Zoeken
Overzicht
Print linkerkant
Print rechterkant
Print beide zijden
1 Een verhaal van hoop, kracht en verantwoordelijkheid TRANSMURAAL HERSTELGERICHT WERKEN EEN VERHAAL VAN HOOP, KRACHT EN VERANTWOORDELIJKHEID Bart Claes Lector Transmuraal Herstelgericht Werken Expertisecentrum Veiligheid Avans Hogeschool Lectorale rede in verkorte vorm uitgesproken op 10 mei 2019 1 Een verhaal van hoop, kracht en verantwoordelijkheid TRANSMURAAL HERSTELGERICHT WERKEN EEN VERHAAL VAN HOOP, KRACHT EN VERANTWOORDELIJKHEID Bart Claes Lector Transmuraal Herstelgericht Werken Expertisecentrum Veiligheid Avans Hogeschool Lectorale rede in verkorte vorm uitgesproken op 10 mei 2019 2 3 Een verhaal van hoop, kracht en verantwoordelijkheid INHOUD Inspiratie voor mijn verhaal 5 Inleiding 7 Kijken naar de wereld 9 Belang van het lokale 9 Bruggenbouwers over muren 10 Extra aandacht voor eigen verantwoordelijkheid 11 De ondersteunende rol van het eigen netwerk 11 Slachtoffer in beeld 12 Transmuraal werken met nieuwe horizonten 12 Herstel & sterktegerichte strategieën 15 Nieuwe conceptuele landkaart 15 Weg van het gevaar- en risico-denken 16 Focus op krachten, kwaliteiten naar een betere levenskwaliteit 16 Versterken van re-integratie 17 Herstel verbonden met herstelrecht 18 Herstel en stoppen met misdaad 19 Keuzes maken en identiteit opbouwen 20 Agency, hoop en motivatie 21 Niet hervallen of stoppen met misdaad is rommelig 22 Re-integratie als wederkerig proces 22 Transmuraal Herstelgericht Werken 25 Van onderuit benaderen van processen 25 Herstel met vier verbindingen 26 Herstel bij cliënt, netwerk, slachtoffer en maatschappij 27 Integraal, verbonden en focus in onderzoekslijnen en samenwerking 29 Werken aan zelf-herstel in detentie 30 Herstel met het sociaal netwerk 32 Herstel met de maatschappij 33 Slachtofferbewust werken 34 Werken aan het versterken van het professioneel handelingskader 36 Met onderzoek kijken naar de sociale wereld 39 Op ontdekking in een nieuwe wereld 39 Kijken naar jezelf, als mens en onderzoeker 40 Hoe kijken naar de sociale wereld 41 De mens achter de deelnemer aan het onderzoek, staat centraal 42 Meerzijdig partijdig als onderzoeker en mens 44 De professional, docent en student als onderzoeker 45 Tot slot 47 Hoop voor mijn verhaal 49 Bronnen 51 Colofon 55 4 Een verhaal van hoop, kracht en verantwoordelijkheid 5 INSPIRATIE VOOR MIJN VERHAAL Vanuit de nacht die mij bedekt Aardedonker van pool tot pool Dank ik welke g od dan ook Voor mijn onoverwinnelijke ziel In de klauwen van omstandigheden Gaf ik geen krimp, noch schreeuwde ik het uit Onder geknuppel van het toeval Is mijn hoofd bloedig, maar niet gebogen. Voorbij deze plek van toorn en tranen Duikt slechts de verschrikking op van schaduw Maar de dreiging van de jaren Vindt en zal mij vinden: onbevreest Het doet er niet toe hoe smal de poort Hoe beladen met straf de toekomst ook is Ik ben meester over mijn lot Ik ben de gezagvoerder van mijn ziel Het gedicht Invictus van William Ernest Henley was het lievelingsgedicht van Nelson Mandela. Het gedicht gaf hem tijdens zijn 27 jaar detentie, onder meer op Robbeneiland, inspiratie, troost en hoop. De titel Invictus betekent ‘onoverwinnelijk’. 5 Een verhaal van hoop, kracht en verantwoordelijkheid 6 7 Een verhaal van hoop, kracht en verantwoordelijkheid INLEIDING “Ik ben de gezagvoerder van mijn ziel”, betekent je eigen keuzes kunnen maken, de wil hebben om je eigen toekomst te schrijven. Je bepaalt je eigen koers, je geeft betekenis aan je eigen leven. Je vindt hoop in jezelf, de motivatie om blijvend gezagvoerder van jezelf te zijn. Belangrijke stappen om vanuit een moeilijke situatie, kansen en krachten te zien van jezelf, op weg naar herstel. De inzet op de verbinding tussen het gedwongen en het vrijwillige kader in de re-integratie en nazorg van burgers uit detentie is een belangrijke uitdaging op nationaal, maar ook op lokaal, gemeentelijk vlak. De focus van het lectoraat richt zich uitdrukkelijk op de verbinding intra- en extramuraal, op de brug binnen-buiten, op de aanknopingspunten tussen het gedwongen en het vrijwillige kader. Daarom spreken we over transmuraal, als in over de muren heen waar de burger zijn verhaal schrijft. Ook andere doelgroepen zoals dak- en thuislozen, asielzoekers, burgeren in de geestelijke gezondheidszorg, worden geconfronteerd met vergelijkbare uitdagingen in de overstap van intra- naar extramurale zorg. Het herstelgericht werken gaat over de wijze waarop het verhaal geschreven wordt. Ook over welke andere partijen zoals burgers, organisaties, buurt, gemeente, inrichtingen, etc. meegenomen worden in dat verhaal. Het herstelgericht werken zet steeds de burger die re-integreert in de wijk of buurt centraal om weer volwaardig en actief burgerschap op te nemen. In het herstelgericht werken ligt de focus op het inzetten op de krachten en vaardigheden van de burger en zijn sociaal netwerk. Daarnaast is er oog voor de noden, rechten en belangen van een mogelijk slachtoffer. We benaderen (deviant) gedrag of criminaliteit als een sociaal conflict waarbij steeds de burger (dader), het sociaal netwerk, de samenleving en een mogelijk slachtoffer betrokken zijn. “Meester zijn van je eigen lot”, betekent ook je eigen verhaal kunnen schrijven. Dat is ook zo bij het schrijven van een nieuw lectoraat Transmuraal Herstelgericht Werken. In dit boek komen ook gedetineerde burgers aan het woord, komend uit de vele gesprekken en onderzoek van de afgelopen jaren. Samen hebben we dit verhaal van het lectoraat geschreven, van inspiratie tot hoop. 8 Ik voel me soms zo alleen. g ek in een wereld waar ik met 400 man opgesloten zit in een veel te klein gebouw. Er kan zo veel, maar het lukt me niet. Ik wil wel maar die muren houden me tegen. En ook omgekeerd, die muren houden ook mijn vrouw en dochter tegen, en mijn toekomst. (veldnota’s, gedetineerde burger, 23 november 2016) 9 Een verhaal van hoop, kracht en verantwoordelijkheid KIJKEN NAAR DE WERELD Het afgelopen decennium zien we in Nederland en andere West- Europese landen de ingezette evolutie van een verzorgingsstaat naar een participatiesamenleving. Die beweging volgde op enkele fundamentele kritieken op de verzorgingsstaat. Zo komt met de participatiesamenleving de verschuiving van collectieve naar individuele verantwoordelijkheid waarbij burgers steeds meer zelf tot een oplossing moeten komen voor zijn uitdagingen. Ook komt er op institutioneel niveau de verschuiving naar meer informele circuits, weg van de overheidsinstanties, meer bij burgers, buren en netwerken. Er wordt meer en meer verwacht dat burgers solidair zijn met elkaar, en dus met kwetsbare burgers. Belang van het lokale Voor burgers met een beperking, chronische psychische of psychosociale problemen hebben Nederlandse gemeenten met de Wet Maatschappelijke Ondersteuning sinds 1 januari 2015 een belangrijke verantwoordelijkheid voor het ondersteunen van de zelfredzaamheid en participatie van deze mensen. Het gaat om het geven van kansen en het weer meedoen in de maatschappij. Gemeenten hebben een belangrijke rol in de re-integratie van burgers die uit een intramurale zorg, setting of detentie komen. Denken we bijvoorbeeld aan het tegengaan van dak- en thuisloosheid door hierover afspraken te maken met woningcorporaties of door de vaste lasten van deze kwetsbare burgers te betalen tijdens hun verblijf of detentie, of voorbeelden als het voorzien van maatschappelijke opvang, verslavingszorg, Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGz), maatschappelijk werk en vrijwilligerswerk. Grotere instellingen van intramurale (forensische) zorg, ondersteuning of detentie zoeken al enkele jaren die verbinding met lokale organisaties, gemeenten, buurten en de netwerken van hun burgers. Hierbij worden organisaties zoals de reclassering, woningcorporaties, zorginstellingen en maatschappelijke- en vrijwilligersorganisaties betrokken. Sterker nog, deze lokale organisaties zoeken meer en meer de verbinding met die gesloten werelden achter de muren van de intramurale (forensische) zorg, ondersteuning en detentie. Op lokaal niveau brengt dat in zorg, werk, wonen, en andere levensdomeinen heel wat uitdagingen met zich mee, evenals het faciliteren van de samenwerking tussen al deze organisaties. 10 Onderzoek van de afgelopen vijftig jaar leert ons dat het nazorgtraject na een verblijf in een penitentiaire inrichting, een behandelkliniek, intramurale zorg, een van de belangrijkste elementen is om terugval te voorkomen. Door de leefomstandigheden (woning, werk, etc.) van deze burgers na detentie te verbeteren, neemt de kans op terugval of recidive af terwijl ze net op deze leefgebieden enorme uitdagingen ervaren. Om die reden wordt al tijdens het verblijf in een justitiële jeugdinrichting, forensische behandelkliniek of penitentiaire inrichting begonnen met het voorbereiden op de terugkeer in de buurt en het eigen sociaal netwerk. Zo hanteren het Nederlands gevangeniswezen en de gemeenten een levensloopbenadering waarbij het leven vóór, tijdens en na detentie als een continuüm moet worden gezien en de detentie daarin slechts een (tussen)fase is. Ook in de forensische zorg en de nieuwe Wet Forensische Zorg (ingegaan op 01/01/2019) wordt sterk ingezet op de verbinding straf en zorg. Met deze nieuwe wetgeving wordt de aansluiting tussen het strafsysteem (bijvoorbeeld gevangenisstraf) en de GGZ-zorg verbeterd, waarbij extra oog is voor de aansluiting tussen vormen van forensische zorg, en andere vormen van geestelijke gezondheidszorg en ondersteuning. Bruggenbouwers over muren Die lokale verbinding tussen instellingen van intramurale (forensische) zorg, ondersteuning of detentie en gemeenten wordt steeds belangrijker. De verbinding tussen de burger die in zo’n inrichting verblijft en de lokale buurt, wijk en sociaal netwerk is mede bepalend voor de slaagkansen om niet in herhaling te vallen, te recidiveren. Dit samen-werken over de muren van detentie of intramurale zorg, veronderstelt dat deze instellingen, gemeenten en organisaties zich als partners tot elkaar verhouden. De gedetineerde burger is als het ware hun gezamenlijke eindklant. Werken binnen-buiten houdt in dat organisaties met elkaar fasegericht werken, op maat van noden, behoeften, risico’s en krachten van de burgerburger. Dat veronderstelt dus tegelijkertijd multidisciplinariteit, gericht op expertise delen, maar ook zoeken naar een meer gemeenschappelijk, overkoepelend kader en aanpak waarin elke expertise maximaal een plaats heeft. Werken binnen-buiten, over de muren, transmuraal betekent voor inrichting en partnerorganisaties een integrale aanpak, die tegelijkertijd op maat is van de burger, en waarin zowel de burger, zijn netwerk als breder de maatschappij een duidelijke plaats heeft. Werken binnen-buiten betekent een sterke betrokkenheid vanuit het intramurale naar buiten, maar ook omgekeerd van ketenpartners die volwaardig deel kunnen uitmaken van re-integratietrajecten. Transmuraal werken staat dus voor een integrale aanpak, waarbij betrokken inrichtingen, organisaties en (lokale)overheden de kwetsbare burger, en zijn gefaseerd traject, centraal stellen. 11 Een verhaal van hoop, kracht en verantwoordelijkheid Extra aandacht voor eigen verantwoordelijkheid Meer en meer wordt beroep gedaan op de verantwoordelijkheid van mensen voor hun eigen zorg en op de verantwoordelijkheid van mensen voor elkaar. Er wordt van burgers die op problemen stuiten verwacht niet direct naar het voorzieningenaanbod te kijken maar eerst na te gaan welke oplossingen ze zelf kunnen zoeken. Pas wanneer hun eigen mogelijkheden en die van hun directe sociale omgeving zijn uitgeput, kunnen ze een beroep doen op de publiek gefinancierde ondersteuning. Ook wordt een grote rol toegedicht aan allerlei verbanden in de samenleving: familie en vrienden (directe sociale omgeving), maar ook sportverenigingen en andere vrijwilligersorganisaties, religieuze verbanden en buurten. Deze oriëntatie op de eigen verantwoordelijkheid is niet anders voor burgers. Burgers zijn primair zelf verantwoordelijk voor de eigen re-integratie. Deze persoonsgerichte benadering betekent dus niet alleen op maat werken, maar tegelijkertijd het benadrukken van de verantwoordelijkheid van de burger. Die burger heeft daarbij als het ware zelf de sleutel in handen voor een geslaagde terugkeer in de vrije maatschappij. Met zijn gedrag en inspanningen laat de burger zien dat hij bereid is te investeren in zichzelf. Echter deze nadruk op eigen verantwoordelijkheid, kan soms in spanning staan met krachten en mogelijkheden van de burger. De ondersteunende rol van het eigen netwerk Het sociale netwerk speelt een belangrijke rol bij een succesvolle terugkeer in de samenleving. Zo is bekend dat familieleden en vrienden de kans op terugval of recidive kunnen verkleinen en de levensomstandigheden van de burgerburger kunnen verbeteren. Het sociale netwerk kan echter ook deviant of crimineel gedrag in de hand werken, want mensen die deel uitmaken van een crimineel netwerk hebben een grotere kans om crimineel gedrag aan te leren en betrokken te raken bij dergelijke activiteiten. Uit onderzoek (Claes 2017) leren we dat sociaal kapitaal, de verbinding met het meer intieme sociaal netwerk als gezin en familie, cruciaal is voor het stoppen met criminaliteit. Bij afwezigheid van zo’n sociaal netwerk, kunnen vrijwilligers een ondersteunende rol vervullen (Vogelvang 2010) Ook kinderen van gedetineerde ouders maken deel uit van dit sociaal netwerk. Deze gezins- en partnerrelaties, vertrekkende vanuit positief sociaal kapitaal, worden gezien als een onmisbaar element voor het tegengaan van terugval en het voortaan afzien van criminaliteit. 12 Slachtoffer in beeld Naast de gedetineerde burger zelf en zijn sociaal netwerk neemt de afgelopen jaren ook een andere partij, het slachtoffer, meer en meer een zichtbare plaats in het breder maatschappelijk veld. Zo zijn er aan de positie van het slachtoffer in het strafproces verschillende rechten verbonden (bijvoorbeeld spreekrecht), die de laatste jaren verder zijn uitgebreid. Zo wordt in het wetsvoorstel ‘Straffen en beschermen’ van minister Sander Dekker van 17 januari 2019 expliciet verwezen naar de belangen van het slachtoffer als criterium voor de toekenning van vrijheden van gedetineerden. Het gaat hierbij dan niet alleen om contactverboden en locatieverboden, maar ook om de door de gedetineerde burger geleverde inspanningen om de door het strafbare feit veroorzaakte schade te vergoeden. Ook kunnen slachtoffers worden geïnformeerd over het detentieverloop (eerste verlof, voorwaardelijke invrijheidstellingen ontslag uit detentie), en de eigen beschermingsbehoeften laten wetenten aanzien van de externe vrijheden die op enig moment aan de gedetineerde kunnen worden verleend. In de forensische zorg zijn er sinds 2016 richtlijnen over de contacten tussen de (tbs-)burger en de slachtoffers. Herstel ten aanzien van het slachtoffer is in dat opzicht de afgelopen jaren een steeds belangrijk element in het re-integratietraject van de gedetineerde burger. Transmuraal werken met nieuwe horizonten De inzet op de verbinding tussen het gedwongen en het vrijwillig kader in de re-integratie en nazorg van burgers die uit detentie komen, blijft een belangrijke toekomstige uitdaging op nationaal, maar vooral ook op lokaal, gemeentelijk niveau. Het lectoraat Transmuraal Herstelgericht Werken richt zich specifiek naar de doelgroep van burgers in een penitentiaire inrichting, behandelkliniek, justitiële jeugdinrichting of intramurale forensische zorg. Ook andere doelgroepen zoals dak- en thuislozen, asielzoekers, burgers in de geestelijke gezondheidszorg, ervaren vaak een vorm van beslotenheid in de hulp- en dienstverlening die ze ontvangen. Dat intramurale karakter vertaalt zich veel minder in de beslotenheid van muren, in de beperking van komen en gaan zoals bij detentie. Het gaat om het intramurale van de zorg of hulp voor deze burgers. Denken we hierbij aan de intramurale zorg voor ouderen, chronisch zieken, mensen met een handicap, of mensen met langdurige psychische problemen. Of aan een zorghostel, Skaeve Huse woonprojecten in de maatschappelijke opvang. Werken binnen-buiten, over de muren, transmuraal heeft voor deze doelgroepen een andere betekenis, maar naar fasering, proces en naar een integrale, multidisciplinaire, persoonsgerichte aanpak, die zowel burger, netwerk, vrijwilliger en breder het sociaal domein betrekt, zijn er veel gelijkenissen. 13 Een verhaal van hoop, kracht en verantwoordelijkheid Voor deze burgers gaat het om het herstelgericht werken (Claes 2014, 2018) als het weer kunnen opnemen van volwaardig en actief burgerschap. Herstel heeft niet alleen betrekking op de burger als volwaardig burger, maar betekent ook door de samenleving te worden erkend en betekent een herstel in waardigheid en maatschappelijke positie. Organisaties, netwerken en vrijwilligers actief in deze vormen van ondersteuning en re-integratie van de burger sluiten aan op dit herstelgericht traject. Zowel burger, sociaal netwerk, organisaties in deze kaders, van gedwongen of vrijwillige aard, en breder de maatschappij zijn zo samen de noodzakelijke elementen om herstelgericht te kunnen werken. In dat opzicht biedt het lectoraat Transmuraal Herstelgericht Werken een nieuwe kijk op de verbinding intra- extramuraal, op de aanknopingspunten over de muren heen tussen zorg met een intramuraal karakter en de re-integratie in de wijk/buurt. In het lectoraat Transmuraal Herstelgericht Werken staat steeds het persoonsgerichte traject van de burger, binnen-buiten, met een focus op re-integratie en nazorg in de wijk/buurt centraal. Zo biedt het lectoraat Transmuraal Herstelgericht Werken nieuwe perspectieven voor een zeer brede groep van burgers die in een fase van hun levensloop in aanraking komen met zorg- of hulpverlening met een intramuraal karakter. 14 Dat is een van de dingen die me anders maken hier, ik wil echt veranderen. Dat is de beslissing die ik wil nemen. Het gaat niet enkel over het juiste doen voor haar (slachtoffer), maar ook voor mijn vrouw en mijn dochter. Ik heb hierover veel met mijn vrouw gesproken, en dat bracht ons korter bij elkaar. Ze ziet nu ook dat ik echt wel wil veranderen. Ze gelooft me nu ook als ik dat zeg, en dat geeft ons allebei hoop. Want het moet nu lukken, ik word 29. De laatste 10 jaar heb ik meer binnen dan buiten gezeten. Ik wil een hoofdstuk afsluiten en kijken naar wat voor me ligt. Ik wil een normaal leven.’ (veldnota’s, gedetineerde burger, 10 februari 2017) 15 Een verhaal van hoop, kracht en verantwoordelijkheid HERSTEL & STERKTEGERICHTE STRATEGIEËN De re-integratie van burgers, al dan niet een misdrijf gepleegd, is een complex proces en omvat hun terugkeer in lokale sociale netwerken en de bredere samenleving. Zo moeten kwetsbare burgers met een psychiatrische problematiek tijdens hun behandeltraject hard werken om hun gedachten, gevoelens en hun gedrag in een pro-sociale richting te veranderen en om verantwoordelijkheid op te nemen voor de schade die ze hebben toegebracht. Daarnaast is de brede samenleving verantwoordelijk voor de ondersteuning van deze inspanningen en dit door te voorzien in sociale en zorg-gerelateerde hulp en mogelijkheden om hen bij te staan in hun proces van re-integratie. Nieuwe conceptuele landkaart Burgers die een misdrijf hebben gepleegd, en dus niet-geoorloofd gedrag hebben vertoond, kunnen hier legitiem op worden aangesproken, maar wanneer de straf is uitgevoerd, dan dient de morele status in de samenleving te worden hersteld. Ze hebben dan hun schuld ten aanzien van de samenleving ingelost, en hebben recht op opname binnen de samenleving. In dat opzicht is rehabilitatie en re-integratie steeds geborgen in een relatie van wederkerigheid. Professionals, vrijwilligers, en eigenlijk breder alle burgers, hebben nood aan een breed kader dat hen helpt om te gaan met de uitdagingen die gepaard gaan met het rehabiliteren en re-integreren van een kwetsbare burger. Dat breed kader biedt hen duidelijkheid en perspectief in het omgaan met de problemen die onvermijdelijk zullen optreden wanneer er gewerkt wordt met burgers die een misdrijf hebben gepleegd, en/of kampen met een psychiatrische problematiek, die in een intramurale gesloten setting (penitentiaire inrichting, behandelkliniek, jeugdinrichting, psychiatrisch ziekenhuis,…) verblijven. Het Herstelgericht Werken binnen dit lectoraat is in dat opzicht een conceptuele landkaart voor deze burgers, professionals, vrijwilligers en organisaties. Op deze landkaart tekenen we de contouren uit van het ‘grotere verhaal’, waar zij met de burger naartoe werken. 16 Het Herstelgericht Werken geeft in dat opzicht richting aan de belangrijkste thema’s, zoals de algemene doelen van een interventie, de invulling van wat sterktes en risico’s inhouden, de algemene oorzaken van criminaliteit en de oplossingen tot het stoppen met misdaad. Het gaat ook over hoe we met burgers omgaan en werken, hoe we hun behoeften in evenwicht brengen met die van de samenleving, het slachtoffer en het sociaal netwerk van de gedetineerde burger. Het gaat dus over het hoe te komen tot herstel. Weg van het gevaar- en risico-denken Het Herstelgericht Werken binnen dit lectoraat biedt een conceptuele landkaart voor burgers, professionals, vrijwilligers en organisaties waarbij afstand wordt genomen van het huidige gevaar- en risico-denken. Deze burgers worden de afgelopen jaren vaak vanuit een risico- denken benaderd. Doel is het trachten in te schatten van het risico op terugval of recidive. Een veelheid van legitieme redenen duiden het belang om terugval of recidive te vermijden. De focus bij deze benadering ligt op het in beeld krijgen, onder meer via onderzoek, van de factoren die terugval of het opnieuw plegen van criminaliteit weten te voorspellen. We kijken naar deze factoren bij de kwetsbare burger als enerzijds mogelijke risicofactoren, die we gaan trachten te ondervangen, of anderzijds als beschermende factoren die het risico ondervangen of neutraliseren, en zo de burger beschermen om niet te recidiveren. De focus op het risico of gevaar tot recidive heeft geleid tot een dominantie van risicomanagement bij interventies. Burgers bezien vanuit het oogpunt van gevaarlijkheid voor de medeburger of zichzelf, betekent dat we de maatschappij tegen hen moeten beschermen. Deze gevaarlijkheid van het individu wordt als rechtvaardiging gebruikt bij interventies. In het kijken vanuit risico’s en het voorkomen van risico’s en gevaar, wordt er vooral aandacht besteed aan de beheersing van maatschappelijke problemen, waardoor de nadruk komt te liggen op maatschappelijke en individuele tekortkomingen. Het gevaar of het risico voor de maatschappij is in dat opzicht belangrijker dan de eigenlijke kwetsuren, problemen, psychiatrische problematiek van de betrokken burger. Focus op krachten, kwaliteiten naar een betere levenskwaliteit Met het Herstelgericht Werken gaat het lectoraat en zijn onderzoek op zoek naar alternatieven naast de risicogerichte kijk en aanpak van deze burgers. In het Herstelgericht Werken ligt de nadruk niet op de tekortkomingen, probleemgebieden of risico’s, maar op de sterktes en capaciteiten van het individu. Het Herstelgericht Werken als conceptueel kader neemt de eigen krachten en groeimogelijkheden van de burger als vertrekpunt. Dat vormt de kern van het methodisch kader, interventie of de begeleiding. We hanteren hierbij het uitgangspunt dat burgers, ook bij tegenspoed en beperkingen in het functioneren, de kracht en het vermogen hebben om te herstellen, hun leven weer op te pakken, te veranderen en te streven naar een kwaliteitsvol leven. 17 Een verhaal van hoop, kracht en verantwoordelijkheid De grenzen van de mogelijkheden voor groei en verandering bij de burger liggen niet al bij voorbaat vast, meer nog, ook voor hen is de toekomst allerminst al vastgelegd. Anders gesteld, ook zij hebben de mogelijkheid boven zichzelf uit te stijgen. Professionals en vrijwilligers hebben als opdracht de burger te ondersteunen bij het verkrijgen van inzichten in de eigen situatie en de eigen waarden, alsook in de eigen krachten en mogelijkheden. Er wordt steeds ingezet op een maximale benutting en vooral versterking van de krachten en competenties van de burger, inclusief de versterking van het sociaal netwerk rond de burger. Doel van elke vorm van ondersteuning vanuit sterktegerichte strategieën is een verbeterde kwaliteit van het dagdagelijks leven van de burger. Versterken van re-integratie In het lectoraat kiezen we, naast de focus op de krachten, kwaliteiten en capaciteiten van het individu, voor een tweede alternatieve benadering voor de sterke risicogerichte kijk en aanpak van burgers. Het Herstelgericht Werken binnen het lectoraat richt zich steeds op de vraag hoe burgers een goed, kwaliteitsvol leven, hebben opgebouwd. Het lectoraat richt zich op de verklaringen voor hoe en waarom mensen stoppen met bepaald deviant gedrag, criminaliteit en een goed leven opbouwen. De focus is dus niet het deviante gedrag, de criminaliteit an sich en de risicofactoren voor terugval of recidive maar op de factoren die de re-integratie versterken. Binnen de literatuur en wetenschappelijk onderzoek halen we onze inspiratie uit de benadering van desistance from crime. We kijken naar de wijze waarop bepaalde factoren de rehabilitatie en re-integratie van de burger kan versterken. Anders gesteld, het gaat dus om het verrijken van het re-integratie- of behandeltraject van een gedetineerde burger of forensische burger met deze desistance-factoren zoals motivatie, hoop, cognitieve veranderingen, het sociaal netwerk, en structurele factoren (wonen, werk, zorg,…). Desistance-onderzoek kent drie belangrijke theoretische perspectieven die een plaats hebben binnen het Herstelgericht Werken als conceptueel kader. Ten eerste hechten we belang aan de leeftijd en het daarbij gaande traject van ouder worden. Het gaat hier om het principe van ‘maturing out of crime’, waar heel wat kwetsbare burgers die deviant gedrag vertonen of strafbare feiten plegen, stoppen met misdaad of afwijkend gedrag naarmate ze ouder, meer matuur worden. Ten tweede, transities in het leven en de sociale banden die daaraan gekoppeld zijn zoals het vaderschap, de versterking van de familiale banden, zijn een belangrijke factor in de re-integratie van de burger. Ten derde, veranderingen in de verhaalvertelling, de zogenaamde narratieve veranderingen in de persoonlijke en sociale identiteit van de kwetsbare burger, maken ook belangrijk deel uit van een geslaagde re-integratie in de samenleving. 18 Waar we met het Herstelgericht Werken niet alleen focussen op de sterktes en competenties van de burger, richten we onze aandacht naar die factoren die de re-integratie versterken. Herstel verbonden met herstel recht Het Herstelgericht Werken binnen het lectoraat biedt ook nog op een derde wijze een alternatieve benadering voor de doorgeslagen risicogerichte kijk en aanpak van deze burgers. Het herstelgericht werken en het lectoraat is onlosmakelijk verbonden met de brede internationale beweging onder juristen/criminologen/sociaal werkers die restorative justice wordt genoemd. Deze beweging krijgt al meer dan twee decennia lang op Europees en internationaal vlak veel weerklank. Restorative justice staat voor een nieuwe benadering van en reactie op conflicten en criminaliteit. De focus komt te liggen op het leed en de schade die is aangericht, en de wijze waarop betrokkenen tot herstel willen komen. Binnen deze visie op conflict en criminaliteit worden de betrokkenen erkend in hun positie en aangesproken op hun verantwoordelijkheid. Het accent ligt op het streven naar een maximaal herstel van de schade die voortvloeit uit het conflict of misdrijf zowel bij de dader, het slachtoffer als bij de gemeenschap. Het conflict of misdrijf wordt bijgevolg gezien als een inbreuk op deze personen en relaties (Aertsen, 2004). Herstelgericht Werken en herstelrecht worden vaak voorgesteld als een meer progressief en constructief antwoord op het veiligheids- en criminaliteitsvraagstuk. De afgelopen jaren nemen, als uitvloeisel van deze visie, het herstelrecht en herstelgerichte praktijken zoals herstelbemiddeling, family group conferencing, alternatieve conflictbeslechting, mediation in strafzaken toe. Deze herstelgerichte praktijken hebben de afgelopen jaren ingang gevonden in een verscheidenheid aan sociale en/ of institutionele contexten zoals scholen, de politie, justitie, waarheidscommissies, radicalisering, terrorisme en religieus geweld. De aandacht voor Herstelgericht Werken en de herstelgerichte praktijken ervan in beleidsdocumenten, politieke retoriek en straf- filosofische beschouwingen mag niet worden verward met de effectieve uitwerking en initiatieven op het terrein zelf. Zo kunnen er inhoudelijke verschillen zijn tussen bespiegelingen in beleidsdocumenten, en de feitelijke implementatie ervan in de praktijk, in inrichtingen en in gemeenten. Herstelrecht wordt op vele manieren in verschillende landen toegepast, en wordt mede hierom wel een ‘parapluconcept’ genoemd. De ontwikkeling van Herstelgericht Werken en zijn praktijken vond in heel wat Europese landen plaats vanuit een slachtoffergerichte insteek. Dat neemt niet weg dat er altijd al aandacht was voor de mogelijke rehabilitatieve effecten van deze praktijken voor burgers die de conflicten of misdaden gepleegd hebben. De afgelopen jaren wordt de vraag breder gesteld naar het verband tussen herstel, re-integratie in de maatschappij en het vermogen te stoppen met misdaad. 19 Een verhaal van hoop, kracht en verantwoordelijkheid Herstel en stoppen met misdaad Het proces van het stoppen met misdaad heeft betrekking op de dader zelf. Het gaat zowel om het nemen van beslissingen om te stoppen als om het opnemen van acties en activiteiten om dit proces tot een goed einde te brengen. De beslissing van de dader om te stoppen - zijn of haar ‘agency’ – is essentieel voor het proces van het loskomen van misdaad. Ook het handelen en de invloed van ondersteunende derden uit het sociale netwerk rond de dader - partners, kinderen, familieleden, vrienden, sleutelpersonen – zijn van vitaal belang bij zowel de initiële beslissingen om af te zien van misdaad als bij de volharding dat spoor te blijven bewandelen. Stoppen met misdaad is vaak zoals de processie van Echternach (drie stappen vooruit, twee achteruit) waarbij de steun, aanmoediging en praktisch ingrijpen van deze ondersteunende derden heel belangrijk zijn. Vanaf de jaren tachtig zijn verschillende theorieën ontwikkeld die duidelijk maken waarom mensen al dan niet stoppen met misdaad. Een aantal van deze theorieën zijn relevant in het vormgeven van de conceptuele kaart van herstelgericht werken en het lectoraat Transmuraal Herstelgericht Werken. Ook omgekeerd staan deze theorieën ons toe om beter te begrijpen hoe Herstelgericht Werken burgers kunnen ondersteunen in hun proces te stoppen met criminaliteit. Een van de eerste theoretische benaderingen naar dit proces richtte zich op het idee dat ex-delinquenten een rationeel besluit nemen om te stoppen met misdaad (Clarke en Cornish 1985). Deze beslissing van (ex-) daders is belangrijk maar stoppen hangt niet alleen af van deze keuze. Andere belangrijke parameters liggen bij de sociale situatie van de dader en structurele elementen als werk en huisvesting (Farrall et al. 2014). Een andere theorie, die van Sampson en Laub (1993), benadrukt de leeftijd-gerelateerde informele sociale controle en het belang van de band tussen het individu en de samenleving. Volgens deze auteurs wordt crimineel handelen waarschijnlijker wanneer de banden van de dader met verschillende sociale instituties zoals werk en gezin worden verzwakt of verbroken. Belangrijk is dat Sampson en Laub veronderstellen dat belangrijke gebeurtenissen verandering kunnen brengen in sociale bindingen. Die sociale bindingen kunnen door zogenaamde ‘keerpunten’ versterkt worden, verzwakt of zelfs teniet gedaan worden. Deze ‘keerpunten’ en sleutelgebeurtenissen kunnen dus een positief effect hebben op het proces te stoppen met misdaad. In Making Good stelt Maruna (2001: 7-8) dat delinquenten die willen stoppen een coherente, pro-sociale identiteit voor zichzelf moeten ontwikkelen. Die ‘nieuwe’ identiteit kunnen ze gebruiken om aan zichzelf en andere mensen uit te leggen hoe ze hun verleden hierin een plaats hebben gegeven en hoe ze kijken naar de toekomst. Deze narratieve studie toont het belang aan van het ‘verhaal’ of ‘script’ waarmee ex- daders hun criminele carrière uitleggen en hun kijk op verleden, heden en toekomst duidelijk maken. Maruna merkt op dat – hoewel elk verhaal uniek was voor de persoon 20 in kwestie – steeds twee gemeenschappelijke thema’s van ‘veroordeling’ en ‘verlossing’ werden herhaald, en dat deze verschilden tussen degenen die doorgingen met misdaad en degenen die stopten. Degenen die Maruna als ‘stoppers’ classificeerde, geloofden dat ze hun eigen toekomst op de een of andere manier konden beheersen. Zij zijn dus in feite verwikkeld in een proces waarbij zij zichzelf als een nieuwe ‘goede’ persoon beschouwen. Keuzes maken en identiteit opbouwen Inzetten op krachten, kwaliteiten van burgers, en de re-integratie versterken maken inherent deel uit van het Herstelgericht Werken naar een goede levenskwaliteit. Wanneer we denken aan een geslaagde re-integratie, komen al snel en bijna automatisch de beelden van werk, wonen, identiteitsbewijs, zorg. Naast deze veranderingen, menen Giordano et al. (2002) dat cognitieve veranderingen in het denken van de burger de belangrijkste drijvende kracht achter het proces van re-integraties en stoppen met misdaad is. Ook Bottoms en Shapland (2016) kennen vergelijkbare gefaseerde mechanismen waardoor de burger aspecten in zijn of haar leven ervaart die verandering motiveren en bevorderen. Beide auteurs suggereren dat verschillende ‘triggers’ de wens tot verandering kunnen voortbrengen waardoor burgers anders over zichzelf, hun omgeving en hun potentiële toekomstige leven gaan denken. Ze suggereren ook dat dit de burger er toe brengt activiteiten (intra- en extramuraal) te ondernemen die kunnen leiden tot geslaagde pogingen op het rechte pad te blijven maar ook kunnen resulteren in terugval. Die terugval is vaak te wijten aan structurele obstakels (zoals het niet vinden van een echte baan). Echter, zelfs een terugval brengt hem niet noodzakelijkerwijs ‘terug naar af’, maar eerder tot een punt waarop hij - als hij nog steeds het verlangen heeft te stoppen – de reis opnieuw aanvangt. Op weg naar een pro-sociaal leven zullen burgers zich kunnen optrekken aan partners of nieuwe vrienden of werk, waardoor zij kunnen vasthouden aan het proces van stoppen. Vaughan (2007) betoogt dat stoppen het best begrepen kan worden door je te richten op het innerlijke gesprek van de burger, waarin de voor- en nadelen van stoppen worden afgewogen, en hoe dit bij hun waarden aansluit. Dit innerlijke gesprek is meer dan alleen rationele besluitvorming (zie Clarke en Cornish 1985) en omvat een emotionele beoordeling van wat de burger voelt bij zijn eigen criminele verleden en toekomstige pro-sociale plannen en activiteiten. Paternoster en Bushway (2009) zien stoppen als een bewust genomen besluit dat in de loop van de tijd gepaard zal gaan met positievere redenen om veranderingen te wensen. Ze zien de processen van werken aan zichzelf als een steeds doorlopend project. In het conceptueel kader van herstelgericht werken, het lectoraat en onderzoek is het dus van belang oog te hebben voor de wijzen waarop de burger zichzelf begint te zien en door anderen (sociaal netwerk, maatschappij, professionals) wordt gezien. 21 Een verhaal van hoop, kracht en verantwoordelijkheid Agency, hoop en motivatie Hoewel het onderzoek nog altijd groeiende is, blijft het moeilijk om volledig te begrijpen hoe burgers hun persoonlijke hulpbronnen benutten om een zinvol en kwaliteitsvol leven te leiden. Healy (2013) verdeelt de bestaande theorieën over dat individuele vermogen om keuzes te maken en te handelen (‘agency’) in drie categorieën: (1) cognitieve modellen die de mentale architectuur van ‘agency’ beschrijven (zoals Vaughan, 2007); (2) narratieve modellen die ‘agency’ onderzoeken in de context van identiteitsontwikkeling (zoals Maruna, 2001); en (3) multidimensionale modellen die ‘agency’ als een psychosociaal construct beschouwen (zoals Giordano et al., 2002). Ten eerste, cognitieve theorieën worden ondersteund door onderzoeksresultaten waaruit blijkt dat bepaalde attitudes en denkstijlen crimineel gedrag bevorderen. Rationele besluitvorming wordt echter altijd ingeperkt door sociale beperkingen en de mate van menselijke kennis (Farrall et. al 2014). Echter de studie van Shapland en Bottoms (2016) suggereert dat het besluit om op te houden beïnvloed kan worden door morele overwegingen, zoals de zorg dat terugval problemen kan veroorzaken voor familie en vrienden. Ten tweede, in de narratieve modellen maken motiverende en cognitieve elementen deel uit van de verhalen die burgers construeren om hun leven zin te geven. Het gaat dan over de schade herstellen die het gevolg was van hun optreden, of het deelnemen aan counseling of zorg voor anderen. De keuzes van burgers worden dus niet alleen beïnvloed door veranderende cognities, maar ook door een latent begrip van zichzelf, hun verleden en hun omgeving (Farrall et al., 2014). Deze informatie wordt gebruikt om hun (nieuwe) identiteit vorm te geven, hun gedrag te sturen en orde en samenhang aan hun sociale wereld te geven. Ten derde, in de multidimensionale modellen wordt ‘agency’ als een psychosociaal construct beschouwd. De theorie van cognitieve transformatie van Giordano et al. (2002) stelt dat dit proces start met een verschuiving in de ‘bereidheid tot verandering’ die de ontvankelijkheid voor signalen van verandering vergroot. Deze cognitieve verschuivingen vergroten het vermogen van de burger om zich een alternatieve ik voor te stellen, iemand die niet terugvalt, en gaat gepaard met een emotioneel rijpingsproces. Herstel is per definitie ook een persoonlijk, emotioneel én cognitief rijpingsproces bij de burger, vaak wordt verwezen naar het zelf-herstel van de burger. Onderzoek binnen het lectoraat neemt deze component van zelf-herstel, gekoppeld aan de vraagstelling hoe burgers hun persoonlijke hulpbronnen benutten om een zinvol en kwaliteitsvol leven te leiden, altijd mee. Dat individuele vermogen om keuzes te maken en te handelen (‘agency’), maakt belangrijk onderdeel uit van het herstel ten aanzien van zichzelf, en dus vanuit de wederkerigheid van de verbindingen van de burger, met effect op het herstel ten aanzien de samenleving. 22 Niet hervallen of stoppen met misdaad is rommelig Het onderzoek van de afgelopen decennia naar verslaving, dak- en thuisloosheid, forensische psychiatrie, geestelijke gezondheid, stoppen met misdaad, hebben een heel complex en genuanceerd beeld opgeleverd van de achterliggende oorzaken. Steeds is het duidelijk dat het gaat om een wisselwerking tussen het individuele vermogen om keuzes te maken en te handelen van de burger (‘agency’) en meer structurele factoren (werk, wonen, netwerk, etc.). ‘Veranderen is rommelig, het is ingewikkeld, het draait rond in cirkels, het wint aan kracht in versterkende, iteratieve lussen, het is verstoorbaar en staat in elk stadium open voor invloeden’ (Farrall et al. 2014: 229). Ook al is verandering, en dus re-integratie naar volwaardig, actief burgerschap voor de burger een ingewikkeld en rommelig gebeuren vanuit een inrichting of instelling naar de wijk, het herstelgericht werken kan hierbij van belangrijke meerwaarde zijn. Zoals hierboven beschreven, de motivationele en cognitieve elementen binnen dit veranderingsproces zijn van cruciaal belang. Precies die elementen hebben een duidelijke link met Herstelgericht Werken, want hebben het potentieel om sociaal en menselijk kapitaal te bevorderen (Bazemore & O’Brian, 2002). Die herstelgerichte processen bieden ook aanknopingspunten om structurele uitdagingen (werk, opleiding) voor het niet recidiveren of het stoppen met criminaliteit aan te gaan. Net daar ligt de kern van het lectoraat Transmuraal Herstelgericht Werken. Re-integratie als wederkerig proces De verbinding re-integratie en Herstelgericht Werken wordt de afgelopen jaren heel sterk geassocieerd met het veranderingspotentieel bij de burger. Transmuraal Herstelgericht Werken krijgt een uitdrukkelijke plaats ten aanzien van de morele en sociale re-integratie van burger. Herstel als brug voor het aanspreken van het veranderingspotentieel van de burger, het zich richten naar de kracht voor verandering, de kwaliteiten en sterktes van het individu. Dit is in tegenstelling tot het op zoek gaan naar de beperkingen, moeilijkheden of beter nog, gevaren, van de burger en dit steeds te zien in relatie met de kans op recidive. Herstelgericht Werken richt zich overigens niet alleen op het individu, maar gelijkwaardig en tegelijkertijd ook op de bredere maatschappij. Naast het aanvaarden van de waarden en normen door de burger, dient ook de maatschappij de (forensische) burger weer te aanvaarden of accepteren? als een ‘hervormd’ persoon. Een herstelgerichte re-integratie in de wijk of buurt gaat aldus niet alleen om herstel ten aanzien van het slachtoffer en zichzelf (zelfherstel), maar ook, en vooral, om de verbinding met de maatschappij. De sociale re-integratie in de maatschappij is een wederkerig proces van wederzijdse verantwoordelijkheid. Het gaat om de aanvaarding in de maatschappij, in de lokale buurt, de nieuwe werkplek of in relatie met vrienden en familie. Ook in dit wederkerig proces tussen maatschappij en burger heeft het herstelgericht werken een belangrijke rol te vervullen. 23 Een verhaal van hoop, kracht en verantwoordelijkheid 24 ‘Ik heb je al verteld Bart hoe dat ik wil veranderen, en wat ik voel als ik aan mijn fouten en verleden denk. Ik kan niet slapen als ik eraan terugdenk, en niet enkel voor mij, maar ook voor mijn familie en het slachtoffer. Ik heb mij achteraf verontschuldigd en ik heb dat gedaan in een gesprek in de gevangenis. Dat was echt niet gemakkelijk. Ik was zo opgefokt als bij een gevecht. Dat was echt ongelofelijk om te zien hoe sterk dat die (=slachtoffer) waren in dat gesprek. Ik voelde me toen echt klein. (…) Dat gesprek bracht me echt helemaal terug tot op het moment van de feiten. Ik heb nu helemaal een nieuw beeld van die in mijn hoofd, van mijn slachtoffer. Mijn vrouw was daar ook in dat gesprek. Ik vond dat nog het moeilijkste. Gewoon om te zien hoe dat zij hen zo steunde en begreep, en dat ze tezelfdertijd er ook voor mij was. (Stilte, hij kijkt naar beneden, ziet er emotioneel geraakt uit, kijkt terug op.) Shit man, dat was echt heavy, dat is het eigenlijk nog altijd. Dat heeft me echt veranderd. (veldnota’s, gedetineerde burger, 15 september 2016) 25 Een verhaal van hoop, kracht en verantwoordelijkheid TRANSMURAAL HERSTELGERICHT WERKEN Werken binnen-buiten, over de muren heen, transmuraal betekent voor inrichting en partnerorganisaties een integrale, multidisciplinaire, persoonsgerichte aanpak, die zowel burger, slachtoffer, netwerk, vrijwilliger en breder het sociaal domein betrekt in en rondom het moment van wisseling van intra- naar extramuraal, van wisseling van gedwongen naar vrijwillig kader. Het Herstelgericht Werken (Claes 2017) naar re-integratie en terugkeer in de wijk of buurt betekent voor de burger het weer kunnen opnemen van volwaardig en actief burgerschap. De burger herstelt of ontwikkelt daarbij zijn vermogen de eigen doelen te realiseren zonder daarbij in conflict met anderen of de samenleving te geraken. Van onderuit benaderen van processen Het lectoraat Transmuraal Herstelgericht Werken wil inzichtelijk maken hoe structuren, processen en mechanismen tussen intra- en extramuraal werken met de burger zich tot elkaar verhouden. Doel is ook de rol van professionals, hun organisaties, vrijwilligers, sociale netwerken inzichtelijker te maken. Vanuit deze inzichten zal worden bijgedragen aan het vergroten van de handelingsbekwaamheid en weerbaarheid van zowel de burger als de professionals, hun organisaties, vrijwilligers en sociale netwerken. Dat betekent dat het lectoraat Transmuraal Herstelgericht Werken zich richt op drie velden of systemen: Het lectoraat Transmuraal Herstelgericht Werken richt zich op deze drie velden of systemen vanuit een bottom-up benadering, vanuit het perspectief van de burger, professional, slachtoffer, kind, buur, … . Er bestaat namelijk een cruciaal verschil tussen de centrale gedachten van rehabilitatie en het stoppen met misdaad. Rehabilitatie heeft betrekking op de inspanningen van de overheid, gemeenten en organisaties in het vrijwillig kader om recidive te verminderen. • Micro: op niveau van burger, professional, slachtoffer, kind, buur, etc. • Meso: op niveau van leefgroep, sportclub, team nazorg, buurt, etc. • Macro: op niveau van instellingen, organisaties, etc. 26 Vaak worden interventies en programma’s voorgeschreven als iets dat wordt voorgesteld, of zelfs opgelegd aan de burger. Dit zijn de zogenaamde ‘top-down’-voorschriften. Het proces van het herstellen, niet terug te vallen en zelfs te stoppen met misdaad heeft echter betrekking op de dader zelf. Het gaat zowel om het nemen van beslissingen als om het uitvoeren van acties en activiteiten om dit proces tot een goed einde te brengen. Het gaat dus veel meer om een ‘bottom-up’-perspectief. Dit perspectief – dat vanuit de dader vertrekt – vertaalt zich naar de wijze waarop er in het veld van het Herstelgericht Werken onderzoek wordt gedaan. In plaats van te vertrekken vanuit de vraag hoe re-integratie in de buurt of wijk moet werken, of hoe een interventie ten aanzien van burger en netwerk moet worden ingericht (top-down), begint deze benadering met de vraag hoe verandering bij een dader kan plaatsvinden en welke bijdrage Transmuraal Herstelgericht Werken hierin kan hebben (bottom-up). Herstel met vier verbindingen Het herstelgericht werken naar re-integratie en kanteling in de wijk of buurt zet dus in de eerste plaats de burger centraal in zijn proces naar het terug kunnen opnemen van volwaardig en actief burgerschap. Binnen het herstelgericht werken benaderen we deviant gedrag en criminaliteit als een sociaal conflict waarbij steeds een verscheidenheid van partijen betrokken zijn. Het gaat hierbij dan om de burger, zijn sociaal netwerk, de lokale samenleving en een mogelijk slachtoffer. Elke interventie, ingrijpen, aanpak, initiatief, werking heeft steeds oog, in meer of mindere mate, voor deze vier stakeholders. Vanuit deze benadering is vooral oog voor de aangerichte schade die voortkomt uit het specifieke gedrag van de burger of de gepleegde criminaliteit. Het herstelgericht werken beoogt dit conflict weer terug te geven aan de betrokken partijen: burger, netwerk, slachtoffer en maatschappij. Het lectoraat Transmuraal Herstelgericht Werken richt zich op vier verbindingen: HERSTEL MAATSCHAPPIJ SLACHTOFFER BURGER NETWERK 27 Een verhaal van hoop, kracht en verantwoordelijkheid Transmuraal herstelgericht werken betekent dus enerzijds een focus op het inzichtelijk maken hoe structuren, processen en mechanismen tussen intra- en extramuraal werken met de burger zich tot elkaar verhouden. Anderzijds veronderstelt een herstelgerichte kijk naar deze structuren, processen en mechanismen steeds ook oog te hebben voor de stakeholders, slachtoffer, sociaal netwerk en maatschappij. Deze stakeholders staan op ene bepaalde manier in verbinding met de burger die verblijft in een intramuraal (forensisch) zorgkader of detentie, en zich voorbereidt om te re-integreren en terug te keren in de maatschappij. Werken aan herstel in een justitiële jeugdinrichting, een (forensische) behandelkliniek of een penitentiaire inrichting richt zich op het in gang zetten van een persoonlijke ontwikkeling en herstel van de burger. In de forensische zorg betekent het Herstelgericht Werken een langdurig proces waarbij de burger, door uitdagingen op uiteenlopende leefgebieden aan te pakken, werkt richting een menswaardig en kwaliteitsvol bestaan. Het versterken van de burger, hoop, verantwoordelijkheid, peer-support en kwaliteit van leven zijn belangrijke begrippen in het Herstelgericht Werken, ook in een detentiecontext. Het netwerk zoals naasten, hulpverleners en organisaties, spelen een cruciale rol bij het scheppen van de ruimte waarin dit proces kan plaatsvinden. Ze ondersteunen dit herstel en de burger is steeds de sturende kracht in dit proces. In zijn kern is Herstelgericht Werken niet los te koppelen van krachtgericht werken. Herstel bij gedetineerde burger, netwerk, slachtoffer en maatschappij Zelfherstel van de burger opent perspectieven voor de eigen toekomst, relationeel herstel naar slachtoffers van delicten, en samenlevingsgerichte activiteiten en is belangrijk voor de voorbereiding van re-integratie via begeleid vertrek, opleiding, werk en nazorg. Zowel burger, sociaal netwerk, organisaties, slachtoffer en breder de maatschappij zijn zo noodzakelijke elementen om herstelgericht te kunnen werken. Het lectoraat Transmuraal Herstelgericht Werken richt zich op het inzichtelijk maken hoe structuren, processen en mechanismen tussen intra- en extramuraal herstelgericht werken met de burger zich tot elkaar verhouden naar de domeinen: Herstelgericht Werken naar herstel bij de burger (zelfherstel) betekent het persoonlijk, uniek proces van verandering van zijn attitudes, waarden, gevoelens, doelen competenties en rollen. Het gaat om het leiden van een kwaliteitsvol, bevredigend, zinvol leven ondanks de beperkingen waar de burger mee geconfronteerd wordt. Herstelgericht werken in de forensische zorg of bij burgers die in detentie verblijven, richt zich ook op het proces • Herstel bij de gedetineerde burger (zelfherstel) • Herstel bij/met het (sociaal) netwerk van de gedetineerde burger • Herstel bij/met het/de slachtoffer(s)/nabestaanden • Herstel bij/met de samenleving/gemeenschap 28 van de burger om stil te staan bij de gevolgen van zijn gedrag zowel ten aanzien van zichzelf en zijn naasten als ten aanzien van de slachtoffers en de bredere samenleving. De burger wordt ondersteund in zijn proces van erkenning dat hij het slachtoffer schade berokkend heeft. Vanuit deze erkenning neemt hij zijn verantwoordelijkheid op en zoekt naar uitingsvormen van schulderkenning en van de wil om de verantwoordelijkheid voor zijn daden en de gevolgen van zijn daden op te nemen. De re-integratie naar de buurt of wijk van de burger is een procesmatig gebeuren waar de burger zich verhoudt tot zichzelf, het slachtoffer en de samenleving en het verleden een plaats geeft. Herstel krijgt een betekenis vanuit een re-integratiegerichte invalshoek gericht op het verwerken van de schuld bij de burger en het komen tot zelfherstel. Door het opnemen van de verantwoordelijkheid van de burger ten aanzien van zichzelf en het slachtoffer gaat hij in proces met zichzelf om zo in het reine te komen ten aanzien van zijn misdrijf en de schade die daaruit voortkomt. De invulling van Herstelgericht Werken aan zelfherstel van de burger wordt op die manier geassocieerd met een procesmatig gebeuren van schulderkenning en het opnemen van verantwoordelijkheid. Het daadwerkelijk stoppen met misdaad vereist bovendien een sterke motivatie om te veranderen, gekoppeld aan een sterk geloof in zichzelf, het beschikken over een breed repertoire aan coping mechanismen en een voldoende mate van zelfredzaamheid. Een combinatie van ‘willen en doorzetten’ is iets dat kan worden bevorderd via Herstelgericht Werken aan zelfherstel. Transmuraal Herstelgericht Werken heeft het potentieel om sociaal en menselijk kapitaal bij de burger en zijn sociaal netwerk vrij te maken. Dat is in het bijzonder het geval wanneer sprake is van steun van het sociaal netwerk rond de burger. Door hun eigen sociaal kapitaal in te zetten ten behoeve van de burger, kan deze zijn sociaal kapitaal vergroten. Het onderzoek van Cid en Marti (2015) wijst op het belang van sociale steun in het proces te stoppen met criminaliteit, in het bijzonder van familie. Dat genereert gevoelens van wederkerigheid en verklaart hun motivatie om van levensstijl te veranderen, daarin te volharden en te zoeken naar aanknopingspunten daarvoor. De verbinding tussen burger en zijn sociaal netwerk versterkt het sociaal en menselijk kapitaal en versterkt de onderlinge verbindingen en relaties. Motivationele en cognitieve elementen gaan steeds gepaard met structurele kenmerken in de huidige samenleving en contextuele veranderingen in het leven van de burger. Structurele en praktische belemmeringen, zoals problemen met het vinden van werk, het hebben van schulden, het ondervinden van moeilijkheden bij het vinden van huisvesting, maken het voor de burger moeilijker om te stoppen met criminaliteit. Transmuraal Herstelgericht Werken heeft het potentieel in te zetten op structurele elementen noodzakelijk om te re-integreren in de wijk, en omgekeerd vanuit deze inzet naar structurele elementen aandacht te hebben voor de wederzijdse aanvaarding en herstel tussen burger en maatschappij, buurt of wijk. 29 Een verhaal van hoop, kracht en verantwoordelijkheid Herstel ten aanzien van het slachtoffer is een belangrijk element in het komen tot (zelf-) herstel bij de burger. De behoeften en belangen van het slachtoffer ten aanzien van de burger staan centraal. In het Herstelgericht Werken wordt de nadruk gelegd op de onderlinge relatie tussen dader en slachtoffer en het mogelijk maken van herstel tussen beiden. Tijdens het transmuraal, herstelgericht proces van re-integratie in de wijk hebben slachtoffergerichte initiatieven een plaats die de behoeften en belangen van slachtoffers behartigen. Er is ook aandacht voor de creatie van een klimaat die het slachtoffer als een volwaardige partij erkent. Integraal, verbonden en focus in onderzoekslijnen en samenwerking Transmuraal Herstelgericht Werken is per definitie een integrale en multidisciplinaire kijk en kader. Dat is zo in de beroepspraktijk en dus ook in het praktijkgericht onderzoek. Kennis vanuit het sociaal werk, psychologie, veiligheids- en bestuurskunde en juridische invalshoeken komen samen. Meer nog, het lectoraat Transmuraal Herstelgericht Werken richt zich steeds op alle betrokken partijen in het sociaal conflict, dus de burger, het netwerk, de maatschappij en het mogelijk slachtoffer. Praktijkgericht onderzoek richt zich dus op een of meerdere verbindingen: (1) herstel bij de burger (zelfherstel), (2) herstel bij/met het (sociaal) netwerk van de burger, (3) herstel bij/met het/de slachtoffer(s)/ nabestaanden, en (4) herstel bij/met de samenleving/gemeenschap. Deze vier herstel-verbindingen komen in elk onderzoek, onderwijs en samenwerkingen met het beroepenveld steeds terug. Ze vormen als het ware de vier onderzoekslijnen voor het lectoraat Transmuraal Herstelgericht Werken. Deze onderzoekslijnen zijn met elkaar verbonden, maken deel uit van het integraal kader van herstelgericht werken, en beïnvloeden elkaar. Tussen de vier onderzoekslijnen zijn tal van dwarsverbanden waar te nemen, die in de tijd kunnen evolueren. Voor deze herstel-verbindingen/onderzoekslijnen kiezen we binnen het lectoraat Transmuraal Herstelgericht Werken expliciet voor een structureel en lange-termijn samenwerking met een inrichting of organisatie. Deze vijfjarige samenwerkingen met elk van deze partnerorganisaties biedt meerwaarde op verscheidene elementen: • Het thema Transmuraal Herstelgericht Werken vraagt een integrale en multidisciplinaire kijk en kader, inclusief lange termijn-onderzoek en –trajecten met deze partnerorganisaties. • Lange-termijn samenwerkingen bieden ook meer mogelijkheden om heel gericht en over verschillende jaren praktijkgericht onderzoek en onderwijs structureel te verbinden met de partner. Zo kan er heel gericht gepland worden naar onderzoeksprojecten, stages, afstudeeropdrachten, leergemeenschappen, innovatieve workshops, trainingen, opleiding, etc.. • Professionalisering van het handelingskader van de professionals bij deze 30 partnerorganisaties vraagt een procesgerichte, trajectmatige aanpak gespreid over een periode van enkele jaren. Dat geeft de mogelijkheid niet alleen het handelingskader via praktijkgericht onderzoek expliciet te maken, maar vooral gericht, met tussentijdse opvolg- en evaluatiemomenten, dit handelingskader te versterken vanuit het Herstelgericht Werken. Deze professionalisering biedt ook de mogelijkheid tot de ontwikkeling van trainingen en opleidingen voor een diversiteit aan beroepsgroepen. In elke samenwerking met een partnerorganisatie wordt een duidelijke structuur aan het partnerschap gegeven. Er wordt een stuurgroep opgericht waar de strategische, tactische en bestuurlijke (administratief-financiële) verantwoordelijkheid van de samenwerking ligt. De stuurgroep bestaat uit de leidinggevende of directeur van de organisatie, aangevuld met een stafmedewerker of afdelingshoofd vanuit de partnerorganisatie, samen met de lector en de docent-onderzoekers. Daarnaast wordt steeds een projectteam opgericht waar de docent-onderzoekers samenwerken met twee of drie door de partnerorganisatie aangedragen medewerkers. Doel van het projectteam is het traject van de samenwerking uit te werken en uit te voeren. Het partnerschap vertaalt zich dus naar een overlegstructuur waarin zowel op strategisch, tactisch als operationeel vlak samen overleg gepleegd wordt en beslissingen genomen worden. Die wederzijdse betrokkenheid en integratie op strategisch/tactisch en operationeel niveau maakt het goed mogelijk om samen te werken aan optimale, kwaliteitsvolle en efficiënte inzet in de onderzoekslijn van het lectoraat. Werken aan zelf-herstel in detentie Het Lectoraat gaat samen met de penitentiaire inrichting (PI) Vught in kaart brengen wat de (on)mogelijkheden zijn van het Transmuraal Herstelgericht Werken aan zelfherstel en re-integratie met de gedetineerde burger. Daarbij zal onderzocht worden op welke manier(en) Herstelgericht Werken, inclusief de perspectieven van de gedetineerde burger, slachtoffer, sociaal netwerk en maatschappij, meegenomen kunnen worden in het gehele traject en fasering intra- en extramuraal (transmuraal) van de gedetineerde. Penintentiaire Inrichting (PI) Vught streeft de komende jaren naar een meer herstelgerichte gevangeniscultuur met een slachtofferbewust en herstelgericht klimaat. PI Vught bestaat uit één terrein van zo’n 30 hectare. PI Vught is zowel een gevangenis, Huis van Bewaring (HvB), Inrichting voor Stelselmatige Daders (ISD), Extra beveiligde inrichting (EBI), Terroristen Afdeling (TA), Beheersproblematische Gedetineerden (BPG), Langdurige Forensische Psychiatrische Zorg (LFPZ), Zeer intensieve Specialistische Zorg (ZISZ) als een Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC). In totaal zijn er negen verschillende regimes gehuisvest. PI Vught heeft een capaciteit voor 750 gedetineerden. 31 Een verhaal van hoop, kracht en verantwoordelijkheid Cellenblok. Bron: Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) 32 Herstel met het sociaal netwerk Het lectoraat Transmuraal Herstelgericht Werken en Exodus Nederland zijn de initiatiefnemers van het Expertisecentrum K I N D, Ouder en Detentie gericht naar de onderzoekslijn herstel met het sociaal netwerk. Deze samenwerking is de bundeling van de (onderzoeks- en opleidings-)kennis van het lectoraat en de praktijkervaring van Exodus Nederland, de grootste landelijke nazorgorganisatie die met professionals en vrijwilligers opvang en begeleiding biedt aan (ex-)gedetineerden en hun familieleden. In Nederland zijn er 25.000 kinderen met een gedetineerde ouder. Deze kinderen hebben het moeilijk. Vaak levert een dergelijke situatie thuis veel stress op. De relatie met de gedetineerde ouder is ingewikkeld en hoe vertel je het aan de buitenwereld? Ook professionals als scholen, hulpverlening en gevangenisbewaarders vragen om handvatten om hiermee aan de slag te gaan. Ook professionals zoeken naar methoden die bijdragen aan het herstel van deze relaties, steeds vanuit en in het belang van het kind. Bron: Expertisecentrum K I N D Het Expertisecentrum K I N D gelooft dat herstel van de verbinding tussen kind, (ex-) gedetineerde ouder en het sociale netwerk bijdraagt aan een betere levenskwaliteit van het kind. De belangen en behoeften van kinderen met een (ex-) gedetineerde vader, moeder of ander familielid staan steeds centraal. We vinden het belangrijk dat er meer aandacht is voor deze kinderen en de complexe (relationele) situatie waarin zij vaak verkeren. We hebben aandacht voor de positie, de rechten en de wensen van het kind en zetten in op herstel van de verbinding tussen kind, gedetineerde ouder en het sociale netwerk. We geloven dat dit leidt tot een (noodzakelijke) verbeterde levenskwaliteit. Het Expertisecentrum K I N D is een netwerkorganisatie die kinderen, waarvan een ouder gedetineerd is, en hun sociale netwerk informeert en adviseert. K I N D verricht daarnaast praktijkgericht onderzoek en traint & schoolt (semi-) professionals en vrijwilligers rondom kinderen met een ouder in detentie. 33 Een verhaal van hoop, kracht en verantwoordelijkheid De Woenselse Poort. Bron: De Woenselse Poort Herstel met de maatschappij Het lectoraat Transmuraal Herstelgericht Werken kiest expliciet voor een structurele en lange- termijn partnership met de organisatie De Woenselse Poort (GGZEindhoven) over herstel met het sociaal netwerk en herstel ten aanzien van de maatschappij. Het lectoraat gaat samen met De Woenselse Poort in kaart brengen wat de (on)mogelijkheden zijn van het betrekken van de sociale omgeving bij de behandeling en het herstel van de burger, vanuit het perspectief van de burger. Daarbij zal onderzocht worden op welke manier(en) Herstel- en krachtgericht Werken met de sociale omgeving meegenomen kan worden in de gehele behandeling van een burger en welke plaats De Woenselse Poort heeft in dit traject. Met sociale omgeving wordt het positief sociaal netwerk rondom de burger bedoeld, dat kan bijdragen aan het sociaal kapitaal van de burger, en dus het versterken van zijn mogelijkheden, krachten en het stoppen met criminaliteit. Maatschappij heeft betrekking op alle professionals, organisaties, buurten, verenigingen, vrijwilligers, etc. die vanuit hun opdracht, rol of functie zich verhouden tot de burger en zijn re-integratietraject binnen- buiten, intra-extramuraal. 34 De Woenselse Poort biedt in Eindhoven forensische zorg aan psychiatrische patiënten. Ze bieden hen hoogwaardige (deeltijd) klinische behandelingen. Hun burgers zijn volwassenen met meervoudige, complexe en vaak chronische psychiatrische problemen die hebben geleid tot delictgedrag. Vaak is er ook sprake van verslavingsproblemen. Een groot aantal van hun burgers is veroordeeld door de rechter. Omdat de rechter van oordeel is dat het delict samenhangt met psychiatrische problemen, heeft hij een behandeling opgelegd. Het behandelen van de psychische aandoening is het belangrijkste doel van De Woenselse Poort. Op basis van de problematiek en diagnose behandelt De Woenselse Poort een burger binnen één van de twee zorgpaden: zorgpad A-persoonlijkheidsproblematiek of zorgpad B-psychose, verstandelijke beperking en autisme. Een zorgpad beschrijft welke fasen de burger doorloopt vanaf de start van de behandeling en welke activiteiten en interventies deel uitmaken van elke fase. Naast de behandeling van de psychische aandoening, staat veiligheid centraal: die van de samenleving, van de medewerkers en van de burger. Slachtofferbewust werken De samenwerking met de Penitentiaire Inrichting Dordrecht richt zich specifiek op de onderzoekslijn Transmuraal Herstelgericht en slachtofferbewust Werken met gedetineerde, slachtoffer en netwerk/maatschappij. Daarbij zal onderzocht worden op welke manier(en) slachtofferbewust en herstelgericht werken, inclusief de perspectieven van gedetineerde burger, slachtoffer, sociaal netwerk en maatschappij meegenomen kan worden in het gehele traject intra- en extramuraal (transmuraal) van de gedetineerde burger. Penitentiaire Inrichting (PI) Dordrecht is een Justitiële Inrichting die bestaat uit één locatie en biedt plaats aan gedetineerden in verschillende regimes. PI Dordrecht biedt onderdak aan preventief gehechte gedetineerden in het huis van bewaring, (in eerste aanleg) veroordeelde gedetineerden in de gevangenis en gedetineerden in de laatste fase van hun straf in de Zeer Beperkt Beveiligde Inrichting. Tevens beschikt PI Dordrecht over een afdeling Extra Zorg Voorziening (EZV). PI Dordrecht, voorheen ‘Dordtse Poorten’, bestaat sinds 1996. Er is plaats voor 442 gedetineerden in verschillende regimes. Daarnaast is PI Dordrecht een erkend leerbedrijf. Door deze erkenning van de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) is PI Dordrecht bevoegd om stages en leerbanen te verzorgen voor het middelbaar beroepsonderwijs. Een verhaal van hoop, kracht en verantwoordelijkheid 35 PI Dordrecht. Bron: Dienst Justitiële inrichtingen (DJI) 36 Werken aan het versterken van het professioneel handelingskader Het maatschappelijk belang van herstelgericht werken in de verbinding binnen-buiten, tussen het gedwongen en het vrijwillig kader, wordt een steeds groter wordende uitdaging voor penitentiaire inrichtingen, behandelklinieken, justitiële jeugdinrichtingen en alle andere organisaties waar zij mee samen werken. Het gaat om een grote groep van professionals die op een of andere manier in hun werk een rol opnemen om burgers die intramuraal verbleven trachten te ondersteunen bij hun re-integratie. Denken we hierbij aan de professionals die in een gesloten setting instaan voor de bejegening of voorbereiding van het re-integratietraject. Professionals vanuit gemeenten en organisaties in het sociale domein zijn ook meer en meer actief op het snijvlak tussen binnen-buiten de gesloten setting, ter voorbereiding van de re-integratie, of ter ondersteuning van vrijwilligers en het netwerk (kind, partner, familie, etc.). Bovendien willen deze professionals uit het sociaal domein ook meer betrokken worden bij de re-integratie van de burger uit de gesloten setting, in hun wijk, buurt of binnen hun organisatie naar arbeidstoeleidingstrajecten, vrijetijdsbesteding, sport, etc.. Deze kring aan professionals vergroot nog binnen het Transmuraal Herstelgericht Werken gezien het belang van het sociaal netwerk. Het netwerk rond de burger in de gesloten setting is hierbij niet enkel het micro-systeem van partner, kind, familie, vrienden. Het gaat ook om het meso-systeem van mensen en professionals actief in de omliggende werken zoals school, werk, jeugdbeweging, sportorganisatie, etc. die meer en meer betrokken worden in het individueel traject van de burger. Ook deze burgers en professionals zijn zoekende naar informatie, advies en zelfs professionele kaders om hun ondersteunende rol binnen dit netwerk op te kunnen nemen. Hetzelfde gaat op voor de professionals actief in de ondersteuning en begeleiding van het mogelijk slachtoffer, of werkzaam in de lokale buurt of wijk gericht naar de begeleiding van kwetsbare burgers en gezinnen. Het lectoraat stelt zich tot doel om zowel professionals als burgers te ondersteunen door het geven van inzicht, informatie en advies, het ontwikkelen van interventies en het aanbieden van instrumenten om het handelingsrepertoire in het Transmuraal Herstelgericht Werken te vergroten. Samenwerken maakt inherent deel uit van het lectoraat gezien de uitdagingen van professionals die van diverse en complexe aard zijn. Belangrijk is de weerbaarheid van de professional te versterken en zo het professioneel handelingskader te vergroten. In het versterken van de beroepspraktijk ligt voor praktijkgericht onderzoek de meerwaarde. Het gaat om in het inspelen op een bestaande of toekomstige behoefte, waarbij de nieuwe, innovatieve kennis, antwoorden aanreikt aan deze professional. Die voorbereiding op de huidige en toekomstige professionele activiteit is uiterst relevant voor het onderwijs, dat zo de innovatieve oplossingen vanuit het lectoraat Transmuraal Herstelgericht Werken kan opnemen in een verscheidenheid van onderwijsvormen gaande van stages, afstudeeropdrachten,… tot opname in het toekomstig curriculum. 37 Een verhaal van hoop, kracht en verantwoordelijkheid 38 ‘Ik ga u niets speciaals kunnen vertellen, Bart’, zo begon Ilkay ons gesprek op zijn cel. We zouden alleen maar over de gevangenis spreken en het alledaagse leven. Tijdens het gesprek heeft hij verteld over de feiten die hij gepleegd heeft, over hoe hij zich daarbij voelt, hoe zijn familie reageerde, over zijn leven in jeugdinstellingen, de scheiding van zijn ouders, de dood van zijn broer. Hij vertelt me dat ik op een of andere manier ‘die informatie bij hem los krijg’. Hij zegt dat ik eigenlijk geen vragen stel maar door het verloop van het gesprek hij toch die informatie aan mij vertelt. Ilkay vertelt dat hij eigenlijk blij is dat hij zo’n dingen eens met iemand kan delen. ‘Tegen wie zou ik het hier anders moeten zeggen’, zegt hij, ‘het is niet evident om met andere hier een normaal gesprek te hebben. Waarom zou ik liegen tegen jou Bart, en je weet dat er hier veel gelogen wordt hé, wel gewoon omdat ik geen reden heb om te liegen. Jij bent geen bedreiging voor mij. Ik heb vertrouwen in jou gekregen. Ik weet dat jij veel weet hier. Ik heb al gezien, en ook gehoord dat je niks doorvertelt. Jij had er hier al veel op transfer kunnen zetten. Eigenlijk weet jij veel meer van mij dan alle mensen hier samen, het is niet dat ik zo op voorhand beslis, nu ga ik alles eens zeggen tegen Bart, maar op een of andere manier ben ik op mijn gemak bij jou en gaan al mijn poorten open’. (veldnota’s, onderzoeker, 22 maart 2016) 39 Een verhaal van hoop, kracht en verantwoordelijkheid MET ONDERZOEK KIJKEN NAAR DE SOCIALE WERELD Door haar rijke geschiedenis heeft het kwalitatief onderzoek verscheidene fases doorlopen waar de betekenis onderhevig was aan positivistische, structuralistische, fenomenologische, feministische en postmodernistische perspectieven. De inhoud van kwalitatief onderzoek wisselt naargelang de historische context en bijhorende perspectieven. Rode draad is steeds dat de kwalitatieve onderzoeker zich richt naar het begrijpen en interpreteren van bepaalde fenomenen. Dat gebeurt aan de hand van de betekenissen die aan die fenomenen worden gegeven. Anders gesteld, kwalitatief onderzoek richt zich op de wijze waarop de sociale wereld kan worden begrepen en dit vanuit het perspectief van de mensen die erin leven. Ook binnen dit lectoraat is de kwalitatief onderzoeker geïnteresseerd in de betekenisverleningen en ervaringen van de burger, mensen in het sociaal netwerk, het slachtoffer, professionals, vrijwilligers, etc. Met grote nieuwsgierigheid richten we ons op de wijze waarop zij sociale relaties en interacties aangaan met elkaar, in hun kennis en de mensbeelden die deel uitmaken van hun denk- en handelingskader. Op ontdekking in een nieuwe wereld Het onderzoek van betekenissen en ervaringen, van sociale relaties en interacties in het Transmuraal Herstelgericht Werken gaat steeds gepaard met het ontdekken van een nieuwe, vaak onbekende sociale wereld. Zo laten we ons onderdompelen in de beslotenheid van intramurale zorg of de geslotenheid van detentie. Denken we hierbij aan gedetineerde burgers in een penitentiaire inrichting, jongeren in een justitiële inrichting, forensische burgers in een beveiligde afdeling, burgers in de intramurale geestelijke gezondheidszorg, etc. De sociale wereld waarin zij leven en professionals werken, is sterk verschillend van de wereld, gedragsregels, normen en waarden-kaders die we als onderzoeker kennen. We bevinden ons als sociaal onderzoeker in een ongewone relatie tot deze sociale wereld. 40 Je betreedt als mens die wereld, maakt er deel van uit en je gaat sociale relaties en gesprekken aan. Tegelijkertijd tracht je als onderzoeker deze wereld op een meer analytische wijze te begrijpen. Een begrijpen dat verder gaat dan dat van de burgers, de professionals, kinderen, partners, vrijwilligers, etc., die elk vanuit hun eigen achtergrond betekenis verlenen en participeren aan die sociale wereld. Elk van hen kijkt vanuit eigen (levens-)ervaringen, gevoelens, denk – en handelingskaders naar deze sociale wereld. Die besloten of gesloten sociale wereld lijkt allesbehalve een omgeving die door zijn uitzonderlijke karakter makkelijker te begrijpen lijkt. Een diversiteit aan professionals geven op een uiteenlopende wijze betekenis aan de daar aanwezige praktijken en het alledaagse leven en werken dat ze omvatten. Psychologen, inrichtingswerkers, sociaal werkers, begeleiders, etc. spitsen hun aandacht voornamelijk toe op het uitvoeren en waarborgen van de eigen professionele praktijk. Daarenboven kenmerken deze werelden zich letterlijk en figuurlijk door een vorm van beslotenheid die vaak een afstand creëert tussen de verschillende actoren die er werken, leven en betekenis geven. Ook gaat het om een wereld die meer en meer doordrongen is van de (lokale) samenleving die het omgeeft. Zo injecteren vrijwilligers, professionals, mensen uit het sociaal netwerk en slachtoffers nieuwe gedachten, gevoelens en betekenissen in deze besloten of gesloten wereld. Juist die groeiende verscheidenheid aan mensen betekent voor het onderzoek in deze wereld een belangrijk aandachtspunt. Ze verrijken niet alleen deze sociale wereld maar ook het onderzoek. Kijken naar jezelf, als mens en onderzoeker Onderzoekers zijn geen wit blad. Zij hebben net als elke mens een geschiedenis en ervaringen. Maar al te vaak plaatsen onderzoekers hun eigen geschiedenis, levenservaringen en biografie buiten hun onderzoek, het onderzoeksproces. Wie je bent bepaalt mede de interesses die je hebt, de keuzes die je maakt, en dus de wijze waarop je aan onderzoek doet. Onderdeel van het begrijpen van de ander, is het kennen en begrijpen van jezelf. Een onderzoeker tracht steeds de sociale wereld voor hem te begrijpen vanuit zijn eigen referentiekaders, geschiedenis, ervaringen, waarden en normen. Net als Mills (1959) gaan we er vanuit dat een onderzoeker steeds persoonlijk betrokken is bij het onderzoeksproces en daaruit voortkomend intellectueel product. In het begrijpen van de sociale wereld voor ons, positioneert de onderzoeker zich ook zelf. In het kwalitatief onderzoek binnen het lectoraat Transmuraal Herstelgericht Werken hebben we steeds aandacht voor de persoon van de onderzoeker. Zo kunnen eigen (professionele) ervaringen, onderzoeksstrategieën en -vragen vertrekkende vanuit de biografie en levenservaring van de onderzoeker van meerwaarde zijn, dus ook die van de lector. 41 Een verhaal van hoop, kracht en verantwoordelijkheid De eigen interesse als onderzoeker en lector voor kwalitatief onderzoek in Transmuraal Herstelgericht werken, komt voort uit een constante verwondering naar die besloten en gesloten wereld (als detentie) en het individueel traject te stoppen met misdaad. Als voormalig praktijkwerker in Belgische gevangenissen en herstelbemiddelaar heb ik deel mogen uitmaken van de persoonlijke processen van mensen, hun nieuwe inzichten, het vergroten of afnemen van motivatie en hoop, ook om te stoppen met misdaad. Precies deze gesprekken met gedetineerden en slachtoffers, vaak twee sterk uiteenlopende betekenisverleningen van één gebeurtenis, conflict of misdrijf, met een mix van gevoelens van leed, schaamte, spijt, wroeging, onvrede, kwaadheid voedt nog steeds mijn intellectuele nieuwsgierigheid naar één vraag: hoe kunnen mensen komen tot herstel? In elk onderzoekstraject, -project binnen dit lectoraat vormt dat mijn voortstuwende kracht. Als mens en onderzoeker zijn we gevormd en geïnspireerd door (professionele) ervaringen en opgedane theoretische kennis. We zijn ons bewust van de rol die de eigen biografie en ervaringen spelen in het aangaan van gesprekken en relaties, in de (onderzoeks-) keuzes en interpretaties. Net dat zelfbewustzijn maakt dat de eigen biografie en levenservaringen zo een sterkte worden voor het gehele onderzoeksproces. Kwalitatief onderzoek binnen het lectoraat Transmuraal Herstelgericht Werken wordt dus steeds opgevat als een procesmatig gebeuren met aandacht voor de onderzoeker als multicultureel subject (Denzin en Lincoln 1998: 25). Tijdens de verschillende onderzoeksfases kijken we naar het traject van de onderzoeker, zijn of haar persoonlijke ervaringen, reflecties en geschiedenis. Vragen als ‘Wie ben ik als onderzoeker? Hoe kijk ik naar de burger, de professional? Wat zou een gedetineerde burger moeten doen naar herstel? zijn in beweging tijdens een onderzoeksproces. Dus is het van belang te bevragen hoe deze en andere vragen bij de onderzoeker tijdens het onderzoeksproces evolueren. Het onderzoek gebeurt nu eenmaal uit bevragingen, interviews, observaties en dus vanuit de waarnemingen, de ervaringen van de deelnemers (respondenten) en de interpretaties van de onderzoeker. Anders gesteld, er is sprake van een constante dialoog tussen de onderzoeker, deelnemer en het onderzoek. En binnen deze dialoog hebben we oog voor dat onderlinge en wederzijdse proces van beïnvloeding. Hoe kijken naar de sociale wereld Kwalitatief onderzoek is vaak afhankelijk van de perceptie van de onderzoeker op de onderzochte sociale context op een bepaald moment in de tijd. We worden geleid door een bepaald wereldbeeld of een basisgeloofssysteem om sociale fenomenen te kunnen bestuderen en te interpreteren. Het uitgangspunt van kwalitatief onderzoek in dit 42 lectoraat is om de complexe wereld van ervaringen en betekenissen van de deelnemers aan het onderzoek te begrijpen. Hierbij gaan we uit van een complexe wereld die is geconstrueerd door de daar aanwezige mensen op een bepaald moment in de tijd. Deze mensen geven betekenis aan het alledaagse leven door een steeds voortdurend complex proces van interactie tot hun eigen geschiedenis, taal en de acties die worden gesteld (Schwandt 1998: 221-222). Vertrekkend vanuit een sociaal constructivistische benadering zien we de sociale realiteit als een geheel van constructies van betekenissen en ervaringen van mensen. De sociale wereld zien we als een constructie die is gemaakt in de hoofden van de mensen. Binnen het sociaal constructivisme gaan we ervan uit dat ‘objectieve’ feiten onbestaand zijn en dat wetenschappelijke kennis afgeleid is van een bepaalde, specifieke kijk naar de sociale wereld. De wijze waarop we de sociale wereld kennen, komt voort uit de sociale cultuur waarin we ons op een bepaald tijdsmoment en een bepaalde plaats bevinden. Kennis van de sociale wereld genereren we uit de interpretaties en het begrijpen van de betekenissen en ervaringen van de mensen die er leven en werken. Door de dagdagelijkse interacties tussen mensen worden onze versies van kennis geconstrueerd. We observeren als onderzoeker dus niet een ‘echte, objectieve’ wereld die voor elke mens ‘hetzelfde’ is als ze hun eigen gedachten zouden loslaten. Kennis over de wereld is het resultaat van het samengaan van de betekenissen en ervaringen van de deelnemers (respondenten) en het perspectief van de onderzoeker in het begrijpen en interpreteren (Gobo 2008). Die sociaal constructivistische kijk onderstreept in dit lectoraat en zijn onderzoekstrajecten opnieuw twee kernelementen: (1) de relatie tussen de onderzoeker en de deelnemer kenmerkt zich door een wederzijdse verbondenheid en interactie. Zowel de wijze waarop het onderzoeksproces wordt aangepakt en doorlopen als de uiteindelijke onderzoeksresultaten zijn acties of producten die worden geconstrueerd en voortkomen uit de artificiële ruimte van verbondenheid en interactie tussen de onderzoeker en de deelnemers. (2) de deelnemer aan het onderzoek, de burger, vrijwilliger, professional etc. staan centraal in het onderzoek. Wanneer we de deelnemers, hun gedachten en gevoelens willen begrijpen, is het noodzakelijk om deze wereld vanuit hun standpunt en interpretaties te zien. De mens achter de deelnemer aan het onderzoek, staat centraal In het kwalitatief onderzoek van dit lectoraat trachten we steeds de burger, vrijwilligers, professional, vader, kind, gedetineerde burger, etc. te laten spreken. Zo trachten we de interpretaties en ervaringen van de deelnemers zo veel mogelijk tot zijn recht te laten komen in het veldwerk (observaties, interviews, case studies, etc.), de analyses en later het product. Kwalitatief onderzoek maakt het mogelijk om deze subjectieve ervaringen, gezichtspunten en betekenissen van hen te begrijpen. Dit ‘verstehen’, te vinden in de 43 Een verhaal van hoop, kracht en verantwoordelijkheid methodologische schrijfsels van socioloog Max Weber, impliceert het interpreteren vanuit het actorperspectief, het begrijpen van iemands handelen en van de betekenis die hij daaraan verleent. De activiteit van het begrijpen ligt in het meekijken, over de schouder heen, van de deelnemers naar zijn gedragingen en betekenisverlening. Deze specifieke aandacht voor de gedetineerde burger, professional, kind, vrijwilliger, etc. in het kwalitatief onderzoek van dit lectoraat is niet verwonderlijk. Het weten of kennis komt voort uit de betekenissen, gedragingen en ervaringen van de deelnemer. Binnen dit lectoraat en zijn onderzoek staat ook deze deelnemer in zijn kracht als volwaardig burger. Dat betekent dat we de deelnemer niet beschouwen als een onderzoeksobject waaraan we trachten zo veel mogelijk kennis te onttrekken. Het gaat om het zien van de burger als een echter deelnemer, iemand die actief bijdraagt tot de nieuw ontwikkelde kennis. Zowel onderzoeker als deelnemer heeft bepaalde kennis, beiden voegen kennis toe, en doen dat versterkend naar elkaar in die onderlinge uitwisseling (soms van vraag en antwoord in een interview). Dat we deelnemers aan het onderzoek beschouwen en benaderen als volwaardige burgers die samen met de onderzoeker kennis produceren, heeft als consequentie dat we niet spreken voor deze deelnemers. In onderzoek geven we hen de mogelijkheid zichzelf uit te drukken. We laten hen door tekstfragmenten, interviews, levensverhalen, zelf aan het woord. We onthouden ons van giswerk naar wat wij als onderzoeker denken dat achterliggende betekenissen zouden kunnen zijn. In ons kwalitatief onderzoek komen deelnemers zelf aan het woord, aangevuld met diepgravende beschrijvingen van die sociale wereld waarin zij leven en werken. We zetten in op een zo gedetailleerd mogelijk, dicht gelaagd beschrijving van die complexe wereld (Geertz 1973). Deelnemers een volwaardige plaats geven in onderzoek betekent ook op een bewuste wijze rekening te houden met mogelijke effecten van deelname aan het onderzoek. Belangrijk is de deelnemers steeds te beschermen tegen schade en het waarborgen van hun rechten. Binnen dit lectoraat gaat het namelijk vaak over zeer kwetsbare burgers, al dan niet in een besloten of gesloten wereld zoals detentie. Uit de sociologische literatuur over gevangenissen leren we dat gedetineerde burgers als subgroep onderhevig zijn aan allerhande vormen van machtsuitoefening, bijvoorbeeld tussen penitentiair personeel en de gedetineerden. Het waarborgen van de vertrouwelijkheid en het beschermen van de anonimiteit en privacy van de deelnemers beschermt de deelnemers tegen negatieve effecten van hun deelname aan het onderzoek. Het garanderen van de anonimiteit is één van de belangrijkste verplichtingen die de onderzoeker heeft ten aanzien van degenen die hij bestudeert. Recht op privacy en respect worden steeds bewaakt en beschermd. 44 Zowel gedetineerden als penitentiair personeel, psychologen, directieleden en hulpverleners kunnen zich in een kwetsbare positie bevinden bij het uitwisselen van informatie in een omgeving die wordt gekenmerkt door processen en praktijken met machtsuitoefening en mogelijke negatieve effecten. Transparantie is een belangrijk werkingsprincipe binnen het lectoraat Transmuraal Herstelgericht Werken waarbij vaak onderzoek gedaan wordt in gesloten settings waar professionals en gedetineerde burgers niet altijd beschikken over dezelfde informatie. Meer nog, juist deze deelnemers durven als subgroepen in bijvoorbeeld een forensisch psychiatrisch centrum of een penitentiaire inrichting lijnrecht tegenover elkaar te komen staan. Onderzoek binnen dit lectoraat veronderstelt het bevragen van alle betrokkenen die zich in een verscheidenheid aan posities bevinden, met soms tegenstrijdige opvattingen en belangen. Meerzijdig partijdig als onderzoeker en mens Binnen het lectoraat Transmuraal Herstelgericht Werken streven we steeds naar het in beeld brengen van de mens achter de deelnemer aan het onderzoek. Ook hebben we aandacht voor alle verschillende betrokkenen variërend van gedetineerde burgers, burgers, professionals, vrijwilligers, buren, etc. Dat betekent dat we in onderzoek interacties via allerlei vormen aangaan met alle die zich in een verscheidenheid aan posities bevinden. We gaan deze interacties aan op grond van een eerlijke, empathische, respectvolle en open wijze naar alle betrokkenen. In dit lectoraat hanteren we het concept van de meerzijdige partijdigheid dat onderdeel vormt van de basishouding en techniek van de onderzoeker voor het aangaan van interacties met de deelnemers. Meerzijdige partijdigheid is één van de centrale begrippen in de theorie van contextueel therapeut Nagy en wordt toegepast in diverse contexten zoals het sociaal werk, de pedagogiek en de praktijk van de herstelbemiddeling (Claes 2005, 2017). We ontlenen dit begrip van meerzijdige partijdigheid en geven een nieuwe invulling aan het concept met het oog op zijn toepasbaarheid in onderzoek binnen het lectoraat. Het concept van meerzijdige partijdigheid biedt de onderzoeker een basishouding om sociale interacties aan te gaan met de deelnemers die zich van elkaar onderscheiden in posities, rollen en identiteiten. Denken we hierbij bijvoorbeeld aan de gedetineerde burger en penitentiair personeel in een inrichting, of een forensisch cliënt en zijn zoon in een behandelkliniek, of tussen dader en slachtoffer. Meerzijdige partijdigheid omschrijven we als een basishouding die erin bestaat als onderzoeker aanspreekbaar te zijn voor en betrokken te zijn bij de deelnemers aan het onderzoek. 45 Een verhaal van hoop, kracht en verantwoordelijkheid Het gaat om het zich onbevooroordeeld en met empathie opstellen ten aanzien van de deelnemers, hen in hun mens-zijn te erkennen en aandacht te schenken aan de positie waarin ze zich bevinden. De onderzoeker zet de deelnemer in zijn kracht, toont betrokkenheid, vermijdt vragen die als beschuldigend kunnen overkomen, en geeft erkenning aan zijn positie, gedachten en gevoelens. Meerzijdige partijdigheid als basishouding veronderstelt de bereidheid om de belangen van elke betrokken partij, groep of individu te willen zien. In het interview of gesprek creëert de onderzoeker een sfeer waarin de deelnemer zich gehoord en begrepen voelt. De onderzoeker erkent de positie en identiteit van de deelnemer, luistert naar zijn verhaal en perspectief en ervaringen en betekenisverleningen. Op die manier kan deze basishouding worden gezien als het benaderen van de verschillende betrokkenen, in soms tegenstrijdige rollen en posities, vanuit gelijkwaardigheid. We kijken naar het individu als een persoon die zich in een bepaalde situatie bevindt en van daaruit op een bepaalde wijze handelt. Het gaat om het kijken naar de persoon als volledig en volwaardig mens eerder dan naar zijn acties of gedragingen. Anders gesteld, als onderzoeker spreken we met de mens, en niet met het dader- of slachtofferschap, of met zijn gedetineerd zijn, of het kind zijn van een gedetineerde ouder, …. De professional, docent en student als onderzoeker Het zien van de mens achter zijn kwetsuren, probleemgebieden, deviant of crimineel gedrag is belangrijk voor de huidige en toekomstige professional. De ander zien als een volwaardig mens, die vanuit de wederkerigheid, een plaats heeft in onze maatschappij maakt onderdeel uit van het handelingskader van zowel professionals, docenten en onderzoekers in het brede veiligheidsdomein. Daarnaast is inzetten op de relatie, het contact, de verbinding met de burger voor elke professional in dit domein cruciaal. Dat wordt ook voor de student, de toekomstige professional en (docent-) onderzoeker met deze sociaal constructivistische kijk in dit lectoraat en zijn onderzoekstrajecten onderstreept. Het zien van de ander in zijn mens-zijn door de professional, student of (docent-) onderzoeker maakt inherent onderdeel uit van de zogenaamde, kritische, onderzoekende houding of onderzoekend vermogen. Focus ligt hierbij op het willen begrijpen (‘verstehen’), het zoeken naar dieper, achterliggende antwoorden en betekenisverleningen. Anders gesteld, gaat het om een nieuwsgierigheid om de ander in zijn mens-zijn te ontdekken. Praktijkgericht onderzoek in het lectoraat Transmuraal Herstelgericht Werken is in dat opzicht vanuit verwondering en het willen begrijpen, inzetten op de verdere ontwikkeling en versterken van het professioneel handelingskader. 46 Hoe moet je omgaan met die gevoelens? g elukkig heb ik iemand om daarover te spreken. Hoe ik kijk naar wat ik gedaan heb, hoe ik me daar bij voel? Waarom dat ik dat gedaan heb? En dat ik er spijt van heb. g e moet iemand hebben tegen wie je dat open, in vertrouwen kunt vertellen. Ik heb dat nodig om dat hoofdstuk af te sluiten, en om vooruit te kunnen kijken. Hulp krijgen voor werk of een woonst is al ne moeilijke, maar zonder hoop moet ge er al niet aan beginnen. Hoop dat het kan lukken, en geloven dat ge het kunt. Daar begint toch alles mee. (veldnota’s, gedetineerde burger, 3 mei 2016) 47 Een verhaal van hoop, kracht en verantwoordelijkheid TOT SLOT Hoop is een belangrijk ingrediënt van het leven. Toch lijkt hoop op verandering, op een nieuwe toekomst, niet het meest populaire topic bij onderzoekers en professionals. Hoop wordt vaak als een naïef optimisme beschouwd. Dat is het helemaal niet. Ik ben als lector en mens hoopvol. Ik ga er vanuit dat het goed komt, maar houd er ook rekening mee dat het misschien niet goed komt. De weg is moeilijk, terugval kan gebeuren, het is vaak rommelig, met twee stappen vooruit en een achteruit. We hebben een doel voor ogen, iets wat ons in beweging zet en hoopvol maakt, waar we motivatie en kracht uit halen om met die uitdagingen om te gaan. Onze opdracht is ook burgers hoop te geven, het aan te wakkeren. Hoop doet leven, zong de Vlaamse charmezanger Will Tura in 1992. Transmuraal Herstelgericht Werken stelt hoop centraal, net als de kracht en kwaliteiten van elke burger. We zijn niet blind voor de risico’s op terugval of het plegen van criminaliteit. Belangrijk is net oog te hebben voor zowel het aanpakken van het risico op recidive, én tegelijkertijd op het ondersteunen van de burger bij het verwerven dat meer voldoening geeft en als betekenisvol wordt ervaren. Verantwoordelijkheid opnemen is een werderkerig proces. Herstel is de brug voor het aanspreken van het veranderingspotentieel, verantwoordelijkheid en krachten van de burger, het sociaal netwerk, (lokale) maatschappij en het mogelijk slachtoffer. Samen-leven is een wederkerig proces, en veronderstelt dus dat een herstelgerichte re-integratie, kanteling in de wijk of buurt gaat om herstel ten aanzien van het slachtoffer en zichzelf (zelfherstel), maar ook, en vooral, om de verbinding met de maatschappij. De sociale re-integratie in de maatschappij is en blijft een verhaal van wederzijdse verantwoordelijkheid. Hoopvol dus, omdat we allen bestemd zijn om te stralen. 48 Een verhaal van hoop, kracht en verantwoordelijkheid 49 HOOP VOOR MIJN VERHAAL Onze diepe angst is niet dat we onmachtig zouden zijn. Onze diepste angst betreft juist onze niet te meten kracht. Niet de duisternis, maar het licht in ons is wat we het meeste vrezen. We vragen ons zelf af “Wie ben ik wel om mezelf briljant, schitterend, begaafd of geweldig te achten?” Maar, waarom zou je dat niet zijn? Je bent een kind van g od! Je dient de wereld niet door jezelf klein te houden. Er wordt geen licht verspreid, als de mensen om je heen hun zekerheid ontlenen aan jouw kleinheid. We zijn bestemd om te stralen, zoals kinderen dat doen. We zijn geboren om de glorie g ods die in ons is, te openbaren. Die glorie is niet slechts in enkelen, maar in ieder mens aanwezig. En als we ons licht laten schijnen, schept dat voor de ander de mogelijkheid hetzelfde te doen. Als we van onze diepste angst bevrijd zijn, zal alleen al onze nabijheid anderen bevrijden. Nelson Mandela sprak deze woorden in zijn inaugurale rede als eerste zwarte president van Zuid-Afrika in 1994, steeds verwijzend naar verzoening, kracht, verantwoordelijkheid en hoop. 49 50 Een verhaal van hoop, kracht en verantwoordelijkheid 51 BRONNEN Bazemore, G. & O’Brian, S. (2002). The quest for a restorative model of rehabilitation: theory-for-practice and practice-for-theory. In L. Walgrave (ed.) Restorative justice and the law. (pp. 31-49). Cullompton: Willan Publishing. Blokland, A., Nagin, D. & Nieuwbeerta, P . (2005). Life span offending trajectories of a Dutch conviction cohort. Criminology, 45(4), 919-954. Bottoms, A. & Shapland, J. (2016). Learning to desist in early adulthood: the Sheffield Desistance Study. In J. Shapland, S. Farrall & A. Bottoms (eds.), Global perspectives on desistance: reviewing what we know, looking to the future (pp. 99-125). London: Routledge Cid, J. & Marti, J. (2015). Imprisonment, social support, and desistance: a theoretical approach to pathways of desistance and persistence for imprisoned men. International Journal of Offender Therapy and Comparative Criminology, 1-22. Claes, B. (2005) ‘Bemiddelingsdiensten in beweging: een mogelijk aanbod bij gemeentelijke administratieve sancties. Knelpunten en bedenkingen vanuit de herstelbemiddelingspraktijk’, Panopticon, 6, 25-42. Claes, B. (2014) “Een verhaal van hoop, verandering en kracht. Herstelgerichte detentie anno 2014”. Nieuwsbrief Suggnomè Forum voor Herstelrecht en Bemiddeling, 3-9. Claes, B. en Shapland, J. (2017) Desistance from crime and restorative justice practices. International Journal for Restorative Justice, 2, 31-52.Clarke, R. & Cornish, D. (1985). Modelling offenders’ decisions. In M. Tonry & N. Morris (eds), Crime and Justice: An Annual Review of Research, 6, 147-186. College van Bestuur. (2014). Nota Onderzoeksbeleid. Tilburg: Avans Hogeschool. College van Bestuur. (2014). Samen het maximale uit jezelf halen: Onderwijsvisie. Tilburg: Avans Hogeschool. College van Bestuur. (2015). Nota Kwaliteitszorg Onderzoek. Tilburg: Avans Hogeschool. Denzin, N.K. en Lincoln, Y.S. (1998) The Landscape of Qualitative Research. Theories and Issues, Thousand Oaks/London/New Delhi: Sage Publications. Expertisecentrum Veiligheid. (2014). In de pas of uit de maat: Meerjarenplan Expertisecentrum Veiligheid 2014 – 2018. ’s-Hertogenbosch: Avans Hogeschool Expertisecentrum Veiligheid. 52 Expertisecentrum Veiligheid. (2018). In stappen vooruit: Kwaliteitsplan Expertisecentrum Veiligheid. ’s-Hertogenbosch: Avans Hogeschool Expertisecentrum Veiligheid. Farrall, S., Hunter, B., Sharpe, G. & Calverley, A. (2014). Criminal careers in transition. The social context of desistance from crime. Oxford: Oxford University Press. Geertz, C. (1973) The interpretation of cultures: Selected essays, New York: Basic Books . Giordano, P .C., Cernkovich, S.A. & Rudolph, J.L. (2002). Gender, crime and desistance: toward a theory of cognitive transformation. American Journal of Sociology, 107(4), 990-1064. Healy, D. (2013). Changing fate? Agency and the desistance process. Theoretical Criminology, 17(4), 557–574. Maruna, S. (2001). Making good: how ex-convicts reform and rebuild their lives. Washington: American Psychological Association. Mathiesen, Th. (1990) Prison on trial. Hook: Waterside Press. Paternoster, R. & Bushway, S. (2009). Desistance and the ‘feared self’: toward an identity theory of criminal desistance. Journal of Criminal Law and Criminology, 99(4), 1103–1156. Mills, C.W. (1959) The Sociological Imagination, New York: Oxford University Press. Sampson, R. & Laub, J. (1993). Crime in the making. Cambridge: Harvard University Press. Schwandt, T.A. (1998) ‘Constructivist, Interpretivist Approaches to Human Inquiry’ in N.K. Denzin en Y.S. Lincoln (eds.) The Landscape of Qualitative Research. Theories and Issues, Thousand Oaks/London/New Delhi: Sage Publications, 221-259. Shapland, J., Robinson, G. & Sorsby, A. (2011). Restorative justice in practice. London: Routledge. Vaughan, B. (2007). The internal narrative of desistance. British Journal of Criminology, 47(3), 390–404. Vogelvang, B. (2010). Een sterk verhaal: Over de invloed van reclasseringswerkers op het stoppen van criminaliteit na detentie. Lectorale rede. ’s-Hertogenbosch: Avans Hogeschool Expertisecentrum Veiligheid. 53 Een verhaal van hoop, kracht en verantwoordelijkheid 54 Een verhaal van hoop, kracht en verantwoordelijkheid 55 COLOFON Dit is een uitgave van Avans Hogeschool. Uitgegeven ter gelegenheid van de lectorale rede van Bart Claes. ISBN 9789074611688 Redactie en coördinatie Diensteenheid Marketing, Communicatie en Studentenzaken, Avans Hogeschool Druk & vormgeving De Studio, powered by Avans & Canon Contact Expertisecentrum Veiligheid www.expertisecentrum-veiligheid.nl 088 – 525 68 51 secretariaatEV@avans.nl Locatie Breda: Hogeschoollaan 1, Breda Locatie ’s-Hertogenbosch: Onderwijsboulevard 215, ’s-Hertogenbosch Postbus 90116, 4800 RA Breda © 2019 Bart Claes / Avans Hogeschool 56 Bart Claes is lector Transmuraal Herstelgericht Werken aan het Expertisecentrum Veiligheid van Avans Hogeschool. Daarnaast is hij bestuurder bij het European Forum for Restorative Justice, een Europese organisatie die streeft naar maximale toegang van burgers aan herstelgerichte praktijken. Hij is ook mede-oprichter van het landelijk Expertisecentrum K I N D, Ouder en Detentie. Bart was tien jaar werkzaam als sociaal werker en herstelbemiddelaar in jeugdinstellingen en gevangenissen. Hij promoveerde aan de Vrije Universiteit Brussel op Herstelgericht Werken met langgestraften in een hoogbeveiligde gevangenis. Voor zijn promotieonderzoek deed hij een etnografische studie over het alledaagse leven in detentie. Na zijn promotie werkte Bart twee jaar aan de School of Law, University of Sheffield (UK). Daar onderzocht hij hoe herstelgerichte praktijken gedetineerden en hun netwerk stimuleren om een ‘goed leven’ op te bouwen en te stoppen met het plegen van criminaliteit. AVA190043 Een verhaal van hoop, kracht en verantwoordelijkheid 55 COLOFON Dit is een uitgave van Avans Hogeschool. Uitgegeven ter gelegenheid van de lectorale rede van Bart Claes. ISBN 9789074611688 Redactie en coördinatie Diensteenheid Marketing, Communicatie en Studentenzaken, Avans Hogeschool Druk & vormgeving De Studio, powered by Avans & Canon Contact Expertisecentrum Veiligheid www.expertisecentrum-veiligheid.nl 088 – 525 68 51 secretariaatEV@avans.nl Locatie Breda: Hogeschoollaan 1, Breda Locatie ’s-Hertogenbosch: Onderwijsboulevard 215, ’s-Hertogenbosch Postbus 90116, 4800 RA Breda © 2019 Bart Claes / Avans Hogeschool
i-Flipbook aan het laden