch Desk-/Field-research AHP-methode Interviews Interviews Deskresearch Fieldresearch N.v.t. 17 | Pagina 17 | Pagina BOUWKUNDE BIM Model voor Beheer en Onderhoud Afstudeerder : Jasper van Casteren Student nummer : 2080406 Opleiding : Bouwkunde Uitstroomprofiel : Bouwtechnisch Ontwerpen (BTO) Opdrachtgever : bv3projectsupport Bedrijfsbegeleider : Reinier Barends 1 e Afstudeer begeleider : Maarten Rutten Afstudeeratelier : BIM en LEAN Nummer Hoofdstuk Locatie Omschrijving Hoeveelheid Prijs per eenheid Startjaar Cyclustijd Fondscode Urgent Opmerkingen Score SI Score TI Score totaal 1 Inleiding n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. Tekst kan worden geimporteerd 0,50 n.v.t. 0,50 2 Doel n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. Tekst kan worden geimporteerd 0,50 n.v.t. 0,50 3 Rapportage n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. Tekst kan worden geimporteerd 0,50 n.v.t. 0,50 3.1 Beschrijving van de gebouwen en algemene n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. Tekst kan worden geimporteerd 0,50 n.v.t. 0,50 3.2.1. Gevels 0,5 1 0,5 0 0 0 0 0 0,67 0,00 0,33 3.2.2. Buitenkozijn 0,5 1 0,5 0 0 0 0 0 0,67 0,00 0,33 3.2.3. Daken en goten 1 1 1 0 0 0 0 0 1,00 0,00 0,50 3.2.4. Buiten schilderwerk 0,5 0,5 1 0 0 0 0 0 0,67 0,00 0,33 3.3.1. Wanden 0,5 1 1 0 0 0 0 0 0,83 0,00 0,42 3.3.2. Vloeren 1 1 1 0 0 0 0 0 1,00 0,00 0,50 3.3.3. Plafonds 1 1 1 0 0 0 0 0 1,00 0,00 0,50 3.3.4. Binnen kozijnen 1 1 1 0 0 0 0 0 1,00 0,00 0,50 3.3.5. Binnen schilderwerk 0,5 0,5 1 0 0 0 0 0 0,67 0,00 0,33 3.4.1. Klimaat 0,5 1 1 0 0 0 0 0 0,83 0,00 0,42 3.4.2. Gas-Water-Sanitair 0,5 1 1 0 0 0 0 0 0,83 0,00 0,42 3.4.3. Afvoer voorzieningen 0,5 1 1 0 0 0 0 0 0,83 0,00 0,42 3.4.4. Elektra 0 0 0 0 0 0 0 0 0,00 0,00 0,00 3.4.5. Transport 0 0 0 0 0 0 0 0 0,00 0,00 0,00 3.4.6. Beveiliging 0 0 0 0 0 0 0 0 0,00 0,00 0,00 3.5. Terrein 0 0 0 0 0 0 0 0 0,00 0,00 0,00 4. Toelichtingen rekenblad 0,5 1 1 0 0 0 0 0 Incompleet 0,83 0,00 0,42 5. Opmerkingen / logboek n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. Tekst kan worden geimporteerd 0,50 n.v.t. 0,50 Totaal 0,57 0,80 0,80 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 n.v.t. 0,61 0,00 0,30 Revit model Simon Building Structuur MJOP Standaard informatie Revit Toe te voegen informatie Revit Scores 18 | Pagina 18 | Pagina BOUWKUNDE Kan de opdrachtgever geen keuze(s) maken of twijfelt hij? VR kan ervoor zorgen dat dit makkelijker gaat. Het zorgt namelijk voor verheldering, ruimtelijkheid, beleving, verfjning en een integraal beeld. 1 2 3 5 4 6 7 Planvoorbereider: gegevens model verzamelen voor keuze opties (tekeningen, afmetingen, materialen e.d.) en de gevolgen van de keuzes voor geld, tijd en kwaliteit inzichtelijk maken. Planvoorbereider: modelleur opdracht geven voor het modelleren van de keuze opties met alle verzamelde informatie in stap 2. Stuurt ook de Lijst eisen model naar de modelleur. Modelleur: Revit- of SketchUp-bestand leveren aan de planvoorbereider. Planvoorbereider: plannen VR-sessie met de opdrachtgever. Planvoorbereider: controleren Checklist VR-sessie en actiepunten uitvoeren die nog niet gedaan zijn. Planvoorbereider en opdrachtgever: VR-sessie wordt gehouden. Gebruik de instructievideo voor het opbouwen van de VR-bril en de handleiding voor het gebruik van de software Enscape. � Wanneer gebruik je VR in de planvoorbereiding? 8 Planvoorbereider: maakt verslaglegging van de VR-sessie met 3D panoramas (zie handleiding Enscape). Borgt hierin de gemaakte keuze(s) en koppelt dit terug aan de opdrachtgever. Verwachtingen van de opdrachtgever worden beter gemanaged Titel: X-Reality in de bouw Namen: Marlou Kellenaers & Nikita Derks Opleiding: Bouwkunde Uitstroomprofel: Bouwtechnisch ontwerpen Opdrachtgever: Stam + De Koning Naam afstudeeratelier: BIM/LEAN Begeleiders: Theo van Deursen en Maarten Rutten Keuze gevelmateriaal Keuze verdiepingshoogte 19 | Pagina 19 | Pagina BOUWKUNDE 20 | Pagina 20 | Pagina BOUWKUNDE EEN WATERDICHT MODEL VOOR ONDERHOUD De implementatie van BIM in de beheer- en onderhoudsfase van het bouwproces Afstudeerder: Ruben Kant Afstudeerbedrijf: Slokker Bouwgroep 1 e begeleider: Maarten Rutten Studentnummer: 2088513 Bedrijfsbegeleider: Arjan Suijkerbuijk 2 e begeleider: Theo van Deursen De laatste jaren wordt binnen de bouwnijverheid steeds vaker gewerkt op basis van de Design, Build & Maintain contractvorm. Dit is een geïntegreerde contractvorm waarbij ontwerp, uitvoering en onderhoud door één opdrachtnemer wordt uitgevoerd. Slokker Bouwgroep B.V. vestiging Breda wil van meerwaarde zijn voor haar opdrachtgevers door meerjaren onderhoud toe te voegen aan haar primaire proces. Sinds 2017 is BIM het voornaamste gereedschap voor de afdelingen die werkzaam zijn in de ontwerp- en realisatiefase binnen Slokker Bouwgroep B.V. vestiging Breda. De vraag is hoe deze innovatie ook ondersteuning kan bieden aan de werkzaamheden die uitgevoerd worden in de beheer- en onderhoudsfase. Probleemstelling Middels dit onderzoek wordt een methode ontwikkeld om het model, dat is opgezet in de ontwerp- en uitvoeringsfase, efficiënt te gebruiken in de beheer- en onderhoudsfase van het bouwproces. In dit onderzoek is antwoord gegeven op de volgende onderzoeksvraag: Hoe moet Slokker Bouwgroep B.V. vestiging Breda BIM implementeren in de beheer- en onderhoudsfase, zodanig dat er in deze fase efficiënt gewerkt kan worden? Doelstelling Om BIM doeltreffend te implementeren in de beheer- en onderhoudsfase moet het model voldoen aan de vastgestelde criteria. Onder deze voorwaarden is het model in deze fase uiterst geschikt voor het uitvoeren van de volgende werkzaamheden. Ten eerste dient BIM als belangrijkste informatiedrager en wordt het model gebruikt om informatie over te dragen van de realisatiefase naar de beheer- en onderhoudsfase. Vervolgens worden alle vormen van onderhoud gecoördineerd en uitgevoerd vanuit BIM. Ten slotte zal de, in de beheer- en onderhoudsfase, vergaarde kennis door middel van het model overgedragen worden naar de ontwerpfase van een volgend project. Door de omschreven parameters toe te voegen kunnen de werkzaamheden met behulp van BIM efficiënt uitgevoerd worden en het informatieverlies geminimaliseerd worden. Conclusie Het wordt aanbevolen om het uitgewerkte Proof of Concept als basis te gebruiken en aan de hand daarvan een pilotproject uit te voeren. Hierdoor doet de organisatie stapsgewijs ervaring op met BIM in de beheer- en onderhoudsfase. Dit geeft het personeel de kans om te leren hoe de verschillende vormen van onderhoud met behulp van BIM uitgevoerd kunnen worden en wat de meerwaarde hiervan is. Op deze manier kan de organisatie BIM geleidelijk implementeren in de beheer- en onderhoudsfase van het bouwproces. Door proactief onderhoud in combinatie met BIM toe te voegen aan het primaire bedrijfsproces van de organisatie, kan Slokker Bouwgroep B.V. vestiging Breda ook in de huidige markt van meerwaarde zijn voor haar opdrachtgevers. Aanbevelingen 21 | Pagina 21 | Pagina BORDERLESS ENGINEERING 22 | Pagina 22 | Pagina BOUWKUNDE 14/6/2018 Dit document omvat persoonlijk reflecties op het afstudeerproject Hamid Soleimani ( Havo ) Bouwkunde Simba Nature Protection and Education Foundation studio Borderless Engineering Heer Joost Evers & Michiel Smits Simba Nature Protection and Education Foundation A NIMAL SHELTERS / DOG TRAINING CENTERS / MEDICAL CENTERS I N Y AZD ( I RAN ) 23 | Pagina 23 | Pagina BOUWKUNDE Orkaan- en aardbevingsbestendige bouwproducten van beton op Sint-Maarten Voor het afstudeeronderzoek hebben wij een deel van het onderzoek gedaan op Sint- Maarten. We hebben hier gekeken naar de aanwezigheid van betonproducten. Aan de hand hiervan hebben wij de volgende onderdelen uitgewerkt: - Literatuuronderzoek - Marktanalyse - Concept ontwikkeling - Uitwerking van productie- en toepassingsmogelijkheden en de financiële gevolgen. Afstudeerders: Jasmijn de Groot Suzy Kroot Opleiding: Bouwkunde Opdrachtgever: BuildtoImpact/Concreet Projectmanagement 1 ste begeleider: Dhr. Evers 2 e begeleider: Dhr. Smits 14 juni 2018 24 | Pagina 24 | Pagina BOUWKUNDE Knowledge Exchange during Self-Recovery in Nepal Company Company: TU Eindhoven Contact person: Eefje Hendriks E-mail: e.hendriks@tue.nl Phone: +31 (0) 6 29129801 Studentinfo Student: Ranon Caris E-mail: rkrcaris@avans.nl Phone: +31 (0) 6 53130743 Student number: 2089784 Education: Construction Management and Engineering Supervising teachers: Michiel Smits and Joost Evers Atelier: Borderless Engineering 25 | Pagina 25 | Pagina BOUWKUNDE FLOOD RESISTANT HOUSING IN BELEDWEYNE, SOMALIA SUAD AADEN - 2094080 MENTORS : Ir. Michiel Smits (Msc) Ir. Joost Evers (Msc) BUSINESS SUPERVISOR: Ir. A.W. Hersi COMPANY: Hersi Construction co. BACHELOR SCRIPT ARCHITECTURE & ENGINEERING 26 | Pagina 26 | Pagina CONSTRUCTIEF ONTWERPEN Aandachtspunten binnen het atelier Constructief ontwerpen lagen bij de implicaties van 3D-rekenmethodieken in samenwerking met 3D-tekenmethodieken (o.a. Revit), bij heroverwegingen van cementgebruik (ongebonden cementsteen) en de impact daarvan op de betonindustrie, bij ontwerpmogelijkheden van recycling en herbestemming van (constructief) vastgoed in zijn algemeenheid, in het bijzonder in het project herbestemming Zwijssencollege Veghel (met hergebruik van bestaande constructieonderdelen), en bij onderzoek voor het zoveel mogelijk prefabriceren van funderingsonderdelen, met ontwerptechnische en rekentechnische gevolgen. Alle onderwerpen hebben zowel een specialistische / rekentechnische insteek als ook een ontwerptechnische insteek, (d.w.z. qua toepassingsgebied) waarbij het belang van het onderzoek voor het vakgebied aangegeven wordt. Kennisvergroting heeft vooral plaatsgevonden door specialistische begeleiding vanuit het bedrijfsleven en uitgebreide literatuurstudie. Alle onderwerpen zijn maatschappelijk en economisch bewust uitgewerkt. 27 | Pagina 27 | Pagina BOUWKUNDE Student Daniël de Wit Studentnummer 2081060 Opleiding Bouwkunde Uitstroomprofiel Constructief ontwerpen Afstudeeratelier Constructief ontwerpen 1 e studiebegeleider Ir. M.H.M. van Nielen 2 e studiebegeleider Ir. A.W.A.M.J. van den Bogaard Afstudeerbedrijf Verhoef Funderingstechnieken Afstudeerbegeleider Ing. A. Verhoef Reductie paalklassefactoren funderingspalen Waar draait het om? - Olivierpaal Extra kosten 30% reductie paalklassefactor voor de puntweerstand Verlies 20-35% paaldraagvermogen Grotere kans op risico bij uitvoering verbeteren factoren? Proefbelasten! Nieuwe eisen proefbelasten Oude proefbelastingen onbruikbaar? Afhankelijk van grondopbouw Olivierpaal 28 | Pagina 28 | Pagina BOUWKUNDE 29 | Pagina 29 | Pagina BOUWKUNDE Stuff to make houses Bouwkunde (COB) Constructief Ontwerpen Auteur: Brouwers Pieter L. E. Opdracht gever: Center of Expertise Biobased Economy Begeleiders: ing. van Nielen Michael H.M. PMSE ir. van den Bogaard Andre W. A. M. J. Bedrijfsbegeleider: ir. van de Wetering John W. N. Inleiding De opwarming van de aarde is een wereldwijd probleem. De zeespiegel stijgt en extreme droogte neemt toe. De kans op bosbranden en overstromingen wordt dus steeds groter. In 2000 onderzocht Elsevier Science dat de zeespiegel de afgelopen eeuw al tussen de 10 en 25 cm is gestegen, door de smeltende poolkappen. Uit het onderzoek “Meten is weten in de Nederlandse bouw” in opdracht van Bouwend Nederland blijkt dat 5% van de CO2 uitstoot in Nederland door bouw en sloopwerkzaamheden komt. De bouwmaterialen zelf zijn vaak ook niet erg gezond. Dit resulteert ook in ongezonde gebouwen waarin mensen onbewust ziek worden. Door op een gezonde en bewuste manier te bouwen kunnen deze problemen drastisch verminderd worden. In mijn onderzoek heb ik een gemaakt voor een prefabriceerde biobased gevelelement. De isolerende kern van het element zal bestaan uit kalkhennep Wat is kalkhennep Kalkhennep wordt gemaakt van de houtdeeltjes van de industriële hennep plant. Deze vezels worden gemengd met water, hydraulische kalk en luchtkalk. Kalkhennep is een zelfdragend isolatiemateriaal met een aantal bijzondere eigenschappen. De kalkhennep heeft een thermische traagheid of te wel een warmte regulerend vermogen. Dit komt doordat de kalkhennep vocht kan bufferen uit het binnenklimaat. Als het water warmer wordt kan kalkhennep tijdelijk de warmte opslaan. Door de poriën van het hennephout transporteert het vocht zich. Hierdoor ontstaat een vochtregulerend vermogen. Het is belangrijk dat de luchtvochtigheid van het binnenklimaat tussen de 40 en 60% blijft. Bij deze luchtvochtigheid is de kans op schimmels, bacteriën en andere ziektekiemen het kleinst. Deze eigenschappen kunnen bestaan, omdat het materiaal dampopen is. Pakket van eisen Het pakket van eisen bestaat uiteraard uit de minimale regels van het bouwbesluit. Ik heb interviews gehouden bij woningcorporaties om input te krijgen voor het ontwerp. Ook is er een aantal eigen ambities aan toegevoegd. Zo moet het element zo dampopen mogelijk zijn zodat de bijzondere eigenschappen van de kalkhennep bewaard blijven. Ontwerp Het prefab gevelelement zal bestaan uit een houten raamwerk, zoals bekend is van het houtskeletbouw. De binnenplaat wordt gemaakt van magnesiumboard. Dit raamwerk wordt vervolgens vol gestort met kalkhennep. De binnenzijde zal afgewerkt worden met stucwerk of tegels en aan de buitenzijde komt nog een houtvezelplaat. Dit kan daarna afgewerkt worden met houten rabatdelen. De kosten van het element zijn ongeveer gelijk aan het gemiddelde voor een m² gevel. Dit betekent dus dat duurzaam bouwen niet perse duurder hoeft te zijn dan traditioneel. 30 | Pagina 30 | Pagina BOUWKUNDE U-Bahn Vloer Productie Doorsnede U-Bahn vloer gewichtsbesparend & stempelvrij Auteurs: Roel Meulendijks 2089251 Tim Thole 2069710 Opleiding: Bouwkunde Avans Hogeschool Begeleiding: WSM Engineering Dirk Derikx Avans Hogeschool André van den Bogaard Michael van Nielen De U-Bahn vloer is een voorgespannen, gewichtsbesparende breedplaatvloer die niet onderstempeld hoeft te worden. Deze vloer wordt voornamelijk toegepast in de utiliteitsbouw. De vloer hoeft niet onderstempeld te worden dat zorgt ervoor dat deze vloer financieel interessant is, want geen onderstempeling betekent minder arbeidsuren dus minder arbeidskosten. In deze scriptie zijn de verschillende varianten van de U-Bahn vloer berekend, is het productieproces in kaart gebracht en is de vloer vergeleken met de concurrenten kanaalplaatvloer en breedplaatvloer. Het vergelijken met andere vloersystemen is gedaan op praktisch gebied zodat er projectgebonden vlot gezien kan worden of de U- Bahn geschikt is voor een specifiek project. Daarnaast is er ook vergeleken op de constructieve mogelijkheden van de vloer. Welke overspanning kan hij aan en hoe dik wordt de vloer dan? Deze constructieve mogelijkheden zijn in kaart gebracht door gebruik te maken van computerprogramma RSligR. De betrouwbaarheid van dit programma is getoetst door het te controleren met handberekeningen. De conclusie hieruit was dat het programma betrouwbaar is, want de uitkomsten kwamen overeen. Samenvatting 31 | Pagina 31 | Pagina BOUWKUNDE REDUCTIE CO2-FOOTPRINT IN HOOGBOUW DOOR TOEPASSING VAN HOUT Momenteel denken er steeds meer mensen en organisaties actief aan duurzaamheid en het terugbrengen van de CO 2 . De jaarlijkse CO 2 emissie in Nederland is wel 167 miljoen ton (CBS, 2017) en moet drastisch verlaagd worden, wil Nederland voldoen aan het Kyoto protocol. In de bouw kan er nog veel gewonnen worden op de CO 2 emissie, door te focussen op de constructiematerialen, met name in de hoogbouw. De constructiematerialen vormen circa 60% van de materialen van een gebouw, evenals 60% van een CO 2 -Footprint. Door toepassing van het hout in de constructie de CO 2 -footprint van een gebouw verlaagd worden. Marielle Scharff & Annelies Jayani Bij de bepaling van de ideale doorsnede zijn er enkele belangrijke punten waarmee rekening is gehouden. Allereerst is de doorsnede een gelijmde samenwerkende doorsnede, waardoor de rek in de doorsnede rechtlijnig is. De spanning in de niet homogene doorsnede is per laag verschillend dit heeft te maken met de verschillende elasticiteitsmodulussen van de lagen 32 | Pagina 32 | Pagina BOUWKUNDE VOLANTIS 1 VOLANTIS CONSULTANCY | DESIGN | ENGINEERING DE TWEEDE DRAAGWEG In de afgelopen decennia zijn er meerdere gebouwen ingestort om verschillende redenen. Dat kan veroorzaakt worden door bijvoorbeeld ontwerpfouten, terroristische aanslagen maar ook brand. In 2008 stortte de faculteit Bouwkunde in Delft in ten gevolge van brand. De weerstand tegen dit soort calamiteiten wordt de robuustheid genoemd. Met de ingang van het nieuwe Bouwbesluit in 2012 werden de Eurocodes definitief bekrachtigd. Een constructie moet daardoor robuust genoeg zijn om calamiteiten zoals brand te kunnen weerstaan. Het doel van dit onderzoek is om inzicht te krijgen in de robuustheid van constructies en brandveiligheid. Daarnaast dient dit onderzoek ook als houvast om op een eenvoudige wijze robuustheid in een constructie aan te brengen. De onderzoeksvraag luidt daarom: In hoeverre is de constructie van gebouw B van het Maankwartier te Heerlen via een tweede draagweg draagkrachtig te houden in een buitengewone situatie zoals brand? Uitgangspunten hoofdonderzoek Er zijn verschillende opties bekeken en deze opties zijn daarna vergeleken met de constructie onder normale omstandigheden, de zogeheten uiterste grenstoestand (figuur 1, links). Eerste is er gekeken naar de mogelijkheid om te wapenen aan de hand van de krachtswerking in een calamiteitsituatie. Daarna is er gekeken naar de mogelijkheid om de constructie te dimensioneren op brand. Hierbij is de constructie berekend met een methode, de 500°C-isothermmethode, specifiek voor brand. Als laatste mogelijkheid is de optie om schoren aan te brengen onderzocht. De plaatsing van de schoren kent drie varianten. De eerste twee varianten zijn gebaseerd op een ophangconstructie waarbij er boven in een gebouw een trekconstructie voorzien is. Als derde variant is gekeken om schoren te plaatsen om een x aantal verdiepingen (figuur 2, variant 3). X is hierbij een variabele. Colofon Afstudeerder: Timo Frielink Bedrijfsbegeleiders: ing. R.H.B. Bouts Studentnummer: 2086689 ing. G.M.M.G. Sluijsmans Opleiding: Bouwkunde ir. L. Franken Constructief ontwerpen Afstudeerdocenten: ir. J. Vreede Afstudeeratelier: Constructief ontwerpen BOU ir. A.W.A.M.J. Van den Bogaard ONDERZOEK NAAR REDUNDANTIE BINNEN HET CONSTRUCTIEF ONTWERP Uiterste grenstoestand Calamiteitsituatie 1 Calamiteitsituatie 2 Schoren variant 1 Schoren variant 2 Schoren variant 3 In samenwerking met: 1 2 Resultaten en analyses Alle varianten met schoren zijn in beide calamiteitensituaties via een raamwerkprogramma berekend. Uit de analyse is gebleken dat bouwdeel B van het Maankwartier draagkrachtig te houden is met een tweede draagweg via schoren, maar dat het ook mogelijk is om deze te dimensioneren op brand. In alle maatregelen om robuustheid te creëren is wel extra wapening nodig in de balken. Wapenen op de calamiteit is als enige optie niet toepasbaar binnen het Maankwartier vanwege een te grote krachtswerking in de balken. Conclusies en aanbevelingen De conclusie die hieruit getrokken kan worden is dat de constructie te dimensioneren is op brand of om schoren aan te brengen om een x aantal verdiepingen. De schoren om een x aantal verdiepingen zitten in het ongunstigste geval het dichtst bij de calamiteit waardoor de impact van bezweken elementen relatief beperkt blijft. Het aanbrengen van een hangconstructie is ook mogelijk, echter zal er in het ongunstigste geval meer wapening nodig zijn ten opzichte van de schoren om een x aantal verdiepingen. Het is belangrijk om te onthouden dat robuustheid geen standaardprocedure is. Elke vorm van robuustheid is uniek en hangt af van vele verschillende factoren. Zo kan de architect verschillende eisen hebben in het ontwerp die bijvoorbeeld schoren niet toestaan. Als de dimensionering op brand wijst op grotere afmetingen terwijl de architect een slanke constructie wil, is een tweede draagweg met schoren een oplossing. Figuren 1. Ingevoerd raamwerk, links het raamwerk in de uiterste grenstoestand, in de overige twee zijn de calamiteitensituaties weergegeven 2. De onderzochte schoren varianten 33 | Pagina 33 | Pagina BOUWKUNDE Breedplaat engineering “Op welke manier kan breedplaat engineering geautomatiseerd en geoptimaliseerd worden om uiteindelijk tot een algemeen toepasbare applicatie te komen die in de dagelijkse werkomgeving efficiënt gebruikt kan worden ?” Innovatie , een belangrijk aspect in de huidige bouwwereld. Continu je werkproces verbeteren en optimaliseren. Zonder innovatie geen toekomst. Veel bedrijven zijn er tegenwoordig mee bezig, en VeriCon is een van de koplopers in deze innovatie. BIM, oftewel Building Information Model is een sleutel in deze innovatie. Tekeningen worden modellen die allerlei informatie bevatten. Waar voorheen de tekening als slechts een stuk papier werd doorgegeven, wordt naast de tekening steeds meer informatie meegegeven. Auteurs: Quinten Laurijsse & Jens Leenders Opleiding: Bouwkunde COB Afstudeeratelier: Constructief ontwerpen Opdrachtgever: VeriCon Ingenieurs Veldhoven BV 1 e Afstudeerbegeleider: Johan Vreede 2 e Afstudeerbegeleider: André van den Bogaard Tijd van een constructeur wordt voor een groot deel gevuld met het correct overnemen van informatie. Invoeren van gegevens is niet alleen tijdrovend, maar is ook foutgevoelig, voor eigen interpretatie vatbaar en vaak onnodig . Informatie is immers grotendeels al aanwezig, namelijk in het model van de Hoofdconstructeur. er dient alleen nog een vertaalslag en filtering gemaakt te worden. Strokenbenadering en Plaatbenadering staan centraal in het onderzoek. De eerste methode, voornamelijk geschikt voor eenvoudige vloervelden en standaardwoningbouw, is geautomatiseerd met behulp van Microsoft Excel . Invoer bestaat uit een geometrie en algemene gegevens die ingeladen kunnen worden. Stroken worden automatisch herkend en vervolgens individueel gewapend. De tweede methode, een meer complexere berekening volgens de tweedimensionale Final Element Method , is in staat invloeden van aangrenzende velden mee te nemen. Met behulp van een preprocessor kan het softwarepakket AxisVM aangestuurd worden. Engineering van Breedplaatvloeren , een veelgebruikt vloersysteem in Nederland, vormt een groot deel van de werkzaamheden van VeriCon . Met name het aandeel in de standaardwoningbouw is zeer groot. 34 | Pagina 34 | Pagina BOUWKUNDE De SnelbouwVloer Afstudeerders Tim van Esch Jens Hulsman Opleiding Bouwkunde Constructief Ontwerpen Afstudeerbedrijf VeriCon Ingenieurs Afstudeeratelier Constructief Ontwerpen BOU Begeleiders Ir. A.W.A.M.J. van den Bogaard Ir. J.H.A. Vreede De volgende stap in het snelbouwsysteem Hoe ontwikkelen we een prefab verdiepingsvloer voor de seriematige woningbouw, waarin het materiaal beton en montagetijd op de bouwplaats zoveel mogelijk worden gereduceerd? In de elementen van de snelbouwvloer wordt alleen daar beton toegepast waar het constructief nodig is. De elementen bestaan uit een boven en onderschil die samenwerken doormiddel van ribben. De plaats van de ribben wordt bepaald aan de hand van het leidingverloop. Tussen de boven en onderschil zit een laag isolatie. Installaties worden in de productie meegenomen zodat deze niet meer op de bouwplaats geïnstalleerd hoeven worden. Deze installaties worden onderling gekoppeld als de snelbouw elementen juist gepositioneerd zijn. De snelbouw elementen worden plafond en tapijtklaar geleverd. Er hoeft dus geen afwerklaag op te komen wat bij huidige prefab vloeren wel zo is. 35 | Pagina 35 | Pagina HERBESTEMMEN Herbestemmen is een veelgebruikte methodiek om leegstaande gebouwen te transformeren en aan te passen, zodat het, in een nieuwe functie, nieuwe kansen biedt met behoud van (historische) waardevolle monumenten. Het is vaak een buitengewoon interessante architectonische uitdaging om het oude gebouw in zijn waarde te laten en tevens door aanpassingen, nieuwe elementen toe te voegen die nieuwe functie zo goed mogelijk te outilleren. De nieuwe functie vraagt ook om hedendaagse oplossingen op het gebied van duurzaamheid en comfort zoals optimale isolatie- en installatiekeuzes. De opleiding tot bouwkundige vraagt om een integrale benadering van architectuur, materialenkennis, bouwfysisch en constructief inzicht, en expliciet de noodzaak van de maakbaarheid daarvan te verstaan. De afstudeeronderwerpen binnen Herbestemmen zijn zeer divers. Transformatie van fabriekshal naar theater/bioscoop/restaurant, van kerk naar hotel, van school naar woningen, van fabriekscomplex naar creatieve verzamelgebouwkantoren, van tankstation naar kantoorruimte of van kantoorruimten naar appartementen. 36 | Pagina 36 | Pagina BOUWKUNDE DE VERPLAATSBARE STARTERSWONING SAMENVATTING Aanleiding voor dit onderzoek is het tekort aan betaalbare woningen voor alleenstaande starters. Deze alleenstaande starters worden door de hoge grond- en woningprijzen, verzwaarde hypotheek normen en stagnatie in de woningmarkt gedwongen tot het huren in de dure vrije huursector. Daarnaast valt het op dat gemeentes lastig kunnen inspringen op de veranderende vraag naar snel toegankelijke woningen, terwijl zogenaamde pauzelandschappen en braakliggende terreinen zich juist daarvoor uitstekend lenen. De doelstelling van dit onderzoek is om, voornamelijk voor alleenstaande starters, een verplaatsbare starterswoning te ontwerpen welke zich onderscheidt in flexibiliteit, materialisatie, de mate van zelfvoorzienendheid en kosten. Om dit te bereiken is de volgende hoofdvraag geformuleerd: Wat is een ideale, verplaatsbare starterswoning, rekening houdend met flexibiliteit, materialisatie, de mate van zelfvoorzienendheid, de kosten en de huidige wet- en regelg eving? Om de hoofdvraag te kunnen beantwoorden is deze opgedeeld in een viertal deelonderzoeken: Een theoretisch kader waarin referentieprojecten en wettelijke eisen zijn onderzocht Een materialenonderzoek Een onderzoek naar flexibiliteit en installatieconcepten Bij het beantwoorden van de bovenstaande deelonderzoeken is in grote mate rekening gehouden met duurzaamheid. Om deze duurzaamheid te toetsen is het eindontwerp in de GPR-Gebouw software ingevoerd. De GPR-gebouw software toetst het ontwerp op de toetsingsbegrippen energie, milieu, gezondheid, gebruikskwaliteit en toekomstwaarde. Uiteindelijk is er een starterswoning van 35 m 2 ontworpen die verplaatsbaar en uitbreidbaar is, waarbij de gevels te allen tijden in- en uitneembaar zijn. De bruto afmetingen van de woning zijn 3,5x10 meter, waardoor de woning zonder begeleiding getransporteerd kan worden door heel Nederland. De materialisatie van de woning is tot stand gekomen door een zelf ontworpen toetsingsschaal te koppelen aan duurzaamheids- en milieubelastings-waarden uit de NIBE- database. Het installatieconcept wordt uitgevoerd als All-electric, waarbij de helft van de energiebehoefte wordt opgewekt door zonnepanelen. Mede hierdoor wordt een EPC van 0,38 bereikt die voldoet aan de nieuwbouweisen uit het bouwbesluit, waarbij een EPC van 0,0 bereikt kan worden door toepassing van enkele aanvullende installaties. De resultaten uit de GPR-berekening voldoen grotendeels aan de vooraf opgestelde ambitie. Op de onderdelen energie en milieu is echter lager gescoord dan het streven in de ambitie. Dit valt te verklaren doordat de woning kleiner is dan een standaard woning en vanwege het feit dat er is gekozen voor een All-Electric installatieconcept. De GPR-software houdt tot op heden geen rekening met dit soort kleinere woningen. De globale kosten voor de verplaatsbare starterswoning bedragen € 78,950,03 voor het basisconcept. Voor een uitbreiding van 10 m 2 betaalt men globaal € 14,098,78. Met het ontwerp wordt een grote stap gezet in de richting van een ideale, verplaatsbare starterswoning. Er is echter altijd ruimte voor verbetering, waarvoor tot slot een aantal aanbevelingen wordt gedaan: Reductie van het percentage hout in de detaillering Mogelijkheden in het stapelen van de woning Reductie van handelingen in het werk Software en wetgeving specifiek toespitsen op kleinere, verplaatsbare woningen H ERBESTEMMEN 1 A UTEURS : B AS R OELOFFS N IEK N OOIJEN S TUDENTNUMMER : 2077035 2074200 O PLEIDING : B OUWKUNDE B OUWKUNDE U ITSTROOMPROFIEL : BTO CO B EDRIJF : I NGENIEURSBURO U LEHAKE B.V. B EDRIJFSBEGELEIDER : D HR . I NG . R.J.J.C. (R OBBERT J AN ) S CHAKENRAAD S CHOOL : A VANS H OGESCHOOL D EN B OSCH 1 E AFSTUDEERDOCENT : ` IR . B.A. (B EN ) TER D ENGE 2 DE AFSTUDEERDOCENT : H.M.H.J. (H ARRY ) E LBERS P UBLICATIEDATUM : 15-07-2017 37 | Pagina 37 | Pagina BOUWKUNDE Bestaande situatie Na sloop Nieuwe situatie Herbestemming Nijmeegs tandtechnisch laboratorium Een afstudeeronderzoek naar de transformatie van het voormalig Nijmeegs tandtechnisch laboratorium naar huisvesting voor expats. Dit afstudeeronderzoek draait om de herbestemming van het Nijmeegs tandtechnisch laboratorium aan de Professor Bellefroidstraat 22 te Nijmegen. Een investeerder heeft H&R bouwkundig ingenieursbureau nijmegen benaderd om hiervoor een compleet plan uit te werken. Hetgeen is op dusdanig niveau uitgewerkt dat er een vergunning mee aangevraagd kan worden bij de gemeente Nijmegen. Er is vastgesteld dat een herbestemming naar huisvesting voor expats het meest geschikt is voor deze casus. Vanuit constructieve en economische overwegingen is de gehele begane grond gesloopt en wordt het bestaande souterrain in letterlijke en figuurlijke zin de fundatie voor het nieuwe appartementencomplex. De hoofdvraag van dit onderzoek luidt dan ook: Hoe kan het voormalig Nijmeegs tandtechnisch laboratorium herbestemd worden naar huisvesting voor expats? De belangrijkste ontwerpeisen voor dit ontwerp zijn: in verband met grondvervuiling moet de grond onberoerd blijven, het gebouw moet licht van gewicht zijn zodat het huidige souterrain als fundatie kan dienen en het gebouw dient dusdanig flexibel te zijn zodat het na 20 jaar op een relatief gemakkelijke wijze te transformeren is. Al met al is dit alles een erg leuk en uitdagend afstudeerproject. Studenten: Erik van de Westeringh & Tijn Linsen Opleiding: Bouwkunde, Technisch ontwerpen Studiejaar: 2017-2018 Afstudeeratelier: Herbestemmen 1 Begeleiders: Ben ter Denge & Harry Elbers Afstudeerbedrijf: H&R bouwkundig ingenieursbureau nijmegen 38 | Pagina 38 | Pagina BOUWKUNDE Student: Frits van Gestel Opleiding: Bouwkunde Uitstroomprofiel: Architectuur Begeleiders: Dhr. J. Vreede Dhr. T. Van de Veerdonk Bedrijf: AchterboschZantman Architecten Begeleider: Erik de Lange Naam atelier: Herbestemmen Hoe is het proces van herbestemmen? Aanleiding: Nederland is een dichtbevolkt en dichtbebouwd land. Op een relatief klein oppervlak biedt Nederland ruimte aan tal van concurrerende functies zoals wonen, werken, mobiliteit, recreatie en natuur. Het lezen van berichten over leegstand van gebouwen en tekort aan woningen is de aanleiding om na te denken over wat belangrijk is in de bouwsector: herbestemmen en zo op een duurzame en flexibele manier naar oplossingen zoeken die ervoor moeten zorgen dat bestaande gebouwen gebruik kunnen worden voor de vraag die mensen hebben Probleemstelling: De afgelopen jaren is er veel leegstand ontstaan. Leegstand van gebouwen kan leiden tot verloedering van gebouwen en omgeving. Dit kan ten koste gaan van de leefbaarheid en cohesie in een streek, dorp of stad. Herbestemmen bied in veel gevallen een oplossing voor dit probleem. Waarom leegstand: - Leeftijd - Opvolger - Bedrijfsomvang Vrijkomende Agrarische Bebouwing Aandachtlijst voor herbestemmen Praktijkopdracht 39 | Pagina 39 | Pagina BOUWKUNDE S TRATEGISCH VERDUURZAMEN WONINGBEZIT VAN WONINGCORPORATIES Samenvatting I n Nederland hebben de woningcorporaties en de overheid het doel gesteld in 2021 het woningbezit in de corporatiesector gemiddeld op energielabel B te krijgen. Bij het renoveren doet zich het probleem voor dat de woningcorporaties een ambitie bij de woningen hebben met daarvoor budget dat niet overeenkomt met de marktprijs. Daarom is het doel om in de initiatieffase van een project bij de woningcorporaties aan tafel te zitten en middels een tool te adviseren in het verduurzamen van de woning. D e hoofdvraag die hieruit volgt is: “Op welke wijze kan tijdens de initiatieffase van een renovatieproject aan de woningcorporatie een realistische samenstelling van verduurzamingsmaatregelen gegeven worden met de daarbij behorende verbetering op de Energie-Index en investeringskosten?” Om antwoord te geven op deze vraag is onderzoek gedaan naar de wet- en regelgeving, de woning, de maatregelen en de kosten. V ervolgens is met deze informatie de Analyse-Verduurzaming-Rijwoning-tool (AVR-tool) ontwikkeld. Deze tool geeft een inschatting van de kosten, behorende bij de verbeterde Energie-Index. De AVR-tool geeft dit weer voor drie niveaus, namelijk B, A en A++. Uit kwaliteitscontrole is gebleken dat de AVR-tool betrouwbaar is. De Energie-Index wordt tot op enkele honderdsten nauwkeurig benaderd. 1 e afstudeerstudent J. (Jan) Langerak Opleiding Bouwkunde Profiel BTO 2 e afstudeerstudent R.D. (Rob) den Dekker Opleiding Bouwkunde Profiel BTO Bedrijf DuraVermeer O&R Zuid Begeleider T. (Twan) van Nuenen Onderwijsinstelling Avans Hogeschool 1 e Afstudeerdocent B.A. (Ben) ter Denge 2 e afstudeerdocent H.M.H.J. (Harry) Elbers Gepubliceerd: 11-1-2018 AVR-tool 40 | Pagina 40 | Pagina BOUWKUNDE HERBESTEMMING ONZELIEVEVROUWEVANDEN ROZENKRANSKERK TE SCHIJNDEL ”Welke bouwkundige en architectonische aanpassingen zijn nodig om de kerk te transformeren naar een gemengde functie van wonen en maatschappelijk, waarbij de monumentale waarde blijft behouden” Studenten: Joost Claassen & Roel Maas Begeleiders: J. Habraken & M. Peeters 41 | Pagina 41 | Pagina BOUWKUNDE 42 | Pagina 42 | Pagina BOUWKUNDE Afstudeerders Ruud Baudoin Marco Salmans Opleiding Bouwkunde Uitstroomprofiel Bouwkundig ontwerpen Bouwkundig ontwerpen Opdrachtgevers Diederendirrix-bureauEAU Volantis Afstudeeratelier Herbestemmen Afstudeerbegeleiders H. Elbers H. Elbers B. ter Denge “een woon-/werk gebouw dat energieneutraal is op gebouwniveau” TRANSFORMATIE OUDE PHILIPS BEDRIJFSSCHOOL 43 | Pagina 43 | Pagina BOUWKUNDE VRIJKOMENDE AGRARISCHE BESTEMMINGEN AFSTUDEERDER: SWEN BROEKEN - OPLEIDING: BOUWKUNDE - UITSTROOMPROFIEL: ARCHITECTUUR OPDRACHTGEVER(BEDRIJF): WERKPLAATS DE GRUYTER - AFSTUUDEERATELIER: HERBESTEMMEN - BEGELEIDER: BEN TER DENGE 44 | Pagina 44 | Pagina BOUWKUNDE Door: Bram Meijers Opleiding: Bouwkunde Afstudeeratelier: Herbestemmen Begeleider: Harry Elbers Woongebouw Honigcomplex Nijmegen 45 | Pagina 45 | Pagina BOUWKUNDE De gemiddelde PM10 waarde in Eindhoven is 23 μ g/m³. Met een richtlijn van 20 μ g/m³, scoort de Trudo Toren voldoende. Na herberekening volgens de CO 2 - berekening, slaat de Trudo Toren gemiddeld 186,3 kg CO 2 per jaar, per huishouden op. De gemiddelde PM2,5 waarde in Eindhoven is 15 μ g/m³. Met een richtlijn van 10 μ g/m³, scoort de Trudo Toren voldoende. Gezien het feit dat de Trudo Toren voorzien is van een hoog percentage aan groen, is het vermoeden er dat de service onderhoud is inbegrepen. Met gemiddeld 1 boom, 41,6 planten en 2,8 m² gras per huishouden, scoort de Trudo Toren zowel bij CO 2 als bij groen zéér hoog. 0km 1km VFO PURE CITY MATTERS BOUWKUNDE ARCHITECTUUR HERBESTEMMING BEN TER DENGE HARRY ELBERS JORN HUIJBERS 2086637 JOOST PADBERG 2022050 46 | Pagina 46 | Pagina BOUWKUNDE Monumenten van de toekomst Afstudeerders N. de Bruijn J. van Es Opleiding Bouwkunde Uitstroomprofiel Architectuur Afstudeerbedrijf De Architectengroep Tilburg Afstudeeratelier Herbestemmen 1 Begeleiders M. Peeters H. Elbers B. ter Denge Door het adaptief herbestemmen van monumenten blijven zij inzetbaar in de tijd. Hiermee wordt leegstand van monumenten voorkomen en kunnen zij inspelen op de vraag van de markt. Vanuit de autobranche is geconcludeerd dat het noodzakelijk is om bij het ontwerpen van een product rekening te houden met de wensen van de klant. Daarnaast moet het product aangepast kunnen worden als deze wensen veranderen. Door dit concept door te voeren in de bouwbranche, waaronder ook het herbestemmen van monumenten, ontstaat een gebouw dat niet leeg hoeft komen te staan. 0 +P PEIL 2453 +P o.k sierlijst 2953 +P o.k. sierlijst 7953 +P dakrand 11750 +P dakrand 14953 +P dakrand 0 +P PEIL 5053 +P dakrand 6079 +P b.k. vloer 9079 +P b.k. vloer 18196 +P dakrand 4050 +P dakrand 0 +P PEIL 2453 +P o.k sierlijst 11750 +P dakrand 14953 +P dakrand 0 +P PEIL 4100 +P doorrijhoogte 6079 +P b.k. vloer 9079 +P b.k. vloer 18196 +P dakrand 1279 +P b.k. vloer 15079 +P b.k. vloer Zuidgevel 1/100 Oostgevel 1/100 9193 +P dakrand V03 H03 wandopbouw Schüco vliesgevel FW50+ Kingspan Optim-R 50mm, Rd= 7,1 m²K/W Aluminium plaat 6mm, RAL 7004 dakopbouw Niet bituminieuse membraam Kingspan therma tr 26 50mm, Rd= 2,257,10 m²K/W Kingspan Optim-R 50mm, Rd= 7,10 m²K/W Multiplex 18 mm Sadef S/SE 200 bestaand metselwerk bestaand metselwerk wordt schoongemaakt en waar nodig gerestaureerd wandopbouw Schüco vliesgevel FW50+ Kingspan Optim-R 50mm, Rd= 7,1 m²K/W Aluminium plaat 6mm, RAL 7004 dakopbouw Niet bituminieuse membraam Kingspan therma tr 26 50mm, Rd= 2,257,10 m²K/W Kingspan Optim-R 50mm, Rd= 7,10 m²K/W Multiplex 18 mm Sadef S/SE 200 wandopbouw Schüco vliesgevel FW50+ zonwerend driedubbel HR++ glas wandopbouw Schüco vliesgevel FW50+ zonwerend driedubbel HR++ glas 1279 +P b.k. vloer 15079 +P b.k. vloer A B C D E F G H04 V04 gevelfragment 47 | Pagina 47 | Pagina BOUWKUNDE Atelier herbestemming Stefan Verheij 2082386 Gerwin van den Boogaart 2083615 Opleiding Bouwkunde, Architectuur Bedrijfsbegeleider Ir. Roel Lamers, ArchitectenBuro ZIJN Begeleiders Avans Harry Elbers, Ben ter Denge, Maurice Peeters, Joep Habraken Transformatie van een rijksmonument Het rijksmonument aan de Hoge weg te Maarheeze is in de loop der jaren in verval geraakt. Middels dit onderzoek is er een nieuwe functie gevonden, namelijk beschermd wonen. De moderne uitbreiding dient als duurzame energiecentrale voor het monument en door slim gebruik van materialen wordt er ingespeeld op de CO 2 reductie. De uitbreiding is adaptief aanpasbaar in de tijd en daarmee levensloopbestendig. 48 | Pagina 48 | Pagina BOUWKUNDE Circulariteit in de bouw Namen: Tom de Wildt & Stan Tijsse Klasen Studentnr.: 2091212 & 2088479 Onderwijsinstelling: Avans Hogeschool Opleiding: Bouwkunde Uitstroomprofiel: Bouwtechnisch ontwerpen Atelier: Herbestemming 1 Afstudeerbegeleider 1: Harry Elbers Afstudeerbegeleider 2: Ben ter Denge Status: Definitief Organisatie: Van Grunsven Groep Bedrijfsbegeleider: Rob van Grunsven The goods of today are the resources of tomorrow. Walter Stahel De wereld moet en zal duurzamer worden. Om dit te bereiken zijn erop zowel continentaal als landelijk niveau afspraken gemaakt. Op de klimaattop in Parijs hebben vrijwel alle landen afspraken gemaakt om klimaatveranderingen tegen te gaan. Om deze doelen te bereiken zou de bouwwereld in Nederland moeten veranderen, de klassieke bouwmethodes zullen doorbroken moeten worden. De oplossing die deze gedachtegang moet veranderen is de circulaire economie. Circulaire economie Binnen de huidige lineaire economie staat het fenomeen take, make, waste centraal. Hiermee wordt bedoeld dat producenten eindige grondstoffen winnen, deze worden omgezet in goederen, de goederen worden daarna gebruikt, verbruikt om vervolgens weggegooid te worden. Mede door de stijgende bevolkingsgroei, de snelgroeiende middenklassen en nieuwe technologieën waarbij specifieke grondstoffen essentieel zijn, zal het zojuist benoemde principe alleen maar versterkt worden. Waar de lineaire economie gebaseerd is op de bovengenoemd gedachte, is de circu laire economie gebaseerd op de “make, use en return” gedachte . Waarbij gericht wordt op vijf basisprincipes, namelijk: - Kringlopen en herbruikbaarheid - Waardecreatie en waardebehoud - Tijdelijkheid en co nsequenties van ons handelen - Gebruik van immateriële bronnen - Flexibel en veerkrachtig Circulair bouwen Het grote verschil tussen het traditionele bouwen en het circulair bouwen is dat vooraf nagedacht wordt over de toekomst. Het circulair bouwen is een onderdeel van de circulaire economie en gaat daarom ook uit van dezel fde vijf basisprincipes en de make, use en return gedachte. Toegespitst op de bouw; een gebouw wordt gemaakt van materialen, wanneer het gebouw aan het eind van zijn levensduur is gekomen moeten deze materialen opnieuw gebruikt kunnen worden. Visie Onze visie over circulariteit luidt: “Een (economisch/bouwkundig) systeem waarin waarde vernietiging wordt tegengegaan, afval wordt uitgebannen, grondstofverbruik, energieverbruik en de emissie van broeikasgassen wordt geminimaliseerd. Elk klein onderdeel in de keten effect heeft op de gehele keten en waarbij zowel rekening gehouden wordt met de tijdelijkheid van behoeftes en van het bestaan als met de permanente consequenties van ons handelen. Waarbij er niks meer wordt geproduceerd zonder na te denken over wat er in de toekomst mee gaat gebeuren. Door middel van het gebruik maken van zowel immateriële bronnen zoals: data, kennis en de zon, als natuurlijke en niet-natuurlijke producten, materialen en grondstoffen die hernieuwbaar, herbruikbaar, recyclebaar en remontabel zijn. Ontstaat er een oneindig circulair systeem waarin niks meer verloren gaat en er oneindig beschikbare producten, materialen en grondstoffen ontstaan die hun waarde behouden en steeds opnieuw circuleren in een gesloten systeem”. Beoordeling circulariteit De beoordeling van circulariteit richt zich op het circulair ontwerp en de circulaire materialisatie. Het blijkt namelijk dat op deze twee onderdelen van het bouwproces, circulariteit het belangrijkst is. Vanuit een aantal opgestelde randvoorwaarden wordt het (circulaire) ontwerp beoordeeld. De (circulaire) materialisatie wordt beoordeeld aan de hand van een ontwikkeld beoordelingsmodel. De circulaire buitenschil In dit deel van het onderzoek is de vertaling naar de casus gemaakt. Deze casus richt zich op een technische uitwerking van een woning, welke is voorzien van een circulaire gevel en dak. De resultaten vanuit de circulaire materialisatie en het circulaire ontwerp zijn hierbij gebruikt als input. Conclusie Geconcludeerd kan worden dat wanneer de Van Grunsven Groep, meer onderzoek verricht naar het circulair bouwen en de toepassing hiervan, zij een vooroplopende positie kunnen aannemen in deze stroming. Hoe krijgen we het voor elkaar dingen te doen waarvan we weten dat ze niet goed zijn? Thomas Rau 49 | Pagina 49 | Pagina LEAN Procesverbetering met het oog op het verhogen van gerealiseerde klantwaarde. Een zin die prima weergeeft wat de samenhang is tussen de projecten die deelnemen aan het afstudeeratelier Lean. Tegelijkertijd is het daarmee ook een nogal uiteenlopend scala aan projecten, die naar de ervaring leerde in de afgelopen jaren in grofweg vier themas kan worden onderverdeeld: 1) procesinnovatie, gericht op het efficiënter inrichten van bedrijfsprocessen. 2) Kwaliteitsborging, momenteel vaak gericht op de voorbereidingen op de nieuwe wet Private kwaliteitsborging. 3) Geïntegreerde contracten en 4) Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Kortom, in het afstudeeratelier Lean worden de projecten bij elkaar gebracht, die gericht zijn op alle processen die nodig zijn om gebouwen en civiele werken te realiseren. 50 | Pagina 50 | Pagina BOUWKUNDE Werkdrukverlichting door digitalisering in de uitvoering De aanleiding: Het onderzoek focust zich op de werkprocessen van de uitvoerder waarin digitale hulpmiddelen kunnen worden toegepast om efficiënter te werken. Inefficiënt werken leidt namelijk tot verhoogde werkdruk onder de uitvoerders. Dit kan worden tegengegaan door werkprocessen te digitaliseren. Daarnaast is het ook van belang voor bouwbedrijven om te digitaliseren, omdat de bouwsector steeds meer digitaliseert en dus efficiënter gaat werken. Om de continuïteit te bewaken, moet worden meegegaan met de huidige trend van digitalisering. De probleemstelling: In de uitvoeringsfase bij Bouwbedrijf Van Schijndel B.V. wordt niet optimaal gebruik gemaakt van digitale hulpmiddelen, in het licht van de huidige trend van digitalisering en de werkdruk die op de uitvoerders ligt. De hoofdvraag: Hoe kunnen de inefficiënties die voortvloeien uit de werkwijze van de uitvoerders bij Bouwbedrijf Van Schijndel B.V. met betrekking tot hun kerntaken, worden tegengegaan door de inzet van digitale hulpmiddelen? Op basis van de resultaten van het onderzoek zijn aanbevelingen opgesteld voor Van Schijndel Bouwgroep. Het is van belang dat: 1) er een visie wordt opgesteld ten aanzien van digitalisering, 2) processen en technologieën worden verbeterd, 3) een BIM-functie wordt ingesteld, en 4) de uitvoerders een centrale rol wordt gegeven in de veranderingen. Deze aanbevelingen zijn erop gericht om bij te dragen aan het toekomst gereed maken van Van Schijndel Bouwgroep in een steeds meer digitaliserende bouwsector, en om de werkdruk op de uitvoerders te verlichten. De uitvoerders en hun werkwijze hebben een centrale rol in het onderzoek. Mensen kunnen worden gezien als de factor voor succes. Ook al zijn de processen en de technologie optimaal ingericht, als de mensen er niet mee (kunnen) werken, dan wordt er geen succes behaald. Auteur: Andzelika Jerzynska Opleiding: Avans Hogeschool Bouwkunde BTO AB&I Afstudeeratelier: LEAN Begeleiders: Dhr. H. Bras Dhr. J. de Zwart Dhr. j. van den Broek Afstudeerbedrijf: Van Schijndel Bouwgroep 51 | Pagina 51 | Pagina BOUWKUNDE Afstudeerder: Mitchell Neels 2118811 Opleiding: Bouwkunde (BTO) Afstudeerdocenten: atelier LEAN H. Bras J. de Zwart Opdrachtgever: Strabag Belgium nv Bedrijfsbegeleiders: W. Meerman W. Demaegd TRACIMAT DE NIEUWE STANDAARD VOOR SLOOPWERKZAAMHEDEN Tracimat is de nieuwe wetgeving waar iedereen die met een afbraak te maken krijgt aan dient te voldoen. Wat houdt deze verandering exact in, hoe met Tracimat als sloopbeheerorganisatie om te gaan en wat zijn de meer kosten door het gebruik van Tracimat. Voor Strabag is het nu niet duidelijk wat men hier van moet verwachten en hoe hier mee op te gaan. AANLEIDING: Het doel van dit onderzoek is op te delen in twee onderdelen. Het eerste deel is een onderzoek wat duidelijkheid moet geven in de inhoud van de wetgeving. Allereerst dient helder te worden wat de nieuwe wetgeving Tracimat exact inhoudt. Ook het in kaart brengen welke materialen onder laag milieurisicoprofiel (LMRP) en hoog milieurisicoprofiel (HMRP) vallen. Verder kijk ik naar de kosten die deze wetswijziging met zich meebrengen. Het tweede deel is een procesplaat wat bruikbaar is voor iedereen binnen Strabag. Dit zal getoetst worden op een praktijk opdracht. DOELSTELLING: De Vlaamse overheid heeft op 24 augustus 2017 Tracimat als officieel erkend als sloopbeheerorganisatie. Dat betekent dat het nieuwe laag milieurisicoprofiel en hoog milieurisicoprofiel acceptatiebeleid voor bouw en sloopafval een jaar na de erkenning van start gaat. Dit houdt in dat alle afbraakwerken die starten of lopende zijn op 24 augustus 2018, en hierbij puin vrijkomt deze volgens de sloopbeheerorganisatie van Tracimat uitgevoerd worden. PROBLEEMSTELLING: RESULTAAT: Een procesplaat waar alle stappen in vermeld staan die doorlopen moeten worden. Als deze stappen doorlopen worden is er voldaan aan de regels van Tracimat en zal er een sloopattest afgegeven worden. De stappen zijn weggezet tegen de tijd waarin iedere partij dit dient af te ronden. 52 | Pagina 52 | Pagina BOUWKUNDE CIRCULAIR BOUWEN STANDAARD IN NEDERLAND?! Een onderzoek naar hoe circulair te ontwikkelen/bouwen, case Emergis Auteur: B.A.C. Sannen Eerste bedrijfsbegeleider: Richard van Bremen Studentnummer: 2082382 Tweede bedrijfsbegeleider: Martin Scherpenisse Opleiding: Bouwkunde BTO Eerste begeleider: Joop de Zwart Datum: 14 juni 2018 Tweede begeleider: Hans Bras CIRCULAIRE AANBESTEDING CIRCULAIRE SAMENWERKINGSVORM CIRCULAIRE CONTRACTERING LEERERVARINGEN EN AANBEVELINGEN 02 03 01 02 03 01 02 03 01 02 03 Project Emergis Bouwmeesterpro-methode Aanbesteden in percelen Prestatie uitvraag met vraag naar innovatie Beoordeling a.d.h.v. puntensysteem Door opdrachtgever en bouwheer (BMP) Projectrisico verlegd naar BMP Feedback uit interviews Betrokkenen Op dit moment de beste keuze Innovatie wordt met deze manier gestimuleerd Externe experts Creativiteit van opdrachtnemers is essentieel Aanbesteding in verschillende fasen heeft de voorkeur Advies Bouwmeesterpro-methode is geschikt voor toekomstige circulaire projecten Zorg voor voldoende transparantie Promoot creativiteit in de uitvraag Stel overzichtelijke beoordelingscriteria op om de geschikte partijen te vinden Project Emergis BouwmeesterPro contract Veredeld Design and Build (D&B) contract Circulaire ambitie toegevoegd t.o.v. traditioneel Contract tussen opdrachtgever en bouwheer Risicodragend voor de bouwheer Contracten op basis van bestek Contract tussen bouwheer en onderaannemers Advies Met verder onderzoek is het BouwmeesterPro contract geschikt voor toekomstige circulaire projecten Neem terugname en eigendom op als aparte sectie in het circulaire contract Maak gebruik van twee soorten contracten Contract voor onderdelen met een lange levensduur (bijv. casco), denk aan een Engineering en Build (E&B) Contract voor onderdelen met een korte levensduur (bijv. inrichting), denk aan Design and Build (D&B) Doe ook een stapje extra, bijvoorbeeld door Maintenance mee te nemen Leerervaring Project Emergis (betrokkenen) Installatietechnisch zijn marktpartijen minder klaar voor CE dan aanvankelijk gedacht werd Sloopafval heeft waarde Een project als deze van de grond krijgen is lastig Een vraag en aanbod systeem is nodig Alle partijen in een bouwproces moeten bereid zijn circulair te denken, anders kom je nergens Begin op tijd en plan niet te scherp Extra inspanning levert wel hele mooie dingen op Overige advies Rol van de Provincie Blijf de Provincie betrekken in circulaire projecten, zowel in ontwikkelteams als in het regionale kennisteam Ook andere overheidsinstanties wordt geadviseerd actief deel te nemen in een CE Niet alleen subsidies, maar ook zelf actief bijdragen Communicatie Communicatie en publiciteit zijn DE” succesfactoren Overdenk de keuze voor een nieuw donorpand goed (bekend pand of van een bekende partner) Aanbevelingen Verdiepend onderzoek naar aanbestedingsmethodes en contractvormen Onderzoek naar wet- en regelgeving (zoals Bouwbesluit, opstalrecht en eigendomsrecht) Eigendom en terugname dient onderzocht te worden en hoe dit opgenomen wordt in contracten Vervolgonderzoek naar aanleiding van het interview met de bank Onderzoek naar hoe de CE gestimuleerd kan worden Project Emergis Ontwikkelteam Veredeld bouwteam Integrale samenwerking tussen partijen Periodiek samenkomen voor besprekingen Uniek in deze samenstelling Partijen als de bank, jurist en provincie maken deel uit van dit team Advies Het ontwikkelteam heeft met verdere ontwikkeling veel potentie voor toekomstige circulaire projecten Het ontwikkelteam sluit perfect aan op de gekozen en aanbevolen aanbestedingsmethode Voeg circulaire productexperts toe aan het ontwikkelteam Creëer een regionaal circulair kennisteam voor o.a. sparringpartners Bepaal op basis van onderwerpen welke leden aanwezig dienen te zijn Feedback uit interviews Betrokkenen Op dit moment de beste keuze Maintenance en Finance toevoegen zou goed zijn voor de circulaire gedachtegang Leveranciers moeten voor een langere periode verantwoordelijk gemaakt worden Risicodragend contract wordt als heel positief ervaren en drempelverlagend voor partijen Externe experts Twee contracten op basis van levensduur onderdelen Hoe circulaire contracten eruit gaan zien is nog onbekend Feedback uit interviews Betrokkenen Veelal positieve feedback van gedreven partijen Wel verbeterpunten nog mogelijk Ervaring binnen eigen expertise opdoen valt soms tegen Niet iedere bijeenkomst is voor iedere partij even nuttig Externe experts Integrale samenwerking is cruciaal bij een CE 01 53 | Pagina 53 | Pagina MENSGERICHT ONTWERPEN Mensen brengen in hun werkzame leven ca. 90% van de tijd door in gebouwen. Extra aandacht voor het creëren van een gezonde en behaaglijke woon- en werkomgeving leidt niet alleen tot een grotere tevredenheid onder de gebruikers van gebouwen. Het is ook economisch zeer interessant, omdat arbeidsprestaties aantoonbaar verbeteren. Binnen het atelier Mensgericht bouwen stimuleren afstudeerders elkaar om kennis op dit gebied te verdiepen en nieuwe ideeën in de praktijk toe te passen. Het streven naar mensvriendelijke woningen en gebouwen wordt daarbij gecombineerd met het streven naar een energie neutrale gebouwde omgeving. De projecten zijn heel divers. Van het ontwikkelen van praktische ontwerptools tot aan ontwerpen van een compleet autarkisch kantoorgebouw. Van metingen aan het binnenmilieu tot aan het ontwikkelen van een innovatieve gevel met PV. Er zijn vele mogelijkheden. Kernpunt: de mens staat centraal. 54 | Pagina 54 | Pagina BOUWKUNDE Circulaire woonwijk Broekakkers Ontwerpend onderzoek naar synergie op wijkniveau Auteur Dean Pelkmans 2077067 Opleiding Bouwkunde Bouwtechnisch ontwerper Atelier Mensgericht bouwen Begeleiding Stein Simons Guus van Schaik Afstudeerbedrijf EGM Adviseurs Anno 2017 worden er nog steeds nieuwe woonwijken opgeleverd die bij ingebruikname afhankelijk zijn van externe (fossiele) bronnen die geleverd worden door nutsbedrijven. Deze woonwijken zouden juist optimaal gebruik moeten gaan maken van lokale voorzieningen zoals het klimaat en de ondergrond, zonder deze op een schadelijke manier te verbruiken. Hierdoor kunnen woonwijken gaan functioneren als partner van de natuur en wordt het zijn eigen leverancier op het gebied van elektrische energie, thermische energie en water. In de praktijk zijn enkele gebouwgerichte oplossing beschikbaar om de rol van nutsbedrijven te verkleinen. Echter is een wijkgerichte aanpak een stuk efficiënter, maar hier zijn helaas geen standaardtoepassingen voor beschikbaar. Het is dan ook belangrijk om bij een wijkgerichte aanpak altijd te kijken naar de mogelijkheden en kansen die zich voordoen op de specifieke locatie. De gekozen locatie voor dit onderzoek is het bedrijventerrein Broekkakers in Gilze. Het bedrijventerrein wordt al jaren geteisterd door structurele leegstand met als gevolg het verval van bestaand vastgoed. Om de huidige leegstand gedeeltelijk op te vangen is gekeken naar het ontwikkelen van een circulaire woonwijk op het bedrijventerrein zodat er een duurzame en dynamische woon-/werksfeer ontstaat met een uitstekende ligging ten opzichte van de dorpskern. Uit het onderzoek is gebleken dat het technisch haalbaar is om het gehele jaar onafhankelijk te zijn van nutsbedrijven op het gebied van elektrische energie, thermische energie en water op wijkniveau. Echter is dit alleen haalbaar als de bewoners bereidt zijn om samen een extra stap te zetten. Het resultaat van samenwerking zal een groter effect hebben dan dat het individu kan bereiken, dit is de kracht van synergie. Een circulaire woonwijk die voorziet in zijn eigen productie gedurende het gehele jaar, het klinkt nog ver weg. Op basis van dit onderzoek is aangetoond dat het technisch haalbaar is, dus waar wachten we nog op? 55 | Pagina 55 | Pagina BOUWKUNDE hogere gemiddelde leeftijd In de toekomst hogere gemiddelde vitaliteit In de toekomst Verminderd zicht door leeftijd Verminderd gehoor door leeftijd Verminderde temperatuurgevoeligheid door leeftijd Senioren vaker eenzaam Risicos Senioren Voorkans Kook op elektriciteit of inductie Zorg voor verplaatsbare stopcontacten Brand in voorwerp Stel (als organisatie) rookmelders verplicht Stel deze in op luid of stil Stel handblussers ter beschikking of een watermist unit Brand in ruimte Ondersteun het brandalarm met lichtsignalen Schakel het brandalarm door naar de brandweer M.B.V. een slimme detector Brand in woning/brandcompartiment Richt u bij scheidingsconstructies voornamelijk op rookwerendheid Maak noodverlichting dynamisch En ondersteun deze met licht(gevende) stroken Brand buiten brandcompartiment Offensieve inzet = direct aanpakken, het blussen van de brand. Defensieve inzet = richten op het beschermen van de omgeving, waarbij het compartiment, het pand, wordt opgeven. Vaak is sprake van een grootschalige brandweerinzet om het gestelde doel te realiseren (Hagen R. d., 2e druk, 1e oplage 2017). 56 | Pagina 56 | Pagina BOUWKUNDE Materialen selectie: Materialen selectie: Toepasbare materialen: Toepasbare materialen: Toepasbare materialen: Toepasbare materialen: Ontwerp gevel: Ontwerp gevel: Afval laat je zien! - Herbruikbaar - Zuiverheid ingezameld materiaal - Uitputbare grondstof - Glas - Metaal - Kunststof - Autobanden - EPS - Gips - Matrassen - Kunststof - Autobanden - EPS - Gips - Toetsing gevel Afstudeerders: Koen van Houtum Huberto van de Wetering Afvalberg Nederland Voldoet Ontwerp circulaire buitengevel uit afval. Nederland kampt in de toekomst naar verwachting met een tekort aan uitputbare grondstoffen. Een reden hiervan is dat er op dit moment nog veel producten worden gerealiseerd uit uitputbare grondstoffen. Dagelijks worden grote hoeveelheden van deze producten, na de gebruiksduur, gestort of verbrand. De Nederlandse regering is voornemend om vanaf het jaar 2050 een circulaire economie te hebben, waarbij er geen afval meer is dat niet een nieuwe toepassing krijgt. De schaarste van uitputbare grondstoffen zal in de toekomst toenemen, onder andere door het niet efficiënt hergebruiken van afvalproducten. Aantonen, door middel van een technisch ontwerp, of een afvalproduct uit een uitputbare grondstof hergebruikt kan worden tot een circulaire buitengevel. Opleiding: Bouwkunde (BTO) Afstudeerbegeleiders atelier Mensgericht bouwen: Ing. S.C.A.M. Simons Ing. G.A.M. van Schaik Bedrijfsbegeleiders: Ing. P.J. Janssen Ir. T.P.J. van Schijndel MBA Doorsnede buitengevel toetsingscriteria 57 | Pagina 57 | Pagina BOUWKUNDE Naam: Luck van Gils Opleiding: Bouwkunde Uitstroomprofiel: Bouwtechnisch ontwerpen Afstudeerbedrijf: Volantis Consultants B.V. Atelier: Mensgericht bouwen Begeleiders: Stein Simons & Guus Verschaik Samenvatting Door afspraken gemaakt in het klimaatakkoord van Parijs heeft de Nederlandse overheid het streven om voor 2050 elk gebouw binnen Nederland energieneutraal te maken middels de bijna energieneutraal gebouwen (BENG) -methodiek. De eisen voor de BENG-methodiek zijn opgenomen in de Energie Preformance of Building Directive (EPBD). In deze regelgeving voor de energieprestatie van de bestaande bebouwing ligt een uitdaging, omdat de gemiddelde bebouwing van Nederland nog dateert uit 1960-1980. Dit onderzoeksrapport is ter ondersteuning en voor het informeren van particuliere wooneigenaren, zodat zij op een verantwoorde manier hun woning kunnen verbeteren. In dit afstudeeronderzoek wordt een oplossing geboden voor het herbestemmen/renoveren op bouwfysische en energetische gebied van een grondgebonden jaren 70 eengezinsrijtjeswoning. Hierbij worden vooral aspecten op het gebied van binnenklimaat en wooncomfort van de gebruiker in acht genomen. De problemen van dit onderzoek zijn voortgekomen uit praktijkervaring van Volantis Consultancy B.V. met het herbestemmen van gebouwen. Via deze problematiek wordt uiteindelijke gekeken hoe er omgegaan moet worden met het inbrengen van installaties en isolatiematerialen bij een naoorlogse woningen om te voldoen aan de voorwaarden. De hoofdvraag die bij dit onderzoek als leidraad wordt gebruikt luidt als volgt: Welke bouwfysische en energetische randvoorwaarden zijn van belang, bij het verbeteren van de energieprestaties, en het wooncomfort van een naoorlogse woning met als doelstelling een energieneutrale woning? Door middel van literatuuronderzoeken is gekeken wat de belangrijkste variabelen zijn die meegenomen moeten worden in de handleiding voor energieneutraal renoveren. Het gebruik van de NEN7120 is onderzocht samen met de verschillende soorten installaties en de beste manieren om naoorlogse woningen te renoveren/herbestemmen. Hierbij is ook gekeken naar de eisen rondom bouwkundige aspecten zoals constructie en geluidswerendheid. Hieraan valt nog toe te voegen dat, doordat de Nederlandse overheid de EPC-eisen (Energie Prestatie Coëfficiënt -eisen) gaat vervangen door de EPBD, met als doel de Nederlandse woonvoorraad BENG te maken. De nieuwe wet- en regelgeving rondom de bestaande woonvoorraad meegenomen moet worden bij het opstellen van conclusies. Tot slot zal ook de praktijkervaring van het energieneutraal renoveren onderzocht worden, waaruit lessen geleerd kunnen worden voor het voorkomen van klachten m.b.t. het wooncomfort en het renovatieproces. Onder begeleiding van Volantis Consultancy B.V. is naar voren gekomen hoe de handleiding voor energieneutraal renoveren eruit moet zien. Ook is besproken wat de belangrijkste punten zijn die de handleiding moet bevatten, die los staan van de algemene variabelen uit de literatuurstudie. De hoofdvraag is beantwoord doordat de ontwerprandvoorwaarden zijn verwerkt in de handleiding voor energieneutraal renoveren. 58 | Pagina 58 | Pagina BOUWKUNDE Klimaatinstallaties Musea Welke installatieonderdelen zijn aan te raden met oog op de relatieve vochtigheid en temperatuur om degradatie van schilderijen op doek of paneel te vertragen in historische panden met een museale functie? Afstudeerder: BElanna Vugts Opleiding: Bouwkunde Profiel: Bouwtechniek Opdrachtgever: Karin Kompatscher Afstudeeratelier: Mensgericht bouwen Begeleiders: Ellen Granneman Stein Simons 59 | Pagina 59 | Pagina BOUWKUNDE De Zalmhaven Afstudeerders: Dorien Anssems BTO Sanne Schevers CBO Opleiding: Bouwkunde Opdrachtgever: Senta Interna�onal BV Bedrijfsbegeleider: Mieke Dobbelsteen de Mol Afstudeerdocenten: Stein Simons Guus van Schaik Afstudeeratelier: Mensgericht bouwen Het project De Zalmhaven wordt de hoogste woon en werktoren van de Be- nelux. De toren zal uiteindelijk de 215 meter bereiken. Het ge- bouw is ontworpen door DAM & Partners Architecten en KAAN ar- chitecten. Het eerste idee was om de gevel van metselwerk te maken. Echter was dit kostentechnisch te duur, waardoor er uiteindelijk voor na- tuursteen is gekozen. Van de toren zullen de eerste vijf verdiepingen tradi�oneel gebouwd wor- den. Vanaf de vijfde verdie- ping zal er verder worden gebouwd met een hijsloods, door de beperkte ruimte op de bouwplaats. Door de bouwmethode is het gewenst om het gebouw te prefabriceren. Senta Interna- �onal BV en Byldis prefab zullen deze gevelelementen in samenwerking prefabrice- ren voor dit project. De methode waarmee dit wordt geprefabriceerd is door eerst het betonnen element te storten. Hierna wordt het ko- zijn geplaatst en zal Senta Interna�onal BV haar isola�emateriaal en natuursteen plaatsen. Het ontwerp Om de voeg van het element te testen, zal er uiteindelijk een mini mock - up worden geproduceerd. In deze mini mock - up komen de ele- menten van Senta Interna�onal BV en Byldis prefab samen. De onderdelen die samenkomen zijn: · Betonnen element 400 mm · Isover mupan façade 180 mm · BILDA aluminium achtercon- struc�e · Yellow Silvestre graniet Het element wat uiteindelijk geproduceerd wordt is hierboven weergegeven. Deze wordt op ware groo�e geproduceerd en zal 800 x 924 mm 2 bedragen. Procesbeschrijving Uiteindelijk dient het element ook uitvoerbaar te zijn voor de vaklieden. Hierdoor zijn er diverse protocollen opgesteld om zo tot een product te komen wat aan de eisen voldoet. Allereerst zijn er ontvangstschemas geschreven voor het prefab betonelement, de achterconstruc�e en de natuursteen. Deze onderdelen worden aangeleverd door an- dere par�jen, waardoor deze bij ontvangst gecontroleerd dienen te worden. Voor het produceren van de elementen is er per onderdeel een protocol opgesteld. Door deze protocollen samen te voegen, is er een werkplan ontstaan. Als laatste is er een plan opgesteld om de kwaliteit van de elementen te kunnen waar- borgen. Hierbij wordt geadviseerd om twee maal per week een werknemer van kantoor de fabriek onverwachts te laten bezoeken. Zo zal er al�jd netjes gewerkt worden en wordt er zich aan de montagevoorschri�en gehouden. 60 | Pagina 60 | Pagina BOUWKUNDE STEELFRAME VLOER- EN DAKPAKKET Hoofdvraag: Hoe word een duurzaam steelframe vloer en daksysteem gecreëerd dat voldoet aan de eisen volgens bouwbesluit en goede verbinding maakt met het huidige wandsysteem om het Insubuild systeem compleet te maken? Daksysteem: (dampopen constructie) Dakopbouw: - Vaeplan dakbedekking - 150mm EPS isolatie - OSB 18mm plaatmateriaal - Stalen C250-profielen 2mm - Frinsu isolatiebeton constructieve mortel - Plafondafwerking Behaalde waarden: - RC- waarde 6,6 m 2 W/K - Geluiddemping 25 dB - Condensatie constructie 54 g/m 3 - Droging constructie 142,7 g/m 3 - Doorbuiging vloer 4mm overspanning 9m. Aandachtspunten: - Geen wijziging in materialen - Geen dampremmers toe voegen - Leidingwerk in spouw verwerken - Sparingmaat profielen ø170mm - Vloerdelen en wanddelen prefabriceren Vloersysteem: Vloeropbouw: - Fermacell 2 E 32 - OSB 18mm plaatmateriaal - Stalen C250-profielen 2mm - Frinsu isolatiebeton constructieve mortel - Plafondafwerking Aandachtspunten: - Leidingwerk in spouw verwerken - Sparingmaat profielen ø170mm - Vloerdelen en wanddelen prefabriceren - Doorbuiging vloer 9mm overspanning 9m - FRINSU 100% recyclebaar - Staal 100% recyclebaar Naam: Luuk Simons Opleiding: Bouwkunde Uitstroomprofiel: BTO Opdrachtgever: Hoexbouw BV Afstudeeratelier: Mensgericht bouwen Begeleiders: 1 e Stein Simons 2 e Guus van Schaijk Inleveren: 14 juni (week 8) 61 | Pagina 61 | Pagina BOUWKUNDE 62 | Pagina 62 | Pagina BOUWKUNDE Stilte ruimte Ontwikkeling van een nieuwe Biobased stilte ruimte voor medewerkers en studenten op de groene Campus LD. Auteur: Marieke Schmittmann -Opleiding: Bouwkunde Uitstroomprofiel: Bouwtechnisch ontwerp Afstudeeratelier: Mensgericht bouwen Onder begeleiding van: G. van Schaik S. Simons In opdracht van: Avans Hogeschool Breda Begeleid door: G. Steenput 63 | Pagina 63 | Pagina RUIMTELIJK ONTWERPEN 1 & 2 Het atelier Ruimtelijk Ontwerpen 2 wordt gevormd door afstudeerstudenten, meestal in duos, met elk hun eigen afstudeeronderwerpen, die een relatie hebben met het thema ruimtelijk ontwerpen. Onder dit thema wordt verstaan het ruimtelijk ontwerp van gebouwen en van de gebouwde omgeving. De fases van onderzoeken, initiëren en ontwerpen komen in dit atelier het meest aan bod. Bij de projecten tonen studenten met de technische en esthetische uitwerking hun bouwkundige inzicht aan. De reikwijdte van de onderwerpen in het atelier is heel breed. Projecten met toepassing van specifieke materialen voor gebouwen (beton printen), projecten met een bepaalde ontwerpmethode (gedigitaliseerde ontwerpstructuur) en projecten met energie neutrale of energieleverende gebouwen ontwerpen of her ontwikkelen. Bij diverse projecten worden ook programmatische richtlijnen ontwikkeld voor specifieke ontwerpopgaven zoals voor het ontwerpen van straatwanden, een oncologie polikliniek, een kinderafdeling in een ziekenhuis, studenten- en seniorenhuisvesting of van een sprookje in de Efteling. Het gemotiveerd onderbouwen van de ontworpen oplossingen voor de diverse maatschappelijke problematieken speelt hierbij een belangrijke rol. 64 | Pagina 64 | Pagina BOUWKUNDE 65 | Pagina 65 | Pagina BOUWKUNDE SEE-D ZIEN- EN GEZIEN WORDEN VISIE “Een omgeving creëren voor de startende, creatieve ondernemers uit Tilburg en daarbuiten waar- bij groeikansen worden versterkt door een interactie tussen bezoeker en ondernemer.” BEZOEKER/CONSUMTENT GROEN/HORECA ONDERNEMER/RETAILER EENHEID DOOR CONTRASTEN Er is gekozen voor een contrasterende vorm, die als een zaadje in het gebouw is gepland. Het zaad- je is gevuld met groen en is de verbindende factor tussen de twee doelgroepen. Dit concept gaf ook de inspiratie voor de projectnaam: SEE-D. ORGANISCH, LICHT, GROEN, OPEN, VRIJE TIJD LINEAR, DONKER, STAAL, GESLOTEN, WERK BEKNOPTE SAMENVATTING Het voormalige pand van de Sociale dienst in Tilburg, is al een hele tijd on- derwerp van discussie. Is het gebouw nou mooi of lelijk? Op dat antwoord wordt in dit afstudeer werk geen ant- woord gegeven. Op de vraag wat de architectuurhistorische waarde en de mogeijkheden van het pand zijn zijn, wordt wel antwoord gegeven. Het pand is gevestigd aan de rand van de Spoorzone, een gebied wat door de gemeente is voorzien als een hoog- stedelijk, hip en creatief woon/werk gebied dat een toevoeging moet wor- den aan het centrum.De gemeente heeft de keuze gemaakt om voor de toekomst verder te bouwen op de sterke Tilburgse economieën uit de creatieve, zakelijke dienstverlening- en woonsector. Voor deze sectoren zal de spoorzone een broedplaats voor de beginnende ondernemer worden. De vorm van het ontwerp is afgeleid van een zaadje wat in het gebouw is geplant, waarbij SEE-D staat voor de engelse vertaling van zaadje. Het zaad- je is constrasterend in vorm, materiaal en plaatsing. Hierdoor behoudt het bestaande gebouw zijn karakter. Het zaadje voorziet het gebouw van een groene kern waarin de looproute naar het boven is gevestigd met daar om- heen de etalages. De combinatie van etalages en groen voorziet de bezoe- ker vaan een interesante looproute naar het restaurant. Het restaurant is de plek waar alles samenkomt in de breedste zin van het woord. De concepten, bezoeker, ondernemer, en getoonde producten komen hier alle- maal samen. Afstudeerproject Jeroen van de Sande & Thomas Hoeven 66 | Pagina 66 | Pagina BOUWKUNDE Amsterdam 2.0 Marciano Sangoer & Jim Vereijken 67 | Pagina 67 | Pagina BOUWKUNDE “Het nieuwe ontwerp voor de afgebrande kerk van Hoek” Dit is een afstudeerproject voor de academie Bouw en Infra, de opgave gaat over een protestantse kerk in het hart van een klein dorp, genaamd Hoek. Op nieuwjaarsdag 2015 ontstaat er een brand in de voormalige kerk en binnen korte tijd gaat de gehele kerk in vlammen op. De dorpsbewoners zijn in shock en rouwen om het verlies van het kerkgebouw. Het enige dat overblijft na de brand is een ruïne met de fundamenten en de kerktoren nog intact. De opdracht is om een nieuw ontwerp te maken voor deze kerk. Na de brand wordt er een visie opgesteld door de kerkenraad, gewenst wordt dat in de toekomst de kerk een breder maatschappelijker doel krijgt. De ambitie voor dit afstudeerproject is om een vernieuwend kerkgebouw te ontwerpen dat wederom een karakteristieke positie in het dorp inneemt, waarbij de identiteit van de oude kerk in ere wordt gehouden. Een kerkgebouw dat iets te bieden heeft voor zowel de protestantse gemeenschap als de dorpelingen. Informatie Afstudeerproject: Naam: Merel van der Meijden Opleiding: Bouwkunde - Architectuur Afstudeeratelier: Ruimtelijk ontwerpen Afstudeerbedrijf: Ontwerpburo Roza Begeleiders: Els van den Veyer & Michiel Smits De nieuwe kerk krijgt een modern uiterlijk; de façade is opgebouwd uit zes schelvormige portalen die over elkaar heen geschoven zijn, de voor en achtergevel zijn uitgevoerd in een transluescent materiaal, alleen schimmen en contouren worden hierdoor zichtbaar. De glazen gevels benadrukken de openheid van het gebouw, tegelijkertijd geeft het ook een mysterieuze en sacrale uitstraling. Om de oude kerk in ere te houden wordt de kerktoren hersteld en gebruikt als entree. Er wordt een ontvangstruimte gecreëerd waar alle bezoekers samen komen; het is een plek waar ontmoeting centraal staat. De vloer van deze ruimte is uitgevoerd in glas, de fundamenten van de oude kerk worden hierachter tentoongesteld. In de ontvangstruimte zweeft een witte kubus die fungeert als kerkzaal. De zaal kan multifunctioneel worden gebruikt, denk hierbij aan; een theaterzaal, een muziekzaal of een conferentieruimte. 68 | Pagina 68 | Pagina BOUWKUNDE Biomimicry: Genetische Architectuur Afstudeerders: Xavier Pulles en Veerle van Stiphout Opleiding: Bouwkunde (Architectuur) Bedrijf: FRAAi Architecten Begeleid door: Lydia Fraaije Atelier: Ruimtelijk Ontwerp Begeleiders: Iwan Westerveen Jack Deneke Biomimicry betekent letterlijk het imiteren van het leven. Er wordt gekeken naar hoe de natuur het doet, en hier wordt inspiratie uit gehaald. Het gebouw voldoet aan de regels van de natuur. Het is ontworpen volgens form follows function , maakt gebruik van natuurlijke energiebronnen zoals de zon en is voor het grootste deel gemaakt uit gerecyclede en natuurlijke materialen uit de omgeving. Daarnaast worden dieren gehuisvest in de detaillering van het gebouw. 69 | Pagina 69 | Pagina BOUWKUNDE “Wanneer je de havenkom van de Piushaven nadert, valt het meteen op. Een lang en massief gebouw wat hier voor het gevoel niet thuishoort. Het gebouw met de naam Residentie Piushaven is het dak boven het hoofd van senioren in 120 sociale huurappartementen. Zijn omgeving heeft het laatste decennium een transformatie ondergaan en valt nu buiten de boot. Dat de middenpier een andere identiteit nodig heeft is duidelijk. “ Afgeleid van de stedenbouwkundige visie van de gemeente waarin de havenkom het thema stedelijk ontvangst heeft gekregen, zijn er drie themas die voorkomen in het gebouw; ontmoeten, observeren en ontspannen. De nieuw toegevoegde functies zoals onder andere een sportschool, Grand-Café, gemeenschappelijke wasruimte en een VVV- kantoor, hebben allemaal betrekking op een van deze themas. Bij dit project is de bestaande betonconstructie van de hoofdmassa behouden gebleven. Op deze constructie zijn wij gaan voortborduren. Om licht en ruimte te creëren, en om aan het thema ontmoeten te voldoen, is er een atrium gecreëerd in het hart van de constructie. In het nieuwe ontwerp maakt het atrium plaats maken voor de bestaande, donkere gangen. Er komen 84 appartementen terug die variëren in grootte en bewonerscapaciteit. Waar voorheen de woningen enkel via de gangen binnen het gebouw bereikbaar waren zijn ze nu ook ontsloten via de kade en het havenpark. Met De Middenpier denken wij het missende puzzelstukje voor de kop van de haven gevonden te hebben. Wij denken dat dit stukje een interessant start- of beginpunt van een tocht door de haven, of door Tilburg zal zijn. Afstuderen 2017 - 2018 Bouwkunde, architectuur Atelier ruimtelijk ontwerp Koen Marcelissen Danny Ketelaars begeleiding: Iwan Westerveen Jack Deneke 70 | Pagina 70 | Pagina BOUWKUNDE 21O x 181 mm 20A x 220 mm B 1 5 O x 1 9 0 m m 1 4 A x 7 5 0 m m 7O x 190 mm 6A x 750 mm 15O x 190 mm 14A x 750 mm Remco van den Broek E: rtavdb@gmail.com Willem Evers E: wiev95@gmail.com bouwkunde - architectuur ruimtelijk ontwerpen 1 bedrijfsbegeleider: R. Weijer - Zecc Architecten bv. E: info@zecc.nl afstudeercoördinators: I. Westerveen E: jv.westerveen@avans.nl J. Deneke E: jvp.deneke@avans.nl Op welke manier kan de Amercentrale te Geertruidenberg bijdragen aan een duurzamere toekomst en tevens als schakel dienen tussen Geertruidenberg en de Biesbosch? Dat is de vraag die wij ons zelf twintig weken geleden stelden. Met een masterplan voor het gehele terrein van de Amercentrale en een specifiek plan voor de koeltoren hebben wij een uniek maar bruikbaar onderzoek weten af te ronden. Het reikt handvatten aan, voor specifiek dit voorbeeld maar ook voor andere centrales. Het biedt kansen zodat de huidige kolencentrale ook in de toekomst van meerwaarde kunnen zijn voor de stad. Uiteindelijk denken wij dat de Amercentrale echt kan gaan bijdragen aan een duurzame toekomst en overduidelijk kan dienen als lijm die de relatie tussen Geertruidenberg, de Amercentrale en Nationaal Park De Biesbosch kan versterken. +3 1 2 3 6 4 5 7 9 8 1. royale entree 2. vergederruimte 3. entree 4. herentoilet 5. damestoilet 6. berging 7. flexwerkplekken 8. atrium 9. auditorium WIRE Transformatie van het Amercentrale terrein vrije hoogte boven vloer 7500mm + P 19.105 +P 19.320 +P 52 20 18 175 18 70 30 331 30 22 165 6 15 106 18 70 18 35 62 BUITEN gevelopbouw van bu - bi: - triple beglazing gelaagd glas 88.2 - 9 - 6 - 9 - 66.2 (52mm) U waarde 0,7 W/m2K dakopbouw van bo - be: - 150mm spuitbeton kleur grijs RAL 9007 - wapeningsnet Ø6mm - 21mm buigtriplex bevestigd op 75x175mm houten - rekwerk dient als bekisting spuitbeton dakopbouw van bo - be: dubbele laag EPDM 2x 1,53mm ter verstevinging dakbedekking voor gebruik waterbak slechtvalken - minimaal 30mm Kingspan Therma TT47 FM afschotisolatieplaat - 70mm Kingspan Kooltherm K3 vloerplaat - 18mm underlayment geschilderd in kleur signaalzwart RAL 9004 - HEA160 - 175mm Isover systemroll 700 isolatie in balklaag 75x175mm - MorgoVent 120 waterkerende en damp-open folie - 18mm underlayment geschilderd in kleur signaalzwart RAL 9004 - 35mm afkorten azobé hout hergebruiken uit bestaande - constructie 50x70mm verlijmd op underlayment - RC waarde: 8,2 W/m2 K dakopbouw van li - re: - 6mm AlucoBond aluminium zetwerk kleur anthrazit grey, nummer 105 - MorgoVent 120 waterkerende, dampremmende folie - 18mm multiplex - houten rekwerk 50x70mm ingevuld met Isover Systemroll 700 - 18 mm multiplex - MorgoVent 120 waterkerende, dampremmende folie - dubbele laag EPDM 2x 1,53mm dakbedekking 75x175 75x175 50x70 50x70 22x42 a = 6,4mm a = 6,4mm kitvoeg tbv kierdichting alucobond aluminium zetwerk kleur grijs RAL 9007 BINNEN (AUDITORIUM) 1 6 m m / m in vlak HEA 160 HEA 160 40x60x3mm buisprofiel gaas over gootbaan t.b.v. tegengaan verstopping goot gaas t.b.v. tegengaan ongedierte en afval in loze achterruimte spuwer 20x80mm 71 | Pagina 71 | Pagina BOUWKUNDE o o RUIMTE VOOR DE TOEKOMST VAN LEEGSTAND TOT STARTERSWONING Femke Eigeman Academie voor Bouw & Infra Uitstroomprofiel Bouwkunde Avans Hogeschool s-Hertogenbosch Afstudeerscriptie in opdracht van de provincie Noord-Brabant en onder de creatieve vleugels van Werkplaats de Gruyter in de Gruyterfabriek Afstudeeratelier Ruimtelijk Ontwerpen 2 met Ton van de Veerdonk en Joost Evers als afstudeerbegeleiders 2500 voetbalvelden aan leegstand. 120.000 extra huizen nodig in Noord-Brabant. 40% van de huishoudens in 2040 eenpersoons. Een tekort aan woningen tot €200.000. Tijd om de groeiende vraag naar starterswoningen te koppelen aan de blijvende leegstand! TRANSFORMEREN LEEFBAARHEID VERDUURZAMING FLEXIBILITEIT Een afstudeerproject waarbij de starter het hele onderzoek centraal staat. De wensen en het budget bepalen de mate van transformatie en het aantal betaalbare vierkante meters. Aan de hand van het onderzoek was aan te tonen dat het mogelijk is om te transformeren naar de behoefte van de starter. Het Rabobankgebouw in Boxtel was hierbij gekozen als toekomstig transformatieproject. Mede door een ontworpen leidingunit was het mogelijk om de woning zo flexibel mogelijk te maken voor de starter en volgende bewoners. Met het oog op de toekomst is het van essentieel belang dat flexibel bouwen steeds meer een standaard wordt in plaats van een uitzondering om zo eenvoudig aan de veranderende vraag te kunnen voldoen. 72 | Pagina 72 | Pagina BOUWKUNDE TOOLKIT DEMENTIEVRIENDELIJK ONTWERPEN Vince Verhaegh Mathijs de Wit 2083346 2087744 Dhr. Joost Evers, Dhr. Ton van de Veerdonk, Dhr. Michael Bol & Dhr. Frank van Dillen. Afstudeeratelier: Ruimtelijk Ontwerpen II Afstudeerbedrijf Molenaar&Bol&VanDillen architecten Avans hogeschool s-Hertogenbosch Academie voor Bouw & Infra | Architectuur Uitstroomprofiel: Architectuur Verhaegh & De Wit Afstuderen 2017 - 2018 De mogelijkheid tot het kunnen tonen van initiatief, keuzevrijheid en de manier waarop het verzorgende per- soneel en de naasten de de- menterende persoon aanspo- ren tot het tonen van initiatief. Het structureren van de routing & relaties aan de hand van de intieme sferen die aansluiten bij de oorspronkelijke woon- situatie waardoor, privéruimtes behouden worden. Een principe dat gericht is op het samen wonen binnen een zorgcomplex, cliënt en partner dienen hiertoe de mogelijkheid te hebben. Een aaneenschakeling en kop- peling van verkeers- en verblijfs- ruimtes waardoor er binnen een zorgcomplex een bepaald patroon/een bepaalde richting ontstaat die toegang biedt tot enkele ruimtes en hun functies. Prikkels zijn signalen die voort- komen uit handelingen, objecten, kleuren, vormen en dergelijke en een effect heb- ben op de hersenen van een dementerende cliënt. Beschrijft een te herkennen en vertrouwde situatie die in de meeste gevallen aansluit bij het oorspronkelijke leven van de dementerende persoon. Het begrip veiligheid is met name gericht op het voorko- men van onveilige en onvoor- ziene situaties, daarentegen probeert men de vrijheid van de dementerende persoon te waarborgen. Men heeft een mate van vrij- heid om het zorgcomplex te verkennen. Voorzieningen te ervaren en een bepaalde be- tekenis heeft in het leven van de (mede)cliënten in zowel de wooneenheid als het complex. Omgevingsfactoren zijn alle aspecten in en rondom het zorgcomplex die een effect kunnen hebben op het wel- bevinden van de cliënt en het verzorgend personeel. Is gericht op de vrij-indeelbaar- heid van een ruimte, daarbij dient deze ruimte ook een adaptief karakter te hebben. Welke set aan ontwerpbegrippen is geschikt om een Toolkit aangaande dementievriendelijk ontwer- pen op te stellen die de basis biedt voor het vormen van een Programma van Eisen en die toetsbaar is aan een casus? “Het ontwerpen en bouwen voor mensen met dementie is een acute maatschappelijke opgave. Toch weet men vaak niet hoe dit aangepakt moet worden” (Nillesen & Opitz, 2013). 1. Stimuleren van initiatief 2. Privacy 3. Samenwoonprincipe 4. Routing & Relaties 5. Prikkels 6. Herkenbaarheid & Thuisgevoel 7. Veiligheid 8. Ontmoeting 9. Omgevingsfactoren 10. Flexibiliteit 73 | Pagina 73 | Pagina BOUWKUNDE Anke Thijssen - 2087187 Tom Schoonwater - 2083932 Bouwkunde - uitstroomprofiel architectuur D+B Architecten Ruimtelijk ontwerpen 2 Monique Voet, Ton van de Veerdonk VOOR STARTERS DE DUURZAME WOONOPLOSSING 74 | Pagina 74 | Pagina BOUWKUNDE De Heilige Johannes Evangelistkerk te Hooge Mierde. Vijf eeuwen lang vormde dit gebouw het middelpunt van het dorpje Hooge Mierde in de Brabantse Kempen en bracht het de inwoners samen. Samen met de leegloop van het omliggende platteland was ook de sluiting van de H.J. Evangelistkerk door ontzuiling en vergrijzing onvermijdelijk. Op 25 augustus 2015 ging het slot op de deur van het rijksmonument en viel het centrale middelpunt van het dorp weg. Middels herbestemming van de H.J. Evangelistkerk zal deze terugkeren als middelpunt van Hooge Mierde en klaar worden gemaakt voor zowel zijn eigen toekomst als de toekomst van het omliggende Kempengebied, waarbij duurzaamheid een belangrijke rol speelt. oor het bereiken van dit doel zal worden ingespeeld op de ontwikkelingen van de omgeving van de H.J. Evangelistkerk. De transitie van het omliggende platteland naar recreatielandschap en de uitbreiding van Hooge Mierde achter het kerkgebouw. De keuze voor een foodmarkt met bed & breakfast ruimtes beademt de duurzame visie voor de toekomst. Streekproducten, recreatie en inwoners komen allemaal samen in het middelpunt van Hooge Mierde. Naast deze ontwikkelingen van de omgeving zijn ook de ontwikkelingen van het rijksmonument zelf van groot belang. Het verleden van het gebouw, dat als inspiratiebron dient voor de toekomst. Een nieuwe invulling die samen een dialoog aan dient te gaan met de cultuurhistorische waarde van het rijksmonument. De ontwerpvisie Een twist met de tijd mee is hieruit voortgekomen. Het draaien van de prominente as van de H.J. Evangelistkerk duidt van een nieuwe tijd aan, maar met respect voor en inspiratie uit het rijke verleden. Een nieuwe eigentijdse pure invulling, waarbij duurzaamheid en een natuurlijke uitstraling centraal staan. Het doorvoeren van deze visie zal leiden tot een passend integraal ontwerp voor de toekomst van de H.J. Evangelist kerk. Startend bij de ontwerpfase zijn verschillende varianten van deze invulling onderzocht om uiteindelijk tot een definitieve ruimtelijke vertaling van de ontwerpvisie te komen. Een nieuwe entree aan de linkerzijde van het kerkgebouw, die doorloopt in de centraal gelegen foodmarkt. Uitbreidingen op de nieuwe prominente as gaan een connectie aan met de oude gevel met glas- in-lood ramen. En een glazen gevel met lamellen zal op deze plek zorgen voor een open en toegankelijke uitstraling, met respect voor het gesloten verleden. De interne invulling vormt zich om de zichtlijnen van de oude prominente as en staat als een losse doos in het gebouw, waarin de bed en breakfast ruimten gevestigd zijn. Zo wordt het ruimtelijke gevoel van het kerkgebouw zo veel mogelijk behouden. Een natuurlijke duurzame uitstraling wordt bereikt door gebruik van hernieuwbare materialen. De ontwerpvisie is als leidraad doorgetrokken tot in de keuze van constructie, installatieprincipes en in de keuze van de detaillering. Aan de hand van het tot stand gekomen integraal ontwerp voor de H.J. Evangelistkerk zal de opgestelde visie volbracht worden en het ontwerp een inspiratie vormen voor de toekomst met behoud van het verleden. De oplossing voor het behoud van de leegstaande monumentale kerk in het gebied van de Brabantse kempen en hoe duurzaam herbestemmen hierin helpt. E E N T W I S T M E T D E T I J D M E E Anouk van Strien Lieke Vullers Afstuderen 14 juni 2018 Avans Hogeschool Tilburg Bouwkunde - Architectuur Atelier ruimtelijk ontwerpen I. Westerveen J. Deneke SatijnPLUS architecten �������������������� �� ���� ���� ���� ���� ��� ��������� ���������������� ������� � ������� ������� � ��������������������� ������� � ������� ������� � �������������������� ������� � ������� ������� � ������� ������� � �������������������� ������� � �������� ������� � ��������������� ������ � ������������� �������� � ��������� ����� ����� ����� ����� ����� ����� ����� ����� ����� ����� ����� ����� ����� ������ ������� �������������������� ������ � �������������������� ������ � ��������� ������������� �������� � ��� 75 | Pagina 75 | Pagina BOUWKUNDE Burgerhoutsestraat 12, de locatie waar Henri van Gilse omstreeks 1899-1901 Villa Mariahove liet bouwen. De villa is genoemd naar zijn vrouw Maria Kenis en de toevoeging “hove” in de naam houdt verband met het aangrenzende historische landgoed Vrouwenhof. Het ontwerp is van de Roosendaalse Architect Marinus Vergouwen en is gebaseerd op de romantische kasteelarchitectuur. Deze stijl is terug te zien in de schilderachtige opzet met erkers, hoektoren, kantelen en dergelijke. De villa kende een nauwe samenhang met de tuin. Villa Mariahove is in 1938 overgekocht en heeft vanaf die periode verschillende functies gehad. In 1968 werd de villa door de Gemeente Roosendaal overgenomen. Na een aantal jaren van leegstand werd in 1975 de gemeentelijke muziekschool ondergebracht in de villa. Bij deze functieverandering zijn er verschillende verbouwingen doorgevoerd in het interieur van het pand. Aan de achterzijde werden de warande en bijkeuken gesloopt en op diezelfde plaats is een nieuwe aanbouw gerealiseerd. Hierdoor ging de samenhang met de tuin verloren. In 2001 vertrok de muziekschool uit de villa en werd Villa Mariahove weer bewoond, dit keer door studenten. Na een aantal jaar deze functie te hebben gedragen brak er in 2007 een brand uit in de villa, wat het pand voor een groot deel verwoestte. Ondanks dat de villa volledig is herstelt zijn nu, na 11 jaar, nog steeds gevolgen van de brand te zien. Het monumentale interieur is verloren gegaan, de connectie met de tuin is weg en het pand staat voor een groot deel leeg. Voor ons een reden om Villa Mariahove nieuw leven in te blazen. “Geef het verleden een nieuwe toekomst“ Het doel was om door middel van een herbestemming volledige leegstand van Villa Mariahove tegen te gaan. Hierbij is er getracht zo min mogelijk van de monumentale en unieke waarde van het pand aan te tasten. Uiteindelijk is het besluit gevallen, Villa Mariahove wordt een restaurant. Een restaurant waar beleving, kwalitatief hoogwaardige gerechtjes en routing centraal staan. Door het volgen van een routing door de villa krijgt de bezoeker 7 kleine gerechtjes opgediend, met in elke ruimte steeds weer een bijpassend drankje en een andere beleving. De villa is geheel ingericht met een modern en industrieel karakter, in combinatie met herkenbare elementen van het oude interieur. Hiermee wordt er een contrast gecreëerd met de volledig monumentale buitenzijde van het pand. De weggepoetste brand komt terug centraal te staan en wordt versterkt door de explosie-vormige aanbouwen. Kortom, een nieuw concept in het oude jasje. Door het unieke concept wordt er verwacht dat de villa zowel lokaal als regionaal onder de aandacht zal komen en hierdoor een positieve bijdrage levert aan de stad Roosendaal. Een monumentaal pand, aangepast aan de wensen van nu: Villa Mariahove. Geef het verleden een nieuwe toekomst. Herbestemming Villa Mariahove GEEF HET VERLEDEN EEN NIEUWE TOEKOMST Amber dHaens 2088788 Maarten Heck 2086333 Opleiding Bouwkunde Uitstroomprofiel Architectuur Opdrachtgever Avans Hogeschool Afstudeeratelier Ruimtelijk Ontwerpen 1 Begeleiders Iwan Westerveen & Jack Deneke Bedrijfsbegeleider John van Lierop 76 | Pagina 76 | Pagina BOUWKUNDE Winkelleegstand Een passende oplossing voor leegstaande winkelpanden Naar aanleiding van het nationale probleem van winkelleegstand is er in dit onderzoek naar een oplossing gezocht op nationaal gebied maar ook specifiek op het centrum van Dongen (NB). In het centrum van Dongen heerst op dit moment een groot probleem van leegstaande winkels en er komen er steeds meer bij. Omdat er in de gemeente geen passende oplossing gevonden kan worden is er in dit onderzoek aandacht aan besteed. Uit dit onderzoek is gebleken dat er in het centrum gecombineerd zou kunnen worden tussen horeca, wonen en winkelen. Winkels kunnen in een groter leegstaand pand samengevoegd worden, waardoor de vaste lasten van deze winkeleigenaren automatisch lager worden en de winkel meer kans heeft om te blijven bestaan. Daarnaast is het toevoegen van horeca in een winkelgebied een uitgelezen kans om meer mensen richting het centrum te trekken. Ook het invullen van de lege panden met woningen zorgt voor extra levendigheid. In dit onderzoek is één specifiek pand uit het centrum van Dongen gekozen om te gaan herbestemmen. Dit pand is van de oude apotheek en staat al zeker meer dan 5 jaar leeg. Om voor een uitdagend ontwerp te gaan is er gekozen om in dit pand een restaurant te ontwerpen, dat zich richt op het luxe segment. Tijdens het ontwerpen van dit restaurant is uit verschillende bronnen inspiratie gehaald. Bij het schetsontwerp zijn verschillende mogelijke indelingen bedacht die uiteindelijk samengevoegd zijn tot het ontwerp waar alle positieve onderdelen in verwerkt zijn. Dit ontwerp is voortgekomen uit een aantal concepten die vooraf zijn opgesteld. Het gaat hierbij om: luxe, ruimtelijkheid, samenhang, contrast, route en beleving. Deze concepten zijn een leidraad geweest voor de uitwerking van de herbestemming van de oude apotheek. Naast deze concepten is functionaliteit ook een erg belangrijk onderdeel geweest tijdens het ontwerpproces. Aan de hand van de concepten zijn onder meer materialen, kleuren en keuze voor detaillering gekozen. Tijdens het detailleren is voornamelijk rekening gehouden met een luxe afwerking en samenhang. De keuze van ventileren en verwarmen is voornamelijk gebaseerd op comfort. Het uiteindelijke ontwerp geeft een goed beeld van wat er met lege winkels gedaan kan worden en hoe ze alsnog kunnen blijven integreren in de bestaande winkelstraat. Charlotte Geerts Bouwkunde Architectuur DAT Architecten Tilburg Ruimtelijk ontwerp Iwan Westerveen Jack Deneke 77 | Pagina 77 | Pagina BOUWKUNDE Duurzaamheid in de vorm van Natuurbehoud AB&I Bouwkunde- Architectuur Ruimtelijke ontwikkeling 1 ir I. Westerveen ir J. Deneke De locatie is gekozen aan de hand van: -Bereikbaarheid -Biodiversiteit -Plek voor het ontwerp De mens en natuur herenigen -Integratie (samenwerking flora, fauna en architectuur) -Duurzaamheid & Ecologie --> Lowtech bouwen & locale materialen -Bewustwording belangen natuur --> Educatie en observatie functie Nationaal Park De Hoge Veluwe Houtverbindingen zonder staal in de kozijnen en constructie Japanse houtverbindingen & pen en gat verbindingen Lokale materialen 3D model -- exterieur 3D model -- interieur 3D model -- constructie Circulaire waterwinning -Het regenwater wordt opgevangen. -Doormiddel van planten-wortels wordt regenwater gefilterd. -Algen halen de nitraten uit het zwarte en grijze water. -Het water wordt weer afgegeven aan de natuur en door moerasfilterplanten drinkbaar gemaakt. LOWTECH ORGANISCH EDUCATIE ECOLOGISCH 13-06-18 Priscilla C.C. de Hoogh Sanne J. van Haasteren Marquart Architecten K. Rulens 78 | Pagina 78 | Pagina BOUWKUNDE Afstudeerders: Ruben Smans & Evelien van Corven Opleiding: Bouwkunde Avans Hogeschool Uitstroomprofiel: architectuur Bedrijf: FDarchitecten Afstudeeratelier: Ruimtelijk ontwerpen 1 Begeleiders: Iwan Westerveen Jack Deneke Ecologisch bouwen zichtbaar maken in een recreatief gebouw Ecologisch bouwen Agrarisch gebied Educatie ������������������������� 79 | Pagina 79 | Pagina BOUWKUNDE Afstudeerders: Tim van der Lee & Karel Ly Opleiding: Bouwkunde Uitstroomprofiel: Architectuur Opdrachtgever: Platform Allround Begeleider bedrijf: Roland Schaverus Begeleider school: Jack Deneke & Iwan Westerveen O.L.V.R. Koningin v.d. Vrede Tilburg De omgang met architectonisch erfgoed Grondverhoudingen Plastische getal verhoudingen in 3D Basiliek vorm en ritme Platdak bereikbaar via luiken in de kamers Waterstroken voor scheiding van ruimtes/ verzorgen van water voor het groen Kook en eet gelegenheden van de bewoners aan de kopse kant Het ontwerp is gescheiden tussen pri- ve, semi - openbaar en openbaar Voor een sterkere symmetrie een gla- zen toren wat kan functioneren als een yoga ruimte De woning zijn verdeeld in een 3 beuk Diepte benadrukken i.p.v. hoogte Per blok 2 kamers met een gedeelde bad en woonkamer met een openslaande gevel (sociale interactie met elkaar) 80 | Pagina 80 | Pagina BOUWKUNDE De Grote Markt in Breda, het kloppende hart van de stad welke altijd in beweging is. Waar deze ooit ontstaan is om handel te drijven wordt vandaag de dag bourgondisch genoten van het historische decor. Men geniet van het plein aan de voet van de Grote Kerk en voelt zich thuis onder de grote bomen op het zuidelijke deel. De wekelijkse Markt krimpt echter met het jaar en de detailhandel, tot voorkort de belangrijkste voorziening in het stadscentrum, raakt sneller overbodig door de veranderende con- sument. Waar karakteristieke en monumentale pandjes een bepaalde charme hebben en hierdoor gemakkelijk met de tijd mee gaan hebben modernere panden hier meer moeite mee. Grote Markt 17, gebouwd in 1978 na een allesverwoestende brand, mist deze charme. Het pand valt met haar modernistische stijl uit de toon op de Markt en maakt trans- formatie moeilijk zonder rigoureuze aanpassingen aan de esthetische kenmerken. Om de locatie nieuw leven in te blazen en om iets toe te voegen aan de stad zal iets nieuws verrijzen. Om dit doel te bereiken zal ingespeeld worden op de verschillende ontwikkelingen die zich voor doen in stadscentra. Een completer en hoogwaardiger voorzieninge- naanbod zal hieraan bijdragen. De keuze om een kleinschalig filmhuis te realiseren, te bereiken via een groene oase van rust, gecombineerd met een bijzondere horecafunc- tie en hotel voegt iets toe aan de stad en maakt deze toekomstbestendiger, leefbaard- er en aantrekkelijker. Inwoners van de stad, filmliefhebbers en bezoekers hebben een reden meer om naar de stad te komen en kunnen genieten van een complete filmische ervaring. De vraag hoe omgegaan wordt met nieuwbouw in een historische omgeving en vele lagen geschiedenis geven de opdracht een complexe draai. Een duidelijke visie om een gebouw te maken voor de stad, passend binnen het Bredase karakter door het bestaande te respecteren zullen keuzes onderbouwen en versterken. De gecombineerde functies filmhuis, horeca en hotel vormen een uniek concept en voegen hiermee iets toe aan de stad Breda. Een visie die uitgaat van respect voor de historische kenmerken zal samengaan met het filmische concept. Een passend integraal ontwerp voor de nieuwbouw van het Filmhotel Breda zal voortkomen uit deze visie. Diverse onderzoeken, varianten en deelstudies hebben bijgedragen aan een definitieve ruimtelijke vertaling van de visie en het programma. Aansluiting in de omgeving wordt gevonden door de bebouwde delen uit te voeren in ambachtelijk metselwerk waarin subtiel wordt gerefereerd naar het verleden. Een oase van rust in de groene binnentuin sluit aan op het Bredase karakter en creëert een contrast met het drukke stadsleven. De overgangen van scènes, functies en ruimten staan centraal en dragen bij aan de filmische beleving, wanneer bezoekers het gebouw betreden zu - llen diverse doorzichten nieuwe functies introduceren. Schimmen achter melkglazen delen vormen bewegingen en de gelaagdheid in materialisering zorgt voor speelsheid van lichtinval. Verborgen vlakken lichten s avonds op en bijzondere zichtlijnen geven het gebouw een extra dimensie. De ruimtelijke vertaling van de visie en het concept wordt van plattegrond tot in materialisering, detaillering en constructie doorgezet en vormt in dezen een geheel. Het integrale ontwerp voor het nieuw te bouwen Filmhuis aan de Grote Markt in Bre- da speelt in op hedendaagse ontwikkelingen in stadscentra. Het ontwerp kan gezien worden als inspiratiebron voor soortgelijke binnenstedelijke locaties en ontwerpen waar functie gerelateerde concepten van toepassing zijn. Dennis Pas, Jeremy Hakkel FILMHOTEL BREDA 81 | Pagina 81 | Pagina BOUWKUNDE 82 | Pagina 82 | Pagina BOUWKUNDE D E B O T E N L O O D S LAAT JE GROEI E N ! Onderzoek naar de herbestemming van de monumentale botenloods bij Fort Sabina. Esmée Dieteren & David Steijger BOTENLOODS FORT SABINA Natuur Maatschappij Geschiedenis Sfeerimpressie botenloods Schetsontwerp Alternatief ontwerp Concept 83 | Pagina 83 | Pagina BOUWKUNDE DE HOGE RUG ONTWERPSTUDIE VOOR OPTOPPEN VAN BINNENSTEDELIJKE LOCATIE HET VEEMGEBOUW De Nederlandse woningmarkt wordt steeds krapper, er is een enorme vraag en maar weinig aanbod. Vooral in het binnenstedelijke gebied groeit de vraag naar woningen. De vraag naar appartementen is toegenomen terwijl de vraag naar, bijvoorbeeld, vrijstaande woningen is gestegen. St. Trudo, een van de grote woningcorporaties in Eindhoven, is druk bezig met het ontwikkelen van woningbouwprojecten om op deze vraag te reageren. St. Trudo is na het verdwijnen van Philips uit Strijp-S in 2002 in bezit gekomen van enkele gebouwen in dit gebied, toen het gebied werd overgenomen door Park Strijpbeheer (PSB), een publiek-private-samenwerking tussen Gemeente Eindhoven en Volkerwessels die dit gebied ging herbestemmen. St. Trudo heeft de afgelopen jaren bijgedragen aan het hedendaagse succes van Strijp-S als nieuwe woon-, werk- en recreatiegebied bij het centrum van Eindhoven. Hierbij horen succesverhalen zoals de herbestemmingen van het huidige Klokgebouw, Gebouw Anton & Gerard en de Apparatenfabriek tot verschillende woon- en/of werkgebouwen die enorm in trek liggen. Naast Gebouw Anton, onderdeel van de Hoge Rug van Strijp-S, bevindt zich het Veemgebouw (SDM in Philips-termen). Een gebouw met een unieke uitstraling en sfeer. Dit gebouw was het eindstation van de productielijn in de gebouwen van de Hoge Rug, waar vroeger radios (en later televisies) gemaakt werden. De producten die in de Hoge Rug geproduceerd werden, werd en daarna opgeslagen in het Veemgebouw. Dit gebouw wordt nu op verschillende manieren gebruikt; op de begane grond bevindt zich de vershal, op verdieping 1 t/m 3 parkeerplaatsen voor motorvoertuigen en op de andere verdiepingen verschillende kantoorfuncties voor kleine- tot middelgrote bedrijven. Maar het pand voelt nog niet af. St. Trudo wil dat er in de toekomst gewoond gaat worden op het dak van het Veemgebouw. St. Trudo heeft de ambitie om dit pand op te toppen, het toevoegen van één of meerdere lage n op het huidige pand, een manier van verdichten die de afgelopen jaren in gebruik is toegenomen in zowel Nederland, als in het buitenland. Voor het ontwerp van deze optopping is er enkele jaren geleden een prijsvraag in het leven geroepen, waar architec tenbureau Caruso St. John het winnende ontwerp had ontworpen. Het ontwerp bestond uit 2/3 verdiepingen aan luxe-appartementen of penthouses en de bestaande opbouw invullen met een horecafunctie. Echter, was St. Trudo nog niet helemaal tevreden met het ontw erp, ze mistte namelijk de wow - factor of iconische uitstraling die ze zochten. Om St. Trudo op nieuwe ideeën te brengen en, tot een zekere mate, wakker te schudden is er een totaal nieuw ontwerp opgeste ld. De rode draad van dit ontwerp bestaat uit he t woord levendigheid en de kernwaarden van Strijp -S, waarvan allebei geambieerd wordt om te bereiken door implementatie van dit ontwerp. Het programma is opgesteld aan de hand van de kernwaarden van wonen- , werk en recreëren, en leggen de basis voor de invulling van de optopping. 72 appartementen/lofts voor elk type bewoners, 2643 m2 aan vloeroppervlak voor kantoor of vergader-functies, bedoeld voor startups en groeiende bedrijven en een zestal commerciële ruimtes voor horeca, cultuur of winkelfuncties (totaal oppervlak van 1.964 m2) gesitueerd aan het open atrium. Aan de hand van deze mix in functies ontstaat er binnen in het gehele Veemgebouw een eigen ecosysteem. De vorm van het Veemgebouw is doorgezet in de optopping (in de drie compartimenten) en er is gebruik gemaakt van de bestaande verticale infrastructuur die tevens is doorgezet in de optopping. Hierdoor voelen de twee bouwdelen niet compleet verschillend van elkaar aan. De massa van de optopping is trapsgewijs opgebouwd, per compartiment, om voor optimale bezonning te zorgen op d e openbare daktuin, die gaat fungeren als stadsbalkon of dakterras, met overal een ander uitzicht. De verschillende verdiepingshoogtes (3,5 en 5 meter hoog, afwisselend) zorgen ervoor dat het luchtige, openbare atrium speels aanvoelt, omringd door de galerijen aan beide zijden. Het atrium wordt verlicht door de glazen gevel die rondom de begane grond van de optopping te vinden is en het grote dakraam in het plafond. De architectuur van de optopping contrasteert op een aantal vlakken met die van het Veemgebouw met haar ronde hoeken, bruine bakstenen gevel en kleine gevelopeningen. De optopping met een witte gevel, grote gevelopeningen en hoekige karakter past daarentegen wel goed als modernere versie van de Hoge Rug. Hoewel het geen out-of-the-box ontwerp is, met een enorme contrastering tussen de twee bouwmassa's, vloeiende vormen of iconische architectuur, heeft de optopping wel een grote kans om opgenomen te worden in het stadsbeeld van Eindhoven en de sfeer van Strijp-S. In dit ontwerp werkt de optopping samen met het Veemgebouw om een meerwaarde voor Strijp-S en Eindhoven te kunnen betekenen, zowel op architectonisch- als functioneel niveau. THIJS VOULON BOUWMANAGEMENT & VASTGOED IN OPDRACHT VAN ST. TRUDO RUIMTELIJK ONTWERPEN 2 BEGELEIDING DOOR: MONIQUE VOET TON VAN DE VEERDONK JACK HOCK 84 | Pagina 84 | Pagina BOUWKUNDE bso school DALTONSCHOOL KLASLOKAAL HAL ENTREE WERKPLEK TRAPPEN AULA SCHOOLPLEIN OPENLUCHTKLAS BIJZONDERE RUIMTES VIDE BSO DIGITAAL Aantal en ligging Open/ Gesloten Ligging tov routing Vorm Zicht binnen -> binnen Zicht binnen -> buiten Ruimtelijke organisatie i.c.m.klaslokalen Open / Gesloten t.o.v. andere ruimtes Circulatie Aanwezigheid Positionering tov entree Positionering tov routing Aanwezigheid Aanwezigheid Aanwezigheid Positionering Zicht binnen -> binnen Zicht binnen -> buiten Relatie met omgeving Positionereing Ruimtelijke organisatie Aanwezigheid Functie ruimte onder trappen SCHOOL Plattegronden KLEUR Aanwezigheid kleuren Stilteruimte Orientatie ramen Indeling Verbinding met andere ruimtes MATERIAAL Aanwezigheid CONCLUSIE CONCLUSIE CONCLUSIE CONCLUSIE CONCLUSIE CONCLUSIE CONCLUSIE CONCLUSIE CONCLUSIE CONCLUSIE CONCLUSIE CONCLUSIE CONCLUSIE DE MARKESTEEN APOLLO 11 COLUMBUS DE MARKESTEEN APOLLO 11 COLUMBUS DE MARKESTEEN APOLLO 11 COLUMBUS DE MARKESTEEN APOLLO 11 COLUMBUS DE MARKESTEEN APOLLO 11 COLUMBUS DE MARKESTEEN APOLLO 11 COLUMBUS DE MARKESTEEN APOLLO 11 COLUMBUS DE MARKESTEEN APOLLO 11 COLUMBUS DE MARKESTEEN APOLLO 11 COLUMBUS DE MARKESTEEN APOLLO 11 COLUMBUS DE MARKESTEEN APOLLO 11 COLUMBUS DE MARKESTEEN APOLLO 11 COLUMBUS DE MARKESTEEN APOLLO 11 COLUMBUS DE MARKESTEEN APOLLO 11 COLUMBUS bso school bso school bso school CONCLUSIE DE MARKESTEEN APOLLO 11 COLUMBUS bso school VRIJESCHOOL De bijdrage van architectuur binnen de optimale basisschool Ontwerp van een basisschool die een prettige leeromgeving biedt, waardoor de leerprestaties van kinderen worden verbeterd Afstudeeronderzoek HBO Bouwkunde (2018) Avans Hogeschool s-Hertogenbosch Docentbegeleiders 1e begeleider Dhr. T. van de Veerdonk 2e begeleider Mevr. M. Voet Bedrijfsbegeleider KOW Dhr. M. Voss F. Baabduh S. Joosten Afstudeerrichting Architectuur Architectuur Studentnummer 2086436 2090983 fadia.baabduh@gmail.com sem.joosten@hotmail.nl +3168566007 +31612789397 s-Hertogenbosch, juni 2018 85 | Pagina 85 | Pagina DUAAL 86 | Pagina 86 | Pagina BOUWKUNDE CONTRACTVORMING UITWERKING BATCHES ONTWERP BEBOUWING DOCUMENTEN SET COÖRDINATIE AANVRAAG OMGEVINGSVERGUNNING UITGANGSPUNTEN ONTWERP FINANCIELE TOETSING TECHNISCHE UITGANGSPUNTENLIJST FAIRHOMES V ONTWERP TERREIN UITWERKING ONE PIECE MET KETENPARTNERS KETENPARTNERS BEPALEN EN VASTLEGGEN DOCUMENTEN SET DETAILS BB-TOETS ENERGIE PRESTATIE NORM MILIEU PRESTATIE NORM GOEDKEUREN ONE PIECE DOOR AANNEMER EN LEVERANCIERS GOEDKEUREN EN VASTELGGEN SITUATIE BESCHIKBAAR KAVEL VERKAVELING BEBOUWING BOUWKUNDIGE TEKENINGEN CONSTRUCTIEVE TEKENINGEN BATCH TWEE BATCH DRIE INLADEN MODELLEN EN AF- STEMMEN IN 3D 2D TEKENINGEN UIT HET GE- INTEGREERDE MODEL TYPE 5400 WONING: Woonoppervlakte 120m² Inhoud 414m³ Woonkamer/keuken 36m² Entree/hal 5m² Slaapkamer L.A. 9,5m² Slaapkamer R.A. 15m² Slaapkamer R.V. 10,5m² Badkamer 5,2m² BIJZONDERHEDEN VAN DE WONING: ruime woonkamer met keuken bergkast op de begane grond 3 ruime slaapkamers gescheiden toilet op verdieping extra mogelijkheden op de zolder berging op eigen terrein BEGANE GROND; 1:50 EERSTE VERDIEPING; 1:50 516 226 401 520 371 220 280 280 226 272 901 401 291 21 21 TYPE 5400 WONING: Woonoppervlakte 120m² Inhoud 414m³ Woonkamer/keuken 36m² Entree/hal 5m² Slaapkamer L.A. 9,5m² Slaapkamer R.A. 15m² Slaapkamer R.V. 10,5m² Badkamer 5,2m² BIJZONDERHEDEN VAN DE WONING: ruime woonkamer met keuken bergkast op de begane grond 3 ruime slaapkamers gescheiden toilet op verdieping extra mogelijkheden op de zolder berging op eigen terrein TYPE 5400 ZOLDER; 1:50 ZOLDER: Oppervlakte 23,8 m² Wasruimte 3,2 m² 516 BATCH ÉÉN 87 | Pagina 87 | Pagina BOUWKUNDE Afstudeer student: Frank Thijssen Opleiding:Bouwkunde , uitstroomprofiel:Bouw technisch ontwerp (BTO) Opdrachtgever:MartensBouw BV Afstudeeratelier: Duaal Begeleiders Avans : T.A.H. van Schaijk, Ir. R.M.L.J. Tabink Bedrijfsbegeleider: P.C.R.M. Martens 88 | Pagina 88 | Pagina BOUWKUNDE BOUWEN MET BENG Vanaf 2020 moeten alle nieuw gebouwde gebouwen voldoen aan de BENG-eisen (Bijna Energie Neutrale Gebouwen). BENG vervang dan de huidige EPC. De BENG-indicatoren zijn strenger dan de huidige EPC, en de energiezuinigheid van een gebouw wordt op andere manier beoordeeld. Voor vrijstaande woningen is het moeilijk om te voldoen aan de BENG-eisen. Vrij- wel alle recent ontworpen vrijstaande woningen voldoen niet aan de voorgenomen BENG-eisen. Het doel van het onderzoek was om te achterhalen welke maatre- gelen genomen kunnen worden en noodzakelijk zijn om vrijstaan- de woning te laten voldoen aan de BENG-eisen. De onderzoeks- vraag die hierbij opgesteld is: ��at zijn de conse�uen�es voor het archi- tectonisch en technisch ontwerp als gevolg van de maatregelen die noodzakelijk zijn om vrijstaande nieuwbouw woningen te laten voldoen aan de voorgenomen BENG-eisen. De belangrijkste conse�uen�es zijn: kwaliteit van de thermische schil van woningen veel in- vloed hee� op de BENG-score. Hogere isola�e waarden van gevel en dak leiden tot dikke- re gevel en dakconstruc�es. Dit hee� met eenzelfde bouw- volume minder e�ec�ef gebruiksoppervlak tot gevolg. Het toepassen van zonwering standaard voor vrijstaande woningbouw. Integreren van hernieuwbare energie in het ontwerp is belangrijk omdat duurzaam energie opwekken verplicht wordt. Opdrachtgever RoosRos Architecten s Gravenpolderseweg 1c 4462 CC Goes Afstudeerbegeleiders Avans Hogeschool Tilburg (Duaal Afstudeeratelier) Ir. T.A.H. van Schaijik Ir. J.H. de Graaf Student Jeroen Sinke Opleiding Bouwkunde / Uitstroomprofiel Bouwtechnisch Ontwerpen Onderdeel Score Eis Resultaat EPC 0,399 Bouwbesluiteis 2015 = 0,4 BENG 1 79,8 kWh/m2 25 kWh/m2 BENG 2 56,8 kWh/m2 25 kWh/m2 BENG 3 12 % 50 % Met originele uitgangspunten voldoet de woning niet aan de BENG- eisen. - Originele uitgangspunten conform Bouwbesluit 2015 - H�bride Warmtepomp uit ven�la�e retourlucht, - 5 PV panelen á 300WP - Natuurlijk toevoer / mechanische afvoer Score BENG 1 max. 25kWh/m2 24,8 kWh/m2 BENG 2 max. 25kWh/m2 14,2 kWh/m2 BENG 3 min. 50% 72 % EPC 0,155 Resultaat Na diverse maatregelen in het ontwerp te hebben genomen voldoet de woning wél aan de BENG-eisen - hogere isola�ewaarden / luchtdichtheid / lagere �-waarden - zonwering - Luchtwarmtepomp -6 PV panelen a 300WP - �O2 gestuurde ven�la�e Wat de genomen maatregelen betekenen voor het ontwerp én detail- lering van het gebouw is onderzocht. Er zijn verschillende beeldbepa- lende details uitgewerkt om te tonen wat de conse�uen�es zijn voor het bouwkundig ontwerp. 89 | Pagina 89 | Pagina BOUWMANAGEMENT & VASTGOED 90 | Pagina 90 | Pagina BOUWMANAGEMENT & VASTGOED De opleiding Bouwmanagement en Vastgoed, sinds 2016 getiteld Ruimtelijke Ontwikkeling, is gericht op gebiedsontwikkeling, vastgoedexploitatie en -beheer. De opleiding is in 2009 ontwikkeld in nauwe samenwerking met het bedrijfsleven in Zuid-Nederland. Professionals uit de praktijk verzorgen gastcolleges of begeleiden studenten tijdens projecten. De opleiding is daarmee zeer praktijkgericht. Bij Bouwmanagement en Vastgoed worden techniek, economie en management gecombineerd met juridische- en ontwerpaspecten. De opleiding Aan het eind van het propedeusejaar volgt een oriënterende stage, bij een non-profit organisatie en/of een commercieel bedrijf. Tijdens de hoofdfase van de opleiding verdiepen studenten zich steeds verder in Vastgoed & Ruimtelijke Ontwikkeling. In het derde jaar van de opleiding lopen studenten een beroepsspecifieke stage, bijvoorbeeld bij een projectontwikkelaar, woningcorporatie of andere vastgoedpartij. Het vierde jaar krijgt een persoonlijk tintje met een individueel keuzetraject: een verdiepende of verbredende minor. Daarna volgt het afstuderen in de beroepspraktijk. Studenten leren bijvoorbeeld hoe je woonsituaties verbetert, winstgevend investeert in de ontwikkeling van winkelcentra of ervoor zorgt dat de woningvoorraad blijft voldoen aan de eisen van gebruikers. Door de focus op de praktijk begrijpen zij bovendien welke rol wet- en regelgeving speelt. Stedenbouw speelt ook een belangrijke rol in de opleiding. Daar leren zij alles over de inrichting van gebieden, van wegenplan tot openbaar groen. Een wijk te ontwerpen die esthetisch verantwoord is en ook goed functioneert. Het ontwerp en de plannen zijn technisch én wettelijk in orde. Studenten leren effectief te communiceren met verschillende partijen zoals gemeenten, bewoners, architecten en de provincie. Cursussen, trainingen en projecten Studenten krijgen tijdens de reguliere studieblokken les in verschillende onderwijsvormen. Cursussen staan vooral in het teken van theorie en veel oefenen, zoals het analyseren van woonsituaties, het maken van een structuurplan voor een gebied, project- en ondernemingsfinanciering of city marketing. Tijdens vaardigheidstrainingen maken studenten zich vergadertechnieken, statistisch rekenen of het gebruik van Illustrator en Photoshop eigen. Bij projecten doen zij een praktische casus, onderzoek of opdracht in groepsverband waarbij zij een echt praktijkprobleem aanpakken. Zij ontwikkelen bijvoorbeeld een bestemmingsplan, ontwerpen een waterwoning of leggen zich toe op verbeteren en herbestemmen. Elk kwartaal wordt afgesloten met een praktijkweek. Studenten sluiten de opleiding af met een halfjaar afstuderen in de beroepspraktijk. Al dan niet in duo werken zij in een afstudeeratelier, waarbij een aantal studenten rondom een vastgoedthema zijn gegroepeerd. Het atelier biedt ruimte om kennis te delen en van elkaar te leren. Een vast onderdeel daarin is de bedrijfsbijeenkomst waarin alle opdrachtgevers met de atelierstudenten in gesprek gaan over uiteenlopende onderwerpen zoals innovatieve vastgoedconcepten, beheersvormen & herbestemming en herontwikkeling. Afstudeerders werken hier voor een keur aan verschillende opdrachtgevers waaronder beleggers, woningcorporaties en ontwikkelende partijen. In deze bundel laten studenten u hun afstudeerwerk zien. We zijn trots op de wijze waarop zij zich hebben ontwikkeld tot young professional. 91 | Pagina 91 | Pagina VASTGOED 1 & 2 In het Vastgoedatelier is ruimte voor alles wat met vastgoed te maken heeft. Het atelier heeft dan ook een multidisciplinair karakter waarin naast afstudeerders vanuit bouwmanagement & vastgoed ook bouwtechnische bedrijfskunde, civiel technici en bouwkundigen participeren. Onder de opdrachtgevers zitten onder meer woningcorporaties, gemeenten, ontwikkelaars, beleggers en ondernemers met een vastgoedvraagstuk zitten. De onderwerpen gaan van initiatief en investeringsbeslissingen via vastgoedconceptontwikkeling en verduurzaming op locatie en gebiedsniveau naar beheer en onderhoud. Ondanks de waanzinnige diversiteit in onderwerpen zijn de studenten er wonderwel in geslaagd om het atelier van meerwaarde te laten zijn voor elkaar door op constructieve wijze met elkaar in gesprek te komen en naar een hoger niveau te tillen. 92 | Pagina 92 | Pagina BOUWMANAGEMENT & VASTGOED 93 | Pagina 93 | Pagina BOUWMANAGEMENT & VASTGOED Hoe kan Big Data met evidence based argumenten het verwerven en/of vermarkten van projecten klantgerichter en succesvoller maken door gerichte oplossingen te bieden voor klantbehoeftes? Big Data analyse kan in de initiatieffase de doelgroep, woonbehoefte en marktsituatie evidence based in kaart te brengen om op basis daarvan het best passende product te kiezen. In de verkoopfase kan door Big Data analyse een gedetailleerd beeld worden gemaakt van de doelgroep en hoe deze door marketing het best via een customer journey te bedienen zijn. Door Jos Hebing in opdracht van Giesbers Ontwikkelen en Bouwen Opleiding: Bouwmanagement en Vastgoed Atelier: Vastgoed Bedrijfsbegeleider: Paul van Doorn Studie begeleiders: Joost Overeem Bart Pasmans 94 | Pagina 94 | Pagina BOUWMANAGEMENT & VASTGOED DE INVLOED VAN ENERGIELABELS OP DE WAARDE VAN KANTOORVASTGOED Titel afstudeerproject : De invloed van energielabels op de waarde van kantoorvastgoed Namen afstudeerders : Ben de Kok Opleiding : Bouwtechnische Bedrijfskunde Uitstroomprofiel : Bouwmanagement en Vastgoed Opdrachtgever (bedrijf) : Colliers International Naam afstudeeratelier : Vastgoed Atelier 1 Begeleiders : Joost Overeem en Bart Pasmans Op 26 november 2016 heeft drs. S.A. Blok de wetswijziging ingevoerd dat alle kantoren in Nederland in 2023 minimaal voorzien moeten zijn van energielabel C. Doordat de overheid deze landelijke eis heeft ingevoerd, krijgt iedereen in de vastgoed/bouwwereld hiermee te maken. Taxateurs weten nog niet wat de relatie is tussen het energielabel en de marktwaarde van kantoorvastgoed en of de invoering van de wetswijziging invloed heeft gehad op de marktwaarde van kantoorvastgoed. Door aan te tonen dat de wetswijziging invloed heeft op de marktwaarde van kantoorvastgoed, moeten taxateurs het energielabel een rol laten spelen bij de waardering van kantoorvastgoed. Dit onderzoek is uitgevoerd in samenwerking met Colliers International en is geschreven voor Avans Hogeschool in Tilburg. Dit onderzoek geeft antwoord op de volgende hoofdvraag: Wat is de invloed van het energielabel op de marktwaarde van kantoorvastgoed en hoe kan Colliers International het energielabel meenemen bij het waarderen van kantoorvastgoed? Het onderzoek is zowel kwantitatief als kwalitatief. Om antwoord te geven op de hoofdvraag, zijn verschillende onderzoeksmethodieken gebruikt. Op basis van literatuurstudie is in kaart gebracht wat de relatie is tussen het energielabel en de marktwaarde van kantoorvastgoed. Vervolgens is door een database te analyseren de correlatie gemeten tussen de Energie-Index en de marktwaarde van kantoorvastgoed in Nederland, de Randstand, Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht. Omdat verschillende factoren invloed hebben op de marktwaarde van kantoorvastgoed is een casestudie uitgevoerd. Bij de casestudie zijn zoveel mogelijk factoren die invloed hebben op de marktwaarde gelijk gehouden, zodat specifiek is gekeken wat de invloed van het energielabel is op de marktwaarde. In dit onderzoek is dan ook de volgende hypothese getoetst: H0: De invoering van de wetswijziging dat kantoorpanden in 2023 aan energielabel C moeten voldoen heeft invloed gehad op de marktwaarde van kantoorvastgoed. H1: De invoering van de wetswijziging dat kantoorpanden in 2023 aan energielabel C moeten voldoen heeft geen invloed gehad op de marktwaarde van kantoorvastgoed. De invloed van het energielabel op de marktwaarde van kantoorvastgoed moet meegenomen worden bij het taxeren van kantoorvastgoed. Door middel van interviews met taxateurs is gekeken hoe het energielabel het beste meegenomen kan worden bij het waarderen van kantoorpanden. Vervolgens is een advies gegeven over hoe Colliers International het energielabel het beste mee kan nemen in het taxatiemodel van kantoorvastgoed. Aan de hand van een expertinterview is het advies getoetst en is gekeken hoe het energielabel het beste meegenomen kan worden in het taxatiemodel van andere vastgoedorganisaties. Uit onderzoeken over zowel de nationale als internationale kantorenmarkt blijkt dat er een relatie is tussen het energielabel en de marktwaarde van kantoorvastgoed. Op basis van literatuur kan worden geconcludeerd dat het energielabel een positief effect heeft op de marktwaarde van kantoorvastgoed. Uit de database van Colliers International is gebleken dat er een matige correlatie is tussen de Energie-Index en de marktwaarde van kantoorvastgoed. De correlatie tussen deze variabelen is met een correlatie van -0,49 in Amsterdam het sterkst. Uit de casestudie blijkt dat de invoering van de wetswijziging dat kantoorpanden in 2023 minimaal aan energielabel C moeten voldoen invloed heeft gehad op de marktwaarde van kantoorvastgoed. Hypothese H0 is daarmee aangenomen. Duurzame kantoorpanden ondergaan tussen het jaar 2016 en 2017 gemiddeld een stijging van 13,36 procent, terwijl niet duurzame kantoorpanden gemiddeld een stijging van 1,18 procent ondergaan. Het energielabel kan het beste in een taxatiemodel worden meegenomen door een correctiepost op te nemen voor het verduurzamen van kantoorvastgoed. De correctiepost wordt van de marktwaarde afgehaald wanneer een kantoorpand nog niet aan energielabel C voldoet. Het advies aan Colliers International is dan ook om een referentiebestand op te bouwen van de investeringskosten die als correctiepost opgenomen dienen te worden. Het energielabel heeft invloed op de marktwaarde van kantoorvastgoed. Er is een matige correlatie tussen de Energie- Index en de marktwaarde van kantoorvastgoed, en de markt anticipeert op de invoering van de wetswijziging dat kantoorpanden in 2023 minimaal aan energielabel C moeten voldoen. Colliers International moet om kantoorvastgoed te waarderen een correctiepost van de investeringskosten opnemen om kantoorvastgoed te verduurzamen, indien het kantoor niet aan energielabel C voldoet. Deze correctiepost dient indien nodig van de marktwaarde worden afgehaald. Dit afstudeeronderzoek is geschreven om de invloed van het energielabel op de marktwaarde van kantoorvastgoed beter inzichtelijk te maken. Deze afstudeerscriptie is geschreven als afsluiting van de bachelor Bouwtechnische Bedrijfskunde aan de Avans Hogeschool in Tilburg. De scriptie is geschreven in de periode van februari 2018 tot en met juni 2018. Tijdens mijn studie heeft duurzaamheid altijd een belangrijke rol gespeeld. Aan projecten die uitgevoerd werden moest altijd een duurzaamheidsaspect verbonden zijn. Naarmate de studie zich vorderde, trok de financiële kant van vastgoed mij steeds meer aan. Door de financiële kant van vastgoed te koppelen aan de duurzaamheid hiervan, ontstond al snel een interessant onderwerp waarop afgestudeerd kon worden. 95 | Pagina 95 | Pagina BOUWMANAGEMENT & VASTGOED Optimalisatie v an de klanttevredenheid Op naar een tevreden klant Jolanda Kriellaars | Bouwmanagement & Vastgoed | Vastgoedatelier 1 Focus op de klant dient een steeds belangrijker onderdeel te worden in de bouwsector. Door individualisering willen particuliere klanten meer dan ooit hun persoonlijke behoefte bevredigen, de one-size-fits all markt past niet meer. Tevens door de digitalise - ringen krijgt de klant meer inzicht in zaken als prijs en kwaliteit. Gevolg hiervan is dat de klant transparantie eist. Oftewel de ver- wachtingen van de klant worden hoger als het gaat om de service die organisaties leveren. NBU heeft zichzelf als doelstelling gesteld om te streven naar een meer tevreden klant. Met het huidige klantwaarderingssysteem, Bouwnu, is gemeten dat de klant NBU beoordeeld met een 7,6 (uit meer dan 100 reviews). Doelstelling voor de organisatie om dit cijfer te verbeteren tot een 8,0. Met de genoemde doelstelling van NBU en de ontwikkelingen in de bouwsector is het noodzakelijk voor de organisatie om inzicht te krijgen in de mogelijkheden om daadwerkelijk de klanttevre- denheid te verbeteren. De hoofdvraag van dit onderzoek is dan als volgt: Op welke wijze kan NBU de klanttevredenheid in kaart bren- gen, optimaliseren en naar de toekomst borgen? Antwoord op de hoofdvraag betreft het doorvoeren van onder- staande adviezen om de dienstverlening op micro niveau te verbeteren. Tevens het optimaliseren van de klanttevredenheid als continu proces in te richten met de stappen rechts weergeven. Op deze manier kan NBU ook de klanttevredenheid naar de toekomst borgen. STAP 1 HET KLANTPROCES Lopende flowcharts opstellen van alle proces - sen omtrent de klant. + Het in kaart brengen van knelpunten die door de organisatie worden ervaren. STAP 2 DE KLANTTEVREDENHEID Verkrijven van een beeld hoe de klant de huidige dienstver - lening ervaart. Dit om aangrijpingspunten te verkrijgen om de dienstverlening te kunnen optimaliseren. De instrumenten welke NBU kan inzetten om dit voor elkaar te krijgen is middels de bestaande enquetes en middels een focusgroep. STAP 3 CREER VERBETERINGEN Optimaliseren van de dienstverlening door aller - eerst een oorzakelijk verband van de negatieve klantervaring met de dienstverlening te leggen. En daarnaast op zoek te gaan naar relevate, innovatieve ideeen binnen en buiten de sector, welke kunnen helpen bij het elimineren van de klantervaring. STAP 4 CONTINU VERBETEREN Om de klanttevredenheid naar de toekomst te borgen, dient het proces ingericht te worden als een continu proces in de onderneming. Waar - bij deze cyclus bij voorkeur jaarlijks doorlopen wordt. KBG het aanspreekpunt voor koper Manier van werken in MMW-traject Kopersportaal Uitvoerings- brochure Werken met vaste onder- aannemers of eerder inko- pen van onderaannemers Standaardiseren van opties Virtueel reality Showroom Ketenintegratie Het advies Vereiste voor succes van het advies Vervolgstappen Gedrag & cultuur orga- nisatie Optie pakketten Extra functionaliteiten Dwingt organisatie tot... Stap 1 Stap 2 De adviezen zijn: 1. Om de onwetende klant een eenduidig beeld te geven van alle optiemo - gelijkheden, dient NBU in plaats van vraag gestuurd een aanbodgerichte houding aan te nemen. 2. Het implementeren van een uitvoeringsbrochure. Dit is noodzakelijk om de klant een volledig beeld van de standaard productspecificaties te bieden. 3. Het is voor NBU noodzakelijk om een klantportaal te implementeren in de organisatie. Zo kan er snellere communicatie plaatsvinden met de klant. 4. De klant verwacht één aanspreekpunt. Het is dus van belang om de taken en verantwoordelijkheden van de kopersbegeleider te herzien zodat er één aan - spreekpunt naar de klant wordt gecreëerd. In opdracht van de Ne - derlandse Bouw Unie. Onder begeleiding van: Erik Jaspers Avans begeleiding: Bart Pasmans 96 | Pagina 96 | Pagina BOUWMANAGEMENT & VASTGOED Naam: Mark Broers Opleiding: Bouwmanagement en Vastgoed Uitstroomrichting: Vastgoed Afstudeeratelier: Vastgoed 1 Bedrijf: CBRE Begeleiders: Bart Pasmans Joost Overeem Elsbeth Smit (CBRE) Verhuisbewegingen binnen de Brabantse kantorenmarkt Mark Broers, CBRE 97 | Pagina 97 | Pagina BOUWMANAGEMENT & VASTGOED Kantoren van energielabel < D naar energielabel > C voor 2023 Wettelijk G F E D C B A Tendens De vraag naar WELL-kantoorpanden Tendens Wettelijk ? De belegger moet investeren in energielabel C om aan de wetgeving te voldoen, maar alleen met investeren in energielabel C creëert de belegger geen meerwaarde omdat hij beschikt over een standaard kantoorpand. Dit wil zeggen dat de belegger alleen voldoet aan wat moet, de wetgeving, en zich daarmee niet onderscheidt van andere beleggers. Een WELL-kantoorpand is een manier waarop een belegger zich wel kan onderscheiden van andere beleggers, waarmee tevens vastgoedmeerwaarde gecreëerd wordt. WELL is een niet-wettelijke eis, maar een toenemende vraag vanuit de kantorenmarkt en betreft innovatie op het gebied van gezondheid voor gebouwgebruikers WELL koppelen aan energetische maatregelen Voor wetgeving nu en in de toekomst Hogere huur Standaard kantoorpand Waardevaster & Toekomst bestendiger Firstmover Hogere bezettingsgraad Investerings motieven Energiekosten 1% Personeel 90% Huur 9% Operationele kantoorkosten Met WELL naar meerwaarde Namen: Tim Broers en Emelie Melman Opleiding: Bouwmanagement & Vastgoed Bedrijf: Sweco Vastgoedmanagement Atelier: Vastgoed 1 Begeleiders: Dhr. Ellenbroek Dhr. Pasmans 98 | Pagina 98 | Pagina BOUWMANAGEMENT & VASTGOED 99 | Pagina 99 | Pagina BOUWMANAGEMENT & VASTGOED Op de woningmarkt in de vergrijzingsgebieden komen verscheidene succes- en faalfactoren naar voren. De vergrijzing bevindt zich voornamelijk in de grensregio s van Nederland. De verscheidene woonbehoeften worden vertaald in kansrijke product-marktcombinaties. In staat om kwalitatief goede woonproducten te ontwikkelen voor de ouderendoelgroep door in te spelen op de wensen en behoeften Als aanbod ouderenwoningen er is, verkoopt het vlot wat de vraag naar ouderenwoningen sterk weergeeft Er is meer vraag dan aanbod, wat de algehele doorstroming belemmert en resulteert in honkvaste ouderen Het realiseren van woningen is een langdurig proces waardoor er te laat op de markt ingespeeld wordt De bestaande woningvoorraad voldoet niet aan de wensen van de ouderendoelgroepen Door de huidige marktsituatie wordt het lagere segment niet voldoende bediend De samenwerking tussen belanghebbende partijen verloopt niet naar behoren door de verschillende belangen Meerdere doelgroepen kunnen bedienen Door middel van overeenkomstige wensen en behoeften van de ouderendoelgroepen te combineren, door de aspecten locatie, product en doelgroep in evenwicht te brengen. Inspelen op het lagere segment Een aandeel binnen de ouderendoelgroep heeft minder te besteden. Door hierop te concentreren en bewust van te zijn, is het mogelijk om deze ouderen op een passende manier te bedienen. Rol marktpartijen De ontwikkelaar dient zo creatief mogelijk in te spelen op de ouderendoelgroepen met hun specifieke behoeften, waarbij hij het resultaat tegen deze behoeften af dient te wegen. De gemeente dient zich te concentreren op wat de wensen van de burgers zijn en haar inschrijvingsprocedures te veranderen ten gunste van het lagere segment. De makelaar dient de adviserende rol naar de ontwikkelaar en de overheid te versterken. Communicatie tussen deze partijen is van groot belang. Toekomstige projectontwikkelingen De ontwikkelende partijen dienen niet uit te blijven gaan van hun luxeposi tie waarin de markt zich momenteel weer bevindt, maar zij dienen ongeacht de marktsituatie creatief om te gaan met de invloed die zij kunnen uit te oefenen op de woonontwikkelingen. Bewuste vitalen Nuchtere Traditionelen Eigenzinnige Elitairen Harmonieuze genieters Gewone Tevredenen Woonambities van Ouderen Volop actief, kritisch, Regelmaat Zekerheid, vrijheid, Evenwichtig, Rustig Kritisch, Veeleisend, Aanzien, Ruimdenkend Zorgzaam, Gezelligheid, Spontaniteit, Gevoelsmatig Eenvoudig, Geborgenheid, sociaal contact Het komen tot kansrijke product-marktcombinaties voor oudere woningzoekenden in vergrijzingsgebieden De ouderendoelgroep is groot en divers, wat een segmentatie noodzakelijk maakt. Aanbevelingen om de ouderendoelgroep optimaal te kunnen bedienen. De drie pijlers locatie, product en doelgroep worden gecombineerd met de wensen en behoeften van de ouderendoelgroepen om tot de meest optimale product-marktcombinatie te komen voor de meest recente fase van de Mortiere in Middelburg. Anne de Winter Zarah Ruijtenburg; Bouwmanagement en Vastgoed Vastgoed Atelier 2; Marc van Dun Edwin van den Heuvel; AM Zeeland 100 | Pagina 100 | Pagina BOUWMANAGEMENT & VASTGOED Omgaan met verouderd hoogbouwbezit van woningbouwcorporaties richting 2050 Een onderzoek naar de afwegingen bij de verduurzaming van verouderd hoogbouwbezit van woningbouwcorporaties richting de energieambitie van 2050 Woningbouwcorporaties zijn de laatste jaren druk bezig met de verduurzaming van hun woningbezit richting de duurzaamheidseis van gemiddeld label B in 2020. Het regeerakkoord van 2017 dwingt hen om verder te kijken, namelijk naar een C02-neutrale portefeuille in 2050, een ambitie uit dit regeerakkoord. Het verduurzamen van het bezit naar C02-neutraal voor 2050 is bij veel woningen mogelijk, enkel weet men niet goed hoe om te gaan met verouderde hoogbouwcomplexen. Dit omdat de technische mogelijkheden momenteel beperkt zijn en de afweging tussen de beschikbare mogelijkheden onduidelijk is. In de scriptie wordt de volgende vraag beantwoord: Welke afwegingen dient een woningcorporatie met verouderd hoogbouw in bezit te maken met het oog op de duurzaamheidsambitie van 2050? Om deze vraag te beantwoorden is eerst in het theoretisch kader onderzoek gedaan naar de verduurzaming van verouderde hoogbouw en vastgoedsturing bij woningbouwcorporaties. Vervolgens zijn bekende projecten waar verouderde hoogbouwcomplexen zijn gerealiseerd in beeld gebracht om te komen tot relevante corporaties om te interviewen. Binnen deze interviews stonden de afwegingen en ervaringen bij de verduurzaming van verouderd hoogbouw centraal, hierbij is met corporaties gesproken in verschillende steden en met diverse voortgang in hun verduurzamingsopgave. De uitgangspunten van de interviews en het theoretisch kader hebben vervolgens als inbreng gediend voor de ontwikkelde afwegingskaders, welke onderdeel zijn van het opgestelde procesmodel wat de verduurzamingsopgave van woningbouwcorporaties weergeeft. Er is gekozen om de afwegingen in beeld te brengen met twee afwegingskaders in de vorm van een stroomschema om een splitsing te kunnen maken tussen complexen die na 2050 nog in de portefeuille van de corporatie zijn en complexen die uit de portefeuille zullen verdwijnen. Hoewel de ontwikkelde afwegingskader momenteel beperkt zijn geven ze een goede kijk op de huidige mogelijkheden voor de verduurzaming van verouderde hoogbouwcomplexen. Uit de interviews bleek al dat deze mogelijkheden momenteel beperkt zijn, verouderde hoogbouwcomplexen zijn momenteel enkel CO2-neutraal te maken door stadsverwarming toe te passen, waardoor de mogelijkheden buiten isolatie en stadswarmte beperkt zijn. De ontwikkelde afwegingskaders in hun beperking kunnen mogelijk bijdragen aan bewustwording bij zowel corporaties als directe partners als gemeenten. Corporaties zien momenteel geen urgentie om deze woningen te verduurzamen, terwijl een actievere houding de ontwikkeling van nieuwe manieren om deze complexen te verduurzamen mogelijk op gang kan trekken. Hier is een duidelijke rol weggelegd voor corporaties en gemeenten om meer samen te werken en mogelijk (strengere) afspraken te maken over de verduurzaming van deze complexen. Ook zou verder onderzoek naar unieke mogelijkheden voor complexen en tussenstappen in verduurzamingsscenario s kunnen leiden tot een beter toepasbaar afwegingskader, een model dat gezien de rappe ontwikkelingen een continue verandering zal kunnen ondergaan. De ontwikkelde afwegingskaders zijn te vinden in de complete scriptie, het procesmodel is op hiernaast weergegeven. Afstudeeratelier Vastgoed Omgaan met verouderd hoogbouwbezit van woningcorporaties richting 2050 Student: Enzo van Bers Atelier: Vastgoed Begeleiders Avans: Marc van Dun & Edwin van den Heuvel Afstudeerbedrijf: Woningbouwcorporatie Stadlander Bedrijfsbegeleider: Reinout Schoone 101 | Pagina 101 | Pagina BOUWMANAGEMENT & VASTGOED Richtlijnen voor herbestemmen Van zware fabriekslocaties Stijn Schipperen 2084174 Jasper Meijs 2051493 102 | Pagina 102 | Pagina BOUWMANAGEMENT & VASTGOED PASSEND GRONDGEBONDEN WONING- AANBOD VOOR ÉÉN- EN TWEEPERSOONS- HUISHOUDENS MET EEN LAAG INKOMEN. Aanleiding Het aanbod van betaalbare woningen voor de doelgroep met een laag inkomen wordt steeds kleiner. Een laag inkomen ontstaat wanneer een persoon of gezin een inkomen heeft onder de vastgestelde lage- inkomstengrens. In 2018 is het lage-inkomen vastgesteld op een fiscaal jaarinkomen van €22.400,- bij éénpersoonshuishoudens. Dit bedrag is €30.400,- wanneer een persoon samenwoont met partner en kind(eren) Bovenstaande geldt alleen wanneer een persoon onder de gerechtigde AOW-leeftijd is. Wanneer een persoon boven de gerechtigde AOW-leeftijd is gelden er andere fiscale jaarinkomens. €22.375,- éénpersoonshuishoudens. Dit bedrag is €30.400,- wanneer een persoon samenwoont met partner en kind(eren). In 2015 nam het aantal huishoudens in Nederland met 0,7% sneller toe dan de bevolking (0,5%), waarmee de lange termijnverschuiving van meer- naar één- en tweepersoonshuishoudens doorzet. Vergeleken met 2000 zijn er nu 14% meer huishoudens en 7% meer inwoners. Het aantal één- en tweepersoonshuishoudens nam met 28% toe, het aantal meerpersoons- huishoudens met 6%. Volgens de meest recente huishoudensprognose van het CBS (juni 2016) neemt het aantal huishoudens toe van 7.700.000 tot 8.600.000 in 2060. Deze groei komt grotendeels voor rekening van de één- tweepersoonshuishoudens. Begin 2015 maakten éénpersoonshuishoudens 37% uit van alle huishoudens. In 2060 zal dit naar verwachting 43% zijn. Met een toename van het aantal één- en tweepersoons- huishoudens is het van belang dat voor deze doelgroep een passende oplossing wordt gezocht. Met dit onderzoek is het doel om op deze markt in te spelen en voor de mensen met een laag inkomen een grondgebonden woningbouwconcept ontwikkelen. Het onderzoek: In de scriptie is de volgende hoofdvraag beantwoordt met als doel een haalbaar grondgebonden woningbouwconcept ontwikkelen voor de doelgroep met een laag inkomen: Onder welke voorwaarden is het haalbaar om een grondgebonden woningbouwconcept te ontwikkelen voor de doelgroep met een laag inkomen? Het eindproduct vertaalt zich in een drietal onderdelen, namelijk: een Programma van Eisen welke een uitwerking is van de analyse jaarverslagen en input van woningcorporaties wat leidt tot een Voorlopig Ontwerp welke is getoetst op financiële haalbaarheid. Scriptie: EEN GRONDGEBONDEN WONINGBOUWCONCEPT VOOR LAGE INKOMENS Levi Sarkol en Ilse van Oers Studenten Bouwmanagement en Vastgoed Aannemersbedrijf Van Agtmaal B.V. o.b.v. Dhr. Horsthuis Avans Hogeschool AB&I Vastgoed atelier 2 o.b.v. dhr. De Zwart en dhr. Van Dun 103 | Pagina 103 | Pagina BOUWMANAGEMENT & VASTGOED Woningcorporaties ontvangen steeds vaker de vraag om huurcontracten met zorgverleners om te klappen tot reguliere huurcontracten met de zorgbehoevende huurder. Uit onze analyse zijn de volgende gevolgen voor woningcorporaties naar voren gekomen: Juridisch: De juridische verhoudingen wijzigen Er moeten nieuwe overeenkomsten opgesteld worden Deze nieuwe overeenkomsten hebben kortere looptijden Er kan een bestemmingsplanwijziging nodig zijn Financieel: Er moeten afspraken gemaakt worden over de kosten en verantwoordelijkheid over zorginfra en gemeenschappelijke ruimten In veel gevallen moet er een lagere huurprijs gevraagd worden Er moet verhuurderheffing betaald worden Conclusie De belangen van woningcorporaties, zorginstellingen, zorgkantoren en gemeenten zijn erg met elkaar verweven bij het scheiden van wonen en zorg! Aanbevelingen: Neem het scheiden van wonen en zorg op in het beleid Handel niet reactief, maar proactief! Doe ook onderzoek naar de mogelijkheden van onzelfstandige eenheden Ga in gesprek met de zorginstellingen, maar ook met zorgkantoren en gemeenten 104 | Pagina 104 | Pagina BOUWMANAGEMENT & VASTGOED Conceptwoning: van tussendoortje tot doorontwikkeld product Bram Visser Pim van Hulst 2085227 2084477 Student Bouwmanagement & Vastgoed Student Bouwmanagement & Vastgoed Afstudeeratelier Vastgoed 2 Van de Ven Bouw en Ontwikkeling Tilburg 1 ste begeleider Steven Hommersom Bedrijfsbegeleider Jaap Peijnenburg 2 de begeleider Marc van Dun Woningconcept Van de Ven Wonen In hoeverre zijn er kansen voor optimalisatie voor Van de Ven Wonen waarmee Van de Ven Bouw en Ontwikkeling concurrerend kan zijn, in . de woningconceptenmarkt, met branchegenoten in regio Zuid-Midden-Nederland? 105 | Pagina 105 | Pagina BOUWTECHNISCHE BEDRIJFSKUNDE 106 | Pagina 106 | Pagina BOUWTECHNISCHE BEDRIJFSKUNDE De opleiding Bouwtechnische Bedrijfskunde trok van oudsher vooral zonen en dochters van aannemers aan. In de volksmond werd de opleiding ook wel de aannemersopleiding genoemd. Inmiddels is Bouwtechnische Bedrijfskunde uitgegroeid tot een brede, professionele hbo-opleiding die alle facetten van het bouwproces bestrijkt, van ontwerp tot nazorg. Bouw- en uitvoeringstechnieken zijn belangrijk, maar ook het kostenaspect, management en organisatie, bedrijfskundige vraagstukken en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Wij zijn trots op de veelzijdige duizendpoten die hier ieder jaar weer de opleiding verlaten. Nieuwe studenten zullen vanaf 2015 een geïntegreerd programma volgen met Bouwkunde. De huidige afstudeerders hebben hun opleiding doorlopen zoals hieronder nader beschreven. Zij maken deel uit van de laatste lichting van de opleiding Bouwtechnische Bedrijfskunde. De opleiding Na het eerste basisjaar, de propedeuse, gaan studenten tijdens een oriënterende stage de bouwplaats op om de eerste praktijkervaring op te doen. Daarna begint de hoofdfase van de opleiding waarin studenten steeds meer kennis en vaardigheden op Bouwtechnisch Bedrijfskundig gebied opdoen. In het derde jaar volgen studenten nogmaals stage maar dan beroepsspecifiek, bij een bouwbedrijf bijvoorbeeld, of een bouwmanagement adviesbureau. Het vierde jaar begint met een minor naar keuze, zoals Bouwmanagement & Innovatie of Bestaande Bouw. Er zijn ook verbredende minoren mogelijk bij andere academies of buiten Avans Hogeschool. Het afstudeertraject beslaat het laatste halfjaar: afstuderen in de beroepspraktijk. Dit afstuderen vindt plaats binnen een afstudeeratelier, waarbij een aantal studenten rondom een thema is gegroepeerd. Het atelier biedt ruimte om kennis te delen en van elkaar te leren. Cursussen, trainingen en projecten Elk studieblok wordt ingevuld met cursussen, trainingen en projecten. Studenten volgen lessen in bouwmethoden, bouwkosten, financiële analyse en detailleren. In vaardigheidstrainingen bekwamen zij zich onder meer in bouwkundig tekenen of communicatie. Daarnaast voeren zij projecten uit: een praktische casus, onderzoek of opdracht in groepsverband waarbij zij een reëel beroepsprobleem aanpakken. Voor de huidige afstudeerders kwamen in het eerste jaar vier projecten aan de orde. Het eerste was een wijkanalyse en een voorstel voor de ideale wijk in de toekomst: Nederland 2030. Daarna volgden nog twee projecten rond een duurzaam en een technisch ontwerp voor een woning. Het laatste project betrof een plan voor de uitvoering van woningbouw. Een logische opbouw naar hun eerste uitvoeringsstage. Projecten in de hoofdfase bestaan bijvoorbeeld uit het uitwerken van een appartementengebouw, ontwikkelen van een bouwtechnisch project, uitvoeringsgereed maken en het uitvoeren en managen van een utiliteitsproject. In deze bundel laten studenten u meer zien van hun afstudeeropdrachten. Mooi werk waaruit blijkt dat zij klaar zijn voor een toekomst in de veelzijdige wereld van de bouw en waarop ze trots mogen zijn! 107 | Pagina 107 | Pagina BIM - LEAN Het BIM atelier bestaat uit een groep solo en duo afstudeerders (CT, BOU en BTB) die vanuit een gezamenlijke interesse en raakvlakken in onderzoeksvragen hun afstudeerperiode gaan afronden. Op basis van hun eigen onderzoeksvraag gaan de studenten aan het werk, waarbij het atelier de mogelijkheid biedt om: kennis te delen, te sparren, samen te werken, te netwerken en daarnaast efficiënt en effectief te werken. Bovenstaande zorgt ervoor dat Avans maximaal faciliteert zodat de studenten het beste uit hun onderzoek kunnen halen. De studenten in het BIM atelier werken aan uiteenlopende vraagstukken. Er zijn bedrijfsbijeenkomsten georganiseerd, congressen bezocht en er is met elkaar gesproken en (positief) kritisch naar elkaars werk gekeken met het doel om van elkaar te leren en elkaar te ondersteunen in het afstudeertraject. De onderwerpen zijn erg uiteenlopend en wij zien dat het BIM atelier een kapstok is voor onderzoeken die te maken hebben technisch onderzoek doen naar softwareproblemen alsook veranderingen die BIM teweeg brengt binnen cultuur en structuur van bedrijfsorganisaties. 108 | Pagina 108 | Pagina BOUWTECHNISCHE BEDRIJFSKUNDE Bouwplaatsmanagement met behulp van BIM Bouwplaatsmanagement is meer dan het eenmalig inrichten van een bouwplaats! Opleiding: HBO Bouwtechnische Bedrijfskunde Auteurs: Jimmy van Eijndhoven 1e stagebegeleider: Theo van Deursen Aaron Kwinten 2e stagebegeleider: Johan Vreede Bedrijfsbegeleider: Niek Rooijackers Eindresultaat Aanleiding Middelen en methodes Probleem Project: De Groene Toren - Stageperiode - Binnenstedelijk - Kleine bouwplaats - Logistieke uitdaging “ Hoe kan Stam en De Koning aan de hand van Bouw Informatie Management, een bouwplaats inrichten en goed beheersbaar houden? ” - Weinig structuur - Informatieverlies - Werkzaamheden dubbel uitvoeren - Faalkosten - Bouwplaatsmanagement veelal Ad hoc - Evaluerende houding - Bouwplaats Kick - off 109 | Pagina 109 | Pagina BOUWTECHNISCHE BEDRIJFSKUNDE EPC 0,4 Nul op de Meter BENG Koen Roelands Atelier BIM/LEAN, AVANS Hogeschool Tilburg Bouwtechnische bedrijfskunde Route naar Nul op de Meter Doorontwikkeling maatwoning Maas-Jacobs bouwbedrijf B.V. Marc Braspenning Jack van de Sande Moniek Heitbrink-Stoffele Joop de Zwart Maas-Jacobs wil een Nul op de Meter woning ontwikkelen, omdat zij in willen spelen op de ontwikkelingen rondom energiezuinig bouwen, en omdat woningcorporatie Thuisvester deze NOM-woningen wil afnemen. Thuisvester is een stakeholder, evenals Stroomversnelling, een organisatie waarvan Maas-Jacobs lid is omdat zij o.a. het NOM Keur afgeven. De NOM-woning moet ontwikkeld worden binnen de dimensies van de maatwoning: een gestandaardiseerde tussenwoning, die dankzij vastgelegde onderdelen snel en goedkoop gebouwd kan worden. Een woning is Nul op de Meter wanneer de in- en uitgaande energiestromen op jaarbasis per saldo nul zijn. Een NOM-woning kan het NOM Keur krijgen: een garantie dat een woning werkelijk NOM is. Voor een woningcorporatie is investeren in een NOM-woning aantrekkelijk, omdat de investering teruggevraagd mag worden aan de huurder via de energieprestatievergoeding. Voor een koper is NOM interessant, omdat deze dan extra financieringsruimte krijgt. Op basis van reeds uitgevoerde NOM-projecten, is uitgewerkt welke aanpassingen Maas-Jacobs kan doen aan de maatwoning. Vervolgens zijn drie concepten uitgewerkt, gericht op een BENG-woning, een NOM- koopwoning, en een NOM-huurwoning. Tot slot zijn de meerkosten uiteengezet, waaruit bleek dat de BENG-woning het goedkoopst is. Het BENG-concept wordt gezien als het meest interessant. Maas-Jacobs kan hiermee tegen een lage investering ervaring opdoen met energiezuinig bouwen en voldoen aan toekomstige wetgeving. Er wordt aanbevolen om een volledig nieuw concept te ontwerpen, omdat de woning dan effectiever ontworpen kan worden, de kosten lager uit kunnen vallen en de woning beter in de markt gezet kan worden. aanleiding maatwoning definitie De wettelijke eis is de energieprestatienorm, nu gebaseerd op EPC. Vanaf 2021 verandert dit naar BENG. De NOM-woning voldoet aan de EPC-eis, maar niet aan alle eisen van BENG. Omdat op andere aspecten de eisen voor het NOM Keur scherper zijn, kan ook gekozen worden voor een woning die voldoet aan BENG (“NOM - ready”). energieprestatienorm vergoeding huur en koop drie concepten nabije toekomst conclusie 110 | Pagina 110 | Pagina BOUWTECHNISCHE BEDRIJFSKUNDE 111 | Pagina 111 | Pagina BOUWTECHNISCHE BEDRIJFSKUNDE 112 | Pagina 112 | Pagina BOUWTECHNISCHE BEDRIJFSKUNDE 113 | Pagina 113 | Pagina BOUWTECHNISCHE BEDRIJFSKUNDE De ontwikkeling van de ideale corporatie woning Een onderzoek naar de ontwikkeling van een concept corporatie woning Wesley H.M.G. van Herpen Academiebureau bouw&infra Bouwtechnische bedrijfskunde Rob van Nistelrooij - directie Bouwbedrijf Gebroeders van Herpen B.V. Martijn Arnoldussen & Michiel van Tiggeloven BIM/LEAN atelier 114 | Pagina 114 | Pagina BOUWTECHNISCHE BEDRIJFSKUNDE 115 | Pagina 115 | Pagina HERBESTEMMEN 2 Bij het herbestemmen van (kantoor-) gebouwen wordt relatief snel gedacht in termen van traditionele bouwkunde. De huidige afstudeerders hebben zich laten inspireren op basis van de aan de hand van de welbekende uitspraak van Eindstein “ Je kunt een probleem niet oplossen met de denkwijze die het heeft veroorzaakt. -- A. Einstein” Dit heeft geleid tot het ontwikkelen van vernieuwende flexibele inbouwconcepten voor verschillende kantoortypologieën, waardoor deze functioneel en technisch adaptief blijven in de tijd. Dit vernieuwende denken raakt duurzaam denken in de kern, aangezien hiermee de milieubelasting in tijd aanzienlijk gereduceerd wordt. 116 | Pagina 116 | Pagina BOUWTECHNISCHE BEDRIJFSKUNDE CIRCULAIR MEERJAREN ONDERHOUDSPLANNING Het verduurzamen van de bestaande gebouwenvoorraad door middel van het onderhoudsproces “Hoe kan Planon Building Management, door middel van circulariteit toe te voegen aan een regulier meerjaren onderhoudsplanning voor bestaande bouw, een duidelijke meerwaarde bieden voor gebouweigenaren op het gebied van milieu impact”. Auteurs: Danjella van der Putten Joris Derks Bouwtechnische bedrijfskunde Bouwtechnische Bedrijfskunde Opleidingsinstituut: Afstudeerbedrijf: Avans Hogeschool Tilburg Planon Building Managment Prof. Cobbenhagenlaan 13 Wijchenseweg 8 5037 DA TILBURG 6537 TL NIJMEGEN Avans begeleider 1: Bedrijfsbegeleider: Joep Habraken Mark van Burg Cas Verver Avans Begeleider 2: Maurice Peeters Aanleiding Planon Building Management ziet een grote rol voor vastgoedeigenaren in het tackelen van de klimaatproblematiek. Planon Building Management was in 2009 een van de eerste organisaties die actief bezig is gegaan met het integreren van energiebesparende maatregelen in het meerjaren onderhoudsplan zodat gebouweigenaren en -beheerders in staat waren om praktisch werk te maken van verduurzaming. Het is de ambitie van Planon Building Management om met haar producten en diensten een actieve bijdrage te leveren aan het behalen van de 17 Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties. Maar ook het grote maatschappelijke belang. Klimaatverandering treft nu elk land op elk continent. Mensen ervaren de significante gevolgen van klimaatverandering, waaronder veranderende weerpatronen, stijgende zeespiegel en extremere weersomstandigheden. De uitstoot van broeikasgassen door menselijke activiteiten leidt tot klimaatverandering en blijft stijgen. Ze zijn nu op hun hoogste niveau in de geschiedenis. Zonder actie zal de gemiddelde oppervlaktetemperatuur van de aarde naar verwachting stijgen over de 21e eeuw en zal deze eeuw waarschijnlijk 3 graden Celsius overtreffen-met sommige delen van de wereld 99% Van het gebouwenbestand bestaat uit bestaande bouw, slechts 1% is nieuwbouw (MVO Nederland, 2015). Er zijn al diverse tools die zich richten op de verduurzaming van gebouwen. Echter richt dit zich vrijwel uitsluitend op energiebesparing van een gebouw en niet op het materiaalgebruik. Om nog verder op energieverbruik te besparen en milieu emissies te verminderen in de gebouwde omgeving kan het materiaalgebruik worden aangepakt. Doelstelling De doelstelling van het onderzoek is het inzichtelijk krijgen van de effecten van het toepassen van circulaire materialen in het onderhoudsproces voor bestaande gebouwen. Planon Building Management is hierbij vooral geïnteresseerd is in de effecten op het gebied van onderhoudskosten aan de ene kant en het duurzaamheidsprofiel van een gebouw aan de andere kant. Hierdoor zal Planon Building Management zich beter kunnen positioneren en meerwaarde kunnen bieden aan haar klant(en) op het gebied van duurzame vervolgontwikkelingen. “A circular economy will bring benefits for society, benefits for climate and greater benefits for business.” Karmenu Vella, European Commissioner for the Environment 117 | Pagina 117 | Pagina BOUWTECHNISCHE BEDRIJFSKUNDE HET DC VAN DE TOEKOMST Een onderzoek naar een duurzaam, generiek en toekomstbestendig distributiecentrum Afstudeerbedrijf Conferm Kranenberg 1 5047 TR Tilburg Tel: 013 572 93 00 Afstudeerbegeleiding instelling Dhr. J.M.H. (Joep) Habraken Dhr. drs. Ing. M.P.R. (Maurice) Peeters Afstudeerbegeleiding afstudeerbedrijf Dhr. W.A.I. (William) Holvoet Opleiding Bouwtechnische bedrijfskunde Avans Hogeschool te Tilburg Afstudeeratelier Herbestemming Afstudeerders Mark van Asseldonk 2073788 Tom Gulden 2072303 Op welke bouwkundige wijze kan er een toekomstbestendig, duurzaam en generiek DC- concept ontwikkeld worden voor de logistiek-, E-commerce en Food & Feed branche? Het Nederlandse logistieke vastgoed behoort op internationaalniveau tot een van de beste ter wereld. Op nationaalniveau voldoen de distributiecentra (DCs ) veelal niet aan de kwaliteiten die eindgebruikers aan een DC eisen of wensen. Het gevolg voor de DCs die niet voldoen aan de kwaliteitseisen van eindgebruikers is dat zij leeg komen te staan. Onvoldoende oppervlakte, vrije hoogte en een te lage vloerbel asting zijn de knelpunten voor eindgebruikers. DCs voldoen niet alleen aan de eisen van de eindgebruikers, maar ook de overheid stelt eisen en beleidsplannen vast. In 2021 dienen alle gebouwen bijna energie neutraal gebouwd te worden en de circulaire economie dient hierbij een steeds belangrijke rol te gaan spelen. Echter speelt de trend build-to-suit een grote rol bij deze ontwikkeling. Bij deze trend wordt er een DC gebouwd voor één specifieke eindgebruiker, waardoor de verhuur en verkoop van DCs last iger wordt. Het in standhouden van de trend build-to-suit zorgt op den duur voor een overschot aan DCs die niet verhuurbaar of verkoopbaar zijn voor beleggers, eindgebruikers en investeerders, omdat ze niet geschikt zijn voor andere gebruikers en/of huurders. Het doel van dit onderzoek is het inzichtelijk maken welke bouwkundige wijzigingen er benodigd zijn om een generiek DC te realiseren. Het DC dient geschikt te zijn voor de branches; E-commerce, Logistiek en de niet-geconditioneerde Food & Feed branche. De bouwkundige wijzigingen die naar voren komen in het onderzoek worden uitgewerkt in een toekomstbestendig en duurzaam DC-concept. Het concept dat ontwikkeld is, is bestaande uit de volgende onderdelen: - In het concept wordt een geheel demontabele betonconstructie toegepast middels holconvloeren en een systeem bestaande uit kolom-, balkschoenen en consoles; - De vloerbelasting van de begane grondvloer wordt verhoogd om een generiek DC te realiseren; - De vrije hoogte worden verhoogd om een generiek DC te realiseren. - Het toepassen van de juiste stramienmaatvoering in combinatie met het demontabele kolom-, balkschoen en console systeem zorgt ervoor dat met verschaling de capaciteit van DCs veranderd kunnen worden; - Hernieuwbare energie middels zonnepanelen voor een (bijna) energieneutraal DC. In het concept wordt er uitgegaan van de duurzaamheidsambities en beleidsplannen van de overheid. Hierbij gaat het over het toepassen van circulaire economie en het realiseren van (bijna) energie neutrale gebouwen. Het concept biedt handvaten voor een nieuw te ontwerpen DC. De maatregelen kunnen als onderlegger worden gebruikt om een generiek, duurzaam en toekomstbestendig DC te verwezenlijke. 118 | Pagina 118 | Pagina BOUWTECHNISCHE BEDRIJFSKUNDE 119 | Pagina 119 | Pagina LEAN Procesverbetering met het oog op het verhogen van gerealiseerde klantwaarde. Een zin die prima weergeeft wat de samenhang is tussen de projecten die deelnemen aan het afstudeeratelier Lean. Tegelijkertijd is het daarmee ook een nogal uiteenlopend scala aan projecten, die naar de ervaring leerde in de afgelopen jaren in grofweg vier themas kan worden onderverdeeld: 1) procesinnovatie, gericht op het efficiënter inrichten van bedrijfsprocessen. 2) Kwaliteitsborging, momenteel vaak gericht op de voorbereidingen op de nieuwe wet Private kwaliteitsborging. 3) Geïntegreerde contracten en 4) Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Kortom, in het afstudeeratelier Lean worden de projecten bij elkaar gebracht, die gericht zijn op alle processen die nodig zijn om gebouwen en civiele werken te realiseren. 120 | Pagina 120 | Pagina BOUWTECHNISCHE BEDRIJFSKUNDE Auteurs : Bjorn Bosma Stef Lammers Studiejaar : 2017 2018 Hogeschool : Avans Hogeschool Opleiding : Bouwtechnische Bedrijfskunde Academie : Bouw & Infra Locatie : Professor Cobbenhagenlaan 13 | 5037 DA |Tilburg 1 e beoordelaar : Hans Bras 2 e beoordelaar : Joop de Zwart Afstudeerbedrijf : Janssen de Jong Bouw Zuid B.V. De weg naar tevredenheid “Welk effect heeft de customer journey op de klanttevredenheid van de kopersbegeleiding en hoe kan deze worden verbeterd, zodat de klanttevredenheid toeneemt? 121 | Pagina 121 | Pagina BOUWTECHNISCHE BEDRIJFSKUNDE Logistisch Bouwen Wat zijn de mogelijkheden bij Stam + De Koning Bouw bv om het logistieke aspect bij binnenstedelijke hoogbouw te verbeteren? Auteurs: M.H. (Chiel) van Hout & J.J.H.M. (Joris) Loeffen Opleiding: Bouwtechnische Bedrijfskunde AB&I Opdrachtgever: Stam + De Koning Bouw bv Bedrijfsbegeleider: M. (Maikel) Staps LEAN afstudeeratelier 1e Afstudeerbegeleider: Dr. J. (Joop) de Zwart 2e Afstudeerbegeleider: Ing. H. (Hans) Bras Inhoudelijke oriëntatie - Logistiek - Kenmerken van hoogbouw Onderzoek - Wat kan de bouwnijverheid op logistiek gebied leren van de productie industrie? - Welke bouwlogistieke middelen zouden ingezet kunnen worden? - Welke procesmatige knelpunten worden ervaren met betrekking tot het logistieke proces bij binnenstedelijke hoogbouw? - Wat zijn de oorzaken dat het logistieke proces bij Stam + De Koning Bouw bv niet eerder is opgepakt? Resultaten van het onderzoek - Matrix 'toepassing logistieke middelen' - Verdeling dagproductie - Theoretische besparing per medewerker - Conclusie van de resultaten - Theoretische besparing arbeidskosten Implementatie in organisatie - Wat is benodigd bij eventuele veranderingen in de organisatie? - Toepassing logistiek deskundige - Functieprofiel logistiek deskundige - Aanbeveling De verschuiving van bouwactiviteiten van buitenstedelijk naar binnenstedelijk verhoogt de noodzaak van een efficiëntere logistiek omdat steden dichtslibben en de ruimte op de bouwplaats te klein is om grote werkvoorraden op te slaan (Bouwend Nederland, 2017). Aan de hand van de resultaten zullen oplossingen worden aangedragen om in de toekomst de problemen te voorkomen. De nieuwe kennis kan bijdragen om in de toekomst beter onderbouwde keuzes te maken ten aanzien van bouwlogistiek en daarmee de aan- en afvoerstromen, materieelinzet en contractvorming te verbeteren. Hoeveel verspillingen worden er gemaakt door het niet efficiënt en effectief handelen en plannen van activiteiten, en aan- en afvoer op en naar de bouwplaats? Uit gesprekken met projectleiders, werkvoorbereiders en uitvoerders van SDK, blijkt dat onnodige kosten gemaakt worden tijdens de voorbereiding en realisatie van een project op het gebied van logistiek. Het betreft geen project specifiek, maar een algemeen probleem. Aan de hand van veldonderzoek en analyses wordt in dit onderzoek gewerkt aan een verbetering van het logistieke proces in overdracht, voorbereiding- en uitvoeringsfase. Dit alles zal gereflecteerd worden op het project Onyx te Eindhoven, wat als casestudie aangehouden wordt. 122 | Pagina 122 | Pagina BOUWTECHNISCHE BEDRIJFSKUNDE Onderwijsinstelling: Academie voor bouw en infra Avans Hogeschool Tilburg Bouwtechnische bedrijfskunde januari 2018 Afstudeerbegeleiders: Dr. J.G. (Joop) de Zwart B. (Bart) Pasmans MSc ir. J.H. (Henk) de Graaf Auteur: D.W.M (Dennis) Duijvestijn 2084265 Opdrachtgever: Wassenaarsche Bouwstichting Woningcorporatie Bedrijfsbegeleider: ir. P. (Piet) van den Bout Colofon Achtergrond In de bachelor scriptie worden de resulaten beschreven van het onderzoek naar verbanden tussen de verduurzaming van de bestaande vastgoedportefeuille van woningcorporaties en prestatie-indicatoren. Woningcorporaties worstelen in meer en mindere mate met de verduurzaming van de woningportefeuilles. Een gemiddelde energie index van 1,4 (label B) dient behaald te wo worden in 2021. De huidige strategische sturingskaders bieden onvoldoende handvatten voor deze ontwikkelingen. Een algemene standaardlijst van prestatie-indicatoren is niet voorhanden. Verduurzamen van de bestaande vastgoedportefeuille met prestatie-indicatoren Verduurzamingsproject: Oostdorp te Wassenaar Opdrachtgever: Wassenaarsche Bouwstichting Resultaten Het volgende stappenplan geeft antwoord op de hoofdvraag: Stap 1: Gebruik de uit dit onderzoek naar voren gekomen vijf prestatie-indicatoren met weegfactor in de ontworpen beslismatrix. Stap 2: Definieer per prestatie-indicator een wenselijke situatie en zet deze af tegen de huidige situatie in de beslismatrix. Stap 3: Stap 3: De beslismatrix levert een assetscore per complex. Stap 4: Maak de beslismatrix onderdeel van de vaste bedrijfsprocessen. Voldoet aan eigen doelstelling Geringe afwijking Matige afwijking Grote afwijking Legenda Fragment van beslismatrix Beslismatrix Fragment van Prestatieveld Financieel Aanbevelingen Een aantal aanbevelingen worden meegegeven om het onderwerp verduurzamen van de bestaande vastgoedportefeuille met prestatie-indicatoren te versterken. Over de volgende onderwerpen wordt een aanbeveling gedaan: populatie steekproef, product- marktcombinaties, betaalbaarheid & energiezuinigheid en naar de scenarios slopen of verkopen. O Over de volgende onderwerpen wordt een concrete aanbevelingen gedaan aan de Wassenaarsche Bouwstichting: onderzoeksresultaten scriptie, No regrets methode, Energie- Indexen en begrotingsniveaus. Centrale onderzoeksvraag Hoe kunnen prestatie-indicatoren een bijdrage leveren aan het verduurzamen van de bestaande vastgoedportefeuille van woningcorporaties? 123 | Pagina 123 | Pagina BOUWTECHNISCHE BEDRIJFSKUNDE 124 | Pagina 124 | Pagina BOUWTECHNISCHE BEDRIJFSKUNDE Koen Claassen 2082298 Jasper Lodders 2088755 1 e Begeleider: Dhr. J. de Zwart 2 e Begeleider: Dhr. H. Bras Bedrijfsbegeleider: Dhr. M. Brouwer Bouwtechnische bedrijfskunde Avans hogeschool te Tilburg Opdrachtgever: Van de Ven bouw en ontwikkeling B.V. te Tilburg 125 | Pagina 125 | Pagina BOUWTECHNISCHE BEDRIJFSKUNDE Goos, Luuk VolkerWessels BENG concepten voor gestapelde woningbouw Probleemkader BENG-norm 2021 nieuwe gebouwen (BENG 2) primair energiegebruik (BENG 3) hernieuwbare energie Traditionele CV (gas) ketel - warmtepomp Tekortkoming niet-fossiele energiebronnen Warmtapwatervraag relatief groot gezien m2 Efficiëntie installaties: verwarmen / koelen Luuk Goos Avans Hogeschool: Academie voor bouw & infra Opleiding: bouwtechnische bedrijfskunde Afstudeerbegeleiders Moniek Heitbrink Joop de Zwart Opdrachtgever Homij Technische installaties Vianen Bedrijfsbegeleiders: Frank Lammers Allard Noordermeer Doelstelling Voor een bepaald type gestapelde woningbouw moet het primaire energiegebruik gereduceerd worden wat in verhouding staat in het vermeerderen van hernieuw bare energie. Duurzame installatie systemen i.c.m. bouwfysica zal de volgende hoofdvraag moet beantwoorden: Hoe kunnen we voor de gestapelde woningbouw (nieuwbouw) een toekomstconcept creëren wat voldoet aan de BENG criteria? Het antwoord op deze vraag zal moeten luiden met een concreet advies naar Homij Installaties en het werkveld. Er is onderzoek gedaan naar twee casussen: 60 appartementen 120 galerijwoningen In deze context kan er worden voldaan aan BENG. 126 | Pagina 126 | Pagina BOUWTECHNISCHE BEDRIJFSKUNDE Proces inventarisatie en - optimalisatie binnen de nieuwbouwafdeling Auteur: Michiel Willemsz Studentnummer: 2086265 1e Beoordelaar: Dhr. J de Zwart 2e Beoordelaar: Dhr. H. Bras Stagebegeleider: Dhr. A van Zelst Opdrachtgever: Willemsz Bouwbedrijf B.V. Opleiding: Bouwtechnische Bedrijfskunde WILLEMSZ WILLEMSZ WILLEMSZ B O U W B E D R I J F B . V. B O U W B E D R I J F B . V. B O U W B E D R I J F B . V. DeÞne Het in kaart brengen van het probleem Measure Het in kaart brengen van de huidige processen Analyse Het analyseren van de knelpunten van het huidige proces Improve Het huidige proces verbeteren aan de hand van de ”analyse”-fase Control Het borgen van de verbeteringen in het nieuwe proces. 127 | Pagina 127 | Pagina BOUWTECHNISCHE BEDRIJFSKUNDE BIM in de aanbesteding binnen de bedrijfsorganisatie bij Pellikaan Pieter Cleef` Begeleiders: Bouwtechnische bedrijfskunde Joop de Zwart ( Avans ) Afstudeerbedrijf: Pellikaan Moniek Heitbrink ( Avans ) Afstudeeratelier: LEAN Sjef van Brunschot ( Pellikaan ) 128 | Pagina 128 | Pagina BOUWTECHNISCHE BEDRIJFSKUNDE Hoofdvraag Op welke wijze kan een ontwikkelende aannemer zijn ontwikkelproces optimaliseren door ketensamenwerking te combineren met zijn nieuwe huisvesting en locatie? Probleemstelling Er is geen programma van eisen voor het toepassen van ketensamenwerking binnen een bedrijfslocatie van een ontwikkelende aannemer. Conclusie programma van eisen Ketenpartners - Een partner dient te begrijpen dat hij mee dient te denken in het proces en zich open moet stellen voor de gehele keten, met de volgende randvoorwaarden; o Zoeken naar meerwaarde voor alle betrokkenen; o Zien van samenhang tussen onderlinge afhankelijkheden; o Resultaat gericht werken, hij vraagt zich hierbij continu af: gaan we in de goede richting, met de juiste snelheid? o Uitgaan van elkaars vak volwassenheid; o Het belang van de totale keten boven het eigen belang stellen; o Op orde hebben van interne processen. - Maak een taakverdeling op basis van competenties; - De samenwerkende partij moet passen bij de bedrijfscultuur van de ontwikkelende aannemer, hij dient hetzelfde DNA te hebben . In het geval van Reuvers dient dit een no-nonsense cultuur te zijn; - Gun de andere partij een winstmarge. Proces - Partijen in een vroeg stadium betrekken: tijdens de initiatief fase de aannemer (werkvoorbereiding), adviseurs, onderaannemers, toeleveranciers betrekken; - Partijen betrekken bij het kopers meer- en minderwerk waardoor er een sneller proces ontstaat; o Kopers dienen op locatie in gesprek te gaan met alle betrokken partijen; o De onderaannemers/leveranciers gaat rechtstreeks in gesprek met koper. - Eén aanspreekpunt voor de koper, voor het gehele traject, dit aanspreekpunt is in dienst van de ontwikkelende aannemer. Huisvesting - Het onderbrengen van ketenpartners binnen de locatie van de ontwikkelende aannemer; o Om goed te communiceren met de partijen is het een vereiste dat partijen in hetzelfde pand gevestigd zijn; o Om een koper eenvoudig door het kopers traject te begeleiden dienen alle betrokken partijen in hetzelfde pand gevestigd te zijn. Gezien de huidige groei van de bouwsector en met name van Reuvers dient de huisvesting voldoende uit te breiden zijn. Reuvers Bouw en Ontwikkeling Rick Bosch Bouwtechnische Bedrijfskunde duaal Avans Tilburg 129 | Pagina 129 | Pagina BOUWTECHNISCHE BEDRIJFSKUNDE 130 | Pagina 130 | Pagina BOUWTECHNISCHE BEDRIJFSKUNDE ICB-proces onder de loep Zoektocht naar verbeterpunten Algemeen Titel ICB-proces onder de loep Subtitel Zoektocht naar verbeterpunten Opdrachtnemer Personalia Constatijn Francke Opleiding Bouwtechnische Bedrijfskunde Opdrachtgever Bedrijf BVR Groep B.V. Adresgegevens Ettenseweg 48 4706 PB Roosendaal Telefoonnummer 0165-631111 Onderwijsinstelling Naam instelling Avans Hogeschool Academie Bouw & Infra (ABI) Adresgegevens Professor Cobbenhagenlaan 13 5037 DA Tilburg Telefoonnummer 013 595 810 1 e afstudeerbegeleider Joop de Zwart 2 e afstudeerbegeleider Hans Bras Constatijn Francke 2079309 Bouwtechnische Bedrijfskunde 131 | Pagina 131 | Pagina BOUWTECHNISCHE BEDRIJFSKUNDE Naam : Eric Rietveld Opleiding : BTB Opdrachtgever : VORM 6D Wonen B.V. Studentnummer : 2094516 Afstudeeratelier : LEAN Docenten : Hans Bras en Joop de Zwart Een toekomstbestendig woningbouwconcept Een onderzoek naar de mogelijkheden om de bouwkosten van de 6D conceptwoning te verlagen. 132 | Pagina 132 | Pagina BOUWTECHNISCHE BEDRIJFSKUNDE DE CALCULA TOR V AN DE TOEKOMST Naam afstudeerder : Jurgen Zoontjens Opleiding : Bouwtechnische bedrijfskunde Duaal Uitstroomprofiel : - Leerbedrijf (opdrachtgever) : Heerkens van Bavel Naam afstudeeratelier : Lean Begeleiders: Ronald van Dielen (Heerkens van Bavel) Hans Bras, Joop de Zwart (Avans) Bouwbedrijf Heerkens van Bavel bestaat in hoofdlijnen uit 5 afdelingen, namelijk: calculatie, werkvoorbereiding + planvoorbereiding, uitvoering (CAO, projectleiders en uitvoering), administratie, service en onderhoud, directie + managementteam. Vanuit mijn duale opleiding, Bouwtechnische bedrijfskunde, op het Avans te Tilburg ben ik werkzaam geweest op de afdelingen calculatie, werkvoorbereiding en uitvoering. In de laatste twee jaar van de opleiding heb ik gekozen voor de afdeling calculatie omdat dit mij het meeste aansprak. Aan het einde van de duale opleiding moet de student een scriptie schrijven met een recent onderwerp. Omdat ik veel mogelijkheden zag, op de afdeling calculatie, heb ik de afdeling calculatie als onderwerp gekozen. Door de marktverschuiving van de bouw en het intreden van vernieuwende technologieën en toepassingen komen er veranderingen voor het handelen van een calculator. De afdeling calculatie moet daardoor op de hoogte zijn van de technologieën, vernieuwende manieren van werken en trends om in de toekomst niet verrast te worden. Het onderwerp van deze scriptie is daarom “De calculator van de toekomst”. In het onderzoek wordt antwoord gegeven op de volgende hoofdvraag: “Door welke manier van calculeren, d.m.v. toepassingen van programmas, technologieën en/of anders handelen, wordt de calculatiefase verbeterd en toekomstbestendig?” De oplossing op deze vraag is geformuleerd in zes verschillende onderbouwde aanbevelingen en vier vervolgonderzoeken. Deze zes aanbevelingen worden in dit onderzoek geformuleerd als “Quick wins”. Deze aanbevelingen zijn namelijk aanbevelingen die makkelijk aan te passen zijn of te implementeren zijn in het proces. De resultaten uit het onderzoek zijn onderbouwd met literatuuronderzoeken, deelonderzoeken en interviews intern en interviews met externe partijen. Deze informatiebronnen zijn gebruikt om de zes aanbevelingen en de vier vervolgonderzoeken te kunnen presenteren aan het bedrijf. De calculator van de toekomst is dus iemand die op een effectieve manier communiceert, open staat voor veranderingen en zijn weg kan vinden in de digitale wereld. Omdat dit onderzoek een aanbeveling is voor het bedrijf, zijn er geen toetsingen gedaan in de praktijk en is er dus alleen advies gegeven. Quick wins - Overdracht elimineren - Communiceren en terugkoppeling - Hoeveelheden bepalen - Toepassen Digitable - Kengetallen gebruiken - Durven te kijken buiten eigen afdeling Vervolgonderzoeken - BIM in calculatie - Big Data - Ketensamenwerking - Quick wins implementeren in het huidige proces AANLEIDING SAMENV A TTING De aanleiding voor een verandering van de handelingen van een calculator komt mede door de marktverschuiving van de bouw, het intreden van vernieuwende technologieën. Bij vele aannemers verloopt het calculatieproces hetzelfde. De calculatiefase zijn alle stappen vanaf het ontvangen van documenten en bepalen of het een interessant werk is, tot het inleveren van de begroting aan de opdrachtgever. Maar is deze huidige manier van werken toekomstbestendig genoeg? Bij vele aannemers wordt op hoofdlijnen op dezelfde manier gecalculeerd. Doordat de technologie wereldwijd constant in beweging is, staat deze in de bouw ook niet stil. Zo is er een Australische firma, Fastbrick Robotics, die een robot heeft ontwikkeld die 1000 bakstenen plaatst per uur; Microsoft heeft een bril op de markt gebracht, de Microsoft Hololens, die men kan besturen met spraak, hoofd of handgebaren. Met deze virtual-realitybril kunnen er hologrammen in de fysieke wereld geprojecteerd worden en integreert de virituele wereld met de echte wereld. Vastleggen van controlepunten voor de oplevering via een foto rapportage d.m.v. een Ipad en BIM modellen worden steeds uitgebreider en complexer. Kortom de techniek staat niet stil met zijn ontwikkelingen. Maar hoe zit dit met nieuwe technologieën integreren in de calculatiefase? Zijn aannemers bang om een vernieuwde manier van calculeren te handhaven? Is het noodzakelijk om alle tekeningen uit te printen, gegevens digitaal of handmatig uit de tekening te halen en deze vervolgens handmatig in de begroting te zetten? Dit zijn extra handelingen en met de programmas van de huidige tijd moet er toch een koppeling zijn waardoor dat meteen kan? 133 | Pagina 133 | Pagina BOUWTECHNISCHE BEDRIJFSKUNDE 134 | Pagina 134 | Pagina BOUWTECHNISCHE BEDRIJFSKUNDE Aanleiding Het betreft een onderzoek naar familiebedrijfsovername met opvolging binnen de familie in het algemeen en wat het kan bieden voor Hegeraat Leidekkersbedrijf in het bijzonder. Dit onderzoek is uitgevoerd, omdat de directeur en directrice willen minderen c.q. stoppen met de bedrijfsvoering of enkel nog een aantal jaar op de achtergrond willen opereren. De senioren willen de onderneming overdragen aan de junioren, omdat zij aangeven interesse te hebben in het bedrijf. Aangezien senior en junioren niet weten op welke wijze een overdracht vorm moet worden gegeven, willen ze middels het onderzoek aantonen hoe Hegeraat Leidekkersbedrijf succesvol kan worden overgedragen. De grootste bedreiging voor het voortbestaan van familiebedrijven is de overdracht van de familieonderneming vanuit de senior aan de nieuwe generatie junioren. Hoofdvraag De doelstelling is een adviesrapport op te stellen dat een advies beschrijft wat er nodig is voor een succesvolle familiebedrijfsovername met opvolging binnen de familie. Het droombeeld is een geslaagde bedrijfsovername. Vanuit deze gedachte is in overleg met de afstudeerder en alle afstudeerbegeleiders de volgende onderzoeksvraag geformuleerd: Op welke wijze kan Hegeraat Leidekkersbedrijf (succesvol) worden overgedragen ter opvolging binnen de familie? Het onderzoek Het onderzoek is gestart met deskresearch over familiebedrijfsovername met betrekking tot opvolgingsproblematiek in familiebedrijven. Voor het praktijkonderzoek wordt gebruik gemaakt van toegepast en verkennend onderzoek. Het praktijkonderzoek wordt uitgevoerd om het literatuuronderzoek aan te vullen, vraagstukken te beantwoorden en te bevestigen. Vanuit de literatuur zijn verschillende vragen en adviezen gekomen, die uiteindelijk in de praktijk met elkaar zijn getoetst doormiddel van diepgaande interviews met de ondernemers en experts. Door de theorie en praktijk te combineren leidt dit tot een adviesrapport met onderbouwde conclusie(s) en aanbevelingen. Conclusie Tijdens het onderzoek naar succesvolle familiebedrijfsovername is naar voren gekomen, dat er geen eensluidende wijze of methode bestaat die op voorhand laat blijken dat Hegeraat Leidekkersbedrijf succesvol kan worden overgenomen middels een opvolging binnen de familie. Er zijn wel aanbevelingen en adviezen vanuit de literatuur en de praktijk te formuleren, waar zowel de vertrekkende senior als de overnemende junior op moet letten. Deze aanbevelingen zijn van belang om de kans van een succesvolle familiebedrijfsovername te vergroten en ervoor te zorgen dat de overname niet op voorhand dreigt te mislukken. Het onderzoek leert dat voor een succesvol familiebedrijfsovernametraject de navolgende aanbevelingen hebben te gelden: een goede voorbereiding, een gelijkwaardig behandeling, een duidelijke afbakening en het onderkennen van een emotionele breuklijn. Van groot belang is om het proces te laten begeleiden wat uiteindelijk resulteert in het opstellen van een familiestatuut met daarin opgenomen alle wensen, eisen en onderling te maken afspraken. Auteur: C.M.M.C. Hegeraat Studentnummer: 2086267 Opleiding: Bouwtechnische bedrijfskunde Klas: (40AFSTU1F) Datum publicatie: 08-06-2018 Afstudeerbedrijf: Hegeraat Leidekkersbedrijf Begeleider: Theo van Schaijik Tweede lezer: Henk de Graaf Familiebedrijfsovername met opvolging binnen de familie 135 | Pagina 135 | Pagina MENSGERICHT ONTWERPEN Mensen brengen in hun werkzame leven ca. 90% van de tijd door in gebouwen. Extra aandacht voor het creëren van een gezonde en behaaglijke woon- en werkomgeving leidt niet alleen tot een grotere tevredenheid onder de gebruikers van gebouwen. Het is ook economisch zeer interessant, omdat arbeidsprestaties aantoonbaar verbeteren. Binnen het atelier Mensgericht bouwen stimuleren afstudeerders elkaar om kennis op dit gebied te verdiepen en nieuwe ideeën in de praktijk toe te passen. Het streven naar mensvriendelijke woningen en gebouwen wordt daarbij gecombineerd met het streven naar een energie neutrale gebouwde omgeving. De projecten zijn heel divers. Van het ontwikkelen van praktische ontwerptools tot aan ontwerpen van een compleet autarkisch kantoorgebouw. Van metingen aan het binnenmilieu tot aan het ontwikkelen van een innovatieve gevel met PV. Er zijn vele mogelijkheden. Kernpunt: de mens staat centraal. 136 | Pagina 136 | Pagina BOUWTECHNISCHE BEDRIJFSKUNDE Geen vooruitgang zonder terugkijken Onderzoek naar tevredenheid bij bewoners van NOM-nieuwbouwwoningen binnen Woonveste De basis van NOM-woningen Opdrachtgever Wooncorporatie Woonveste Opleiding Bouwtechnische Bedrijfskunde Begeleider Guus van Schaik Student Laurent Munnik 137 | Pagina 137 | Pagina VASTGOED In het Vastgoedatelier is ruimte voor alles wat met vastgoed te maken heeft. Het atelier heeft dan ook een multidisciplinair karakter waarin naast afstudeerders vanuit bouwmanagement & vastgoed ook bouwtechnische bedrijfskunde, civiel technici en bouwkundigen participeren. Onder de opdrachtgevers zitten onder meer woningcorporaties, gemeenten, ontwikkelaars, beleggers en ondernemers met een vastgoedvraagstuk zitten. De onderwerpen gaan van initiatief en investeringsbeslissingen via vastgoedconceptontwikkeling en verduurzaming op locatie en gebiedsniveau naar beheer en onderhoud. Ondanks de waanzinnige diversiteit in onderwerpen zijn de studenten er wonderwel in geslaagd om het atelier van meerwaarde te laten zijn voor elkaar door op constructieve wijze met elkaar in gesprek te komen en naar een hoger niveau te tillen. 138 | Pagina 138 | Pagina BOUWTECHNISCHE BEDRIJFSKUNDE OP WEG NAAR 2050 Energetische verduurzaming van de woningvoorraad 139 | Pagina 139 | Pagina BOUWTECHNISCHE BEDRIJFSKUNDE VASTGOEDBEHEER & MEER Een onderzoek naar aanbestedingen van onderhoud aan vastgoed van de gemeente Utrecht MAX THEUNISSEN BOUWTECHNISCHE BEDRIJFSKUNDE GEMEENTE UTRECHT Een onderzoek naar het optimaliseren van EMVI gunningscriteria, prestatiegerichte contractvormen en het verbeteren van de relatie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. 11-01-2017 Begeleid door: Adrie van Kessel & Edwin van den Heuvel 140 | Pagina 140 | Pagina DUAAL 141 | Pagina 141 | Pagina BOUWTECHNISCHE BEDRIJFSKUNDE Afstudeerscriptie : “ Ambitieus of onhaalbaar? CO -uitstoot voor 35% reduceren ” (S. Lammers) Auteur: Stephan Lammers Atelier: DUAAL deeltijd Atelier nr.: 40AFSTU1f Afstudeerbedrijf: Lammers Beton B.V. Bedrijfsbegeleider: Johan Rademaekers Onderwijsinstelling: Avans hogeschool Tilburg Afstudeervorm: Duaal 1 e Afstudeerbegeleider: Theo van Schaijik 2 e Afstudeerbegeleider: André van den Bogaard Probleemstelling: In coöperatie met het Europees klimaatakkoord moet Nederland zich bewerkstelligen voor de reductie van de CO -uitstoot. In Nederland zijn de betonfabrikanten voor 5% verantwoordelijk voor de totale CO -uitstoot in Nederland. De betonketen is genoodzaakt de CO -uitstoot te reduceren, waarvoor het Betonakkoord is opgesteld. Maar de doelstellingen om de CO -uitstoot met 35% te reduceren voor 2030 zijn zeer ambitieus. Centrale onderzoeksvraag: Op welke manier is het voor Lammers Beton mogelijk om de CO -uitstoot, van constructieve prefab betonelementen, met 35% te reduceren tijdens de engineering en de productie? In de scriptie wordt antwoord gegeven op de centrale hoofdvraag. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de betonsamenstelling en de dimensionering van het ontwerp van prefab betonelementen. Uit de bevindingen van het onderzoek blijkt dat er enkele verbeteringen getroffen kunnen worden om de CO -uitstoot te reduceren van constructieve prefab beton elementen. Deze bevindingen zijn getoetst op een referentieproject van Lammers Beton en uit de resultaten blijkt een reductie mogelijk van 865 kg CO . Dit is weergegeven in bovenstaande figuur. De ambities van het Betonakkoord voor 2030 kunnen nog niet behaald worden, maar zijn zeker haalbaar. Figuur: Conclusie afstudeerrapport 142 | Pagina 142 | Pagina CIVIELE TECHNIEK Civieltechnische Bedrijfskundige, Civielmanagement en Civieltechnisch Ontwerpen 143 | Pagina 143 | Pagina CIVIELE TECHNIEK Op de locaties s-Hertogenbosch en Tilburg leiden we studenten op tot civiel technici. De studenten die nu afgestudeerd zijn kozen uit twee uitstroomprofielen: Civieltechnisch Ontwerpen en Civiel Management. Civieltechnisch ontwerpers richten zich op het technisch ontwerp en de functionaliteit van civiele bouwwerken. Zij maken berekeningen en ontwerpen constructies zoals wegen, verkeersknooppunten, waterkeringen, bruggen en sluizen. Civiel Managers leiden civiele projecten en bedrijfsprocessen, voeren overleg met betrokken partijen en zorgen ervoor dat alles organisatorisch op rolletjes loopt. Civiel Managers kunnen daarbij er ook nog voor kiezen om zich inhoudelijk met name te richten op watervraagstukken. Zoals het beheer van water in stedelijke gebieden, waterveiligheid of een project als de hermeandering het in natuurlijke staat terugbrengen van beken. De opleiding In het propedeusejaar volgden studenten eerst een gemeenschappelijk programma en kozen dan voor een van de twee profielen. Na een oriënterende stage in het tweede jaar volgde de hoofdfase van de opleiding, gericht op de gekozen specialisatie. In het derde jaar lopen studenten een beroepsspecifieke stage, bijvoorbeeld bij een civieltechnisch ontwerpbureau of een waterschap. In het vierde jaar volgt een minor naar keuze (bij de eigen academie of elders). Studenten kunnen hierbij kiezen voor een verdiepend traject binnen het vakgebied, zoals Waterbouwkunde en Watermanagement, Constructie of Infrastructuur. Of juist voor een verbredend traject, zoals Duurzame Bedrijfsvoering, te volgen bij een andere opleiding. Zij studeren vervolgens af in de beroepspraktijk. Cursussen, trainingen en projecten We hanteren in de reguliere studieblokken verschillende lesvormen. Binnen de cursussen doen studenten theoretische kennis op en oefenen daarmee. Themas zoals Stedelijke Verkeers- en Watersystemen, Constructieve Concepten en Ondernemen Binnen een Juridische Context komen hier aan bod. Wij bieden daarnaast vaardigheidstrainingen, zoals vergaderen en presenteren, Autocad en Engels. Die kennis en vaardigheden passen studenten toe in projecten. Daarbij buigen zij zich in groepen over een praktische casus, onderzoek of opdracht rondom een reëel beroepsprobleem. In het eerste jaar van de huidige groep afstudeerders, ging het bijvoorbeeld over de infrastructuur in een wijk en het ontwerp van een stuw. In de hoofdfase zijn de projecten gericht op het gekozen uitstroomprofiel. Bijvoorbeeld het managen van een civiel project, constructief ontwerp van een verkeerstunnel of water en wonen. Studenten groeien in vier jaar tijd uit tot beginnend professional op het gebied van weg- en waterbouwkunde, constructie, water- of civiel management. Het levert vaak mooie beroepsproducten op waar studenten én wij met recht trots op kunnen zijn! In deze bundel laten de studenten u hun afstudeerwerk zien. 144 | Pagina 144 | Pagina BIM - LEAN Het BIM atelier bestaat uit een groep solo en duo afstudeerders (CT, BOU en BTB) die vanuit een gezamenlijke interesse en raakvlakken in onderzoeksvragen hun afstudeerperiode gaan afronden. Op basis van hun eigen onderzoeksvraag gaan de studenten aan het werk, waarbij het atelier de mogelijkheid biedt om: kennis te delen, te sparren, samen te werken, te netwerken en daarnaast efficiënt en effectief te werken. Bovenstaande zorgt ervoor dat Avans maximaal faciliteert zodat de studenten het beste uit hun onderzoek kunnen halen. De studenten in het BIM atelier werken aan uiteenlopende vraagstukken. Er zijn bedrijfsbijeenkomsten georganiseerd, congressen bezocht en er is met elkaar gesproken en (positief) kritisch naar elkaars werk gekeken met het doel om van elkaar te leren en elkaar te ondersteunen in het afstudeertraject. De onderwerpen zijn erg uiteenlopend en wij zien dat het BIM atelier een kapstok is voor onderzoeken die te maken hebben technisch onderzoek doen naar softwareproblemen alsook veranderingen die BIM teweeg brengt binnen cultuur en structuur van bedrijfsorganisaties. 145 | Pagina 145 | Pagina CIVIELE TECHNIEK REINFORCED COLLABORATION Current state wapeningsproces Dreamstate wapeningsproces Integrale samenwerking met 3D-wapeningsmodel Auteur: Yannick Duijster Opleiding: Civiele Techniek (duaal) Uitstroomprofiel: Constructief Ontwerpen Afstudeeratelier: BIM/LEAN 1e afstudeerbegeleider: Theo van Deursen 2e afstudeerbegeleider: Maarten Rutten Duaal coach: Ilonka van Hoorn Hoofdvraag: Welke aanpassingen zijn benodigd in de samenwerking tussen de projectteams van BAM Infra in Nederland en het modelleerteam in Jakarta, zodanig dat efficiëntie van de samenwerking verbeterd en er tegelijkertijd wordt geanticipeerd op het gewenste BIM-toekomstbeeld van het wapeningsproces van BAM Infra? 146 | Pagina 146 | Pagina CONSTRUCTIEF ONTWERPEN & MATERIALEN Zoals al blijkt uit de naam van het atelier heeft het atelier alles te maken met de materialen die worden gebruikt in de civiele wereld. De onderwerpen die in dit atelier aan de orde komen lopen van het vaststellen van uitstoot van schadelijke gassen in bouwproces tot aan slimmere manieren om parametrisch te ontwerpen. De afstudeerstudenten werken meestal in duos aan onderzoeksprojecten waarin ze vragen beantwoorden die in het bedrijfsleven spelen. Denk hierbij aan het opzetten van een ontwerptool om CO2 inzichtelijk te maken, het toepassen van vezel versterkt kunststof (VVK) als constructief materiaal in de civiele techniek, de optimalisatie van een kade ontwerp in de havens van Rotterdam en het ontwerpen van een tunnelbak in 10 minuten. Kortom de reikwijdte van de onderwerpen binnen het atelier gaan van basiseigenschappen van nieuwe constructie materialen tot het slimmer toepassen van materialen en methodes binnen de huidige civiele context. 147 | Pagina 147 | Pagina CIVIELE TECHNIEK Probleemanalyse Op dit moment worden er zeer beperkte functionele eisen aan steenmastiekasfalt (SMA) gesteld. In tegenstelling tot andere asfaltmengsels zoals een asphaltconcrete (AC). Binnenkort komt in Europa een conceptnorm uit waarin meer functionele eisen aan SMA worden gesteld. De normen om de eigenschappen waar deze eisen aan gesteld worden (stijfheid, weerstand tegen vermoeiing en weerstand tegen permanente vervorming) te onderzoeken zijn nog niet aangepast voor gebruik op SMA. Hoofdvraag Wat zijn de functionele eigenschappen van een veelgebruikt steenmastiekasfalt 11 mengsel? Deelvragen 1. Wat is de samenstelling van het te testen mengsel? 2. Wat is de weerstand tegen vermoeiing, permanente vervorming en stijfheid? 3.Moet de apparatuur worden aangepast? 4.Hoelang duren de proeven? 5.Treden er ongewenste fenomenen op tijdens de proef? Doelstelling Er is een nieuwe norm NEN-EN 13108-5 materiaalspecificaties van SMA opgesteld. Deze zit in de goedkeuringsfase. In deze nieuwe norm wordt geschreven dat SMA mengsels onderzocht moeten worden op stijfheid en vermoeiing, dit ontbrak in de oude norm. De normen voor stijfheid en vermoeiing (EN 12697- 6:2004 Beproevingsmethoden voor warm bereid asfalt - Deel 26: Stijfheid en EN 12697-24:2004+A1:2007 Beproevingsmethoden voor warm bereid asfalt - Deel 24: Weerstand tegen vermoeiing) zijn nog niet aangepast voor het onderzoeken van SMA. Bruikbaarheid van het onderzoek Heijmans wil met deze proeven informatie verzamelen over hun meest gebruikte mengsels. Met deze informatie hoopt Heijmans een voorbereiding te treffen op de nieuwe normen. Hierdoor kan er al iets gezegd worden over de veelgebruikte mengsels. Om de stijfheid en de vermoeiing van een SMA mengsel te onderzoeken voor deze proefnormen uitgebracht zijn zullen deze onderzocht worden volgens het protocol dat bij een AC gehanteerd wordt. Hierdoor zijn de resultaten van de proeven blijvend nuttig voor de opdrachtgever. Naast Heijmans zijn de resultaten in enig opzicht ook nuttig voor andere asfaltlaboratoria. Alhoewel er voor een volledige aanbeveling aanvullende proeven uitgevoerd dienen te worden, is het rapport ook bruikbaar voor de branche. Gezien in Nederland gebruik wordt gemaakt van SMA-NL liggen de mengsels van de verschillende producenten niet of nauwelijks uit elkaar. Ook KOAC, een onafhankelijke partij ziet het nut van het rapport voor de branche. Testen -Vermoeiing ( Vierpuntsbuigproef) -Permanente vervorming (Triaxiaal) -Stijfheid ( Vierpuntsbuigproef) 148 | Pagina 148 | Pagina CIVIELE TECHNIEK Onderzoek haalbaarheid brugligger van furaanhars en een ecologisch verantwoorde vezel Opleiding: Civiele Techniek Uitstroomprofiel: CTO Atelier: Constructief ontwerpen Student: Pjotr de Bode 1 e begeleider Avans: Dhr. M. van Nielen 2 e begelieder Avans: Dhr. A. van den Boogaard Afstudeerbedrijf: Poly Products B.V. 1 e begeleider Poly Products: Dhr. J. Schrama 2 e begeleider Poly Products: Dhr. A. ten Buschen 149 | Pagina 149 | Pagina CIVIELE TECHNIEK VVK als constructie Onderzoek naar de mogelijkheden van vezel versterkt kunststof (VVK) als constructiemateriaa VVK zit in vliegtuigen, boten, ruimteschepen etc. Waarom zullen we er dan geen brugdek mee maken? Je denkt toch niet echt dat een “PLASTIC” brugdek werkt? VVK (vezel versterkt kunststof) is een composiet. De eigenschappen zijn anders in verschillende richtingen. Loodrecht op de vezel is het materiaal slap, maar in vezelrichting minstens zo sterk als staal! VVK kan daarnaast in soortgelijke profielen getrokken worden als staal. Dit proces van trekken is “Pultrusie”. VVK is nieuw in de Civiele wereld, waardoor deze kennis vergroot moet worden. Het materiaal biedt veel kansen, maar is helaas onderbelicht. Wagemaker heeft ons gevraagd uit te zoeken wat er mogelijk is met het gebruik van Pultrusie het samenstellen van een brugdek. Pultrusie is een productieproces waarmee profielen getrokken worden. Deze hebben dus vezels in één richting. VVK als constructiemateriaal in een civiel kunstwerk Onderzoek naar de mogelijkheden van vezel versterkt kunststof (VVK) als constructiemateriaa in vliegtuigen, boten, ruimteschepen etc. Waarom zullen we er dan geen brugdek mee maken? Je denkt toch niet echt dat Licht gewicht, super sterk, geen onderhoud en duurzaam! Natuurlijk werkt dat, maar wat zijn de mogelij VVK (vezel versterkt kunststof) is een composiet. De eigenschappen zijn anders in verschillende richtingen. Loodrecht op de vezel is het materiaal slap, maar in vezelrichting minstens zo sterk als staal! rtgelijke profielen getrokken worden als staal. Dit proces van trekken is “Pultrusie”. VVK is nieuw in de Civiele wereld, waardoor deze kennis vergroot moet worden. Het materiaal biedt veel kansen, maar is helaas onderbelicht. d uit te zoeken wat er mogelijk is met het gebruik van Pultrusie-profielen voor het samenstellen van een brugdek. Pultrusie is een productieproces waarmee profielen VVK bestaat uit vezels (voornamelijk glasvezel) en hars (epoxy). De vezels worden ingepakt met hars en vormen één samenwerkend geheel. Met VVK is roest, betonr Dus nieuw brugdek nodig? materiaal in een civiel kunstwerk. Onderzoek naar de mogelijkheden van vezel versterkt kunststof (VVK) als constructiemateriaal voor een fietsbrug. Licht gewicht, super sterk, geen onderhoud en duurzaam! dat, maar wat zijn de mogelijkheden? VVK bestaat uit vezels (voornamelijk glasvezel) en hars (epoxy). De vezels worden ingepakt met hars en vormen één samenwerkend geheel. Met VVK is roest, betonrot en houtrot verleden tijd. Dus nieuw brugdek nodig? NEEM VVK! RESULTAAT 10 meter overspanning. 9 liggers I-360 FBD300 dekplank Randelement met 60mm zeeg Ontworpen voor voetgangers en een dienstvoertuig. Zelfs bij een vrachtwagen blijft het dek heel! Bram Fabrie & Arjan van Rijzingen. Opleiding: Civiele Techniek, CTO Bedrijf: Wagemaker. Onder begeleiding van: Marcel Somers & Koen van Cann Avans hogeschool, atelier “Co RESULTAAT 10 meter overspanning. 360 FBD300 dekplank Randelement met 60mm zeeg Ontworpen voor voetgangers en een dienstvoertuig. s bij een vrachtwagen blijft heel! VVK is mega sterk, maar buigzaam. Doorbuiging is dus veelal maatgevend. Met een boog is dus veel meer te bereiken. Dekplank FBD300 Hoofdligger I-360 Fundering stelconplaat Kunnen wij dat maken, NOU EN OF!!!! Bram Fabrie & Arjan van Rijzingen. Civiele Techniek, CTO Bedrijf: Wagemaker. Onder begeleiding van: Marcel Somers & Koen van Cann Avans hogeschool, atelier “Constructief ontwerp en materialen”. Jaap van Veldhoven VVK is mega sterk, maar buigzaam. Doorbuiging is dus veelal maatgevend. Met een boog is dus veel meer te bereiken. Fundering stelconplaat Bedrijf: Wagemaker. Onder begeleiding van: Marcel Somers & Koen van Cann nstructief ontwerp en materialen”. Jaap van Veldhoven 150 | Pagina 150 | Pagina CIVIELE TECHNIEK Ontwerp een open tunnelbak in 10 minuten Ontwerp een open tunnelbak in 10 minuten Onderzoek: Bedrijf: Atelier: Datum: Tijd: Locatie: Afstudeerders: Profiel: Bedrijfsbegeleiders: Afstudeerbegeleiders: Hoe is het mogelijk om een ontwerptool te ontwikkelen voor een parametrisch DO-berekening van een open tunnelbak? Probleemstelling: Steeds meer gelijkvloerse kruisingen, worden omgebouwd tot ongelijkvloerse kruisingen. Ook worden veel nieuwe ongelijkvloerse kruisingen aangelegd. In een groot aantal gevallen wordt hierbij een onderdoorgang toegepast. Pas in een later stadium van het ontwerpproces kunnen deze afmetingen gevalideerd worden. Hierdoor wordt bij niet optimale aannames van de dimensies de gehele constructieve berekening opnieuw uitgevoerd. Dit optimalisatieproces is erg tijdrovend. Ook is deze berekening semiautomatisch en maar deels herbruikbaar. Doelstelling: Het doel van deze afstudeeropdracht is om voor Wagemaker een onderzoek uit te voeren naar de mogelijkheden om een berekening te parametriseren. Dit door middel van een ontwerptool, welke gericht is op een definitief ontwerp van een open tunnelbak. De onderzoeksvraag die daaruit voortkomt luidt: “Hoe is het mogelijk om een ontwerptool te ontwikkelen voor een parametrisch DO- berekening van een open tunnelbak?” Relevantie beroepspraktijk: Een parametrisatie is een efficiënte manier om een berekening uit te voeren. Ook levert een parametrisatie inzicht om kwaliteit te leveren. Door variatie en optimalisatie in het proces op te nemen gaat de berekening niet per se sneller, want er kunnen door tijdswinst meer varianten toegepast worden. Deze stap in het proces kan na verloop van tijd dan ook gevraagd worden, waarmee men uiteindelijk kwaliteit wint. Stroomschema: De rode draad door het onderzoek is het stroomschema. In het vooronderzoek (deel I), wordt de geometrie onderzocht en is vastgesteld dat de gehanteerde software Microsoft Excel en SCIA Engineer zijn. In het belastingsonderzoek (deel II) worden de modellering en de belastingen vastgesteld. De koppeling tussen de software, wordt bewerkstelligd waarna de krachten voor de berekening inzichtelijk worden. In het berekeningsonderzoek (deel III) worden de berekeningen van de wanden en vloeren uitgevoerd. Deel IV geeft mogelijkheden voor optimalisaties en laat de werking van de tool zien. Ontwerp een open tunnelbak in 10 minuten Wagemaker Constructief ontwerpen en materialen CT Dinsdag 26 juni 2018 10.3 12.00 uur Avans hogeschool Onderwijsboulevard 215 te s -Hertogenbosch Lokaal OB207 Jeroen Heijkoop (2083247) Rick Wijnbeek (2082655) Civieltechnisch Ontwerp Dennis Schoenmakers Jeffrey Haverhals Michael van Nielen Jaap van Veldhoven Casus: Deze casus is als leidraad voor de gehele berekening aangehouden. Conclusie: De hoofdvraag is beantwoord door te stellen, dat het mogelijk is een DO-berekening van een open tunnelbak te parametriseren door een ontwerptool te ontwikkelen. Dit door een koppeling tussen Microsoft Excel en SCIA Engineer te realiseren, alsmede de uitvoering van grondige literatuurstudies. Geometrie: Model: Belastingen: Krachten: Koppeling: Wapening: 151 | Pagina 151 | Pagina CIVIELE TECHNIEK Vergelijking rekenmethode verenmodel Eindig Elementen Methode Zoeken naar mogelijke verbetering in het standaard ontwerp Momentvaste verbinding wand vloer + Eenvoudiger detail + Uitvoeringstechnisch interessant - Krachtswerking onvoorspelbaar - Ankerkrachten nemen toe Schoorstand combiwand: Verenmodel (Dsheet): Eindig Elementen methode (Plaxis 2D): + Reductie korreldrukken op de wand - Elastisch ondersteunde ligger - Modelering van het gehele grondlichaam + Afnamen van de ankerkrachten - Modelering grond als elastoplastische veren - Rekenmodel opgebouwd uit een mesh - Stijfheid grond is niet spanningsafhankelijk - Stijfheid grond is spanningsafhankelijk - Grotere kans op heischade - Eenvoudige in- en uitvoer - Kennis van grondmechanica benodigd - Korte rekentijd - Veel rekentijd benodigd Auteur: Maarten Kooij Lager gelegen ontlastvloer Opleiding: Civiele Techniek + Afname momenten in de combiwand Uitstroomprofiel: Civieltechnisch ontwerpen - Grotere momenten in de betonnen kesp - Groter bemalingsdebiet benodigd Opdrachtgever: B.V. Ingenieursbureau M.U.C. - Geen extra reductie van korreldrukken Begeleider: Ing. M. Meeuwsen MSEng Aterlier: Constructief Ontwerpen en Materialen CT 152 | Pagina 152 | Pagina CIVIELE TECHNIEK 153 | Pagina 153 | Pagina INFRA Het infra atelier is per definitie hét civieltechnische afstudeeratelier. Dit jaar zijn de afstudeeronderwerpen erg divers, en altijd direct te linken aan infrastructurele werken. In afstudeerduos (een enkeling heeft individueel gewerkt) is binnen verschillende organisaties gewerkt aan reële praktijkopgaven. De onderzoeken hebben zich toegespitst in de brede range van duurzame verbeteringen aan infrastructurele werken, tot onderzoek naar de procesmatige kant van civiele werken. De afstudeerders hebben concrete oplossingen uitgewerkt, verbetervoorstellen gedaan en advies gegeven over te nemen vervolgstappen. Hiermee geven zij hun opdrachtgever concrete handvatten om stappen te nemen in hun ontwerpproces. 154 | Pagina 154 | Pagina CIVIELE TECHNIEK Wateroverlast Dorst Opdrachtgever: Begeleider: Afstudeerder: Afstudeerder: Afstudeeratelier: 1 e Begeleider: 2 e Begeleider: Gemeente Oosterhout P. (Peter) van Tilburg B. (Bas) Severijns T. (Tom) Luites Infrastructuur F. (Frans) van Gestel M. (Maarten) Marijnissen Civiele Techniek CTO Civiele Techniek CTO In het dorp Dorst, onderdeel van gemeente Oosterhout, is er sprake van wateroverlast. De wateroverlast binnen Dorst vindt plaats in en rondom de nieuwe wijk Tuindorp. De gemeente Oosterhout is verantwoordelijk voor de openbare ruimte en ontvangt klachten n.a.v. de wateroverlast. Om wantrouwen van de burger en imagoschade te voorkomen moet deze overlast worden verholpen. De wateroverlast heeft in de periode 2014-2017 minstens 1 keer per jaar plaatsgevonden. Hierbij komt zowel de verkeersveiligheid, de bereikbaarheid als de volksgezondheid in het geding. Daarnaast brengt de overlast financiële gevolgen met zich mee, het gaat hierbij om directe kosten voor bijvoorbeeld opruimwerkzaamheden, maar ook om indirecte kosten zoals ziektekosten en waardedaling van huizen. Een onderzoek naar de oorzaken van de wateroverlast in Dorst en het adviseren van de beste oplossing waarmee de afdeling Stadsontwikkeling van gemeente Oosterhout de wateroverlast kan oplossen Het gebied waarin de wateroverlast plaatsvindt is uitgebreid onderzocht, hierbij zijn allerlei uiteenlopende onderdelen beschouwd. Hiervoor is gekozen om alle mogelijke oorzaken boven water te krijgen, maar ook om tijdig inzicht te krijgen in mogelijke kansen of beperkingen voor bepaalde oplossingen. In dit onderzoek zijn zaken belicht zoals de hoogteligging, het rioolsysteem, de geohydrologie, maar ook zaken zoals de voorkomende flora & fauna, de belangrijke stakeholders met hun wet- en regelgeving en de reeds bekende toekomstige plannen in en rondom het gebied. Van de mogelijke oplossingen is de effectiviteit berekend m.b.v. handberekeningen en rioolberekeningen. Dit heeft geleid tot de volgende oplossingen, ingedeeld in 3 categorieën: Korte termijn: Nieuw laagste punt uitkomend in een ontgraving Nieuw laagste punt uitkomend in een folieconstructie Lange termijn: Nieuw laagste punt uitkomend in een ondergronds bassin Vergroten van de afvoerleiding Toekomstvisie: Openbaar terrein afkoppelen op wadis Openbaar terrein afkoppelen door waterdoorlatende verharding Openbaar terrein afkoppelen door afwatering in berm Openbaar terrein afkoppelen door verharding te vervangen door groen De oplossingen zijn tegen elkaar afgewogen d.m.v. MultiCriteria- Analyses. De gemeente is betrokken bij het bepalen van de criteria waarop getoetst wordt en bij het vaststellen van de weegfactoren per criterium. Invullen van de MCAs heeft geleid tot het volgende advies: Korte termijn: Nieuw laagste punt uitkomend in een ontgraving Lange termijn: Vergroten van de afvoerleiding In de categorie Toekomstvisie worden 3 oplossingen geadviseerd, er is hiervoor wel een voorkeursvolgorde opgesteld: 1. Openbaar terrein afkoppelen op wadis 2. Openbaar terrein afkoppelen door verharding te vervangen door groen 3. Openbaar terrein afkoppelen door afwatering in berm Analyse van de bevindingen heeft geleid tot enkele mogelijke (mede)veroorzakers van de wateroverlast. Deze mogelijke oorzaken zijn nader beschouwd d.m.v. redenaties, handberekeningen en rioolberekeningen. Laatstgenoemde zijn uitgevoerd in samenwerking met Royal HaskoningDHV. Dit heeft geleid tot de volgende oorzaken: Berging niet optimaal benut Onvoldoende pompcapaciteit hoofdgemaal Vernauwingen in afvoer Te lage maaiveldhoogte Tuindorp Te veel toevoer Te weinig berging Te weinig afvoer Vervolgens zijn er mogelijke oplossingen bepaald waarmee één of meerdere oorzaken van de wateroverlast weggenomen kunnen worden. 155 | Pagina 155 | Pagina CIVIELE TECHNIEK Uitvraag met onjuiste specificaties Andere contractvormen daardoor meer verantwoordelijkheden Eigen ontwerp specificeren Uitvraag beter specificeren Ontwerpspecificaties Inhoud ontwerpspecificaties: 1. Onderwerp en toepassingsgebied Welke activiteiten omvatten de uitvraag? 2. Van toepassing zijnde documenten Welke documenten zijn benodigd om een juiste uitvraag te kunnen doen? Deze dienen aangeleverd te worden door Heijmans. 3. Normen en richtlijnen Wat zijn de normen en richtlijnen die gelden voor de uitvraag. Deze zijn gekoppeld aan het ontwerp, uitvoering en product/materiaal eisen. 4. Het werk dient te voldoen aan de volgende eisen De uitvraag moet voldoen aan de gestelde vormgeving- afmetingen en specificaties 5. Te leveren documentatie Welke documentatie dient bij de uitvraag aangeleverd te worden door de leverancier? Naam :Kevin van Dijk :Rick Manders Opleiding :Civiele Techniek Uitstroomprofiel :Civiel Technisch Ontwerpen Opdrachtgever :Heijmans Afstudeeratelier :CT Infra Begeleiders :Maarten Marijnissen Avans :Frans van Gestel Avans :Maarten Rakers Heijmans :Anton Beks Heijmans Het opstellen van ontwerpspecificaties Specificeren voor een complete uitvraag 156 | Pagina 156 | Pagina CIVIELE TECHNIEK ᰠ漀 欀渀 漀欀漀洀 渀氀漀 氀 伀漀漀 漀渀 渀 漀 氀欀 洀渀 漀渀 渀稀渀 欀渀氀渀渀 漀氀渀㼀ᴠ 157 | Pagina 157 | Pagina CIVIELE TECHNIEK Onderzoekend kader Aanbevelingen Doel van het onderzoek: Het uiteindelijke doel van het onderzoek is advies geven aan de BIM- kopgroep welke verbeterpunten doorgevoerd dienen te worden in het huidige BIM-proces om draagvlak te creëren voor de werkmethodiek BIM binnen afdeling Ruimtelijke Inrichting. Namen: Tom Goethals & Melvin Geene Opleiding: Civiele Techniek Datum: 26 juli 2018 Uitstroomprofiel: CTB & CTO Opdrachtgever: Tauw Group B.V. Atelier: Infra Begeleiders: Maarten Marijnissen, F.A.M van Gestel Bron: Bouw Informatie Raad 158 | Pagina 158 | Pagina MANAGEMENT 1 Het centrale thema van dit afstudeer atelier is Verbetering; verandering van processen om te komen tot verbetering van resultaten. De onderwerpen in dit atelier gaan over verbetering van stakeholder management, verbetering van logistiek, verbetering van kwaliteit door beter gebruik te maken van de in de organisatie aanwezige kennis en verbetering door faalkosten reductie. Tijdens een van de atelier bijeenkomsten gaf Mevrouw Abma, Verander Manager bij Enexis, een inspirerende lezing met de titel “Enexis en de transformatie naar Wendbaarheid”, over toekomstige manieren van samenwerken in de bouw, wendbaarheid en veranderingen van organisaties. In een snel veranderende wereld, waarin technologische ontwikkelingen en ICT steeds meer mogelijkheden bieden, hebben we tegelijkertijd nog te maken met de mensen en systemen zoals die zich in het verleden hebben gevormd. Hoe kunnen we de veranderingen benutten om te komen tot verbeteringen? De afstudeerwerken in dit atelier geven een goed beeld van de huidige transformatie, of zelfs transitie waarin de bouwwereld zich momenteel bevindt. 159 | Pagina 159 | Pagina CIVIELE TECHNIEK Prikken om het niet nogmaals te fl ikken. z f z f g ! W : .g . z g p . : z. f f p : . ff . Rolmodel doet het wel. . . . . . . . . . . . . . . . . � p � : . . .. p g .g p . . g f p . . g z z . p . . . . p . . . . : x V . gg Van niks naar matrix. . . � . g . . . x. . . . . , . . .g . g p . . . . . . . z g .. . p . . . p p . . . p . . g Afstudeerders: : : - Civiel technisch ontwerp pp . p . - Civiel technisch bedrijfskunde Opleiding: Opleiding: p p Opdrachtgever: .. . Naam afstudeeratelier: :p:: Begeleiders Avans: : : . . : : : . : : : . Begeleiders Rijkswaterstaat: : : : . : . : : . . : . ©Naomi Fennema ©Naomi Fennema ©Naomi Fennema Onderzoek AfvalWeg : g. p .. . : g. p .. . . . . z z. f f . N . .. . . : . . . .. . /. N . .. . p gg p : f. 3000 .. . 30 000 . . g 30 000 . . g . z. f f . . . . . � g z . � g . . g . g .. . . . . xg . z . . x g . . : . , . . g z. f f z. f f V . f N p f . pp . p . & : : 160 | Pagina 160 | Pagina CIVIELE TECHNIEK Wat kan Strukton op basis van de bevindingen uit het project de Groene Loper meenemen om de manier van opleveren bij D&C contracten te verbeteren? Betrek OG vanaf start project Realistisch beeld schetsen van de impact, financieel gezien en in tijd Opzoek gaan naar het juiste moment om de organisatie af te bouwen Vanuit management de juiste prioriteiten stellen Bewustzijns niveau naar het belang van oplevergerelateerde taken moet organisatiebreed omhoog Opdrachtgever: Avenue2 Maastricht Strukton & Avans Hogeschool Bedrijfsbegeleider: Ralf Blom Begeleidende docenten: 1. F. van Gestel 2. B. Dankers Afstudeerdatum: 25-1-2018 Student: Levi Niesten 2093263 Opleiding: Civiele Techniek CTB (civiel technische bedrijfskunde) De puzzel voor Strukton is hiermee niet compleet, maar men weet nu weer enkele stukjes te vinden!! 161 | Pagina 161 | Pagina CIVIELE TECHNIEK Inzet Personeel Hoofdvraag: Hoe kan Gebr. van Kessel de inzet van personeel optimaliseren tijdens de realisatiefase van een project, waarbij niet of nauwelijks het minimaal aantal werkuren gehaald wordt dat betaald dient te worden, met reducering van onnodige kosten tot gevolg? Studenten: Robin Muit 2088462 Patrick van Mook 2084557 Onderwijsinstelling: Avans Hogeschool Opleiding: Civiele Techniek Afstudeeratelier: CIT Management Begeleiders: Bart Dankers Frans van Gestel Opdrachtgever: Gebr. van Kessel Wegenbouw bv Bedrijfsbegeleider: Jurgen Huyding Afstudeerperiode: Najaar 2017 Probleemstelling: Gebr. van Kessel ziet kansen in het verminderen van personeelskosten op kortstondige intensieve projecten en hierdoor een stap te kunnen zetten naar 4,5% rendement voor 2020. Uit ervaring is gebleken dat op dit type projecten het personeel niet het minimaal aantal uren werkt dat betaald dient te worden. Doelstelling: Het doel van het onderzoek is een oplossing bieden aan Gebr. van Kessel, zodat zowel het eigen als het ingehuurd personeel aan het minimaal aantal werkuren komt dat betaald dient te worden, met reducering van personeelskosten tot gevolg. Daarbij ligt de focus om een optimalisatie te maken voor kortstondige intensieve projecten, waarbij het personeel niet of nauwelijks aan het minimaal aantal werkuren komt dat betaald dient te worden. Aanbeveling: Door het plannen vanuit het productief zijn van de werknemer en door het combineren van werkzaamheden door één werknemer kan er een winst behaald worden van 2,3% tot 2,5% ten opzichte van de totale omzet van Gebr. van Kessel Wegenbouw bv 162 | Pagina 162 | Pagina CIVIELE TECHNIEK 163 | Pagina 163 | Pagina CIVIELE TECHNIEK De traditionele werkwijze binnen Aveco de Bondt leeft nog niet genoeg mee met de huidige maatstaven van verduurzaming. Om te kunnen voldoen aan de nieuwe vragen vanuit de markt dient er ingespeeld te kunnen worden op duurzaam ontwerpen. In het bijzonder met het gebruik van het cradle to cradle prin- cipe om tot een duurzaam ontwerp te komen is een gewenste ontwikkeling die men graag wil zien. Circulair ontwerpen Duurzaam ontwerpen in de civiele techniek, met behulp van het cradle-to-cradle principe. Verschillende filosofieën die handelen naar enerzijds een lineaire duurzaamheid en anderzijds circulaire duurzaamheid zijn bestu- deerd. Lineaire duurzaamheid slaat vooral op het recyclen en het minder slecht doen van de wereld. Circulaire duurzaamheid streeft verder en houdt zich vooral bezig met het beter doen voor de wereld, dit door ultiem hergebruik en totaal geen af- breuk aan materialen. Bij Aveco de Bondt Eindhoven is op dit moment onvoldoende parate kennis over duurzaamheid om op een adequate manier invulling te kunnen geven aan een vraag. Het invullen van de vraag gebeurt op een inefficiënte wij - ze waardoor beheersing van kwaliteit van het advies en de beheersing van projectkosten niet gewaarborgd wordt. Aveco de Bondt kan momenteel nog niet direct handelen naar het leveren van een duurzaam ontwerp. Aveco de Bondt wenst beter te kunnen acteren naar dit soort vragen vanuit de markt en wil daarom een onderzoek doen naar het kunnen bereiken van een duur- zaam ontwerp. Probleem Meerdere partijen in de markt geven aan dat de noodzaak van duurzaamheid duidelijk is. Echter heerst er een gebrek aan gezamenlijke aanpak en is er onvoldoende kennis waardoor er momenteel ten aanzien van duurzaamheid weinig gebeurd. Ver- schillende initiatieven worden omarmt, maar échte duurzaam- heid laat nog te wensen over. Gebruik maken van de opgestelde ontwerprichtlijn duurzaam- heid. Deze ontwerprichtlijn stelt een werknemer in staat een meerwaarde te leveren ten opzichte van een traditioneel in- gericht ontwerpproces. Daarnaast wordt er aanbevolen om duurzaamheid te stimuleren en te enthousiasmeren. Door de invulling van een langetermijnvisie is een tastbaar richtpunt gegeven en is het duidelijk waar voor Aveco de Bondt de ko- mende periode de focus ligt Student: Roel van Mulken Studentnummer: 2069699 Studie: Civiele Techniek Afstudeerbegeleiders: Dhr. Dankers & Dhr. Van Gestel Bedrijfsbegeleider: Dhr. Meuwissen Doelstelling Theorie Markt Aanbeveling 164 | Pagina 164 | Pagina CIVIELE TECHNIEK Leren van Kennis, Bij Mourik Groot-Ammers Hoe kan de overdracht van de opgedane kennis van eerder uitgevoerde projecten naar toekomstige tenders bij Mourik Groot- Ammers verbeterd worden? Het uitvoeren van projectevaluaties is een goede manier om gestructureerd kennis over te dragen en zou meer gedaan moeten worden bij Mourik Groot-Ammers. Uit deze evaluaties kunnen trendanalyses gemaakt worden. Om te zorgen dat er daadwerkelijk evaluaties uitgevoerd worden, dient dit gestimuleerd te worden vanuit de directie/managementteam. Belangrijk hierbij is dat iedereen het nut van deze evaluaties inziet. Een aantal andere verbeterpunten zijn: Bredere projectevaluaties uitvoeren Houden van Projectbezoeken/interne audits Opzetten van Vakgroepen Presenteren resultaten in uitvoerdersoverleg Meer betrokkenheid regio personeel bij tenders Systeem voor kennisdragers opzetten Consequent handhaven van het roulatiesysteem Inzichtelijk maken hoe de huidige overdracht van de kennis en ervaring uit eerder uitgevoerde projecten van Mourik Groot-Ammers wordt overgedragen naar toekomstige tenders. Met daaropvolgend een advies hoe deze huidige kennisoverdracht verbeterd kan worden met als uiteindelijk doel het rendement van tenders te vergroten. Dit alles wordt samengevoegd in een adviesrapport gericht aan de directie van Mourik Groot Probleemdefinitie De manier waarop kennisoverdracht plaatsvindt bij Mourik Groot- Ammers is onvoldoende geborgd bij de overdracht van projecten naar tenders. Er kan geleerd worden van ervaringen uit afgeronde projecten waardoor tenders efficiënter verlopen. Doelstelling Hoofdonderzoeksvraag Oplossing/Advies Literatuuronderzoek Kwalitatief onderzoek Kwantitatief onderzoek Afstudeerders: Opleiding: Dhr. M. van der Loop Civiele Techniek Dhr. S. Tiellemans Civiel Technische Bedrijfskunde 2090633 & 2084585 Management atelier 1 Opdrachtgever: Hogeschool: Mourik Groot-Ammers Avans hogeschool s -Hertogenbosch Dhr. B. Lommers Mevr. I. Vloerbergh Dhr. R. Vercammen Dhr. B. Dankers 165 | Pagina 165 | Pagina CIVIELE TECHNIEK Bart de Leeuw (2070500) Civiel Technisch Ontwerpen Michiel Burger (2073727) Civiel Technisch Management Studenten: Begeleiders: Dhr. B. Dankers, mevr. I. Vloerbergh (avans) Dhr. B. Doms, mevr. M. Maas (Inter Contracting) Aanleiding Probleemstelling Doelstelling Weinig ervaring met UAV-GC Verkeerde contractkeuze Geen controlerende rol Verkeerde informatiekeuze Onderzoeksinformatie bij UAV-GC Opdrachtgever is zich niet bewust van de relevantie en actualiteit van informatie die meegestuurd wordt bij een aanbesteding, hierdoor is de uitvraag niet optimaal en kan opdrachtnemer geen passende inschrijving doen. Inter Contracting wil meerwaarde voor de opdrachtgevers creëren door te ondersteunen in het selecteren van onderzoeksinformatie Onderzoeksvraag In welke mate zijn er problemen ontstaan als gevolg van onderzoeksinformatie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer binnen geïntegreerde contracten en op welke manier kan Inter Contracting hier meerwaarde creëren door opdrachtgever meer bewust met deze informatie om te laten gaan? Aanbevelingen Ondersteunen bij informatieoverdracht Toepassen van stroomdiagram Trainingen voor opdrachtgevers houden Over te dragen informatie begeleiden Blijven ondersteunen bij de contractkeuze Stroomdiagram keuzeadvies bij aanbestedingsdocumenten Verantwoordelijkheden binnen verschillende contractvormen 166 | Pagina 166 | Pagina CIVIELE TECHNIEK Reductie van faalkosten, het nieuwe verdienen? 1. Wat is de definitie van faalkosten? Faalkosten zijn alle overbodige kosten die gemaakt worden t.b.v. het eindproduct of dienst. Faalkosten worden veroorzaakt door een onnodig inefficiënt bouwproces, een product/dienst dat niet tijdig of volgens de overeengekomen kwaliteit geleverd wordt, herstelwerkzaamheden, fouten en ontevreden klanten. Afstudeerders Maikel van Balen Tom Rochat Opleiding Civiele Techniek Uitstroomprofiel Civiel Technische Bedrijfskunde Afstudeeratelier CT Management 1 Opdrachtgever Van Kessel Sport en Cultuurtechniek Afstudeerbegeleiders Bart Dankers 1 e begeleider (Avans) Irene Vloerbergh 2 e begeleider (Avans) Bedrijfsbegeleider Roland van der Zanden (Van Kessel Sport en Cultuurtechniek) Van Kessel Sport en Cultuurtechniek 2. Wat zijn mogelijke oplossingen en oorzaken van faalkosten? Literatuuronderzoek naar beschikbare scripties en een onderzoek naar faalkosten in andere branches. 3. Wat zijn volgens de organisatie de grootste oorzaken en mogelijke oplossingen betreffende faalkosten? Een interne enquête en interviews vormen een duidelijk beeld van de gedachtegang van de organisatie. Onderstaand de voornaamste herkomsten van faalkosten volgens de organisatie 4. Wat zijn de daadwerkelijke oorzaken van faalkosten binnen Van Kessel Sport en Cultuurtechniek? Doormiddel van een 44 tal evaluaties van projecten uit 2013 t/m 2017 zijn de voornaamste terugkomende oorzaken verkregen. 5. Op welke wijze kunnen de faalkosten gereduceerd worden en wat levert het op voor Van Kessel Sport en Cultuurtechniek? Doormiddel van lijst met aanbevelingen betreffende de ondervonden oorzaken kan het bedrijf haar faalkosten terug dringen. Per aanbeveling is een verwachtingspatroon geschetst. 167 | Pagina 167 | Pagina CIVIELE TECHNIEK van Digitaal naar Digitaal 2.0 Een hoger level van de engineering met Computational Design ir. B.F. (Bart) Dankers ir. I.N. (Irene) Vloerbergh Businesslijn: Infra Afdeling: Kunstwerken ir. B.A. (Bob) Heester Hoofdvraag “Hoe kan Antea Group Parametric Design toepassen om aan te sluiten bij de ontwikkelingen in de Architecture, Engineering & Construction industrie?” Jaarplan 2018 Kunstwerken “ Parametrisch ontwerpen verkennen & kansen invullen ” M. (Mylan) van de Flier Civiele Techniek (CTO) Atelier CT Management Resultaat Door Computational Design vindt een verschuiving plaats van het ontwerpen van een object naar het ontwerpen van het netwerk en de processen die tot het object leiden. Van het creëren van geometrie naar het creëren van logica. Parametric Design is een onderdeel van Com- putational Design. Parametric Design maakt gebruik van het gedachtengoed van Computational Design, maar heeft daarnaast specifieke kenmerken. De belangrijkste zijn het algoritmisch proces en het beïnvloeden van de output door parameters . juni 2018 versie 1.0 Parametrisch Concept Kruisingsconstructie Procesdiagram 168 | Pagina 168 | Pagina CIVIELE TECHNIEK Stakeholdermanagement Rasenberg en de omgeving dichter bij elkaar Hoofdvraag Hoe kan Rasenberg Infra haar stakeholdermanagement bij het voortraject, de aanbesteding en de realisatie van projecten verbeteren om zo tot minimale hinder en doorlooptijd van centrale projecten te komen? Deelvraag 1 Wat is stakeholdermanagement? Deelvraag 2 Hoe verloopt het stakeholdermanagement momenteel bij centrale projecten van Rasenberg Infra? Deelvraag 3 In welke mate is het mogelijk en toegestaan voor Rasenberg Infra om tijdens het voortraject, de aanbesteding en de realisatie contact op te nemen met stakeholders? Deelvraag 4 Hoe kunnen de bestaande methodes en procedures rondom het stakeholdermanagement van Rasenberg Infra worden geoptimaliseerd? Deelvraag 5 Op welke wijze kan Rasenberg Infra het geoptimaliseerde stakeholdermanagement toepassen op het project “N65 Vught”? Casestudy N65 Vught De N65 is een autoweg welke s -Hertogenbosch verbind met Tilburg. Niet over het gehele traject is deze weg een autoweg. Vanaf knooppunt Vught tot Vught-centrum en vanaf Berkel-Enschot tot knooppunt De Baars is het een autosnelweg. Deze rijksweg is bij vele in de negatieve zin bekend. De doorstroming is door de gelijkvloerse kruisingen problematisch. Daarnaast gebeuren er met regelmaat ongelukken welke te vaak letsel of zelfs de dood tot gevolg hebben. Het is dan ook niet voor niets dat verschillende partijen al meerdere jaren pleiten voor een grondige aanpak van de N65. De laatste jaren zit er schot in de zaak en is er zelfs al een uitvoeringsperiode vastgesteld: 2021-2023. Voor het totale project is € 107.000.000 beschikbaar gesteld. Binnen deze casestudy is onderzoek gedaan naar de manier waarop het verbeterde stakeholdermanagement toegepast kan worden op het project N65 Vught. Nick Dammers Opleiding: Civiele techniek Opdrachtgever: Rasenberg Infra BV Studentnummer: 2087264 Uitstroomprofiel: Civiel technisch ontwerpen Afstudeerbegeleiders Rasenberg Infra: Mark Lorkeers & Jeroen Schepers Niels Hendriks Afstudeeratelier: CT management 1 Afstudeerdocenten Avans Hogeschool: Irene Vloerbergh & Bart Dankers Studentnummer: 2083657 Tijdens het onderzoek is aan 45 personen welke, als particulier maar ook zakelijk, betrokken zijn bij de reconstructie van de N65 gevraagd wanneer voor hen het project is geslaagd. Wanneer een project geslaagd is, zullen stakeholders ook tevreden zijn. De volgende antwoorden kwamen hieruit voort: Uit bovenstaande gegevens is te concluderen dat stakeholders vooral de algemene informatiemiddelen gebruiken. Ook is te zien dat bereikbaarheid en overlast de belangrijkste zorgen zijn voor de stakeholders. Door als aannemer in te zetten op deze communicatiemiddelen en daarbij aandacht te schenken aan de belangrijkste zorgen, worden de stakeholder tijdig, volledig en naar hun wensen voorzien van informatie, dit zorgt voor een prettig verloop van het project met zo min mogelijk hinder en doorlooptijd. 169 | Pagina 169 | Pagina CIVIELE TECHNIEK OPTIMALISATIE ASFALTTRANSPORT KWS EINDHOVEN MET BEHULP VAN HET ALIS-SYSTEEM Job Verhaak Thijs Swinkels Civiele Technische bedrijfskunde Management CT 1 Irene Vloerbergh Bart Dankers 170 | Pagina 170 | Pagina MANAGEMENT 2 Het atelier CT Management 2 is vormgegeven rond afstudeeropdrachten binnen de context van project en bedrijfsmanagement in de civiele techniek. De bijeenkomsten zijn gericht op “het praktijkgericht onderzoek doen”. De eerste bijeenkomst was gericht op de beschrijving van aanleiding, probleemstelling en onderzoeksvraag. De tweede bijeenkomst op de onderzoeksmethodiek. Beiden ter verbetering en aanscherping van het PVA. De volgende bijeenkomsten zijn gericht geweest op het lezen van elkaars concept rapportage en het geven van feedback. Structuur aanbrengen in de rapportage blijkt best lastig te zijn. In de laatste bijeenkomst hebben we oude afstudeerverslagen bestudeerd en met elkaar gespard over wat in een goede conclusie en aanbevelingen moet staan. De meerwaarde van het atelier is dat studenten ervaren dat ieder met de zelfde problemen/uitdagingen worstelt. Met elkaar hierover communiceren geeft een goed gevoel. Omdat de onderzoeksthemas allen binnen de zelfde context van management lagen, konden studenten ook inhoudelijk goede feedback aan elkaar geven. 171 | Pagina 171 | Pagina CIVIELE TECHNIEK SCRIPTIE: KOSTENRAMEN MET LEGOBLOKKEN Naam: Dick Elsman Opleiding: Civiele Techniek Uitstroomprofiel: Civiel Technisch Ontwerp 1 e begeleider: Ir. R.J.G. Vincken 2 e begeleider: Ir. M.D.J. Arnoldussen Opdrachtgever: Arcadis Bedrijfsbegeleider: Ir. R.J. Roos MSc. Een afstudeeronderzoek naar de efficiëntie en betrouwbaarheid van de ramingen door de inzet van de kostenpiramide 172 | Pagina 172 | Pagina CIVIELE TECHNIEK Geld: De prognose winst in de vier wekelijkse financiële rapportage heeft maximaal een afwijking van 5% t.o.v. start project MvO Draait Veiligheid : Er zijn geen ongevallen met letsel/verzuim en er worden minimaal 5 incidenten per 2 maanden gemeld tijdens de uitvoering van het project Aantal ongevallen 2 5 Aantal incidenten (min 5) 2 Tijd: Op het project is een maximale negatieve afwijking van 3 dagen op de 4 voorgaande weken in de overall planning. Kwaliteit: Elke prestatiemeting op het project wordt minimaal met een score van een 8 afgerond. 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 Wk 1 wk 6 wk 12 wk 18 wk 24 9 7 6 8 10 25% 20% 15% 10% 5% 0% 5% 10% 15% 20% 25% Totaal +1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 +3 -5 +2 Wk 5 Wk 6 Wk 7 Wk 8 +1 Het verschil tussen de (twee) wekelijkse nacalculatie en werkbegroting is maximaal 5%. Alle teamrollen van Belbin zijn in het projectteam vertegenwoordigd. De projectteamleden hebben maximaal drie openstaande acties die binnen een week en maximaal 10 openstaande acties die binnen twee weken afgerond moeten zijn. Tijdens de doorlooptijd van het project zijn 90% van de verificaties en keuringen gecontroleerd De werkelijke productie van de werkweek wijkt maximaal 10% af van de begrote productie Tijdens de uitvoering van het project zijn 90% van de meldingen binnen 5 werkdagen afgerond Tijdens de gehele doorlooptijd van het project is minimaal 85% van de eisen gevalideerd. Er zijn maximaal 3 openstaande negatieve bevindingen en tekortkomingen Minimaal 90% van alle toolboxmeetingen, V&G, werkplekinspecties en projectinstructies zijn op tijd afgerond Minimaal 90% van de risico s is binnen 5 werkdagen gekwantificeerd en hebben binnen 10 werkdagen een beheersmaatregel Binnen 5 werkdagen is er een beheersmaatregel toegewezen voor openstaande afwijkingen De hoeveelheid eigen materieel wijkt max 5% af van de begrote hoeveelheid eigen materieel bij start werk. 95 % 5% 70% 15% 1 Openstaande bevinding & tekortkoming 20% 15% 10% 5% 0% 5% 10% 15% 20% Innovator Monitor Voorzitter Vormer Bedrijfsman Brononderzoeker Groepswerker Zorgdrager +2,5% (Max 5% afwijking) 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 70% (Totaal 20 meldingen) 20% 10% 15% 10% -15% (Max 10% afwijking) 2 4 3 1-3 3-5 >5 werkdagen openstaand Aantal Aantal 2 12 8 2 5 7 9 3 6 6 8 2 1 8 7 4 2 8 Binnen week Binnen twee weken Na twee weken Persoon A Persoon B Persoon C Persoon D Persoon E Persoon F 30% 10% Ivo Schellekens - 2089781 Michael van Beek 2091013 Avans Hogeschool AB&I Civieltechnische Bedrijfskunde Atelier management 2 Martijn Arnoldussen René Vincken Martens en Van Oord Hoofdkantoor Oosterhout Martijn de Graaf Managen van projecten met behulp van KPIs Aanleiding: Martens en van Oord (MvO) moet vanuit opdrachtgever veel informatie verzamelen en vastleggen. Binnen de organisatie is het onduidelijk hoe en of deze informatie intern gebruikt wordt bij het beheersen van projecten. Hoofdvraag: Hoe kan beschikbare informatie uit projecten van MvO, in combinatie met KPIs, gebruikt worden voor het managen van projecten? Resultaat: De beschikbare informatie die MvO verzamelt op projecten kan intern gebruikt worden bij het managen van projecten met behulp van een KPIs door gebruik te maken van een interactief dashboard met daarbij constructieve prestatiegesprekken na het volgen van het juiste implementatietraject. 173 | Pagina 173 | Pagina CIVIELE TECHNIEK Onderzoek naar Gericht meten van faalkosten Aanleiding onderzoek Faalkosten zijn een bekend probleem binnen de huidige bouwwereld. Ook het bedrijf Van Hattum en Blankevoort heeft hier last van. De totale faalkosten worden geschat op 8 tot 10% van de totale omzet van de bouw, het gaat om miljarden euros per jaar. Dat er faalkosten worden gemaakt is bekend in elk bedrijf, maar waar deze kosten worden gemaakt en nog belangrijker hoe deze gereduceerd kunnen worden is vaak onbekend. Doelstelling Een advies uitbrengen aan VHB hoe zij kan bepalen waar zij moeten meten aan relevante activiteiten, zodat faalkosten effectief inzichtelijk worden gemaakt. Resultaat Met behulp van de sparsessie met meerdere projectleden, kan een kans x impact analyse gemaakt worden waarbij activiteiten met een grote omzet en hoge repetitie in kaart gebracht worden. De activiteiten in de rode zone zijn relevant en hebben de grootste urgentie om gemeten en verbeterd te worden. Meetstrategie ontwikkeld om faalkosten effectief inzichtelijk te maken Kans x impact analyse Afstudeerbedrijf: Van Hattum en Blankevoort BV Jenno Bootsma & Steven de Visser Studenten: Joyce van den Broek 2091877 Bart van de Burgt 2087882 Opleiding: Avans Hogeschool voor Bouw&Infra Bachelor Civiele techniek Donderdag 14-06-2018 CT MANAGEMENT II Docent: Martijn Arnoldussen 174 | Pagina 174 | Pagina CIVIELE TECHNIEK Afwegingskader bij het uitbesteden van beheer en onderhoud Even voorstellen Afstudeerders Nick Kentie Ruben van der Heijden Opleiding Civiele Techniek Civieltechnische Bedrijfskunde (CTB) CT Management 2 Begeleiders ir. R.J.G. Vincken (Avans Hogeschool) ir. M. Arnoldussen (Avans Hogeschool) ir. J.V. de Vries (Wagemaker) Opdrachtgever Wagemaker Het afwegingskader Het doel is om inzichtelijk te maken op welke manier beheer en onderhoud het meest geschikt kan worden uitbesteed. Het inzichtelijk maken wordt gedaan in een afwegingskader dat Wagemaker vervolgens als hulpmiddel kan gebruiken tijdens de contracteringsfase met een opdrachtgever voor een beheer- en onderhoudscontract. Het afwegingskader bestaat uit verschillende stappen die samen met een opdrachtgever ingevuld worden. Aan de hand van deze stappen wordt er een totaal advies gegeven aan de opdrachtgever voor de meest geschikte contractvorm. Voor een demo van het afwegingskader en een introductiefilmpje ga naar: www.afwegingskader.ikentie.nl 175 | Pagina 175 | Pagina CIVIELE TECHNIEK 176 | Pagina 176 | Pagina WATERBOUW Atelier waterbouw is vormgegeven rond afstudeeropdrachten binnen de context van waterbouw en civiele techniek. De verschillende onderzoekthemas zijn zo divers en uiteenlopend, dat de rode draad “het praktijkgericht onderzoek doen” is geweest. De themas van de verschillende atelierbijeenkomsten waren derhalve gekoppeld aan de fases binnen het afstudeerproces. De eerste bijeenkomst was gericht op de beschrijving van aanleiding, probleemstelling en onderzoeksvraag. De tweede bijeenkomst op de onderzoeksmethodiek. Beiden ter verbetering en aanscherping van het PVA. De volgende bijeenkomsten zijn gericht geweest op het lezen van elkaars concept rapportage en het geven van feedback. Structuur aanbrengen in de rapportage blijkt best lastig te zijn. In de laatste bijeenkomst hebben we oude afstudeerverslagen bestudeerd en met elkaar gespard over wat in een goede conclusie en aanbevelingen moet staan. De meerwaarde van het atelier is dat studenten ervaren dat ieder met de zelfde problemen/uitdagingen worstelt. Met elkaar hierover communiceren geeft een goed gevoel. 177 | Pagina 177 | Pagina CIVIELE TECHNIEK Studenten: Bas van Schöll (2074825) Watermanagement Arko de Wolf (2066730) Civiel Technisch Ontwerpen Begeleiding Avans: Ir. RJG Vincken, Ir. H Massink Begeleiding Brabant Water: Ir. RPW Ham Brabant Water Avans Hogeschool Den Bosch/Tilburg Afwegingsmodel vitalisatieprojecten Hoe verdeelt Brabant Water 30.000.000 € per jaar? De onderzoeksvraag die in het project centraal staat, luidt : “Ontwerp een afwegingsmodel voor straat- en wijkvervangingen van drinkwaterleidingen voor het kunnen koppelen van projecten, werkwijzen, aannemers en werknemers. Stel een evaluatie systematiek op, met als doel het afwegingsmodel constant te verbeteren” Wordt een project in een bouwteam of een ketenverschuiving uitgevoerd? Bouwteam is het bundelen van de kennis van de opdrachtgever en de aannemer in één team om tot een optimaal ontwerp te komen. De verantwoordelijkheid blijft bij de opdrachtgever. Ketenverschuiving is het overdragen van de engineering naar de opdrachtgever en zo ook de verantwoordelijkheid. De aannemer Krijgt de ruimte om zelf zo efficiënt mogelijk te werken. De afstudeeropdracht is onderdeel van het Masterplan Vitalisatie. Het Masterplan Vitalisatie is een strategisch programma om de vernieuwing van het leidingnet proactief en planmatig aan te pakken. Zo gaat Brabant Water te werk: - De komende jaren vernieuwt Brabant Water wijk voor wijk de waterleidingen in de diverse Brabantse gemeenten. - Brabant Water kiest voor de slimste aanpak en gebruikt de nieuwste technieken, zodat het onderbreken van de waterleiding geminimaliseerd wordt.. - Waar mogelijk werkt Brabant Water samen met de gemeente en nutsbedrijven, om overlast voor omgeving en maatschappelijke kosten zoveel mogelijk te beperken. Bouwteam Ketenverschuiving 178 | Pagina 178 | Pagina CIVIELE TECHNIEK Energie uit waterkracht in schutsluis Delden Studenten: Onderwijsinstelling: Opleiding: Uitstroomprofiel: Afstudeeratelier: Begeleiders Avans: Opdrachtgever: Bedrijfsbegeleider: Afstudeerjaar: Carlo Visser 2073015 Stefan Vervoort 2077443 Avans Hogeschool Civiele Techniek Civiel Technisch ontwerpen Waterbouw CT René Vincken Henk Massink Mourik Johan den Ouden 2017/2018 Probleemstelling Door het verval van 6 meter komt er tijdens het nivelleren een grote hoeveelheid water van 10.080m 3 vrij. Het nivelleren gebeurt binnen 11 minuten. Door het nivelleren komt kinetische energie vrij. Het is onderzoekswaardig om te kijken of het mogelijk is om de kinetische energie om te zetten naar energie. In de huidige situatie wordt er geen gebruikt gemaakt van deze kinetische energie, zoals bij de meeste sluizen. Doelstelling In het kader van energieopbrengst tijdens het nivelleren is er een doelstelling opgesteld. Doelstelling om energieopbrengst te creëren uit waterkracht tijdens het nivelleren. - Door verschillende soorten methodes en mogelijkheden te onderzoeken kan de meest geschikte worden gekozen, hiermee een zo efficiënt mogelijke methode tot VO (voorontwerp) uit te werken waarmee waterkracht wordt omgezet tot stroom, dit zowel op technisch- als financieel vlak. Vraagstelling Het doel van het onderzoek is energieopbrengst uit waterkracht bij schutsluis Delden. Om dit doel te bereiken is de volgende centrale onderzoeksvraag opgesteld: “Is het mogelijk om zowel technisch als kostentechnisch een energievoorziening uit waterkracht te treffen binnen het bestaande sluizencomplex Delden, om hiermee het sluiscomplex (zowel sluis, gemalen, verlichting) deels van energie te voorzien en de aanlegkosten hiermee teru g te verdienen. Hieruit zal een ontwerp op VO niveau volgen.” Bron: http://www.pixair.nl/foto/sluis-bij-delden-ov-2/ 179 | Pagina 179 | Pagina CIVIELE TECHNIEK ONTWERP STUW 201C Namen: Luc Strikkleing Roel van Haandel Opleiding: Civiele techniek (CTO) Afstudeerbedrijf: Waterschap Aa en Maas Afstudeer attelier: Waterbouw CIT Begeleiders: Rene Vincken Henk Massink 180 | Pagina 180 | Pagina CIVIELE TECHNIEK 181 | Pagina 181 | Pagina CIVIELE TECHNIEK 182 | Pagina 182 | Pagina CIVIELE TECHNIEK Verkeersproblematiek in de Burgemeester Thijssenstraat Door: Gijs Silvertant Opleiding: Civiele Techniek Uitstroomprofiel: Waterbouw In opdracht van: Gemeente Cuijk/ Werkorganisatie CGM Afstudeeratelier: Infra Begeleiders: Maarten Marijnissen en Frans van Gestel (avans) Eric Noij (gemeente Cuijk) 183 | Pagina 183 | Pagina CIVIELE TECHNIEK Waterbergen op Zoom Civiele techniek Koen Ormel - Civiel technisch bedrijfskunde Vincent van Schijndel - Civiel technisch ontwerp Afstudeeratelier CT Waterbouw Begeleidt door: - Anco Scheepers - René Vincken Opdrachtgever: Het onderzoek geeft antwoord op de volgende hoofdvraag: “ Welke alternatieve oplossing kan aan de gemeente Bergen op Zoom geadviseerd worden zodat de wijk Meilust Zuid voor 75 jaar waterbestendig is, uitgaande van een extreme bui (100 mm/uur)?” . Uit onderzoek is door middel van een variantenstudie gebleken dat de combinatie van een betonnen retentievijver en een Ecobag de beste alternatieve oplossing is. Een Ecobag met een inhoud van maar liefst 6290 m 3 en drie betonnen retentievijvers met een totale inhoud van 9568 m 3 leveren voldoende berging om waterproblematiek op te lossen. Ter plaatse van de Sibeliusstraat, de Ravelstraat en het Louis Armstrongerf moet het HWA-stelsel aangepast worden naar 3 rioleringsbuizen met een diameter van 900 mm. In het Louis Armstrongerf is een overstort geplaatst zodat alleen bij extreme buien het water direct naar de retentievijver afgevoerd wordt. Bij gemiddelde buien zal het hemelwater eerst door de Ecobag stromen. Bij extreme buien stroomt het zowel naar de Ecobag en direct naar de retentievijvers. Om het water bij de Ecobag te krijgen zijn er drie parallel geschakelde pompen tussen de overstortput en de Ecobag geplaatst om het hoogteverschil te overbruggen. Nadat het water is geborgen in de retentievijvers wordt het water vertraagd afgevoerd naar waterloop de Oude Zoom. Het ontwerp en haar effectiviteit is ondersteund door extra kansen aan te bieden die het ontwerp versterken. Het alternatieve ontwerp scoort niet beter dan de eerder aangedragen oplossing van Jens bv, maar op de lange termijn bied de oplossing van VIKO meer voordelen en is daardoor een goed alternatief. 100 mm per uur Bergen op Zoom Waterproblematiek Ecobag 15.700 m3 Retentievijver 100 % verhard oppervlak Waterberging Waterputje Extra kansen 184 | Pagina 184 | Pagina CIVIELE TECHNIEK Onderzoek naar de Modulaire Grondkering Aanleiding onderzoek Voor deze scriptie is onderzoek gedaan naar de innovatieve oplossing genaamd de modulaire grondkering . Deze innovatie is vanaf een idee uitgewerkt naar een concept. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van ingenieursbureau Maters en De Koning. De huidige methoden voor het bouwen van kerende constructies laten op het gebied van duurzaamheid te wensen over. Stalen wanden zijn zeer corrosiegevoelig en vergen veel onderhoud, terwijl diepwanden niet of nauwelijks kunnen worden gesloopt. Deze methodes voldoen daarom niet aan de overheidsdoelstelling: 100% circulair bouwen in 2050. Hiernaast is er slechte controle op de kwaliteit tijdens de uitvoering van diepwanden. De modulaire grondkering is bedacht om deze nadelen weg te nemen. Doelstelling De doelstelling van dit onderzoek is bepalen of de modulaire grondkering technisch en financieel haalbaar is. De modulaire grondkering is een wand die gevormd wordt door aan elkaar verbonden modules. Deze modules worden geprefabriceerd, gestapeld en daarna als paneel in de grond gebracht op een juiste diepte. Door deze panelen naast elkaar te plaatsen, ontstaat er een wand. Na het einde van de levensduur kunnen de panelen uit de grond worden getrokken, ontkoppelt en worden hergebruikt. Het uitgangspunt is dat deze wand een duurzame, circulaire oplossing wordt ter vervanging van combiwanden, diepwanden en wellicht nog meer. Hoofdvraag Welke technische oplossingen, in het ontwerp en in de uitvoeringswijze, zijn nodig om een uitvoerbaar modulaire grondkering te realiseren met daarin duurzaamheid en/of circulair bouwen meegenomen en wat zijn hiervan de financiële consequenties? Het ontwerp Aan de hand van ontwerpkeuzes, berekeningen en multicriteria-analyses is er een module ontworpen. Een module en een paneel hebben de volgende kenmerken: - De buitenste afmetingen van de module zijn 1500 x 2500 x 2400 mm; - De module krijgt een schacht ten behoeve van grondverwijdering onder een paneel zodat een graafkop kan worden afgelaten, met afmetingen van 1000 x 1940 mm; - Een paneel heeft 4 voorspanstaven, van top tot teen (ETA-05/0123 47WR); - Een module heeft 32 16 wapeningsstaven en 16 12 wapeningsbeugels; - Elke module heeft een massa van 10 ton. Deze modules worden doormiddel van het voorspansysteem aan elkaar gekoppeld tot een paneel. Deze koppeling is getoetst op de dwarskrachtcapaciteit en momentcapaciteit. Om de panelen gronddicht aan te sluiten op elkaar, worden groutinjectie kolommen toegepast. Deze kolommen worden na het plaatsen van twee panelen tussen de panelen geïnjecteerd. Hiervoor is er in het ontwerp van de module nog een kleine sponning aan de kopse kanten gemaakt. Ten behoeve van de inbreng van een paneel is opzettelijk de keuze gemaakt om geen geleiding in de module te ontwerpen. Door het eigen gewicht van de modules bestaat er een aannemelijke kans dat de modules de geleiding kapot drukken tijdens het inbrengen. De grootste uitdaging die vanaf het begin meespeelde in het ontwerp is de uitvoerbaarheid van het concept. Na het bekijken van bestaande methodes om diepwanden, combiwanden, damwanden, etc. in de grond te brengen is er uiteindelijk een combinatie van methodes bedacht voor de modulaire grondkering: - De grond verwijderen onder een paneel door middel van een combinatie van frees, spuit- lans/nozzels en grondzuiger die in de schacht wordt afgelaten. Op deze manier zal een stapeling modules (paneel) onder eigen gewicht zakken; - De puntweerstand verminderen door het inbouwen van een snijrand voor de onderste module van een paneel; - De schachtwrijving verminderen door het toepassen van een bentonietschil bij alle panelen en trekankers waar nodig. De modules worden bij einde levensduur, teruggewonnen d.m.v. een vijzelportaal die het paneel uit de grond trekt. Afstudeerders: Laurens Visser & Pim van Gils Begeleiders: René Vincken & Anco Scheepers Dick de Koning & Gert-Jan van de Laar Civiele Techniek Atelier Waterbouw 2084518 & 2083121 Avans Hogeschool Maters en De Koning 185 | Pagina 185 | Pagina CIVIELE TECHNIEK Primaire veiligheid voor regionale waterkeringen Primaire waterkeringen + Beschermen ons tegen buitenwateren + Dammen, dijken, kunstwerken, duinen + Veiligheid wordt beoordeeld met het WBI Faalmechanismen + Bedreigen de veiligheid van de waterkering + Waterkering kan hierdoor bezwijken + Piping, macrostabiliteit, etc. Regionale waterkeringen + Beschermen ons tegen binnenwateren + Boezemkades, kanaaldijken, zomerkades + Veiligheid wordt beoordeeld met de LTVRW Een onderzoek naar de toepassing van het WBI op regionale waterkeringen + Waterkering moet voldoen aan norm + Toetsing voorgeschreven in WBI & LTVRW + Toetsspoor opgesteld per faalmechanisme LTVRW + Gebaseerd op overschrijdingskans + Verouderde inzichten WBI + Gebaseerd op overstromingskans + Voorzien van nieuwste inzichten en kennis Welke elementen uit het WBI kunnen geïmplementeerd worden in de toetsing van regionale waterkeringen? Bepalen elementen | In opdracht van RPS advies- en ingenieursbureau bv | Onder begeleiding van ing. A. Scheepers, ir. R. Vincken & ing. S. Essink | Civiele Techniek | | Atelier: CT Waterbouw | Uitgevoerd door: Mike van Heukelum (CTO) & Sander Ottevanger (CTB) | WBI vs. LTVRW Primair vs. regionaal Faalmechanismen Toekomstbeeld Eindoordeel Normering Praktijkstudie Implementatie Multicriteria Analyse Criteria Rangschikking elementen Innovatief Casestudy Element 16 Eindbeoordeling Element 9 & 10 Toetsspoor piping Element 11 & 12 Toetsspoor macrostabiliteit binnenwaarts Element 13 & 14 Toetsspoor macrostabiliteit buitenwaarts Element 4 Bodemopbouw Effecten Nauwkeuriger Betrouwbaarder Realistischer Aansluiting op werkwijze WBI 186 | Pagina 186 | Pagina CIVIELE TECHNIEK 1. Blaasinrichting om watervoerende leiding af te sluiten. 2. Lock Joint (mofafsluiter) op het einde van de nieuwe leiding. 3. Monsternamekast om water monster te nemen op nieuw gelegde leiding. 4. Overzicht watermeeneemmethode (bron: Dunea) 1. 2. 3. 4. WATERMEENEEMMETHODE WATERLEIDINGEN Afstudeerders Dennis van der Heijden & Ruud van Wijlick Opleiding Civiele Techniek Uitstroomprofiel CTB Waterbouw + CTB Bedrijf Waterleiding Maatschappij Limburg Afstudeeratelier CT Waterbouw Begeleiders Anco Scheepers en René Vincken AANLEIDING AFSTUDEEROPDRACHT Vóór 1 januari 2018 liet WML alle leidingen die kwamen te vervallen in de grond liggen. Per 1 januari 2018 is er een nieuwe verordening van kracht in de gemeente Venlo waarin staat dat vervallen leidingen bij saneringswerkzaam- heden verwijderd dienen te worden. Waarschijnlijk zullen ook meerdere gemeenten in Limburg dit gaan eisen in de toekomst. Deze nieuwe verordening heeft niet alleen impact op de kosten van saneringswerkzaamheden, maar ook de uitvoeringsmethodiek van saneringswerkzaamheden. Traditioneel legt WML de nieuwe leiding naast de oude, een nieuwe uitvoeringsmethodiek is gewenst. PROBLEEMDEFINITIE WML heeft samen met aannemer BAM Infra een pilot gedraaid met de watermeeneemmethode in Venlo. Een uitvoering- smethodiek die door verschillende drinkwaterbedrijven in Nederland al geruime tijd toegepast wordt. De watermeeneem- methode is een uitvoeringsmethodiek waarbij de nieuwe leiding op de plek van de verwijderde leiding wordt aangelegd. Deze nieuwe uitvoeringsmethodiek gaat op verschillende punten in tegen het beleid van WML. Doormiddel van het analyser- en en monitoren van de pilot is er een advies uitgebracht hoe de watermeeneemmethode verder binnen WML uitgerold kan worden. DOELSTELLING Het primaire doel van WML was om de watermeeneemmethode te beschouwen en in beeld te brengen of deze toepasbaar is voor de nieuwe verordening van de gemeente Venlo. Tevens is er gekeken naar welke verbeterpunten er doorgevoerd kunnen worden aan de hand van de pilot. Het opleverdocument is een adviesrapport waarin een advies staat over aanpassingen van de beleidsnormen, saneringsmethoden en solo- en combiwerkzaamheden. In deze rapportage/analyse is er niet alleen rekening houden met harde cijfers maar ook de kwantificering van de omgevingsfactor zoals kookadviezen. WATERMEENEEMMETHODE Doormiddel van een Lock Joint (mof waar een schuif in kan worden geplaatst) op het einde van de nieuwe leiding en een blaas in de bestaande leiding kan een gedeelte van het leidingnet drukloos worden gezet. Het drukloos gedeelte wordt vervangen en op het einde van de nieuwe leiding wordt weer een Lock Joint geplaats. Als ware gaat de watermeeneemmethode als een treintje door de straat. Om de watermeeneemmethode uit te voeren zijn de er extra materialen benodigd ten opzichte van de traditionele aanlegmethode. Namelijk een blazenset (figuur 1), de Lock Joint (figuur 2), en een monsternamekast (figuur 3). 187 | Pagina COLOFON Dit is een uitgave van Avans Hogeschool voor haar afstudeerders van de opleidingen Bouwkunde, Bouwtechnische Bedrijfskunde, Bouwmanagement en Vastgoed en Civiele Techniek. Teksten Academie voor Bouw en Infra Redactie Edwin Vermeer en Caroline van Bezooijen Omslagontwerp Bureau Communicatiemiddelen, Diensteenheid Marketing, Communicatie en Studentzaken, Avans Hogeschool Niets uit deze uitgave mag zonder toestemming van de uitgever worden overgenomen. Juli 2017
i-Flipbook aan het laden